• No results found

De manifestatie van stijl met betrekking tot het gebruik van vertaalstrategieën

2. Resultaten en discussie 1 Onderzoeksresultaten op basis van frequenties

2.3 De manifestatie van stijl met betrekking tot het gebruik van vertaalstrategieën

In deze sectie zullen op basis van de classificatie van de data zoals beschreven in sectie 1.4.2 de onderzoeksresultaten betreffende vertaalstrategieën worden gepresenteerd per vertaler en worden onderzocht hoe stijl met betrekking tot het gebruik van deze vertaalstrategieën, die worden gebruikt om de modale en/of pragmatische betekenis of functie van modale partikels te compenseren, zich manifesteert in vertaling. Met stijl wordt hier bedoeld het meer of minder frequent gebruik van compensatie van de modale of pragmatische functie of betekenis van Nederlandse modale partikels door de keuze voor een bepaalde vertaalstrategie. De vertaalstrategieën bij vertaler A zullen worden vergeleken met die bij B, C, D en E. Onderstaande tabel (2) laat door middel van de frequenties (N) en percentages (%) de verdeling van de data over de verschillende vertaalstrategieën en vertalers zien.

42 CORPUS Abeltje (1953) Otje (1980) Minoes (1970) Pluk van de Petteflet (1971) Jip en Janneke (1963) VERTAALSTRATEGIE N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)

Modaal partikel niet vertaald 20 (35,1%) 21 (48,8%) 30 (46,9%) 34 (38,2%) 23 (39,7%) Vertaaloplossing binnen de zin 18 (31,6%) 14 (32,6%) 25 (39,1%) 36 (40,4%) 17 (29,3%) Specifieke tijd werkwoord 1 (1,8%) 2 (4,7%) 5 (7,8%) 10 (11,2%) 2 (3,4%) Modaal werkwoord 6 (10,5%) 4 (9,3%) 2 (3,1%) 7 (7,9%) 7 (12,1%) (Modaal) bijwoord 3 (5,3%) 3 (7,0%) 1 (1,6%) 7 (7,9%) 0 (0,0%) Modaal adjectief 3 (5,3%) 1 (2,3%) 2 (3,1%) 3 (3,4%) 5 (8,6%) Lexicaal element 5 (8,8%) 4 (9,3%) 15 (23,4%) 9 (10,1%) 3 (5,2%) Vertaaloplossing buiten de zin 9 (15,8%) 1 (2,3%) 0 (0,0%) 6 (6,7%) 10 (17,2%) In aanloop 7 (12,3%) 1 (2,3%) 0 (0,0%) 5 (5,6%) 6 (10,3%) In uitloop 2 (3,5%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) 1 (1,1%) 2 (3,4%) In “toevoeging schrijver” 0 (0,0%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) 2 (3,4%) Verandering zinsconstructie 10 (17,5%) 7 (16,3%) 9 (14,!%) 13 (14,6%) 8 (13,8%) ¿Por qué no…? 0 (0,0%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) 2 (3,4%) ¿A quién se le ocurre…? 0 (0,0%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) 1 (1,1%) 1 (1,7%) ¿Quieres ser tan amable de…? 0 (0,0%) 1 (2,3%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) Overige veranderingen zinsconstructie 7 (12,3%) 1 (2,3%) 6 (9,4%) 6 (6,7%) 4 (6,9%) Spaanse uitdrukking of gezegde 2 (3,5%) 1 (2,3%) 2 (3,1%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) Verandering in zinstype 1 (1,8%) 4 (9,3%) 1 (1,6%) 6 (6,7%) 1 (1,7%)

TOTAAL 57 (100%) 43 (100%) 64 (100%) 89 (100%) 58 (100%)

Tabel 2: De manifestatie van stijl in vertaling op basis van frequenties en percentages

