• No results found

Mechanische beschadigingen als gevolg van bewerking van het bot met snijdende voorwerpen

In document Dat hakt er in (pagina 31-37)

5. Sporen op het botoppervlak

5.3. Mechanische beschadigingen als gevolg van bewerking van het bot met snijdende voorwerpen

De haktrauma’s daarentegen zijn recht en scherp en daarbij zijn de doorsneden van haktrauma’s V-vormig waar vaatimpressies en wortelgangen meer een ronde bodem hebben, zoals beschreven staat in White/ Folkens (2005). Haksporen hebben een snijvlak en een breukvlak. Hieraan kan geconcludeerd worden dat er een scherp object ingeslagen is op het bot. Daarnaast is in enkele gevallen een snijspoor te zien. Bij snijsporen heeft het spoor twee snijvlakken. Verder is er in een enkel geval ook een schraapspoor geconstateerd. Deze sporen zijn meer oppervlakkig en zijn wat betreft oppervlakte groter dan haksporen, alsof het bot is opgeschuurd.45

Zoals eerder aangegeven zijn de haktrauma’s te onderscheiden van vaatimpressies en wortelgangen. Daarnaast zijn recente post-mortem beschadigingen eveneens gefilterd uit het onderzoek en zijn er geen ante-mortem beschadigingen met sporen van genezing waargenomen op de botten. De overgebleven 174 haktrauma’s zijn alleen sporen van peri-mortem toegebrachte haktrauma’s. Deze selectieprocedure is gedaan door middel van een microscoop (figuren 10 en 11).

Fig. 6 6741-2 rechter humerus

met wortelgang in de rode cirkel. Fig. 7 6773-1 linker tibia met vaatimpressie in rode cirkel.

Fig. 9 6752-13 rechter femur met schraapspoor in de rode cirkel. Fig. 8 5611-2 linker humerus mediaal aanzicht met 5

Tijdens dit onderzoek zijn op 39 botten van 36 individuen haktrauma’s gevonden. Een overzicht van deze botten is te zien in tabel 11. De 39 botten met haktrauma’s zijn 4,7% van de totale 824 onderzochte botten. Bij het totaal aantal van 824 botten zijn de schedels als één bot geteld. De haktrauma’s die gevonden zijn tijdens dit onderzoek zijn allemaal recht en hebben een duidelijke V-vormige doorsnede. Daarnaast heeft 98,2% een snijvlak en een breukvlak. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de haktrauma’s met kracht op de botten zijn aangebracht. 98,8% van de sporen komen voor op de lange pijpbeenderen en schedels. Van twee schedels is met zekerheid te zeggen dat deze zijn getroffen door zwaarden gezien de impact op het bot. De sporen op de andere twee schedels zijn voornamelijk op het voorhoofdsbeen terug te vinden. Deze sporen zijn over het algemeen niet diep. Van de sporen op de lange pijpbeenderen zijn er 88 te vinden op de epifysen. De overige 67 sporen op de lange pijpbeenderen zijn te vinden op diafysen. De sporen op de pijpbeenderen zijn allemaal schuin of loodrecht op de lange as van het bot terug te vinden. Overigens zijn er geen sporen van verhitting gevonden op de botten.

Fig. 10 Microscopische foto 5611-2 linker humerus haktrauma

Individu Bot Zijde Aantal trauma’s Geslacht Leeftijd Context categorie

5611-2 Schedel Niet van toepassing 5 - - LB

5611-4 Humerus Links 5 - >14 LB

6527-1 Schedel Niet van toepassing 6 Man 30 – 60 LB

6530-1 Tibia Links 2 - - LB 6530-2 Tibia Links 6 - - LB 6530-8 Tibia Rechts 2 - - LB 6530-9 Tibia Rechts 4 - - LB 6530-11 Femur Links 3 - - LB 6530-14 Femur Links 8 - - LB 6530-15 Femur Links 2 - - LB 6530-23 Humerus Rechts 5 - - LB

6531-1 Schedel Niet van toepassing 3 Man 23 – 40 LB

6537-8 Radius Rechts 3 - >11 LB 6537-9 Radius Links 6 - >11 LB 6537-13 Femur Links 19 - 35 – 55 LB 6537-15 Tibia Rechts 2 - - LB 6720-2 Femur Links 2 - 35 – 55 LB 6720-3 Femur Links 6 - - LB 6720-4 Femur Links 7 - - LB

6741-2 Humerus Rechts 2 Man - PB

6742-1 Femur Rechts 2 Man 23 – 55 LB

6742-2 Femur Rechts 15 Man - LB

6742-3 Tibia Links 15 - - LB 6752-2 Femur Links 2 - 11 – 16 LB 6752-7 Humerus Links 3 - - LB 6752-11 Pelvis Rechts 2 - 30 – 39 LB 6752-12 Tibia Links 5 - - LB 6752-13 Femur Rechts 1 - - LB Tibia Rechts 2 6752-14 Femur Links 2 - 23 – 40 LB Femur Rechts 4 Tibia Rechts 3 6752-15 Tibia Links 1 - - LB 6756-1 Humerus Rechts 2 - 13,5 – 16,5 PB 6763-2 Femur Rechts 7 - - LB 6763-3 Femur Links 3 - - LB 6763-4 Femur Links 1 - - LB 6765-2 Femur Links 3 - - LB

In figuur 12 is te zien bij hoeveel individuen het geslacht bepaald is en welk geslacht de individuen hebben. Ondanks dat maar bij zes (21,4%) van de individuen met haktrauma’s het geslacht bepaald kon worden, is het wel opvallen dat deze zes allemaal man zijn. Overigens zijn er wel individuen waarbij het vermoeden bestaat dat deze vrouwelijk zouden zijn, maar dit is niet vast te stellen door middel van de gebruikte methoden zoals eerder vermeld is. Onder de individuen met haktrauma’s bevinden zich eveneens twee (5,6%) individuen onder de 18 jaar oud.

