• No results found

Want het is niet goed Jan Boerstoel

Kijk hoe het begint: ademloos verkennen, worstelen en wennen, blij zijn als een kind.

Nooit meer zal de zomernacht zo zwoel zijn, nooit bedenk je zulke woorden weer, die volmaakt de taal van je gevoel zijn, als die avond van de eerste keer. Dromen bij de vleet,

grootse perspectieven, eeuwige gelieven, schitterend en wreed. Want het is niet goed, dat de mens alleen is, als je dat maar weet... Kijk waar het toe leidt, hoe de dromen slijten, wensen en verwijten groeien mettertijd.

Als de banden meer en meer gaan knellen tot je ze verbreekt zo nu en dan.

En er valt steeds minder te vertellen tot er niets vanzelf meer spreken kan. Langzaam draai je dol

en van allesdelers word je tegenspelers in een grandguignol. Maar het is niet goed, dat de mens alleen is, dus je houdt nog vol...

Kijk hoe het verzandt, blijvend onbegrepen, vastgelopen schepen, ieder op zijn strand.

Als je voor je bittere gedachten eindelijk de formulering vindt:

niets meer over, niets meer te verwachten, niets wat je nog aan die ander bindt. En de tijd is daar,

dat je moet gaan kiezen, alles en elkaar.

Want het is niet goed, dat de mens alleen is, maar het is wel waar...

Waddenzee

Aart van den Brink

Het dorp wordt in de zomerzon gebakken We fietsen met z'n vieren naar de dijk 't is warm, we nemen naar het wad de wijk om nog een uurtje afkoeling te pakken Geen oostenwind en zonder ongemakken van zeewier, kwallen, 't bruine bodemslijk zal ons het water tijdloos liefdeblijk -omhelzen tot wij wild naar adem snakken Maar vlak voordat de zeedijk wordt bereikt en wij de fietsen in de greppel smakken is er de reuk van rotting, boven blijkt de ware ramp, het water is aan 't zakken Twee meter water nam de ebstroom mee Als messen staan de mosselen in zee

Drie gedichten Wendy Cope*

(Vertaling Jos Versteegen)

Uit: Sonnetten van Strugnell (ii) voor D.M. Thomas

Op sterrenstand bouw ik mijn oordeel niet, Al lees ik wel frequent mijn horoscoop. Succes met geld en vrouwen, zegtMargriet, Ligt op mijn levenspad. Ik wacht en hoop. Geen astroloog weet ooit met zekerheid Wie in de liefde of de lotto scoort,

Maar één ding is een hard, glashelder feit: Van hun karakterschetsen klopt elk woord. Een kreeft is aardig, zeer intelligent, Spontaan, gevoelig, eerlijk, creatief. Als minnaar is hij teder en attent, Aanhankelijk en uitgesproken lief. Verbazingwekkend dat een vrouw als jij Niet ziet hoezeer dit alles slaat op mij.

From Strugnell's Sonnets for D.M. Thomas

(II)

Not from the stars do I my judgement pluck, Although I often read my horoscope. TodayThe Standard promises me luck With money and with girls. One can but hope. Astrologers may not know if you'll win

The football pools or when you'll get a screw, But one thing's clearer than this glass of gin -Their character analyses are true.

Cancerians are sympathetic, kind, Intuitive, creative, sentimental,

Exceptionally shrewd and, you will find, They make fantastic lovers, warm and gentle. Amazing, really, that you fail to see

How very well all this applies to me.

* Wendy Cope is gespecialiseerd in pastiche en parodie. Haar in 1986 verschenen bundel Making Cocoa for Kingsley Amisbeleefde drie drukken in één jaar. ‘Jason Strugnell’ is de hoofdpersoon in een satirisch radioprogramma waar Wendy Cope aan meewerkt. De beginregel van Strugnells tweede sonnet is ontleend aan Shakespeares veertiende.

(vii)

Tegenwoordig is het zo dat, als men ziet dat je in de trein gedichten zit te lezen, de coupé onmiddellijk leegstroomt.

Andrew Motion in een interview in The Guardian

Ja, dat is waar. Zelf neem ik strijk en zet De trein. Ik zeg vaak: gaat een plaatsbewijs Der eerste klasse boven uw budget, Neem dan een bundel verzen mee op reis. Zit alles mudjevol en moet u staan,

Zwaai met uw Boutens, Bloem of Leopold, Zodat uw medereiziger ontdaan

En vol afgrijzen de coupé uit holt. Volgens spoor-sociologisch onderzoek Werkt hardop lezen nog het best. Welnu, Kies wat uit Komrij's kloek gedichtenboek, En daar is geen die eenzaam gaat als u. Voor kluizenaars een prima strategie En een bewijs van 't nut der poëzie.

(vii)

At the moment, if you're seen reading poetry in a train, the carriage empties instantly.

Andrew Motion in a Guardian interview

Indeed 'tis true. I travel here and there On British Rail a lot. I've often said That if you haven't got the first-class fare You really need a book of verse instead.

