• No results found

Limitaties en aanbevelingen .1 Limitaties

5. Conclusie en aanbevelingen 1 Conclusie

5.3 Limitaties en aanbevelingen .1 Limitaties

De insteek van dit onderzoek was om te kijken naar de affectieve arbeid die makers verrichten bij crowdfundingprojecten. Echter is er uiteindelijk meer gekeken naar de ervaringen van filmmakers in de

affectieve arbeid binnen het opzetten, uitvoeren, en afronden van een crowdfundingproject dan naar de handelingen zelf. Een reden hiervoor is dat de interviews twee jaar na het houden van het

crowdfundingproject zijn afgenomen, waardoor veel makers niet altijd meer precies herinnerden wat zij hadden gedaan. Ook was dit bij sommigen niet meer goed te achterhalen. Daarnaast is het interviewen als methode meer geschikt gebleken om naar ervaringen te kijken, en minder naar specifieke handelingen. Om meer te weten te komen over de handelingen had de exploratieve analyse een grotere plek in het onderzoek moeten hebben. Dit zou bijvoorbeeld hebben kunnen resulteren in een kwalitatieve inhoudsanalyse van de communicatie rondom verschillende crowdfundingprojecten. Een andere optie had kunnen zijn om makers te onderzoeken die middenin hun crowdfundingperiode zitten of het net hebben gehad, of makers voor langere tijd te volgen. Het nadeel hieraan is dat deze makers vaak erg druk zijn en minder de tijd zullen hebben voor onderzoeken, naast het feit dat er in die situatie niet gekeken kan worden naar langdurige relaties na afloop van het project.

Een andere limitatie is dat er enkel makers en geen donateurs van crowdfundingprojecten geïnterviewd zijn. Hierdoor is het niet duidelijk of de manieren waarop makers affectieve arbeid hebben gebruikt ook zo zijn geïnterpreteerd door donateurs, en of het gewenste effect van de affectieve arbeid is bereikt. Door zowel donateurs als makers van een bepaald project te interviewen kan dit wel achterhaald worden en kan er ook onderzocht worden wat donateurs nog meer voor wensen en behoeften hebben. Op deze manier kan er een betere aansluiting tussen makers en gevers worden gevonden. Ook zouden de verschillen in werkwijzen tussen lokaal en maatschappelijk gethematiseerde documentaires beter vergeleken kunnen worden wanneer er extra data vergaard zou worden aan de hand van donateurs. Met name bij de lokaal gethematiseerde documentaires, waar vaak sprake is van een community, kan het interessant zijn hoe deze community het contact met de maker ervaart en hoe deze relatie er verder uitziet. Wanneer donateurs ook betrokken worden in het onderzoek kan er een breder beeld worden geschetst van crowdfunding en de manier waarop deze relatief nieuwe financieringswijze zich gedraagt in Nederland.

Er is in dit onderzoek gekeken naar de vaardigheden en werkwijzen die filmmakers nu al hanteren, bij makers die hun streefbedrag hebben behaald. Hierdoor worden er twee interessante factoren niet meegenomen: de handelingen die makers juist niet uitvoeren, en de succes-factor van deze handelingen.

Doordat deze factoren niet worden meegenomen in het onderzoek is het onduidelijk in welke mate deze vaardigheden succesvol zijn en welke beter achterwege kunnen worden gelaten. Door hier verder naar te kijken kunnen toekomstige crowdfundingprojecten beter worden aangepakt en gepland door makers. In vervolgonderzoek kan het ook interessant zijn om juist makers te interviewen die het streefbedrag niet hebben behaald. Zo kan er bijvoorbeeld worden onderzocht waarom zij niet slaagden in hun project en hoe dit hun ervaring en houding ten opzichte van crowdfunding heeft beïnvloed. Hierdoor ontstaat er meer kennis over crowdfunding en de manieren waarop dit makers kan beïnvloeden in hun carrière. Ook kan er, wanneer het onderzoek verbreed zou worden op deze manier, worden vergeleken wat succesvolle en minder succesvolle strategieën zijn voor makers.

