• No results found

Van 10 vrouwen werd gedurende de zwangerschap één of meermalen een electroforese van serumeiwitten gedaan, nadat er radio-actief thy

L. m.: betekent laatste menstruatie

a.t. betekent à terme.

De cijfers onder de abscis geven de maand weer, waarin de bepalingen zijn uitgevoerd.

De getallen, die hieronder staan, geven het cholesterolgehalte in milli­

gram procenten weer.

Het woord "geen" boven de abscis betekent: geen therapie.

83

BESPREKING VAN DE 20 VROUWEN, BEHANDELD MET SCHILDKLIER­

HORMON GEDURENDE DE ZWANGERSCHAP.

V. 1. Geboren in 1932.

1. 1957 abortus bij een zwangerschap van 18 weken.

2. 1957 partus immaturus bij een zwangerschap van 26 weken. Er werd een jon­

getje van 1200 g. geboren, dat na 5 dagen weer overleed.

3. In 1959, toen ze 6 weken zwanger was, vloeide ze gedurende enige dagen zon­

der dat er weeën-activiteit optrad. Twee weken later meldde ze zich voor het eerst op de kliniek ter controle. Het bleek, dat zij bijzonder gauw last had van koude, ze had een trage defaecatie, ze had een droge huid en brokkelige nagels.

Er werd een onderzoek gedaan, om een oorzaak van het mislukken van de twee voorgaande zwangerschappen te verklaren. Het enige, dat gevonden werd, was een B.M. van - 5 % . Er werd haar 50 mg. schildklierpoeder per dag voorgeschreven.

Vier weken later bleek het B.M. niet gestegen te zijn ( - 4 %); het P.B.I. was toen 11½ r %.

De dosering met schildklierpoeder werd verhoogd tot 100 mg. per dag.

Zij was bijzonder angstig, dat deze zwangerschap weer verkeerd zou aflopen.

Toen zij 32 weken zwanger was, werd zij opgenomen, daar fundus uteri nog maar ter hoogte van 26 weken stond. Er kon geen duidelijke verklaring voor de onderontwikkeling van het kind gevonden worden.

Er werd haar veel bedrust gegeven en een behandeling met zuurstof en glucose­

infusen volgens Nikolajew. Tevens werd 25 y trijodotyronine per dag gegeven. De be­

handeling met zuurstof volgens Nikolajew wordt sedert enige tijd in de kliniek toe­

gepast. Wij kunnen over de resultaten hiervan nog geen conclusies trekken.

Het B.M. steeg toen van O % tot +20 % in 3 weken tijds. Het kind begon merk­

baar te groeien.

Zij beviel spontaan à tenne van een zoon van 2790 g. Het kraambed verliep on­

gestoord.

De placenta vertoonde macroscopisch geen afwijkingen. Gedurende de zwangerschap is het P.B.I. niet lager dan 10 y % geweest.

De uitscheiding van oestriol in de urine van 24 uur was als volgt:

32 weken 16000 y per 24 uur urine 33 weken 5000 y

33 weken 14000 y 35 weken 4000 y 36 weken 12000 y 37 weken 13000 y

V. 2. Geboren in 1 930. Gehuwd in 1947.

Als kind heeft zij rhachitis gehad. In 1941 heeft zij gedurende een jaar gelegen wegens een pleuritis en peritonitis specifica.

1. In 1948 had zij een spontane partus praematurus in de 36e zwangerschapsweek van een zoon van 2350 g., die kort na de geboorte overleed. Oorzaak onbekend.

Zwangerschap en kraambed verliepen ongestoord.

2. In 1957 trad er een abortus op bij een zwangerschapsduur van 12 weken. In­

tussen was ze 9 jaar ongewild kinderloos gebleven.

Na de abortus kwam ze voor het eerst op de kliniek voor nader onderzoek.

