• No results found

1. Inleiding

4.3 Leiders

In deze paragraaf wordt ingegaan op de informatie die is verkregen over de leiders van de sekten. Achtereenvolgens worden verschillende typen leiders, achtergronden, kwaliteiten, charisma en psychische problematiek van de leiders behandeld.

Typen leiders

In paragraaf 4.1 is gebleken dat er verschillende typen religieuze bewegingen te onderschei-den zijn. In het verlengde hiervan ligt dat de leiders verschillend kunnen zijn wat betreft hun kenmerken en achtergronden. Leiders van christelijk georiënteerde bewegingen kun-nen onderling verschillen qua opvattingen, persoonlijkheid, geslacht, leeftijd of leer die zij aanhangen/uitdragen. Deskundigen zijn het erover eens dat sekteleiders niet over een kam geschoren kunnen worden. “Er bestaat geen model van zo word ik een sekteleider of dit zijn de kenmerken.” Eenzelfde beeld wordt geschetst in de literatuur, waaruit blijkt dat verschil-lende typen leiders elkaar kunnen overlappen; er is geen stereotype sekteleider.

Conform de literatuur en de interviews met de deskundigen blijken ook de ex-leden uit-eenlopende beelden van leiders te schetsen. In de volgende alinea’s worden verschillende kenmerken en achtergronden van de leiders besproken.

Geslacht en leeftijd

Per sekte is nagegaan of de leider een man of vrouw is. Uit tabel 4.3 blijkt dat ongeveer twee derde van de sekteleiders uit mannen bestaat. Het totaal aantal leiders telt niet op tot 84 (het aantal naar voren gekomen sekten) omdat van enkele leiders het geslacht onbekend is gebleven.

Tabel 4.3 – Geslacht van sekteleiders

N %

Man 52 64

Vrouw 29 36

Totaal 81 100

Om meer duiding te geven aan de verschillen tussen het aantal mannelijke en vrouwelijke leiders, is in tabel 4.4 is een uitsplitsing gemaakt per type sekte. Hieruit blijkt dat manne-lijke sekteleiders vooral in sekten met een religieuze component te vinden zijn. Dit is met name het geval bij sekten met een christelijke grondslag, waarbij bijna driekwart van de leiders, van wie het geslacht bekend is, man is. Bij sekten met een spirituele grondslag is het aantal vrouwelijke leiders iets in de meerderheid.

Tabel 4.4 – Geslacht van bekende sekteleiders uitgesplitst naar type sekten

Vrouw Man Totaal aantal naar voren gekomen

leiders

Type N % N % N %

Categorie 1: Religieuze grondslag

Christelijk 10 25 30 75 40 100

Oosters 2 29 5 71 7 100

Categorie 2: Spirituele grondslag

Therapeutisch 12 53 11 46 23 100

Educatief 4 50 4 50 8 100

Opvallend is dat bij een vijftal sekten twee of meer leiders naar voren komen. Hiervan zijn het in vier gevallen een man en een vrouw die samen de sekten leiden. Twee van deze stel-len zijn met elkaar getrouwd. In een geval gaat het om een trio, een man en twee vrouwen, dat de leiding heeft. Van drie van deze koppels is bekend dat zij therapieën en cursussen geven.

De sekteleiders zijn, voor zover bekend, allen volwassen. Uit interviews met ex-leden en familieleden blijkt dat de sekteleiders vaak ouder zijn dan veertig. In verschillende gevallen fungeren de leiders volgens respondenten als een moeder- of vaderfiguur.

Persoonlijke kwaliteiten en charisma

Een van de overeenkomstige kenmerken van de leiders is dat zij, volgens zowel de deskun-digen als voormalige leden, over een bepaalde gave, talent of vorm van charisma beschik-ken. Het blijkt voor zowel de deskundigen als de ex-leden moeilijk om aan te geven waar dat charisma vandaan komt. Met name de ex-sekteleden geven aan dat de leiders verbaal en communicatief erg sterk kunnen zijn. “Ze beheerst de macht van het woord, kan dingen heel helder maken met haar redenaarstalent.” Als andere kwaliteiten noemen ex-leden de aantrek-kingskracht van de leiders en dat zij in staat zijn om een bepaalde persoonlijke binding met volgelingen te creëren. “Je voelt je tot hem aangetrokken omdat je je voor het eerst gekend voelt, je voelt dat hij je doorgrondt.”

Volgens enkele voormalige volgelingen gebruiken de sekteleidershun gaven en kwaliteiten ten nadele van hun volgelingen. Zo stelt een van de ex-leden dat de leider je “in je onderbuik angst inboezemt. Niet agressief, maar er gaat een bepaalde dreiging van uit”. Een ex-lid van een andere beweging stelt dat de leider: “iets heeft ontwikkeld waarbij hij goed doorheeft hoe hij personen op een bepaalde manier kan binden en manipuleren. Hij heeft een zintuig ontwikkeld voor gevoelige, zwakke mensen”.