5.3.2 Academische en praktische aanbevelingen

Het onderzoek kan worden verbreed door bijvoorbeeld te kijken naar makers van andere soorten films (zoals videoclips, speelfilms, of korte films) om te vergelijken op welke manieren affectieve arbeid bij deze projecten ingezet wordt, en of er wel affectieve arbeid wordt ingezet bij andersoortige projecten. Ook

kan er dan tussen de verschillende films worden gekeken naar gelijkenissen en verschillen betreft de aanpak van crowdfundingprojecten voor filmmakers. Ook zou er kunnen worden gekeken naar andere culturele projecten, zoals muziek of podiumkunst. Het is een mogelijkheid dat bijvoorbeeld een theater crowdfunding op een heel andere manier ervaart, gezien dit een plaats is waar veel contact is met mensen ‘in het echt’, en wat zich in mindere mate afspeelt via bijvoorbeeld sociale media of andere online platforms. Dergelijke projecten zouden bijvoorbeeld via Voordekunst verder onderzocht kunnen worden.

Daarnaast is in dit onderzoek de term fysieke affectieve arbeid gevonden, om een naam te geven aan de vorm van affectieve arbeid waarbij een langetermijnrelatie ontstaat door langdurige, fysieke

aanwezigheid. Deze term zou op vele vlakken nog verder onderzocht kunnen worden. Zo kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar hoe deze vorm van affectieve arbeid zich verhoudt tot andere vormen van immateriële arbeid. Ook kan het langdurige aspect van deze vorm van arbeid nader onderzocht worden. Affectieve arbeid komt vaker fysiek voor, bijvoorbeeld bij horecapersoneel (Dowling 109; Coffey 732). Echter gaat het hierbij vaak om korte, eenmalige handelingen die vrij direct invloed hebben op de ‘ontvanger.’ Fysieke affectieve arbeid is, net als relationele affectieve arbeid, meer gericht op de lange termijn. Het kan interessant zijn te onderzoeken op welke manieren, in welke gevallen, en voor wie deze ‘investering’ voor de lange termijn nuttig kan zijn. Bovendien zou er gekeken kunnen worden of deze vorm van affectieve arbeid überhaupt bestaat buiten de kaders van dit onderzoek. Het is een mogelijkheid dat er alleen in deze casus, met deze groep respondenten sprake is van een dergelijke vorm van affectieve arbeid. In andere woorden, er zijn genoeg invalshoeken om deze term verder te onderzoeken en toe te passen.

Voor vervolgonderzoek zou er kunnen worden gekeken naar potentiële vervolgstappen voor makers na afloop van de crowdfundingperiode. Veel makers willen niet te vaak crowdfundingprojecten doen om hun netwerk niet te belasten (Dalla Chiesa en Dekker 1268). Wat zijn voor deze makers dan wél interessante manieren om financiële middelen te behalen? Hebben zij de non-financiële voordelen van crowdfunding niet meer nodig na het maken van hun gecrowdfunde projecten, of is dit nog wel interessant om na te streven? Zo ja, op welke manieren kan dat zonder crowdfunding te doen? Een van de respondenten is bijvoorbeeld bezig met het opzetten van een stichting waarmee hij een vaste kring van donateurs wil bewerkstelligen. Is een dergelijke constructie een mogelijkheid voor meer filmmakers? Verder onderzoek zou kunnen kijken naar andere oplossingen voor makers, om het momentum in hun carrière na een crowdfundingproject vast te houden.