Then, should you find that all the seats are taken, Brandish your Edward Thomas, Yeats or Pound. Your fellow-passengers, severely shaken, Will almost all be loath to stick around. Recent research in railway sociology Shows it's best to read the stuff aloud:

A few choice bits from Motion's new anthology And you'll be lonelier than any cloud.

This stratagem's a godsend to recluses And demonstrates that poetry has its uses.

Emily Dickinson Rommelig, rommelig Emily Dickinson Zette een streep

Waar een punt hoort te staan. Dat is in 't huidige Literatuurbedrijf Reden om naar De politie te gaan. Emily Dickinson Higgledy-piggledy Emily Dickinson Liked to use dashes Instead of full stops. Nowadays, faced with such Idiosyncrasy,

Critics and editors Send for the cops.

Berging

Karel van Eerd

Ver afgedwaald van de rest van de vloot op zoek naar verloren gegane netten waagt op hoop van zegen de lekke boot het laatste der netten uit te zetten.

Het kostbare laatste haakt vast in schroot, het is ter hoogte van de dijk bij Petten. De schipper aarzelt kort, de lier zwaait uit, de gasten staan verstomd, een rijke buit!

De schipper weet: ergens in de kajuit liggen nog logboek en brieven van Vader, uit de tijd dat Vader het had verbruid bij de reders. Later had hij zich nader te verantwoorden gehad, voor gemuit,

aanvaring en schipbreuk: men zocht een dader. Zou het kunnen zijn dat dit wrak daarmee te maken had, op de Pettense ree?

Thuisgekomen is hij nog niet tevree

met alleen maar dat argwanend vermoeden. Als daar waarheid verzonken ligt in zee, dan zullen ze Vaders schande vergoeden! Hij haast zich naar het oud visserscafé, op zoek naar oude, blinde Jaap de Goede: Jaap was er bij, Jaap weet er dus van af. Maar Jaap verslaapt zijn roes, is er vanaf.

Laat brengt hij Jaap naar huis toe, niet veraf, onderweg verhoort hij hem ongeduldig. ‘Ja jongen, wij waren jarenlang laf. Gelogen heb ik toen, later, veelvuldig. Nu liggen ze allemaal in hun graf,

straf kan niet meer. Ja, je vader was schuldig.’ Maar Jaap leeft nog, blinde onheilsprofeet! Tot het mes hem door de darmen sneed.

Daags daarop liggen ze weer aan de vleet op de hoogte van de zeedijk bij Petten. Zij weten wat hun dorp nog lang niet weet, omdat op Jaap daar niemand zozeer lette. Het is het beste maar dat men vergeet, dus waar beter blinde Jaap bij te zetten dan twintig vadem diep, tussen rijk schroot: een oud geheim bestendigd met een dood.

Kantoormaatjes Gavin Ewart*

(Vertaling Jos Versteegen)

Eva is smoorverliefd op Jan En Jan gaat uit z'n bol voor Sem. Henks vlam slaat zelden in de pan En zelden brandt een vlam voor hem. Als Mira liefdesmemo's tikt

Heeft zij beslist iets fijnbesnaards. Dick, op oneindig staat zijn blik, Vindt Gea's geurtjes bovenaards. Jo komt heupwiegend langsgestapt, Haar oogje lonkt, haar lipje krult. Rob is 't, die schuine moppen tapt Waarvan de hele meute smult. Verdrongen seks maakt mensen gek, Maar houdt ons allen in bedrijf. O, liefde op de arbeidsplek

Is schoon en duurt tot kwart voor vijf.

Office Friendships

Eve is madly in love with Hugh And Hugh is keen on Jim. Charles is in love with very few And few are in love with him. Myra sits typing notes of love With romantic pianist's fingers.

Dick turns his eyes to the heavens above Where Fran's divine perfume lingers. Nicky is rolling eyes and tits

And flaunting her wiggly walk. Everybody is thrilled to bits By Clive's suggestive talk. Sex suppressed will go berserk, But it keeps us all alive.

It's a wonderful change from wives and work And it ends at half past five.

* Gavin Ewart werd geboren in 1916, in Londen. Hij publiceert sinds zijn zeventiende. Van zijn hand verschenen ca. tien bundels light verse, en hij wordt in Engeland gezien als een meester in het genre.

Paradise Lost Paul Munden*

(Vertaling Wiebe Hogendoorn)

‘Eén stap verder danStar Wars EnClose Encounters of the Third Kind, gebaseerd op het boek van John Milton naar een oorsponkelijk idee van God, kondigt Chaos Films trots aan...’

Nooit in produktie genomen. Financiering mislukte, de Schrijversbond

lag dwars over de credits

en de casting bleef een probleem. Het pandemonium brak pas goed los toen de regisseur, een miereneuker die advocaat van de duivel speelde, de dialoog in het Latijn wou.

De dichter zou akkoord gegaan zijn, zei hij. Die gast schreef toch alleen maar in het Engels als vervreemdingseffect

op het wereldwijde publiek van zijn tijd?

