• No results found

Wat is de legacy van de spelen op het gebied van stedelijke vernieuwing in Athene? Na de spelen presenteerde Athene zich als een moderne stad met nieuwe

Doel 5: Stedelijke vernieuwingen op stadsniveau Doel 6: Ontwikkeling stad tot plek van consumptie

11) Wat is de legacy van de spelen op het gebied van stedelijke vernieuwing in Athene? Na de spelen presenteerde Athene zich als een moderne stad met nieuwe

transportvoorzieningen zoals een nieuw vliegveld, metro, tram en een verbeterd wegennetwerk. Daarnaast liet het een gerenoveerd stadcentrum zien (Kissoudi, 2010).

Wat betreft de legacy van de spelen in Athene, werden er wel eens parallellen getrokken met de spelen van Barcelona (Kasimati & Dawson, 2012). Echter, in tegenstelling tot Barcelona, had Athene geen focus, losse ontwikkelingen waren over de hele stad verspreid (Beriatos &

Gospodini, 2014). Nunan & O’Brien (2012) zeggen hierover dat de vier locaties die zouden worden ontwikkeld uiteindelijk, om bestemmingsplannen te omzeilen, ruimtelijk werden verspreid. Gebieden konden dan ook niet zoals in Barcelona, volledig worden vernieuwd. Bovendien was er geen strategisch plan voor na 2004 (Beriatos & Gospodini, 2014). Kissoudi gaat zelfs zo ver door te zeggen dat toen de Grieken niet meer hun beste kant moesten laten zien, er geen plan meer was (Kissoudi, 2010). Het tijdperk na de spelen werd dan ook

gekenmerkt door gemiste kansen wat betreft het gebruik van bijvoorbeeld accommodaties, die door bureaucratie en gebrek aan lange termijn planning ongebruikt bleven (Kissoudi, 2010). Ook Nunan & O’Brien (2012) beamen dit door te zeggen dat er door een gebrek aan goede planning voor na afloop van de Olympische spelen politiek gesteggel ontstond over wat er met de accommodaties moest gebeuren. Dit betekende voor veel accommodaties, dat het lang duurde voordat zij een nieuwe bestemming

kregen, soms bleven zij zonder functie.

De vertraging in de implementatie van effectieve planningscontrole heeft ervoor gezorgd dat er in Athene in de afgelopen 10 jaar een ruimtelijk verspreid patroon van stedelijke ontwikkeling is ontstaan tussen de stad en het nieuwe vliegveld, waardoor 15000 hectare landbouw en bosgrond verdwenen is (McKay & Plumb, 2001). Ook Rombouts spreekt hierover en zegt dat de overheid geen strategisch land bezat en dat daardoor accommodaties over de stad verspreid waren (Rombouts, 2013).

Als we de vier gebieden waar stedelijke ontwikkelingen plaatsvonden nader bekijken, zien we het volgende:

Lekanes Achamon

Het uiteindelijke Olympisch dorp beslaat een gebied van 80 hectare (McKay & Plumb, 2001). De president van het IOC noemde het ook wel ‘het beste dorp ooit’ (ATHOC-2, 2004). Ten tijde van de Olympische Spelen bestond het dorp uit een gebied met algemene voorzieningen die

geconverteerd moesten worden in o.a. retail en een woongebied en een park dat ook later als zodanig gebruikt moesten kunnen worden (McKay & Plumb, 2001).

Uiteindelijk werden er in totaal 366 nieuwe gebouwen gebouwd, van twee, drie of vier

verdiepingen met 2992 appartementen van drie, vier of vijf kamers met een totale oppervlakte van 90-110 vierkante meter. Elk van de gebouwen heeft zijn eigen uitstraling en bestaat uit duurzame materialen (ATHOC-2, 2004). De huisvesting in het olympisch dorp werd verzorgd door de sociale woningbouwcorporatie OEK. Het OEK mocht echter niets besteden aan andere voorzieningen (ATHOC-1, 2004).

Tegenwoordig is het dorp in gebruik als woonlocatie voor middeninkomens (ATHOC-2, 2004). Hoewel de rapporten van het ATHOC een positief beeld schetsen, lijkt de realiteit anders; in een artikel van de Guardian staat bijvoorbeeld dat het Olympisch dorp een deprimerende plek is (Smith, 2012). Slechts de helft van de huizen wordt bewoond en er is een gebrek aan

voorzieningen zoals bijvoorbeeld voldoende scholen en winkels (Govan, 2011). De huizen zijn in slechte staat doordat ze voor de huidige bewoners te duur zijn om te onderhouden (Ergasia, 2005).

Ook Heaton et al. (2014) zijn in hun artikel weinig positief; de perifere ligging van het dorp zorgt er voor dat het dorp een getto is geworden. Volgens Ergasia (2005) komt dit o.a. doordat het dorp alleen toegankelijk is door middel van een smalle weg, die moeilijk voor voetgangers te passeren is. Bovendien zijn andere geplande wegen niet ontwikkeld.

