• No results found

2.13 Invloed van media op beleid

2.13.2 Media bepaalt de beleidsagenda

Een belangrijk aspect van de relatie tussen media en beleid is de invloed van de media op de agenda-setting. Agenda-setting is de eerste stap in het beleidsproces. Deze stap bepaalt

Theoretisch kader 41

welke problematieken of thema’s moeten aangepakt worden door het voeren van een bepaald beleid (Birkland, 2007). De media is in staat om deze eerste fase van beleid te beïnvloeden, door bepaalde issues consistent en herhaaldelijk in het nieuws te tonen. Deze theorie wordt de Agenda-setting theorie genoemd (McCombs & Shaw, 1972). De media beïnvloedt bijgevolg welke issues als belangrijk worden aanzien en dit wordt eveneens duidelijk uit een quote van Cohen (1963): “De massamedia is misschien niet succesvol om mensen te vertellen wat ze moeten denken, maar is verassend succesvol om hun lezers te vertellen waarover ze moeten denken.”

Volgend voorbeeld, aangehaald bij het gedeelte over de invloed van rangschikkingen op beleid (2.2.2), toont de relevantie van de agenda-setting theorie aan op het beleid in België. Zoals gezegd werd er in de lente van 2019 in de Belgische media uitgebreid verslag gedaan over het feit dat het Vlaams onderwijsniveau aanzienlijk gedaald was op de internationale rangschikking, terwijl het Vlaams onderwijsniveau sinds 2003 tot de absolute wereldtop behoorde (De Tijd, 2019). Door de vele aandacht die dit onderwerp kreeg, verklaarden menig politici het niveau van het onderwijs op te krikken (Regeerakkoord van de Vlaamse regering, 2019). Op die manier wordt de invloed van de media zeer duidelijk.

Het kan eveneens uitermate interessant zijn om de mate waarin het European Innovation Scoreboard opgepikt wordt door beleid te toetsen aan de agenda-setting theorie. Wanneer deze theorie gevolgd wordt, kan gesteld worden dat wanneer de media vaak het

innovatieniveau van België of EIS zelf behandelt, dit logischerwijs meer opgepikt zal worden door beleidsmakers. Omgekeerd geldt hetzelfde: als de media deze thema’s amper behandelen, zal dit thema minder prominent aanwezig zijn in de beleidsvoering. Dit aspect zal eveneens in het empirisch gedeelte worden geanalyseerd.

Empirisch onderzoek 42

3

Empirisch onderzoek

3.1

Methode

A) In het empirisch onderzoek wordt geanalyseerd in welke mate het European Innovation Scoreboard effectief wordt opgepikt door Belgische beleidsmakers om aan beleidsvoering te doen. Er wordt specifiek gekeken naar het Belgisch federaal niveau en naar het Vlaamse niveau. Op deze manier kunnen er potentieel verassende verschillen aan het licht komen tussen beide beleidsniveaus. Aangezien het Regional Innovation scoreboard een extensie is van het EIS en zich focust op regio’s, zal eveneens bekeken worden of deze tool al dan niet gebruikt wordt voor Vlaams beleidsvoering.

B) Bijkomend wordt er een beperktere analyse gedaan in welke mate de media een rol speelt bij het al dan niet gebruik van het EIS in beleidsvoering.

3.1.1 Onderzoekdesign

A) Om al dan niet te kunnen besluiten of het European Innovation Scoreboard gebruikt wordt bij Belgisch beleid wordt gebruik gemaakt van een inhouds- en documenten-analyse. Er zal gericht gezocht worden naar bronnen die het EIS vermelden met een link naar beleid. Aangezien in België beleid hoofdzakelijk door de regering en in samen spraak met het parlement tot stand komt, wordt er gericht gezocht naar beleidsdocumenten en

parlementaire documenten die het EIS vermelden. Hetzelfde wordt uitgevoerd voor het

Regional Innovation Scoreboard.

B) Voor de beperktere analyse betreffende de invloed van de media op gebruik van het European Innovation Scoreboard worden mediabronnen gezocht die het European Innovation Scoreboard en het Regional Innovation Scoreboard vermelden.

3.1.2 Dataverzameling

A) De dataverzameling gebeurt hoofdzakelijk aan de hand van het gericht zoeken van beleidsdocumenten en parlementaire stukken in drie databanken van Belgische

overheden: databank van het Vlaams parlement (bevat ook regeringsdocumenten), de

Empirisch onderzoek 43

Senaat. De databank van het Brussels Hoofdstedelijk parlement en het Waals parlement werden slechts minimaal betrokken aangezien de masterproef zich focust op het Vlaams en federaal beleidsniveau.

B) Voor de beperkte analyse betreffende de invloed van de media op beleid wordt gebruikt gemaakt van de databank GoPress (Mediargus).