Met uitzondering van Pluk van de Petteflet (1971), waarin de voorkeur wordt gegeven aan vertaaloplossingen binnen de zin (40,4%), is in alle andere verhalen van Annie M.G. Schmidt het aandeel data waarin het modale partikel niet wordt vertaald of talig wordt weergegeven het grootst. Opvallend is dat met name binnen de vertaalstrategie waarin de vertaaloplossing zich buiten de zin bevindt grote verschillen optreden tussen de verschillende vertalers. In Abeltje (1953) en in Jip en Janneke (1963) werd in een relatief groot aandeel van de data gekozen voor deze vertaalstrategie, respectievelijk in 15,5% en in 17,2% van het totaal. In Otje (1980) bleef het percentage echter steken op 2,3% van het totaal en in Minoes (1970) werd deze vertaalstrategie zelfs geen enkele keer aangetroffen.

De vertaalstrategie waarbij sprake is van verandering van de zinsconstructie ligt bij alle vertalers rond 15% van het totaal. Echter, iedere vertaler lijkt binnen deze vertaalstrategie een preferentie te hebben voor een bepaalde subcategorie. Dit lijkt ook het geval te zijn voor de subcategorieën bij de vertaaloplossing binnen de zin: in Abeltje (1953) lijkt de vertaler de voorkeur te geven aan modale werkwoorden, in Otje (1980) aan modale werkwoorden en lexicale elementen, in Minoes (1970) aan lexicale elementen met maar liefst 23,4%, in Pluk van de Petteflet (1971) aan een specifieke tijd van het werkwoord en in Jip en Janneke (1963) aan modale werkwoorden.

43

Op basis van bovenstaande tabel lijkt te kunnen worden gesteld dat stijl met betrekking tot het gebruik van vertaalstrategieën in de vertaling van modale partikels wel degelijk een rol lijkt te spelen: relatief grote verschillen worden aangetroffen tussen vertalers. Deze relatief grote verschillen in de onderzoeksresultaten beïnvloeden in zekere zin ook de algemene conclusies die werden getrokken in sectie 2.1. De keuze voor een bepaalde vertaalstrategie lijkt namelijk, gezien de verschillende percentages, afhankelijk te zijn van de vertaler en lijkt niet algemeen geldend te zijn voor het vertalen van modale partikels in het taalpaar Nederlands-Spaans.

Echter, de keuze voor een bepaalde vertaalstrategie is niet alleen afhankelijk van de vertaler, maar ook van het soort modale partikel waarvan getracht wordt de modale en/of pragmatische functie of betekenis te compenseren in het Spaans. In bovenstaande tabel (2) wordt echter geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende modale partikels. Als blijkt dat een bepaald partikel, bijvoorbeeld toch, vrijwel altijd in de uitloop van de zin wordt uitgedrukt, en in een bepaald verhaal van Annie M.G. Schmidt frequenter voorkomt dan in andere verhalen, kan dat een verklaring zijn voor de grote verschillen in percentages tussen de vertalers. De verdeling van de modale partikels in dit corpus over de verschillen verhalen werd niet onderzocht en is daarom onbekend. In hoeverre preferenties en stijl van vertalers daadwerkelijk doorslaggevend zijn in de keuze voor een bepaalde vertaalstrategie zal verder onderzoek daarom moeten uitwijzen.

44

3. Conclusie

De Nederlandse taal wordt als partikelrijke taal gemarkeerd door het gebruik van modale partikels (Braber en McLelland, 2010; Foolen, 1986; Vismans, 1992; Van der Wouden, 2006). Ze schakeren of modificeren de gehele zinsinhoud en betekenis op subtiele wijze en brengen veranderingen in toon aan (Van der Wouden, 1999). De Spaanse taal maakt daarentegen geen gebruik van modale partikels, waardoor er geen equivalente uitdrukkingsvormen bestaan waarbij in de vertaling van Nederlandse modale partikels naar het Spaans kan worden gekozen voor een één-op-één-vertaling (Pos, 2010).