Onderzoek van Hui et al. wijst uit dat het nuttig is om langdurige relaties op te bouwen binnen crowdfunding (72). Een praktische aanbeveling voor makers is om zich (nog) actiever bezig te houden met het creëren van lange relaties, door gedurende het project meer in te zetten op communicatie met donateurs naast hun andere bezigheden. Gezien het creëren van relaties voor veel makers geen prioriteit heeft is het lastig hier meer mee te doen. Wat hier bijvoorbeeld bij kan helpen is het inzetten van een persoon die zich hier actief mee bezig zal houden, of om zelf als maker hier (meer) mee bezig te zijn. CineCrowd biedt op dit vlak al hulp aan makers, in de vorm van workshops en ander advies bij vele facetten van crowdfunding. Het opbouwen van langdurige relaties is echter ook een belangrijk facet waar zij meer aandacht aan kunnen besteden en makers bij kunnen assisteren om hen handvatten te geven hoe zij dit het beste kunnen doen. Ook kan er hierbij meer aandacht worden geschonken aan de andere affectieve arbeid die komt kijken bij

crowdfunding, en hoe makers het werk dat hierbij komt kijken zich eigen kunnen maken. Tot slot lijkt de

hulp van CineCrowd niet altijd voldoende te zijn voor makers. Zij zouden nog verder onderzoek kunnen doen naar andere manieren waarop zij makers eventueel kunnen ondersteunen.

Tot slot is het ook een mogelijkheid om dezelfde casus te onderzoeken vanuit een andere theoretische lens, bijvoorbeeld Marcel Mauss’ gifttheorie. Zijn gifttheorie gaat ervan uit dat een gift onderdeel is van een langdurige relatie waarbij er continu geruild wordt. De ruil gaat niet alleen om fysieke objecten, maar ook om de immateriële waarden die aan de ruil vastzitten zoals emotionele waarden (Mauss 63). Er is al onderzoek gedaan naar crowdfunding in combinatie met deze theorie, maar hierbij werd er gekeken naar crowdfundingplatform Ulule wat open is voor allerlei projecten en zich niet alleen toespitst op culturele projecten (André et al. 313). Door met de gifttheorie naar de casus te kijken kan er in het onderzoek een grotere focus liggen op de niet-financiële waarden die gepaard gaan met crowdfundingprojecten, maar die wel centraal staan in een geefrelatie. Zoals eerder benoemd is er in de culturele sector ook vaak sprake van emotionele en psychologische beloningen (Hesmondhalgh en Baker 9), wat het interessant maakt om te onderzoeken of er ook sprake is van een ruil betreft deze beloningen. Wat zijn redenen om te doneren? Wat krijgen donateurs daarvoor terug? Hoe kunnen makers dat het beste aanpakken? Wat vinden donateurs belangrijk? Gezien makers het contact met de vele donateurs ingewikkeld vinden, zou er uit het onderzoek met Mauss als theoretische lens kunnen komen dat makers misschien meer baat hebben bij mecenassen;

makers hoeven zich dan minder bezig te houden met verantwoording en contact met donateurs, en kunnen zich dan volledig focussen op hun passie.

Appendix

Appendix A. Lijst met participanten Maatschappelijk

Participant 1 (“Nathalie”): Het project van participant 1 (25) gaat over twee personen die geld ophalen en bewustwording willen creëren omtrent mentale problemen en de GGZ. Het project had als streefbedrag 3.000 euro, en heeft uiteindelijk 3.030 euro opgehaald.

Participant 2 (“Jeroen”): Het project van participant 2 (36) volgt een arts en het dilemma om euthanasie uit te voeren bij vergevorderde dementie. Het streefbedrag was 35.000 euro, en er is uiteindelijk 36.150 euro opgehaald.

Participant 3 (“Irma”): Het project van participant 7 (55) gaat over nieuwe woonvormen en mantelzorg. Het streefbedrag was 17.500 euro, het uiteindelijk opgehaalde bedrag is 17.895 euro.

Participant 4 (“Brenda”): Het project van participant 8 (37) gaat over culturele identiteit, en vertelt het verhaal van verschillende vrouwen die naar Nederland zijn gekomen. Het streefbedrag was 2.410 euro en dit is tevens het bedrag dat is opgehaald.

Lokaal

Participant 5 (“Nathan”): Het project van participant 3 (25) gaat over een klein dorp in het

noorden van Nederland, en wat een gemeenschap in zo’n dorp betekent. Het streefbedrag was 3.300 euro, en er is uiteindelijk 4.205 euro opgehaald.