Intermezzo: Charisma

In de interviews is regelmatig gesproken over het charisma van de leider. Daarbij wordt soms gesug-gereerd dat het charisma een eigenschap is van de leider waaraan de volgelingen geen weerstand kunnen bieden. Over het algemeen geven de volgelingen een positieve betekenis aan het charisma van de leider (zelfs als zij de beweging hebben verlaten). Ter verdieping: van Hitler werd ook gezegd dat hij over charisma beschikte en mensen kon overtuigen. Hoe kan het dat mensen bereid waren hem te volgen? Die vraag stelt de historicus Rees (2012) in zijn boek ‘Het charisma van Hitler’. Hij stelt dat charisma geen objectieve eigenschap is, maar ontstaat in de interactie tussen leider en volger. “We vinden iemand alleen charismatisch als deze persoon tegemoet komt aan bepaalde behoeften die we

hebben. Het is belangrijk om er met klem op te wijzen dat de mensen die het charisma van een leider ac-cepteren niet gehypnotiseerd zijn. Ze weten exact wat er gaande is en blijven verantwoordelijk voor hun daden. Het feit dat iemand voor een charismatische leider is gevallen, kan later niet worden gebruikt als excuus of alibi.”

Initiële intentie en ontwikkeling

Veruit de meeste respondenten stellen dat leiders in eerste instantie met goede bedoelin-gen hun denkbeelden of ideeën willen verspreiden of verkondibedoelin-gen. De sekteleiders geloven daadwerkelijk in hun eigen gaven of profetieën en hebben het beste voor met hun volge-lingen. Dit tekent de kracht van deze leiders volgens een van de deskundigen. “Het gebeurt allemaal met de beste bedoelingen. Er is een gedrevenheid en geloof in de boodschap, anders zou de leider het ook niet zo lang kunnen volhouden als hij enkel cynisch en egoïstisch zou zijn.” Volgens een andere deskundige is de authenticiteit hetgeen waaraan de sekteleiders hun charisma ontlenen. “Als je succesvol bent dan kun je dat bijna niet faken. Daarom kunnen ze ook zo sterk uit de hoek komen.” Zo lijken de authenticiteit, het geloof in de eigen denkbeelden en het charisma van een persoon belangrijke componenten te zijn in wat iemand een leider maakt. Voor voormalige sekteleden lijkt het moeilijk om de initiële bedoeling van de leider in te schatten. Het is niet helemaal duidelijk wat hier de oorzaak van is, maar het heeft mogelijk te maken met de misstanden die zij ervaren hebben en dat zij daardoor een negatief beeld van de leider hebben opgebouwd. Zo vindt een van voormalige leden “het moeilijk om zijn (sekteleider) bedoelingen te interpreteren”. Het zijn juist degenen die de sekte hebben verlaten die het – terugkijkend – niet eens zijn met wat er in de sekte is gebeurd.

Verschillende deskundigen gaan in op de ontwikkeling waarbij de leiders hun initiële ‘goe-de bedoeling’ achter zich laten of veran‘goe-deren. De gemeenschappelijke component die ‘goe-de deskundigen noemen, is de combinatie van het verkrijgen van macht en dat de leiders aan niemand verantwoording af hoeven te leggen. Een van de deskundigen beschrijft dit pro-ces: “Op een gegeven moment ziet hij dat hij mensen onder de duim kan houden. Kritisch den-kende figuren heeft hij eruit gewerkt. Niemand die tegengas geeft. Daarna is hij toe gaan geven aan innerlijke begeerten en zelfgratificatie”. Volgens enkele deskundigen speelt de dynamiek tussen leiders en volgelingen een rol bij wat iemand een sekteleider maakt en in hoeverre dit kan leiden tot misstanden. Het toe-eigenen van een machtspositie, deze positie ook toege-kend krijgen van de volgelingen (deze geven immers geen weerwoord) en het aan niemand verantwoording hoeven af te leggen, zijn volgens deskundigen belangrijke componenten die hieraan bij kunnen dragen.

Psychische problemen

Zowel deskundigen als voormalige sekteleden stellen, op basis van hun ervaringen, dat de leiders in sommige gevallen kampen met psychische problematiek. Zes ex-leden van diverse sekten geven expliciet aan dat de leider van hun voormalige sekte kampt met dergelijke pro-blemen.3 Uit interviews blijkt dat sommige leiders jarenlang met zichzelf en hun omgeving ‘geworsteld’ hebben, totdat zij hun denkbeeld of boodschap ontwikkeld hebben. Zo leren interviews met voormalige volgelingen dat enkele leiders kampen met gezondheidsproble-men, zijn gescheiden, een dierbare of hun baan hebben verloren of kampen met psychoses voordat zij hun denkbeelden ontwikkelen.