Er werden geen afwijkingen bij haar gevonden, die het mislukken van de twee zwan­

gerschappen en de ongewilde kinderloosheid konden verklaren. Wel klaagde ze over kouwelijkheid en een trage defaecatie. Het B.M. was - 1 1 en - 8 %� Er werd haar 50 mg. schildklierpoeder per dag voorgeschreven. Nog diezelfde maand raakte ze in verwachting.

Toen ze 8 weken zwanger was, werd een B.M. van - 4 % en een P.B.I. van 6 y % gevonden (terwijl ze 50 mg. schildklierpoeder per dag kreeg). Er werd haar toen tevens 25 y trijodotyronine per dag voorgeschreven. Gedurende de zwangerschap liep

+ lO

Toch werden er macroscopisch geen duidelijke afwijkingen aan de placenta gevonden.

V. 3. Geboren in 1932. In 1956 is zij gehuwd.

4. In 1958 werd zij op de kliniek opgenomen bij een graviditeit van 12 weken met

gram, werden geen afwijkingen gevonden. Een volgende graviditeit liet zeer tegen de zin van het echtpaar een jaar op zich wachten. Begin februari 1959 werd haar 25 mg schildklierpoeder per dag en 10 y aethinyloestradiol per dag voorgeschreven;

op 22 februari menstrueerde ze, waarna er een amenorrhoe ontstond. Er werd haar bovendien 25 y trijodotyronine per dag voorgeschreven. De verschijnselen van de dreigende abortus verdwenen en enige weken later wat het B.M. weer - 5 %, terwijl

Toegevoegde hoeveelheid radio-actief thyroxine: 0,2 0,4 0,75 1 r Albumine:

Toegevoegde hoeveelheid radio-actief thyroxine: 0,1 0,2 0,375 0,5 Albumine: 0

V. 4. Geboren in 1920.

1. In 1946 werd er à terme een kind spontaan geboren, dat levend was. Gedurende de graviditeit had zij een zoutloos dieet gehad wegens een intoxicatie.

2. In 1947 werd er bij een zwangerschap van 24 weken een gemacereerd kind ge­

boren. Er zou geen intoxicatie hebben bestaan.

3. In 1951 werd er bij een zwangerschapsduur van 36 weken een dood kind ge­ een droge huid. Acht maanden, nadat zij de therapie met schildklierpoeder begonnen was, ontstond er weer een zwangerschap. Toen ze 16 weken zwanger was, werd er

+ 30

t zS'

+ zo

leeftijd in aanmerking genomen (38 jaar), van een normale bevalling niet goed durfde te aanvaarden. Er werd een jongen van 3500 g geboren, die zich verder goed ontwikkelde. Gedurende de zwangerschap waren er geen verschijnselen van een intoxicatie. Het kraambed verliep ongestoord.

V. 5. Geboren in 1 932. zouden er geen verschijnselen van een intoxicatie geweest zijn. Het kraambed verliep ongestoord.

rea. Toen de uterus geopend was, bleek er een zeer strakke driedubbele omstrengeling

88

van de navelstreng om de hals van het kind te zijn. Het kind zou zeker hierdoor overleden zijn, als de weeën begonnen waren en het hoofd was gaan indalen in het bekken. Er werd een meisje van 3100 gram geboren. Het kraambed verliep onge­

stoord. (Er was bij nader onderzoek geen afwijking gevonden, die het mislukken van de voorgaande graviditeiten kon verklaren).

5. In 1958 meldde ze zich weer op de kliniek, toen ze 16 weken zwanger was. Ze had intussen geen schildkliertherapie meer gehad. Het B.M. was - 6 %. Het P.B.I.

7 y %. Er werd haar 50 mg schildklierpoeder per dag voorgeschreven. Het P.B.I.

vertoonde een neiging tot dalen (6 ¼ y % ), zodat er vanaf de 23e week eveneens 25 y trijodotyronine per dag werd voorgeschreven en de dosis schildklierpoeder tot 100 mg verhoogd werd. Hierna steeg het B.M. tot boven de O %, tot +17 % als hoogste waarde, terwijl het P.B.I. gedurende de rest van de zwangerschap wisselende waarden vertoonde van 4½ tot 9 y % . De zwangerschap verliep geheel ongestoord en er werd spontaan à terme een meisje van 3200 g geboren. Het kraambed verliep normaal. Drie maanden na de partus was het B.M. - 14 % , terwijl ze nog 50 mg schildklierpoeder per dag gebruikte.