Daarnaast ligt het dichtstbijzijnde station zo’n kilometer verderop (Beard, 2011). Het dorp heeft bovendien te kampen met illegale activiteiten door de grote stukken braakliggend

land (Ergasia, 2005). Daarnaast wordt gesproken van overlast door vandalisme (Beard, 2011). Van ‘het beste dorp ’ooit, lijkt dus weinig over te zijn gebleven.

OAKA en overige accommodaties

Het rapport van het ATHOC geeft aan dat het vinden van een nieuwe functie voor sommige accommodaties gelukt is; zij zijn tot park omgevormd of worden nog steeds voor

sportevenementen gebruikt (ATHOC-2, 2004).

Ook Kissoudi schrijft in zijn artikel dat verschillende locaties nog voor sport- en culturele evenementen worden gebruikt. Zo werd bijvoorbeeld de Euro League van 2007 in een van de stadions gespeeld (Kissoudi, 2010).

Kissoudi spreekt in zijn artikel echter ook over accommodaties waar het minder goed mee gaat: het Olympisch sportcomplex wordt niet vaak gebruikt en is niet toegankelijk voor publiek behalve tijdens voetbalwedstrijden. De accommodaties in Faliro en Hellenikon wachten op de realisatie van ambitieuze plannen (Kissoudi, 2010). De overheid probeer het Hellenikon gebied nu dan ook te verkopen omdat er geen andere functie voor wordt gevonden (Malkoutzis, 2012). In de Guardian van 2012 staat een artikel van Smith, hij beschrijft de status van verschillende sportcomplexen zoals het OAKA. Deze wordt nog wel gebruikt, maar wordt slecht onderhouden. Het Hellenikon sportcomplex is zelfs in staat van verval. Sommige accommodaties zijn slechts één keer gebruikt en staan nu te verstoffen. Het gewichthefcentrum wordt niet meer gebruikt en ook het tafeltenniscentrum staat leeg (Smith, 2012). Ook het artikel van Gratton en Preuss uit 2008 spreekt over het feit dat veel accommodaties niet meer gebruikt worden (Gratton & Preuss, 2008).

Achteraf is gebleken dat het korte tijdsbestek waarin de accommodaties gebouwd moesten worden, veel geld heeft gekost. Bovendien werden er vaak accommodaties gebouwd die niet nodig waren; over tijdelijke faciliteiten werd niet nagedacht (Smith, 2012). Het softbal-, hockey- en basketbalveld zijn hier goede voorbeelden van; deze sporten zijn niet zo groot in Griekenland (Athensinfoguide, 2009). De uiteindelijke bezettingsgraad van de gebouwen en terreinen is dan ook laag (Short, 2008); Daarnaast kan Griekenland de hoge onderhoudskosten van de

accommodaties niet opbrengen (Smith, 2012).

Historisch centrum

Het doel om het oude centrum en archeologische plekken nieuw leven in te blazen, lijkt te zijn behaald; het centrum van Athene is een plek geworden waar naast historische buurten, ook archeologische plekken en monumenten toegankelijk geworden zijn voor publiek. Een negatief punt is echter wel dat er te weinig groene ruimten en mogelijkheden voor de fiets zijn (Kissoudi, 2010).

Het Faliro gebied

Uiteindelijk werd alleen een volleybalcomplex gebouwd (ATHOC-1, 2004) en een nieuwe haven gegraven. Daarnaast is er een 800 meter lange boulevard over de snelweg aangelegd, waardoor de toegankelijkheid voor de omwonenden verbeterd is (ATHOC-1, 2004). Malkoutzis geeft echter aan dat deze boulevard een dumpplaats is geworden (Malkoutzis, 2012) en dat het dus helemaal niet zo’n aanvulling op de stad is geworden als het rapport van ATHOC-1, 2004 doet geloven. Het doel is dus in eerste instantie dus wel bereikt, maar het uiteindelijke gebruik laat te wensen over.

Uiteindelijk werd er meer dan 210 km aan ring- en snelwegen gebouwd of vernieuwd en werd 25 km aan light railway en twee nieuwe metrolijnen aangelegd of verbeterd.

Bovendien werden kanalen hersteld (Essex & Chalkley, 2003). Door nieuwe transportlijnen worden afgelegen districten met elkaar verbonden; zo is het vliegveld, dat 30 kilometer van het centrum ligt, binnen 20 minuten te bereiken (Kissoudi, 2010). Nieuwe voetpaden zorgen ervoor dat historische attracties met elkaar verbonden worden; het archeologische hoofdpark is een voetgangersgebied geworden (Kissoudi, 2010).

Rombouts plaatst deze infrastructurele ontwikkelingen echter in een ander perspectief: hij stelt dat transport en infrastructuur geen rol speelden na de Olympische Spelen.

Metrolijnen tussen het centrum en gebieden waar stadions gesitueerd waren werden ten behoeve van de spelen aangelegd, maar zijn nu in onbruik geraakt (Rombouts, 2013).