3.1.3 Selectiecriteria

A) In de drie databases van de Belgische overheid worden gerichte zoektermen gebruikt. Aan de hand van een overzichtelijke tabel wordt weergegeven hoeveel resultaten gevonden worden per zoekterm. Verder worden de verkregen resultaten opgedeeld in unieke

resultaten en relevante resultaten. Unieke resultaten zijn de resultaten die resteren nadat

dubbele resultaten geëlimineerd zijn. Relevante resultaten zijn deze die het EIS (of RIS) vermelden met betrekking tot beleid, bijvoorbeeld een parlementaire vraag over het dalen in de rangschikking van het EIS, of een vermelding in een beleidsverklaring. De gevonden resultaten worden eveneens opgedeeld naar soort: mondelinge vragen, schriftelijke vragen, bespreking wetsontwerp, interpellatie en beleidsdocumenten.

Het European Innovation Scoreboard wordt vaak het Innovation Union Scoreboard (IUS) genoemd. Deze benamingen inclusief afkortingen worden in de databases ingegeven. Ook het Regional Innovation Soreboard wordt als zoekterm ingegeven in de databanken.

In de studie wordt enkel rekening gehouden met resultaten sinds 2000, het jaar waar het EIS voor het eerst gepubliceerd is. Voor resultaten van het RIS analyseren we enkel de resultaten vanaf de eerste publicatie in 2004. Bij deze resultaten wordt eveneens het jaartal vermeld, opdat het duidelijk wordt hoeveel keer het EIS per jaar vermeld wordt.

Per zoekterm wordt een tabel weergegeven met 1) aantal algemene resultaten 2) het aantal unieke en relevante resultaten 3) soort resultaat 4) jaartal van resultaat. Alle relevante resultaten worden besproken en opgenomen in bijlage .

B) In de databank van GoPress wordt de zoekterm “European Innovation Scoreboard” (EIS) en ”Innovation Union Scoreboard” (IUS) ingegeven. De zoekresultaten worden per

Empirisch onderzoek 44

zoekterm in een tabel weergegeven. Er wordt een vermelding gemaakt van welk nieuwsmedium over resultaten beschikt.

3.1.4 Referenties

A) Om te kunnen bepalen of het European Innovation Scoreboard al dan niet vaak gebruikt wordt in beleidsvoering in België, is het belangrijk om enkele referentiepunten te

hebben. Om deze reden wordt het gebruik van het European Innovation Scoreboard en het Regional Innovation Scoreboard in de beleidsvoering in België vergeleken met het gebruik van andere innovatie-gerelateerde rangschikkingen zoals de Global

Innovation Index en de Innovation Output indicator. Deze twee innovatie- rangschikkingen worden dan ook in dezelfde databanken geanalyseerd.

B) Vervolgens wordt het gebruik van PISA, een internationale rangschikking over het beleidsthema onderwijs geanalyseerd. Aangezien de Vlaamse overheid volledig bevoegd is voor het onderwijsbeleid in Vlaanderen, kan eveneens gekeken worden hoeveel belang gehecht wordt aan het PISA-onderzoek. Het Programme for International Student

Assessment (PISA) is een internationaal comparatieve analyse op initiatief van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Vlaamse Overheid, z.d.). Het onderzoek maakt vervolgens een rangschikking van landen op basis van de resultaten. De gelijkenis met het European Innovation Scoreboard is dus zeer groot, het handelt enkel over een ander beleidsthema.

C) Als laatste referentie worden de zoekresultaten van het European Innovation Scoreboard in de mediadatabank GoPress vergeleken met de zoekresultaten van de twee andere innovatie-gerelateerde rangschikkingen en het PISA-onderzoek. Dit laat toe te vergelijken welke rangschikking het meeste media-aandacht krijgt.

Empirisch onderzoek 45

3.2

Resultaten

3.2.1 Inleiding

In deze sectie van de masterproef worden de empirische resultaten van de inhouds- en documentenanalyse weergegeven en besproken in functie van de onderzoeksvragen. Het belang van het European Innovation Scoreboard bij de beleidsvoering in België wordt aangetoond door per zoekterm de bevindingen weer te geven, van zowel de Vlaamse als federale databanken.

De zoekresultaten uit de verschillende databanken worden weergegeven in gestructureerde tabellen en worden inhoudelijk verduidelijkt. Eerst worden afzonderlijk de resultaten van de databank van de Vlaamse overheid besproken en vervolgens de zoekresultaten van de databanken van de federale overheid. Vervolgens worden de resultaten besproken uit de databank van GoPress.

Nadat de resultaten per zoekresultaat en per databank zijn besproken, worden de algemene resultaten van het empirisch onderzoek besproken. Vervolgens trachten we de resultaten te verklaren vanuit de onderzoeksresultaten en bevindingen uit de literatuur.

Empirisch onderzoek 46

3.2.2 European Innovation Scoreboard: Resultaten Vlaams