1) Op 19 december 1958 werd er een electroforese gedaan: B.M. +4 % ; P.B.I. 8 y % . Graviditeitsduur 2 6 weken. Therapie 100 mg schildklierpoeder per dag en 2 5 y trijodotyronine per dag.

Toegevoegde hoeveelheid radio-actief thyroxine:

---

0,1 0,3 0,4 y

Albumine: 10 7 7

T.B.P.: 71 72 76

De radio-activiteit in de eerste albuminefractie is hoog voor een zwangere.

2) Op 28 februari was het B.M. - 3 % ; P.B.I. 4½ y % ; graviditeitsduur 36 weken.

Therapie 75 mg schildklierpoeder per dag en 25 y trijodotyronine per dag.

Toegevoegde hoeveelheid radio-actief thyroxine: 0,2 Albumine: 11

---

0,4 9 0,75 38 1 y 22

T.B.P.: 65 45 24 13

Vergeleken met de vorige electroforese is er een stijging van de radio-activiteit van de albuminefracties te zien. Behalve de tweede waarde is de radio-activiteit van de albuminefracties te hoog voor een gravida.

V. 6. Geboren in 1928.

1. 1955 spontane partus praematurus in de 37e zwangerschapsweek van een meisje van 2000 g.

Het kind heeft zich goed ontwikkeld. Zwangerschap en kraambed verliepen nor­

maal.

2. In September 1957 trad er een abortus op bij een zwangerschap van 12 weken.

3. In november 1957 trad er een abortus op bij een zwangerschap van 6 weken.

4. Toen ze 16 weken zwanger was meldde ze zich in 1 959 voor het eerst op de kliniek ter controle. Ze bleek klachten te hebben van kouwelijkheid en had een droge huid en een trage defaecatie. Het B.M. was te laag ( - 16; - 26 %). Er kon bij onder­

zoek geen aanknopingspunt gevonden worden, dat een verklaring kon geven voor de 2 keer abortus, die ze gehad had, behalve het verlaagde B.M. Er werd haar schildklierpoeder, 100 mg per dag voorgeschreven, waarop het B.M. gunstig rea­

geerde (+8, +8; - 5 %). Het P.B.I. was 6 y %, wat laag is voor een gravida.

Er werd daarom nog 25 y trijodotyronine per dag voorgeschreven. Het B.M. bleef gedurende de zwangerschap in de regel boven de O % met als hoogste waarde +15 % ; het P.B.I. werd nog 2 keer bepaald en was toen 4 en 4½ y % . De zwan­

gerschap verliep verder ongestoord en er werd spontaan à terme een meisje van 3980 g geboren. Het kraambed verliep zonder bijzonderheden.

89

+ 2S

vanaf het begin der zwangerschap absolute bedrust gehad en een stilboestrol behan­

deling volgens Smith en Smith. Het kind, een jongen, heeft nog geen 24 uur ge­

klachten, waarvoor internistisch en gynaecologisch geen verklaring gevonden werd.

Gynaecologisch en ook bij algemeen onderzoek werden er geen afwijkingen gevon­

den. Ze had een slechte eetlust, rookte veel sigaretten per dag en leek nogal affect­

labiel, reden waarom de psychiater haar onderzocht. Zij bleek neurotisch gestoord te zijn, waarbij een sterke bindingsneiging tot haar vader op de voorgrond trad, het­

voorgeschreven (B.M. - 12 %). Het P.B.I. was normaal (6½ y %). Het B.M. wis­

selde nogal sterk in waarde, ondanks het gegeven thyroxine (0, +3 en - 18 %).