Ook in het bovenstaande deel van deze paragraaf worden positieve legacy (Preuss, 2006) en legacy zoals Lonis (2009) dit meet, omschreven; stedelijke vernieuwing heeft plaatsgevonden. Bovendien lijkt het er aan de hand van de verschillende bronnen op dat de stad als plaats van consumptie gegroeid is. Dit is een kenmerk van stedelijk ondernemerschap zoals Harvey (1985), dit beschreef. Ook de gebouwde accommodaties, het gerenoveerde historisch centrum en verbeterde infrastructuur duiden hierop. Bovendien worden stadions nog gebruikt voor evenementen. Dit laatste wordt echter door veel bronnen tegengesproken, over de staat en bruikbaarheid van de accommodaties wordt getwist. Het lijkt erop dat de Olympische Spelen eigenlijk alleen als publiekstrekker werden gebruikt en dat stedelijke vernieuwing an sich niet het doel was. Anders zou er waarschijnlijk wel beter zijn nagedacht over het gebruik van de accommodaties na de spelen. Ook de concentratie van accommodaties en het gebrek aan ontwikkeling van gebieden ten opzichte van de ontwikkeling van alleen stadions, kunnen hier op duiden.

Als we kijken naar gentrification, lijkt hier ook in Athene sprake van te zijn. Zo spreekt het artikel van Reyes uit 2005, over een gepolariseerd Athene waarbij sprake is van gedwongen

verhuizingen; Reyes beschrijft dat een groot aantal Roma-families gedwongen werden te verhuizen, omdat er accommodaties moesten worden gebouwd (Reyes, 2005).

Het artikel van Alexandri (2011) geeft daarnaast aan dat door het aanleggen van de

voetgangerspaden, zoals bijvoorbeeld het historisch pad van de Acropolis naar de stadspoorten, hoge inkomensgroepen werden aangetrokken die huizen in deze gebieden met veel

voetgangerspaden kochten waardoor gentrification plaatsvond.

Giannopoulou (2014) zegt dat de Olympische Spelen ervoor gezorgd hebben dat het

stadscentrum aan de ene kant een getto is geworden waar immigranten wonen, en dat er aan de andere kant trendy uitgaansgebieden zijn waardoor er veel bewoners met hogere inkomens de wijk inkomen. Het heeft er desalniettemin voor gezorgd dat landprijzen omhoog zijn gegaan en dat bestaande industrie en bewoners verdreven zijn.

De manier waarop gentrification plaatsvindt, beschrijft Giannopoulou (2014) ook; door het Antiparohi systeem kan gentrification plaatsvinden binnen een bepaalde straat, binnen een huizenblok, of zelfs binnen een gebouw.

Minnaert spreekt deze gevolgen van stedelijke vernieuwing echter tegen door te zeggen dat bijvoorbeeld de verbeteringen in infrastructuur een positieve invloed hebben op elke inwoner en dat dit effect uiteindelijk ook sociaal uitgesloten groeperingen zal bereiken. Er zijn echter geen bewijzen van speciale programma’s om sociale groepen te

laten participeren in het planningsproces, er was slechts beperkte inspraak (Minnaert, 2011). Of er dus sprake is van het tegengaan van processen als gedwongen verhuizingen, is niet helemaal duidelijk.

Geconcludeerd kan worden dat ook in Athene sprake was van gentrification. Ook hier blijft weer de vraag in hoeverre dit een gevolg is geweest van de gekozen legacystrategie en of dit dus overheidsgestuurde gentrification is, of dat dit een bijkomend effect is. In de volgende paragraaf zal hier door middel van een ex post evaluatie verder op worden ingegaan.

5.3 Ex post evaluatie

In de vorige paragrafen zijn de vooraf gestelde doelen geanalyseerd en is beschreven in hoeverre deze behaald zijn. In deze paragraaf zal een analyse gemaakt worden van in hoeverre deze doelen behaald zijn waarna vervolgens gemeten zal worden in hoeverre beleid hier een invloed op heeft gehad.

Het doelbereikingsonderzoek van Barcelona ziet er als volgt uit:

Uit paragraaf 5.1 is gebleken dat Doel 1: nieuwe accommodaties, behaald is; er zijn veel nieuwe accommodaties bijgekomen. Daarnaast is doel 2: verbetering infrastructuur, ook behaald; in de

stad is nieuwe infrastructuur aangelegd. OokDoel 3: hergebruik gebouwen is behaald, de

accommodaties die gebouwd zijn, zijn ook na de spelen nog in gebruik. Doel 4: gentrification, is lastig te interpreteren. Als gentrification alsoverheidsgestuurd effect en dus als een

achterwaartse connectie gemeten wordt, dan kan gesteld worden dat dit doel behaald is; voormalige arbeiderswijken zijn plekken geworden waar nu mensen met hogere inkomens resideren. Als gentrification als bijkomend effect en dus als parallelle connectie gemeten wordt, dan kan gesteld worden dat dit doel niet behaald is. Het effectiviteitsonderzoek zal hier echter verder op in gaan. Doel 5: Stedelijke vernieuwingen op stadsniveau, uit de literatuur is gebleken dat de hele stad geprofiteerd heeft van stedelijke vernieuwingen. Vernieuwingen hebben niet slechts in enkele gebieden plaatsgevonden, ze hebben zich als olievlek over de stad verspreid.