• No results found

De meerwaarde van de oprichting zit vooral in de nieuwe graad die gecreëerd is – volgens verschillende DAB-respondenten (N=3). Voor de oprichting ervan had je enerzijds de bewakingsagenten en anderzijds de graad van politie-inspecteur. De regering kwam tot het besluit dat de kloof tussen beide te groot was en er dringend nood was aan een tussengraad die beide diensten dichter naar elkaar toe bracht. Een inspecteur heeft niet alleen bestuurlijke bevoegdheden maar ook gerechtelijke, tevens ligt de verloning ook hoger en krijgt hij een opleiding van een jaar waarin verschillende aspecten aangeleerd worden. Dit alles zorgde ervoor dat het verschil met een bewakingsagent te groot was geworden.

« Als men de link wil verkleinen tussen een bewakingsagent en een politieagent dan

brengt men die twee gewoon korter bij elkaar. Dan gaat men niet nog eenderde

instantie oprichten. Dit is zo hard á la Belgique ».

- Interview 6, Private bewakingssector De oprichting zorgt er tevens voor dat politie-inspecteurs nu meer ruimte hebben om ‘inspecteurswerk’ uit te voeren, vermits patrouilleren en zichtbaar aanwezig zijn op de cruciale plaatsen overgeheveld wordt naar de DAB. Volgens één respondent is het verschil tussen de deontologische code van beide diensten ook een groot struikelblok bij de samenwerking. Door de oprichting van de DAB werd er een oplossing gevonden voor het grote probleem en kwamen beide diensten dichter bij elkaar. De beveiligingsagenten krijgen een opleiding maar deze is aanzienlijk korter dan de training van een inspecteur, daarnaast krijgen ze ook enkele bevoegdheden die nodig zijn bij het uitvoeren van de opdrachten. De overheid blijft zo tevens betrokken bij de beveiliging van de belangrijke sites. Een andere respondent stelt dat er een nieuw basiskader gecreëerd is door de oprichting van de dienst. De meerwaarde situeert zich - volgens de DAB-respondenten (N=4) –vooral in het feit dat de beveiligingsagenten politioneel worden getraind. Hierdoor stellen ze zichzelf andere vragen, in vergelijking met een bewakingsagent.

« Ze zitten eigenlijk in dezelfde visvijver te zoeken als onze bewakingsagenten en dan worden er tegen die mensen gezegd van ‘ja maar er zijn doorgroeimogelijkheden binnen de DAB. Je kan binnen twee jaar agent zijn en dan inspecteur’ ».

Overeenkomstig een DAB-respondent kunnen bewakingsagenten niet zomaar ingezet worden omdat er een capaciteitsprobleem is binnen de politie. Tevens heeft de nieuwe dienst de mogelijkheid aan kandidaten die geen middelbaar diploma bezitten – en die anders nooit in aanmerking zouden komen - zich nu ook kandidaat te stellen voor een job binnen de politie – met de mogelijkheid tot een promotie tot inspecteur. Er kan zich de vraag gesteld worden of ongeschoolde agenten een meerwaarde zijn. Eén respondent reageert hierop dat de profielen die gezocht worden voor beveiligingsagent gebaseerd zijn op de profielen van defensie, aangezien deze vervangen dienden te worden. Een andere respondent benadrukt dat doorgroeien enkel mogelijk is voor diegene die blijk tonen van een gerechtelijke interesse en de capaciteiten bezitten die nodig zijn om te slagen als inspecteur. Hierbij mag niet aan kwaliteit ingeboet worden, en al zeker niet als het gaat over de selectie.

Een respondent uit de bewakingssector vermeldt dat de meerwaarde van de DAB vooral zit in de bevoegdheden die de beveiligingsagenten met zich meedragen en dan vooral bij de interventies waarvoor dwang verondersteld wordt. De toegevoegde waarde is minder aanwezig in de ‘gewone’ preventieve opdrachten, zo meldt de participant. Een respondent uit de DAB stelt hiertegenover dat de dienst een soort van tussenoplossing geworden is tussen het ‘de- politioneren’ en privatiseren van bepaalde taken. Door het kerntakendebat werden verscheidene opdrachten gevonden waar er geen gerechtelijke bevoegdheden nodig voor zijn maar wel een zichtbare politie. De DAB kan hierbij een leemte opvullen.

Een andere respondent uit de bewakingssector stelt zich echter kritischer op en meldt dat er voor hem geen meerwaarde zit in het oprichten van een aparte dienst. Dit doordat er al aparte diensten bestaan, tevens stonden er al politieagenten aan de kritieke infrastructuren. De respondent stelt zich ook de vraag of er veel verschil zou zijn indien de DAB niet zou bestaan en omgekeerd; indien de private bewaking zou wegvallen, zou er dan een groot verschil bestaan?

Tot slot kan gesteld worden dat door de oprichting van de DAB België voldoet aan de internationale voorwaarden – en dit vooral bij de bewaking van nucleaire sites. Een respondent meldt dat België op hetzelfde niveau van veiligheid dient te staan als zijn buurlanden. Zo niet, is dit land een risico voor de hele wereld. Tegelijk zijn er bepaalde landen die angstig zijn om het verdwijnen van kernmateriaal die tegen hen kan gebruikt worden. Daarom dient een veiligheidsmachtiging uitgevoerd te worden voor alle werknemers binnen kritieke

infrastructuren, iets wat bewakingsagenten niet kunnen doen waardoor ze ook niet over deze informatie beschikken.

« Dus ik denk dat wij toch een kwalitatiever en een meer effectievere steun kunnen meegeven, absoluut. Ik bedoel (…) ik kan je daar geen inzage in geven maar in die risicoanalyses die vanuit binnenlandse zaken komen denk ik dat de privé daar weinig mee ga kunnen aanvangen. Zeker met de middelen die ze wettelijk momenteel hebben. En wil je die middelen of die mogelijkheden uitbreiden? Dan zit je met black water toestanden ».

– Interview 4, DAB

DISCUSSIE EN CONCLUSIE

De doelstelling van deze masterscriptie was tweevoudig. In de eerste plaats werd er een korte synthese gegeven van de ontwikkeling inzake het outsourcen en publiek-private samenwerking. Ten tweede werd er geprobeerd om meer inzicht te verwerven over hoe de wetenschappelijke literatuur omgezet wordt in de praktijk door de theorie toe te passen op de pas opgerichte DAB en de private bewakingssector. Tevens werd gekeken wat voor meerwaarde de nieuwe dienst heeft in het veiligheidslandschap. Door middel van de onderzoeksvraag werd gepoogd om de voorgaande doelstelling te verwezenlijken. Hieronder wordt een interpretatie van bovenvermelde resultaten weergegeven waarbij een antwoord wordt geformuleerd op de gestelde onderzoeksvraag.