P.B.I. (10,5 en 6,25 y %). Aangezien de door haar weer zo gewenste zwangerschap niet optrad, werd op de 5e en 10e dag der cyclus nog 50 y aethinyloestradiol voorge­

schreven in november 1958. 5) De laatste menstruatie trad op in december van dat jaar.

Aangezien ze ondanks de zwangerschap van 14 weken en het gegeven schildklier­

poeder (100 mg per dag) nog een B.M. vertoonde van - 7 %, werd er tevens 25 ?' trijodotyronine per dag voorgeschreven. Het P.B.I. was normaal (7½ y %). Hierop steeg het B.M. tot waarden, die normaal waren voor een zwangere (+20 %). Boven­

dien werd een stilboestrolbehandeling volgens Smith en Smith voorgeschreven, even­

als veel bedrust en een zoutbeperkend dieet. Toen ze 26 weken zwanger was, werd ze opgenomen, daar er ondanks het zoutarm gehouden dieet ineens een sterk oedeem van de voeten was ontstaan. De tensie was normaal (115/70). Ze maakte zich zeer electroforese van haar serum gedaan.

1) Op 19 januari was het B.M. +3 % . P.B.I. 6,75 y % . Therapie 100 mg schild­

Toegevoegde hoeveelheid radio-actief thyroxine: 0,2 Albumine: 10

werden gedurende de zwangerschap normaal bevonden, nadat schildklierhormon was toegediend.

Ondanks de toediening van oestrogene stoffen en schildklierhormon, bleek de

bin-91

+

2 f

delijke afwijkingen gevonden. Het salpingo-histerogram was normaal. De cyclus was regulair en normaal. Zij klaagde zeer over kouwelijkheid en lusteloosheid, een droge dag. Eveneens werd extra bedrust voorgeschreven en een zoutann dieet. Aangezien het B.M. niet bijzonder reageerde op het gegeven thyroxine ( - 8 %) en het P.B.I.

geschreven, toen ze 24 weken zwanger was. Bij een zwangerschap van 28 weken werd ze opgenomen met een dreigende partus praematurus (weeënactiviteit). Het B.M. was duidelijk te laag ( - 17, - 19 %). Het P.B.I. was eveneens vcor een gra­

vida laag (5 ½ y % ). Door het gegeven trijodotyronine kon hier geen betekenis aan gehecht worden. Er werd haar een absolute bedrust gegeven, pulvus opii, zuurstof en glucose infusen volgens Nikolajew. Na een maand ging ze weer naar huis. Het B.M. was gestegen tot - 6 % en het P.B.I. tot 8 y %. Thuis hield ze praktisch de hele dag bedrust. Toen ze 34 weken zwanger was, werd ze weer opgenomen wegens weeënactiviteit. Het B.M. was - 14 % . Het P.B.l. 6½ y % . Weer gelukte het de weeënactiviteit te onderdrukken. Nadat na enige dagen de weeënactiviteit opgehouden was, begon het B.M. te stijgen tot enige weken later een waarde van +22 % . Het P.B.I. bleef hetzelfde (6½ y %). De uitscheiding van oestriol in de urine steeg aanvankelijk, maar vertoonde daarna een daling, zoals bijgaand lijste laat zien:

26 weken 8000

r

per 24 uur

32 weken 15000

r

35 weken 12000

r

36 weken 19000 y 38 weken 13000 y 39 weken 9000 y 39 weken 7500 y

Verder afwachten leek niet verantwoord (oestriol 7500 y). Dezelfde dag werd de zwangerschap beëindigd dcor middel van een sectio caesarea. Er werd een jongen van 3300 g geboren, die zich verder voorspoedig ontwikkelde. In de zwangerschap was de bloeddruk steeds beneden de 135/90 gebleven. Er was geen albuminurie, noch de vorming van oedeem. Na de partus bleef het B.M. boven de 0 % . Aan­

vankelijk werd nog enige maanden schildklierpoeder gegeven, 100 mg per dag.