Figuur 13 laat zien in welke leeftijdscategorie de individuen ingedeeld zijn op basis van leeftijd. In de grafiek is te zien dat slechts veertien (38,9%) van de individuen een leeftijdsbepaling heeft. Ondanks het lage aantal met een leeftijdsbepaling is wel opvallend dat de grootste groep van zeven (19,4%) 21 – 40 jaar oud is bevonden. Daarnaast is net als in de vorige grafiek te zien dat er twee jonge individuen onder de leeftijd van 18 jaar zich bevinden onder de groep individuen met haktrauma’s. Beide individuen zijn wel boven een leeftijd van 10 jaar bevonden.

Als de resultaten van deze grafieken samengevoegd worden is te zien dat van de individuen waar wel een leeftijd en geslacht van bepaald is dat deze jonge mannen betreft. Jonge mannen behoren tot de categorie die het meest waarschijnlijk met geweld in aanraking komt. Zoals eerder benoemd lijken er ook vrouwelijke individuen tussen te zitten maar het geslacht is hier niet van vast gesteld.

Fig. 12 Indeling individuen met haktrauma's op basis van geslacht.

5.4. Zwaardhalen

Volgens het onderzoek van Lockau et al. (2013) kunnen sporen die door wapens met lemmet zijn aangebracht verschillen van uiterlijke kenmerken. De factoren die meespelen bij de uiterlijke kenmerken zijn: gewicht van het wapen, de vorm van het blad, scherpte van het blad en de hoek van inslag. Daarnaast is het gebruik van het wapen eveneens een belangrijke factor, steken laat immers andere sporen achter dan hakken. Deze kenmerken zijn doormiddel van een experimenteel onderzoek vastgesteld. Voor dit onderzoek van Lockau et al. (2013), naar haktrauma’s van de veldslag bij Stoney Creek in 1812, zijn dezelfde wapens gemaakt en toegepast als in 1812. Daarnaast zijn de wapens gemaakt van hetzelfde materiaal als in 1812 gebruikelijk was. 46

Als haktrauma’s van messen en zwaarden vergeleken worden blijkt uit onderzoek dat sporen die door zwaarden aangebracht zijn vaak breder en rechter zijn dan de sporen van messen, aldus Lewis (2008). Het onderzoek van Lewis (2008) bestaat uit een experimenteel onderzoek. Voor dit onderzoek zijn een zestal wapens gebruikt op koeienbotten. De toegepaste wapens in dit onderzoek bestaan uit: een Japanse katana, een Arabisch kromzwaard, een slagzwaard, Samburu zwaard, een machete en een jachtmes. De sporen van zwaarder zijn recht en relatief diep en breed. Daarnaast hebben ze een karakteristieke V-vormige doorsnede of U-vormige doorsnede met een platte bodem afhankelijk van het type zwaard. Sporen van messen daarentegen zijn minder diep en meanderen over het algemeen.47

Op de afbeeldingen hierboven (figuren 13 en 14) zijn de twee schedels zichtbaar met elk drie zwaardhalen. Individu 6531-1 heeft de zwaardhalen aan de achterzijde van de schedel zitten terwijl individu 6780-1 een zwaardhaal op het voorhoofd, achterhoofd en een zwaardhaal loopt over de linkerzijde van de schedel van de coronale schedelnaad tot lambdoïde schedelnaad.

Fig. 14 6531-1 schedel met waardhalen.

5.5. Slachtsporen

Naast zwaardhalen zijn slachtsporen een mogelijke verklaring voor haksporen op botmateriaal. Helaas is er weinig bekend over slachtsporen op menselijk botmateriaal en daarom is er gekozen om een vergelijking te maken met slachtsporen op dierlijk materiaal. De slachtsporen waarmee vergeleken wordt dateren overigens wel uit dezelfde tijdsperiode als het skeletmateriaal van De Engk.

Uit een experimenteel onderzoek van Domínguez-Rodrigo et al. (2009) blijkt slachtsporen (figuur 16) meestal rechte sporen zijn. Bij haksporen kunnen weerhaken zichtbaar zijn aan het einde van een hakspoor. Slachtsporen zijn vaak schuin of loodrecht ten opzichte van de lange as van het bot.48 Doormiddel van een

blindonderzoek van Blumenschine/Marean/Capaldo (1996) is naar voren gekomen dat slachtsporen over het algemeen een V-vormige doorsnede hebben en een lage breedte/diepte verhouding. Dit wil zeggen dat de breedte van het spoor kleiner is dan de diepte van het spoor.49 Forst (2016) heeft onderzoek

gedaan naar de consumptie van dieren door de mens in de Middeleeuwen in Engeland. Hierbij is gekeken welke sporen terug te vinden zijn op dierlijk botmateriaal. Als dieren werden gevild dan zijn er haksporen zichtbaar op vooral de onderpoten en de schedel. Daarnaast werd bij slachten vaak het dier in stukken gehakt op de articulatiepunten van de botten. Hierdoor zijn op en rondom de articulatiepunten haksporen zichtbaar.50

48 Domínguez-Rodrigo et al. 2009, 2646. 49 Blumenschine/Marean/Capaldo 1996, 496. 50 Foster 2016, 56.

Fig. 16 klassiek voorbeeld van een slachtspoor aangebracht door middel van een metalen mes. Blumenschine/Marean/Capaldo 1996, fig 3d, 499.

In document Dat hakt er in (pagina 31-37)