Participant 6 (“Jonas”): Het project van participant 4 (23) gaat over een groep Roemeense activisten. Het streefbedrag was 3.800 euro, uiteindelijk is er 3.820 euro opgehaald.

Participant 7 (“Vincent”): Het project van participant 5 (37) gaat over een Nederlandse filmregisseur en diens werkwijzen. Het streefbedrag was 25.000 euro, uiteindelijk is er 25.410 euro opgehaald.

Participant 8 (“Laura”): Het project van participant 6 (38) gaat over een kunstenaarsinitiatief dat lokaal begon, maar uitgroeide tot een wereldwijd netwerk. Het streefbedrag was 5.000 euro, het uiteindelijk opgehaalde bedrag is 6.068 euro.

Appendix B. Vragenlijst interviews Vragenlijst Nederlands

Ik ben Georgie en studeer Kunstbeleid en Kunstbedrijf aan de Radboud Universiteit.

Voor het afstuderen doe ik onderzoek naar de rol van crowdfunding in de filmindustrie, en kijk ik naar de moeite die dit kost vanuit makers en wat hier voor hen bij komt kijken. Vandaar dit interview.

Ga je ermee akkoord dat het interview wordt opgenomen? Het wordt alleen voor dit onderzoek gebruikt en wordt daarna verwijderd.

Wil je dat je bijdrage anoniem verwerkt wordt?

Het interview zal ongeveer een uur duren.

Zelf nog vragen? Zo niet, klaar om te beginnen?

Intro

-

Wie ben je, wat doe je?

-

Kan je kort wat vertellen over het project?

-

Waarom heb je gekozen voor crowdfunding voor dit project?

-

In hoeverre had je al kennis over crowdfunding voordat je begon?

-

Wat waren je verwachtingen?

-

Waarop was dit gebaseerd? Zijn deze verwachtingen uitgekomen?

-

Heb je je laten inspireren door andere projecten? Wat voor, waardoor?

Werkwijze

-

Hoe probeer je in het algemeen mensen te bereiken? Welke middelen zet je hiervoor in?

-

Wat waren je doelen met de crowdfundingscampagne?

Affectieve arbeid in verschijning

-

Wat voor gevoel wil je mensen meegeven?

-

Waarom?

-

Op welke manieren wil je dit doen?

-

Doe je dit ook in algemene communicatie?

-

Welke stappen heb je doorgelopen om deze sfeer te creëren? Waarom werkt dit?

-

Wat inspireert je tot het opzetten van deze sfeer?

Intieme affectieve arbeid

-

In hoeverre waren donateurs welkom om ‘vlakbij’ het proces te zijn? Waarom?

-

Op welke manieren laat je donateurs vlakbij zijn?

-

Heb je persoonlijk contact met potentiële donateurs? Hoe gaat zulk contact?

-

Welke stappen zet je om zulk contact te initiëren?

-

OF: is zulk contact juist ongewild?

-

Waren er grote tegenslagen of meevallers in het project? Liet je dit zien aan donateurs? Hoe?

- Zijn donateurs ook na afloop van het proces nog betrokken? Heb je de behoefte hieraan?

Relationele affectieve arbeid

-

Voelde je je emotioneel en persoonlijk verbonden met de crowdfundingsactie? Op welke manieren?

-

Heb je vooral binnen je bestaande netwerk gecrowdfund, of juist vooral gericht op daarbuiten? Waarom?

-

Op welke manieren breng je je project onder de aandacht? Wie is hierbij de doelgroep? Waarom?

-

Hoe belangrijk is het voor jou om de donateurs op de hoogte te houden gedurende de loop van het project?

-

Op welke manieren deed je dit?

-

Hoe was dit ná het project?

Afsluiting

-

Zijn er nog dingen waar we het niet over hebben gehad omtrent het project?

Dank voor je bijdrage! Als je nog andere vragen hebt kan je me altijd mailen. Bij interesse kan ik de resultaten ook zeker delen.

Questionnaire English

• I am Georgie and I am studying Arts Policy and Arts Business at Radboud University.

