• No results found

5.2. Sociale omgeving

5.2.1. Mensen in de directe omgeving

Ten eerste wordt de sociale omgeving vormgegeven door de mensen die zich direct rondom de respondenten begeven. Deze beïnvloeden de vorming van een gevoel van veiligheid.

5.2.1.1. Tijdstip op de dag

Veel respondenten relateren een gevoel van veiligheid aan het tijdstip van de dag waarop zij over straat lopen. Zo geven bijna alle respondenten aan dat zij zich overdag veiliger voelen op straat dan als het donker is. Dit gevoel van veiligheid wordt onder andere veroorzaakt door de hoeveelheid mensen die overdag of ’s nachts over straat lopen. Zo geven de respondenten aan dat zij zich veiliger voelen als het druk is op straat en er veel mensen zijn. Hierdoor is het makkelijker om op te gaan in de menigte en anoniem te blijven. Daarnaast zijn de meeste mensen op doorreis, waardoor zij niet ergens zullen blijven hangen. Dit is anders in het donker en als de respondenten alleen over straat lopen.

5.2.1.2. Samenstelling van mensen om je heen

Een veilig gevoel is ook afhankelijk van de mensen door wie de respondenten omringd zijn, zo worden vrienden, familie, andere homoseksuelen en vrouwen benoemd als

35 groepen mensen waarbij de respondenten zich veilig voelen. Er zijn ook mensen waarbij de respondenten zich minder veilig voelen, namelijk minder intelligente mensen,

Islamitische mensen, hangjongeren, heteromannen en onberekenbare mensen. Voorbeelden van onberekenbare mensen zijn zakenrollers, vreemden en dronken mensen.

Daarnaast voelen bijna alle respondenten zich veiliger in groepsverband,

waaronder Hans (24 jaar, Indonesisch), dit heeft voor hem ermee te maken dat hij dan in de meerderheid is. Als hij niet met een groep is, is hij in de minderheid en voelt hij zich onveiliger. De samenstelling van de mensen waarmee de respondenten omringd zijn speelt hierbij ook een rol, zoals Mike (21 jaar, Nederlands) hier benadrukt: ‘Daar was iedereen zo met zichzelf bezig omdat er is daar zoveel diversiteit. Dat ze zich er dus niet meer mee houden, je hebt daar lekker alles rondlopen. Je hebt daar joden, islamieten, gothics, hipsters, zwart, wit, bruin, Aziatisch, Nederlanders, Duitsers, je hebt er alles rondlopen dus kan je je daar niet meer mee bezig houden.’

Ook voelen de meeste respondenten zich veiliger als zij het idee hebben dat mensen voor hen op zullen komen als er een onveilige situatie dreigt te ontstaan. Voorbeelden van mensen die voor hen op kunnen komen zijn andere homoseksuelen, mensen die de veiligheid waarborgen (politie, bewaking en de conducteur), vrienden, maar ook vreemden. Vooral Joey (22 jaar, Nederlands) geeft aan hier vertrouwen in te hebben: ‘Ja het geloof in de mensheid dat zij ook iets zullen doen.’

5.2.1.3. Plekken

Respondenten voelen zich veiliger in bepaalde buurten in Amsterdam, voorbeelden van buurten die als veilig worden ervaren zijn Oost, De Pijp, Centrum, IJburg en de Jordaan. Buurten die als minder veilig worden ervaren zijn Nieuw-West en Noord. Over Oost, Oud-West en de Bijlmer zijn de meningen verdeeld. Of de respondenten de buurten als veilig of niet ervaarden, was afhankelijk van de mensen die zich in deze buurt bevinden, hier zal verder op in gegaan worden in paragraaf 5.3. Maar ook van criminaliteit in de buurt en of de respondenten bekend zijn met de buurt en er veel mensen kennen.

Daarnaast zijn andere plekken waar de respondenten zich veilig voelen thuis (het huis waar zij wonen), op school, op de studievereniging, in een gaybar, in café’s, op het treinstation en in het centrum van Amsterdam. De respondenten voelen zich veilig in het

36 centrum van Amsterdam en op een treinstation, doordat het daar altijd druk is, mensen altijd op doorreis zijn, ze anoniem kunnen blijven en er veel politie en bewaking is.

Desondanks geven een aantal respondenten, waaronder Mike (21 jaar,

Nederlands) en Kate (22 jaar, Nederlands), aan dat zij zich thuis ook onveilig kunnen voelen door irrationele angsten, bijvoorbeeld als zij alleen thuis is: ‘Als ik alleen thuis ben, dan kan ik gewoon bang zijn. Maar dat is meer in mijn hoofd, dat is niet dat er echt iets aan de hand is waardoor ik me niet veilig voel.’ (Kate, 22 jaar, Nederlands).

Vervolgens zijn er een aantal plekken waar de meningen over verdeeld zijn. Zo voelen Hans (24 jaar, Indonesisch), Martin (22 jaar, Nederlands), Mike (21 jaar, Nederlands) en Rutger (20 jaar, Surinaams), zich niet altijd veilig bij

uitgaansgelenheden. Dit komt voornamelijk doordat er veel dronken mensen zijn die onberekenbaar zijn en Rutger (20 jaar, Surinaams) geeft aan dat hij hierbij ‘de omgeving niet kan scannen’. Desondanks zijn er ook respondenten die zich juist veilig voelen bij uitgaansgelegenheden, en dan voornamelijk gaybars. De respondenten die zich hier uitgesproken veilig voelen zijn Lexi (20 jaar, Italiaans), Gerda (22 jaar, Surinaams), (23 jaar, Nederlands) en Joey (22 jaar, Nederlands). De respondenten voelen zich onder andere veilig in gaybars omdat homoseksuelen daar in de meerderheid zijn en er veel andere mensen zijn die in kunnen grijpen. Ook in het openbaar vervoer zijn er een aantal respondenten die zich veilig voelen, dit komt voornamelijk doordat mensen met een bepaald doel in het openbaar vervoer zitten en de conducteur een oogje in het zeil houdt. Desondanks voelen twee allochtone respondenten en twee autochtone

respondenten zich onveilig in het openbaar vervoer, doordat het mogelijk is dat je over lange afstanden met dezelfde mensen in een cabine zit en er veel onberekenbare

mensen in het openbaar vervoer kunnen zitten. Ook het achter je aan lopen door de poortjes werd als storend genoemd, voornamelijk door Enzo (22 jaar, Surinaams): ‘Ook als ik daar naar beneden ga, mijn OV wil uitchecken en door die poortjes ga, dat er dan altijd mensen zijn die achter je aanlopen. Dat vind ik ook niet zo fijn.’