Paradise Lost

‘One step beyondStar Wars

andClose Encounters of the Third Kind, based on the book by John Milton from an original idea by God, Chaos Films proudly present...’ It never reached production. Finance fell through, the Writers' Guild wrangled over credits

and casting was always a problem. Pandemonium really set in

when the director, a stickler for detail and playing devil's advocate,

suggested Latin dialogue.

The poet would have approved, he said. Why else did the guy write in English if not to alienate

the international audience of his day?

* Paul Munden werd geboren in Dorset, 1958. Hij publiceerde in tijdschriften en behoorde, evenals Jonathan Treitel, tot de dichters die werden geselecteerd voor Poetry Introduction 7 (1990) van Faber and Faber, waaruit bovenstaand gedicht afkomstig is.

Partijtje ongeregeld VI Drs. P

‘Wat sneu! Wat sneu!’ Riep Montesquieu ‘Ach ja, ach ja...’ Sprak Seneca

Daar Seneca niet meer bestond Zei Montesquieu: ‘Houd jij je mond’ ‘Wat sneu! Wat sneu!’

Riep Montesquieu ‘Hoezo? Hoezo?’ Vroeg Bouguereau

Van Montesquieu, reeds lang gestorven Werd nimmer een repliek verworven *

Sint Franciscus

Richtte het woord tot een hibiscus

Die opmerkte: ‘Ik ben geen dier hoor, ik ben een plant Maar spreekt u verder, het is heel interessant’

*

Het keizerlijke Rome had ook baden Daar was het water nooit ver van de kook De mannen die zo'n instituut betraden Ontdeden zich dus snel van hun gewaden En wat er dan gebeurde laat zich raden Wat zegt u? O... Ja, dat waarschijnlijk ook *

De ware Viking gordde nooit zijn slagzwaard aan de heup Dan na het eten van een portie knäckebröd met ströp

Drie gedichten Frank van Pamelen

Problemen

Ik staar al uren naar mijn lege glas De wereld is vergeven van problemen Ik wou dat daar een oplossing voor was Ach, waarom zou ik zelf niets ondernemen Bedenk ik wel eens met een zwaar gemoed De wereld is vergeven van problemen En er is niemand die er iets aan doet Zo diep zijn wij als mens dus al gezonken Bedenk ik wel eens. Met een zwaar gemoed Besef ik nu hoeveel ik heb gedronken Dan denk ik over goed en over kwaad Zo diep zijn wij als mens dus al gezonken Ik zeg het hier maar zo waar het op staat Gewoonlijk praat ik vaker over drinken Dan, denk ik, over goed en en over kwaad Het mag in dit verband merkwaardig klinken Gewoonlijk praat ik vaker over drinken Ik staar al uren naar mijn eigen glas Ik wou dat daar een oplossing voor was

[2]

Gezellig met z'n allen bij elkaar

We zouden het wat vaker moeten doen Normaal gesproken zijn we eens per jaar Gezellig met z'n allen bij elkaar

Nu zijn we vlak voor Kerstmis al zowaar Dankzij euthanasie op ome Koen Gezellig met z'n allen bij elkaar

We zouden het wat vaker moeten doen

[3]

Plechtige opening Koningin Beatrix

Knipte het lintje doormidden En zei:

Met deze gloednieuwe Schizofreniekliniek Is er niet één zo gelukkig Als wij

Lof der chocolademelk, Cupido's slaapmutsje Stanley J. Sharpless*

(Vertaling Jos Versteegen)

Geschreven na het horen van het opzienbarende nieuws dat chocolademelk eigenlijk een licht afrodisiacum is.

Half tien - tijd voor een verversing. ‘Kopje chocola?’ ‘Graag, schat.’ Lena vindt het zalig, Fred laat Zelfs zijn pilsje in de krat. Manlief drinkt het bruine goedje En zegt guitig: ‘Nu naar bed?’ Lena's wangen vlammen zachtrood Als ze fluistert: ‘Kom zo, Fred.’ Want zij deden een ontdekking: Liefde raakt nooit uitgebloeid Als in 't woelig ledikantje Chocola door d'adren vloeit.

In Praise of Cocoa, Cupid's Nightcap

Lines written upon hearing the startling news that cocoa is, in fact, a mild aphrodisiac.

Half past nine - high time for supper; ‘Cocoa, love?’ ‘Of course, my dear.’ Helen thinks it quite delicious, John prefers it now to beer. Knocking back the sepia potion, Hubby winks, says, ‘Who's for bed?’ ‘Shan't be long,’ says Helen softly, Cheeks a faintly flushing red. For they've stumbled on the secret Of a love that never wanes,

Rapt beneath the tumbled bedclothes, Cocoa coursing through their veins.

* Stanley J. Sharpless, een nestor van het Britse light verse, werd geboren in 1910.

In document De Tweede Ronde. Jaargang 12 · dbnl (pagina 83-101)