Zo vertelt een van de ex-leden: “Na de geboorte van haar kind verviel ze in een depressie en later werd ze psychotisch. Ze ging zich toen bezighouden met pendelen4 om zo om te gaan met haar problemen. Ze dronk toen ook erg veel alcohol”. Over een andere leidster vertelt een van de ex-leden: “Ik denk dat ze ernstig in de war is. Ze heeft een dramatische jeugd gehad met een dominante vader die haar mishandelde. Door haar moeder en oma is ze naar behandeld, zij heb-ben haar opgesloten. Op dat moment is haar creativiteit ontstaan, zij ontwikkelde een heel eigen wereldbeeld. Ze is voer voor psychiaters”.

Volgens enkele deskundigen en voormalige sekteleden komt de boodschap van de sekte-leiders voort uit psychiatrische ziektebeelden wat die de sekte-leiders juist bijzonder maken. “Hij heeft datgene wat anders als afwijking gezien wordt als geestesgaven gebruikt. Hij was gewoon een psychiatrisch patiënt. Hij was de stem van God zoals niemand dat kon. Je kon nooit kritiek leveren want dan verwierp je God zelf.” 5 Een andere deskundige oppert dat de sekteleiders niet alleen aan geestesstoornissen lijden, maar ook dat de bewegingen personen met psy-chische problemen aantrekken.6 De wederzijdse beïnvloeding en interactie tussen beiden worden door deze deskundige bestempeld als “geen goede mix”.

Volgens verschillende deskundigen en voormalige sekteleden zijn de leiders te typeren als narcisten. Een van hen stelt dat leiders “aandacht en roem nodig hebben”. Dit komt overeen met de ervaringen van enkele ex-leden: “Hij was een narcist, het was een onemanshow. Het had niets met het geloof te maken, hij heeft een psychische stoornis die hij goed weet in te pakken”. Een ander voormalig lid heeft een vergelijkbare ervaring opgedaan met een vrouwelijke sekteleider: “Ze heeft een enorm ego, een bodemloze put. Ze heeft het nodig om mensen in zo’n staat te brengen dat ze haar bewonderen. Zij bepaalt alles. Het zijn speeltjes die zij nodig heeft om door te kunnen gaan. Ze is een echte narcist”.

Jeugd en relatie met religie

Uit interviews blijkt dat minstens drie sekteleiders een problematische opvoeding heb-ben genoten. Volgens twee voormalige sekteleden behandelen deze leiders hun volgelin-gen zoals zijzelf behandeld zijn in hun jeugd. “Het is een vrouw die niet gezien is door haar vader. Constant gekleineerd en afgebrand en nu doet ze precies hetzelfde met andere mensen.” Bij een andere sekteleider lijkt, volgens een voormalig sektelid, een religieuze component in de opvoeding een rol te spelen. “De leider werd door zijn moeder altijd in een hoekje geduwd, omdat ze hem als een duivel zag vanwege zijn krachten. Nu gebeurt het tegenovergestelde, want mensen bewonderen hem juist om zijn krachten. Hij is zelf dus ook heel kwetsbaar en onzeker.” Volgens dit sektelid heeft deze leider op jonge leeftijd ontdekt dat hij helende krachten heeft en is hij om deze reden door zijn religieuze moeder als buitenbeentje beschouwd. Van enkele sekteleiders is bekend dat zij voor hun leiderschap al religieus waren of dat zij religieus zijn opgevoed. Volgens een van de deskundigen hoeft dit niet altijd het geval te zijn: “De leider kan overal vandaan komen. Uit de reguliere kerk, maar ook uit een ander

sekta-risch genootschap waar hij nog een schepje bovenop doet”. Ook blijkt uit de interviews dat een aantal christelijke leiders religieus is opgevoed en in sommige gevallen ook geschoold. “Hij is gelovig opgegroeid, geïnspireerd door de Bijbel en Amerikaanse sprekers. Hij is een tijdje naar Amerika gegaan en daar assistent van een aantal christelijke leiders geweest”, aldus een voorma-lig sektelid.

Resumé

Ongeveer twee derde van de sekteleiders bestaat uit mannen. Mannelijke sekteleiders komen vooral voorbij sekten met een religieuze component. Bij sekten met een spirituele grondslag is het aantal vrouwelijke leiders naar verhouding iets groter. Bij een vijftal sekten komen twee of meer leiders naar voren. De sekteleiders hebben, voor zover bekend, allen de volwassen leeftijd. De leiders lijken over een bepaalde gave, talent of vorm van charisma te beschikken. Zij zijn volgens respondenten verbaal en communicatief sterk, hebben een bepaalde aantrekkingskracht en het vermogen om een diepgaande persoonlijke binding met de volgeling te creëren. De leiders lijken in eerste instantie met goede bedoelingen hun denkbeelden of ideeën te willen verspreiden of verkondigen. Het toe-eigenen van een machtspositie, deze positie ook toegekend krijgen van de volgelingen en het aan niemand verantwoording hoeven af te leggen, zijn belangrijke componenten voor het ontstaan van misstanden. Uit de gesprekken met betrokkenen blijkt dat een klein aantal leiders kampt of heeft gekampt met psychische problematiek, een problematische opvoeding heeft genoten of negatieve life-events heeft meegemaakt.

In document Het warme baden de koude douche (pagina 65-70)