V. 9. Geboren in 1923.

1 . 1 952 abortus bij een graviditeit van 8 weken.

2. 1953 abortus bij een graviditeit van 8 weken.

3. 1 954 abortus bij een graviditeit van 8 weken.

4. 1 956 spontane partus praematurus in de 34e week. Een kind van 2500 g werd dood geboren.

5. 1958 spontane partus in stuitligging à terme van een gemacereerd kind. Ge­

durende de 2 laatste zwangerschappen kreeg ze stilboestrol volgens Smith en Smith en hield ze veel bedrust. Er zouden bij de afgelopen graviditeiten nooit verschijn­

selen van een intoxicatie zijn geweest. Voor het mislukken van deze zwanger­

schappen wist men geen verklaring te geven. Teen ze weer zwanger was, meldde ze zich in de 26e week voor het eerst op de kliniek in 1959. Ze kreeg toen al stil­

boestrol volgens Smith en Smith en hield veel bedrust. Er werden bij een onder­

zoek naar oorzaken, die het mislukken van de voorgaande graviditeiten zouden kun­

nen verklaren, geen duidelijke afwijkingen gevonden. Wel klaagde ze over kouwelijk­

heid, lusteloosheid en trage defaecatie. Het B.M. was niet optimaal voor een gravida ( - 4, - 2 %). Het P.B.I. was te laag voor een gravida (5 y %). Er werd 50 mg schildklierpoeder per dag voorgeschreven, waarop het B.M. steeg tot +12 % , doch het P.B.l. daalde tot zeer lage waarden (3,75 en 1,65 y %). Ze kreeg last van palpitaties en kreeg een snelle pols. Haar gezicht zette sterk op. Er werd gedacht aan een overgevoeligheid voor het schildklierpoeder, waarna overgegaan werd op 25 y trijodotyronine per dag. Hierna verdwenen de genoemde klachten en ver­

schijnselen. Het B.M. bleef aan de lage kant (0 en + 1 %). Het P.B.I. 2 en 2½ y % . Toen ze 36 weken zwanger was werd ze opgenomen met een dreigende partus praematurus, die bedwongen kon worden met pulvis opii. De uitscheiding van oestriol in de urine was zeer laag (4000 y per 24 uur). Daar hieruit bleek dat het kind in acuut levensgevaar verkeerde, werd er overgegaan tot een sectio caesarea.

Er werd een meisje geboren van 2460 gram, dat direct goed doorschreeuwde. Het

93

kind heeft zich verder normaal ontwikkeld. Het kind vertoonde bij de geboorte een vergrote clitoris. De geraadpleegde kinderarts meende, dat er van een adrenogenitaal syndrcom gesproken kon worden. De vrouw had gedurende de zwangerschap geen progestatieve stoffen gebruikt. Het kraambed verliep ongestcord. Direct na de partus daalde het B.M. vrij snel, ondanks de voortgezette therapie, tot - 13 %. Hier is dus ondanks het zeer lage P.B.I., dat bleef bestaan, terwijl oestrogene stoffen en thy­

roxine gegeven werden, toch de zwangerschap geëindigd met de geboorte van een levend kind.

t z1

V'IX.

I l

+20 10

+ IS 20

q

].M.

tlO 8

+ s -PB.J 7

0 á

_ s

_ ,o

L.t

-IS" \ 3

.,,.,,,

_zo ' ',

.... , .,,..,..,,,. 2

_2s

A :B

C

D E

f

q

H

13.M "P.B.J

Lrq 2 2 3 3 4 4 s 6

7

8

q

10 I l 1 2,

c.boL �d 290 331 32'1 2.02 JII 181.

A :B

C .D E F

9

H

J

i:hy roxb,e m�

sa so so - - - -

-h-ï:jod.ot':{rot'li.11e.

y - - -

25' 1S' 1S 2 5" sa 2.5'

Op 27 februari werd er een electroforese gedaan. B.M. - 1 % . P.B.I. 1,65 y % .