Op basis van een corpus bestaande uit vijf verschillende verhalen van Annie M.G. Schmidt met corresponderende Spaanse vertalingen werd daarom onderzocht welke vertaalstrategieën door de vertalers worden gebruikt bij het vertalen van Nederlandse modale partikels naar het Spaans. De classificatie werd opgesteld op basis van reeds uitgevoerde contrastieve onderzoeken naar modale partikels in vertaling en preliminaire onderzoeksresultaten uit het corpus van deze studie. In totaal werden in het corpus 311 modale partikels aangetroffen. Uit de onderzoeksresultaten is gebleken dat in het overgrote deel van de data (41,2%) het Nederlandse modale partikel niet wordt vertaald of talig wordt weergegeven in het Spaans. Een verklaring hiervoor zou kunnen worden gezocht in het feit dat in de Nederlandse taal in sommige uitingen het gebruik van modale partikels zelfs verplicht lijkt te zijn om een onbeleefd, hard karakter te voorkomen, terwijl in Spaanse imperatieve uitdrukkingsvormen van zo’n karakter geen sprake is.

In 58,8% van de gevallen werd door de vertaler wel gekozen voor compensatie van de modale en/of pragmatische functie of betekenis van de modale partikels. De gebruikte vertaalstrategieën bevonden zich binnen de zin (35,4%), buiten de zin (8,4%) of in een verandering van de zinsconstructie (15,1%). De modale en pragmatische functie van modale partikels werd doorgrond in een descriptieve taalkundige analyse. In de analyse van geselecteerde data uit het corpus van deze studie werd vervolgens onderzocht in hoeverre deze functie of betekenis deels verloren gaat in het vertaalproces en in hoeverre de toon van de zin verandert. Er werd aangetoond dat, hoewel er geen equivalente uitdrukkingsvormen bestaan waarbij in de vertaling naar het Spaans kan worden gekozen voor een één-op-één-vertaling, de Spaanse taal wel degelijk over verschillende taalmiddelen beschikt om modaliteit en de pragmatische betekenis van Nederlandse modale partikels uit te drukken. In de data waarin de modale betekenis van het Nederlandse modale partikel voorop stond, werd in de Spaanse vertaling eveneens impliciet expressie gegeven aan de formulering van het gevoel of de houding van de spreker ten opzichte van de mededelende inhoud. Met name lexicale elementen en veranderingen in de zinsconstructie leken in staat om de pragmatische betekenis van modale partikels uit te drukken in het Spaans. In slechts een aantal gevallen bleek dat in de vertaling de toon van de zin veranderde. Dit was met name het geval bij het gebruik van het modale partikel toch in zinnen met vragende intonatie, waarbij in de vertaling niet langer

45

sprake was van angst of twijfel aan de kant van de spreker en geen verificatie van de mededelende inhoud wordt verwacht van de hoorder. Tussen de bron- en doeltekst lijkt daarmee een nuanceverschil in betekenis en mate van zekerheid op te treden.

Wat betreft de manifestatie van stijl met betrekking tot het gebruik van vertaalstrategieën voor het vertalen van modale partikels, werden in het corpus relatief grote verschillen tussen vertalers aangetroffen. Dit kan wijzen op de gedachte dat de keuze voor een bepaalde vertaalstrategie afhankelijk is van de vertaler en niet algemeen geldend is voor het vertalen van modale partikels in het taalpaar Nederlands-Spaans. In hoeverre preferenties en stijl daadwerkelijk doorslaggevend zijn in de keuze voor een bepaalde vertaalstrategie en hoe stijl zich manifesteert zal verder onderzoek echter moeten uitwijzen, omdat in het onderzoek van deze scriptie geen onderscheid werd gemaakt tussen de verschillende modale partikels.

In toekomstige studies zou het eveneens interessant zijn om vertaald Spaans vanuit het Nederlands te vergelijken met onvertaald, origineel Spaans. Op deze manier kan worden onderzocht óf en in hoeverre de onderzochte Spaanse taalmiddelen, die door de vertalers werden ingezet ter compensatie van de modale en/of pragmatische functie of betekenis van Nederlandse modale partikels, net zo frequent zijn in onvertaald als in vertaald Spaans of enkel optreden als vertaalstrategieën voor het vertalen van modale partikels.

46

Bibliografische verwijzingen