• For graduation, I am researching the role of crowdfunding in the film industry, looking at the effort this takes from creators and what is involved in this for them. Hence this interview.

• Do you agree to the interview being recorded? It will only be used for this research and then deleted.

• Do you want your contribution to be processed anonymously?

• The interview will take about an hour.

• Any questions of your own? If not, ready to start?

Intro

• Who are you, what do you do?

• Can you briefly tell us about the project?

• Why did you choose crowdfunding for this project?

• To what extent did you already have knowledge about crowdfunding before you started?

• What were your expectations?

• What was this based on? Were these expectations met?

• Have you been inspired by other projects? What for, through what?

Method

• In general, how do you try to reach people? What resources do you use to do this?

• What were your goals with the crowdfunding campaign?

Affective labour in appearance

• What kind of 'feeling’ do you want to give people?

• Why?

• In what ways do you want to do this?

• Do you do this in general communications as well?

• What steps did you go through to create this atmosphere? Why does this work?

• What inspires you to set up this atmosphere?

Intimate affective labour

• To what extent were donors welcome to be "near" the process? Why?

• In what ways do you allow donors to be near?

• Do you have personal contact with potential donors? How does such contact take place?

• What steps do you take to initiate such contact?

• OR: is such contact unintentional?

• Were there any major setbacks or windfalls in the project? Did you show this to donors? How?

• Are donors still involved after the process is over? Do you have the need for this?

Relational affective labour

• Did you feel emotionally and personally connected to the crowdfunding campaign? In what ways? Did you crowdfund primarily within your existing network, or specifically target outside of it? Why?

• In which ways did you bring attention to your project? Who is the target group? Why?

• How important is it for you to keep the donors informed during the course of the project?

• In what ways did you do this?

• How was it after the project?

Closing

• Are there things we haven't talked about regarding the project?

• Thank you for your contribution! If you have any other questions you can always email me. If interested, I can certainly share the results as well.

Appendix C. Formulier toestemmingsverklaring

TOESTEMMINGSVERKLARING

voor deelname aan het wetenschappelijke onderzoek:

Master scriptie

(Onderzoekslijn organisatie en financiering culturele sector)

Verklaring deelnemer

Ik heb uitleg gekregen over het doel van het onderzoek. Ik heb vragen mogen stellen over het onderzoek. Ik neem vrijwillig aan het onderzoek deel. Ik begrijp dat ik op elk moment tijdens het onderzoek mag stoppen als ik dat wil. Ik begrijp hoe de gegevens van het onderzoek bewaard zullen worden en waarvoor ze gebruikt zullen worden. Ik stem in met deelname aan het onderzoek zoals beschreven in het informatiedocument.

Daarnaast geef ik toestemming voor (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is):

Ja Nee

maken van audio-opnamen

uitschrijven van de audio-opnamen (transcriptie)

gebruik van de anoniem gemaakte transcripten voor wetenschappelijk onderzoek

Naam:

………...………

………..

Handtekening: ... Datum:………...

Verklaring uitvoerend onderzoeker

Ik verklaar dat ik de hierboven genoemde persoon juist heb geïnformeerd over het onderzoek en dat ik mij houd aan de richtlijnen voor onderzoekers zoals verwoord in het protocol van de Ethische Toetsingscommissie

Geesteswetenschappen.

Naam:

………...………

………..

Handtekening: ... Datum:………...

Appendix D. Co-occurrences tabel

Column1

Column1

●bekendheid Gr=10

●betrokken heid

Gr=16

●budget Gr=8

●donatie als liefdadigheid Gr=16

●financiele opties Gr=27

●relatie tot donateurs:

nabijheid Gr=19

0 1 0 0 0

●relatie tot donateurs:

netwerk Gr=15

0 0 0 0 0

●social media Gr=23

2 0 0 0 1

●strategie

Gr=37 1 1 1 0 2

●verantwoo rdelijkheid + verwachting

Gr=22 0 0 0 1 1

●vrijheid

Gr=9 0 0 0 0 1

●zelfreflecti e

Gr=17

0 0 1 2 2

Column1

Column1

Column1

●relatie tot donateurs:

nabijheid Gr=19

●relatie tot donateurs:

netwerk Gr=15

●social media Gr=23

●strategie Gr=37

●verantwoo rdelijkheid + verwachting Gr=22

●vrijheid Gr=9

●zelfreflecti e

Gr=17

●gemak Gr=5

●impact Gr=25

●inhoud Gr=17

●kennis over crowdfunding Gr=15

●keuze voor cinecrowd Gr=22

0 0 1 0 0

0 1 1 0 1

0 1 0 0 0

1 1 4 1 1

0 0 1 0 1

0 1 0 0 1

2 0 1 2 0

Column1

Column1

Column1

●relatie tot donateurs:

nabijheid Gr=19

●relatie tot donateurs:

netwerk Gr=15

●social media Gr=23

●strategie Gr=37

●verantwoo rdelijkheid + verwachting Gr=22

●vrijheid Gr=9

●zelfreflecti e

Gr=17

●legitimiteit Gr=4

●mening over crowdfunding Gr=17

●moeite Gr=22

●persoonlijk Gr=8

●persoonlijke motivatie Gr=10

0 0 0 1 0

1 0 0 0 0

0 0 0 0 0

0 2 1 0 1

0 2 0 0 0

0 1 1 0 0

1 1 0 0 0

Column1

Column1

Column1

●relatie tot donateurs:

nabijheid Gr=19

●relatie tot donateurs:

netwerk Gr=15

●social media Gr=23

●strategie Gr=37

●verantwoo rdelijkheid + verwachting Gr=22

●vrijheid Gr=9

●zelfreflecti e

Gr=17

●potentiele donateurs Gr=20

●problemen Gr=9

●publiek/community Gr=27

●publiek/community:

ambassadeurs Gr=8

0 0 2 0

3 0 2 3

2 0 5 1

5 0 4 0

0 0 2 0

0 0 0 0

0 0 1 1

Column1

Column1

Column1

Column1

Column1

Column1

●relatie tot donateurs:

nabijheid Gr=19

●relatie tot donateurs:

netwerk Gr=15

●social media Gr=23

●strategie Gr=37

●verantwoo rdelijkheid + verwachting Gr=22

●vrijheid Gr=9

●zelfreflecti e

Gr=17

●social media Gr=23

●strategie Gr=37

●verantwoo rdelijkheid + verwachting Gr=22

●vrijheid Gr=9

●zelfreflecti e

Gr=17

2 1 0 0 0

1 3 0 0 0

0 4 0 0 0

4 0 0 0 1

0 0 0 2 4

0 0 2 0 0

0 1 4 0 0

Bibliografie

Abbing, Hans. “Conclusion: A Cruel Economy. Why Is the Exceptional Economy of the Arts So Persistent?” Why Are Artists Poor?, Amsterdam University Press, 2002, pp. 280-94. JSTOR, http://

www.jstor.org/stable/j.ctt45kdz4.15.

Agrawal, Ajay et al. “The Geography of Crowdfunding.” SSRN Electronic Journal, vol. 16820, 2010, doi:10.2139/ssrn.1692661.

“Andere Financieringsmogelijkheden.” Cultuursubsidie, Ministerie Van Onderwijs, Cultuur En Wetenschap, 14 November 2019,

www.cultuursubsidie.nl/over-het-cultuurstelsel/andere-financieringsmogelijkheden. Laatst geraadpleegd op 27 april 2021.

André Kévin, et al. “Beyond the Opposition between Altruism and Self-Interest: Reciprocal Giving in Reward-Based Crowdfunding.” Journal of Business Ethics, vol. 146, no. 2, 2017, pp. 313–332., doi:10.1007/

s10551-017-3652-x.

Baarda, Ben et al. Basisboek Kwalitatief Onderzoek: Handleiding Voor Het Opzetten En Uitvoeren Van

Baarda, Ben et al. Basisboek Kwalitatief Onderzoek: Handleiding Voor Het Opzetten En Uitvoeren Van