Graviditeit 30 weken. Therapie 50 mg schildklierpoeder d.d.

Toegevoegde hoeveelheid radio-actief thyroxine: 0,2 0,4 0,75 1 y Albumine: 23

T.B.P. : 58 25

52 32

46 36 35 Hierbij ligt de radio-activiteit van alle albuminefracties veel te hcog voor een gra­

vida. Gezien deze waarden en het lage P.B.I. bestaat er een mogelijke minder goede toestand tot het behoud der graviditeit.

V. 10. Geboren in 1920.

1. 1951 spontane partus à terme van een dochter van 3500 g.

2. 1954 spontane partus à terme van een zoon van 3000 g.

94

3. 1955 spontane partus van een zoon van 3000 g. Alle 3 de graviditeiten verliepen ongestoord, evenals het kraambed.

4. 1957 abortus bij een graviditeit van 14 weken.

5. Abortus bij een graviditeit van 14 weken.

Toen ze weer zwanger was, meldde zij zich voor controle in de 15e zwangerschaps­

week. Bij het zoeken naar een oorzaak van de 2 voorgaande abortus werd gevonden, dat het B.M. aan de lage kant was voor een gravida ( - 6 % ), terwijl dit ook het geval was met het P.B.I. (6 y %). Er werd haar 50 mg. schildklierpoeder per dag gegeven. Het B.M. steeg gedurende de hele zwangerschap niet, ook niet nadat tevens 50 y trijodotyronine per dag werd voorgeschreven. Het P.B.I. steeg tot 7½ y % in het verloop van de graviditeit. Nadat trijodotyronine gebruikt werd, daalde het P.B.I. tot de voor een zwangere bijzonder lage waarde van 3 y % . Zij beviel spontaan à terme van een dochter van 4320 g. Vijf dagen na de partus was het B.M. ondanks het voortzetten van de therapie gedaald tot - 15 % .

V. 11. Geboren in 1932. In 1956 getrouwd.

1. In mei 1956 trad er een abortus op, teen ze 10 weken zwanger was.

2. September 1956 was er weer een abortus van 10 weken.

3. Mei 1957 abortus van 10 weken.

4. Oktober 1957 abortus van 10 weken.

Toen ze opnieuw zwanger was in 1958, werd ze opgenomen (eerste contact met de kliniek) met een dreigende abortus bij een zwangerschap van 6 weken.

Zij werd behandeld met bedrust, pulvis opii en 5 mg. methyloestrenolum per dag.

Er werd geen oorzaak gevonden, die de dreigende abortus en de voorgaande abortus kon verklaren. Wel was toen het P.B.I. te laag vcor een gravida: r % . Het B.M. was +15 en +15 %. Er werd toen geen schildklierhormon gegeven. In de 34e zwangerschapsweek werd het B.M. nogmaals bepaald. Dit was - 6 %. Er werd haar 100 mg. schildklierpoeder per dag voorgeschreven, waarna het B.M. steeg tot redelijke waarden (+12 %). Het P.B.I. was na het geven van therapie 10 en 9½ y %. Zij beviel spontaan à terme van een dochter van 4190 g. Het kraambed verliep ongestoord.

V. 12. Geboren in 1926.

1 . 1954 spontane partus praematurus van een jongen van 2100 g . Het kind over­

leed na 9 dagen ten gevolge van een darmafsluiting.

2. 1955 abortus van 12 weken.

3. 1956 spontane partus immaturus van 24 weken. Het kind overleed na enige uren. Gedurende de zwangerschap kreeg ze stilboestrol volgens Smith en Smith.

4. 1957 spontane partus immaturus van 24 weken. Het kind overleed na 5 uur.

Ook in deze zwangerschap was stilboestrol volgens Smith en Smith gegeven en veel bedrust. Het kraambed verliep steeds ongestoord. Een oorzaak vcor het voor­

tijdig afbreken van de zwangerschap werd niet gevonden. De uterus was normaal groot en lag in anteflexie salpingo-histerogram). Na de laatste partus immaturus kwam zij voor het eerst op de kliniek. Ze heeft last van kouwelijkheid, heeft een droge huid en trage defaecatie.

5) De laatste menstruatie begon op 15 oktober 1958. In december werd begonnen met therapie, toen bleek, dat het B.M. laag was voor een gravida ( - 4, - 6, - 10 en - 10 %). Ze moest weinig zout gebruiken en veel rusten. Er werd voorge­

schreven schildklierpoeder 100 mg. per dag, trijodotyronine 25 y per dag en een kuur met stilboestrol volgens Smith en Smith. Het B.M. steeg gedurende de zwan­

gerschap tot +26 %. Ook het aanvankelijk nog wat lage P.B.I. (5,75 ,, %) steeg tot 10 r % . De zwangerschap verliep normaal (normale tensie, geen oedeem enz.) tot ze op 2 mei opgenomen werd met afgelopen vruchtwater bij een graviditeit van 30 weken. De vorige zwangerschappen waren nooit geëindigd doordat de partus

95

begon met het aflopen van het vruchtwater. Zij kreeg absolute bedrust, pulvis opii

Toegevoegde hoeveelheid radio-actief thyroxine: 0,2 Albumine: 10 Hoewel de radio-activiteit van de albuminefracties, behalve de laatste, voor een gra­

vida te hoog zijn, is er toch een opmerkelijke verbetering met de vorige electro­

forese te zien. Ofschoon dus schildklierhormonen en oestrogene stoffen extra wor­

den toegediend aan deze gravida en het P.B.l. normaal is, bij een redelijk B.M., een persisterende follikel. Datzelfde jaar kwam het echtpaar op de steriliteitspoli­

kliniek, daar zij na een huwelijk van 7 jaar nog geen levend kind hadden. Bij de man werd een oligospermie van matige aard gevonden met een goede beweeglijkheid van de spermatozoa.

Het gemaakte salpingo-histerogram vertoonde geen afwijkingen. Wel klaagde ze over kouwelijkheid en een droge huid. Het B.M. was laag normaal ( - 8 % en vrouwen gebeurt, die mislukte zwangerschappen in de voorgeschiedenis hebben, na­

drukkelijk gezegd bij het minste teken van weeën-activiteit of bij het geringste bloed­

Yerlies op bed te gaan liggen en de kliniek te waarschuwen. Deze vrouwen werden

V. 14. Geboren in 1922.

1. 1949 abortus bij een graviditeit van 12 weken.

2. Abortus in 1951 bij een graviditeit van 8 weken.

3. 1957 abortus bij een graviditeit van 12 weken.

4. In oktober 1958 werd ze 17 weken zwanger op de kliniek opgenomen wegens weeën­

activiteit. Tevoren was ze elders onder controle geweest. De weeën-activiteit werd met pulvis opii en bedrust bedwongen. Bij het onderzoek, om een oorzaak voor het

Toegevoegde hoeveelheid radio-actief thyroxine: 0,1 Albumine: 6 De radio-activiteit van de albuminefracties zijn normaal, zcals passend bij een gra­

viditeit, behalve de eerste 2 waarden, die licht verhoogd zijn. De schildklierfunctie

menstruatie begon op 9 november. Er werd toen bovendien trijodotyronine, 25 y per dag, bijgegeven. Het B.M. steeg tot + 2 % en het P.B.l. liep, ondanks de ge­

geven trijodotyronine op tot 9 y % . Alles ging goed, totdat toen ze 18 weken zwanger was er plotseling een flinke bloeding optrad en er een hevige weeënactiviteit ont­

stond. Een gave vrucht werd nog vcor ze op de kliniek was gearriveerd reeds uit­

gesloten. Later werd er nog een salpingo-histerogram gemaakt, waarop geen afwij­

kingen gevonden werden, wat de vorm yan de uterus of de wijdte van het ostium

kingen gevonden werden, wat de vorm yan de uterus of de wijdte van het ostium