• No results found

Kwaliteitskeurmerk (accreditatie) voor opleidingen

Voor het afgeven van erkende hbo-diploma’s is accreditatie door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie-organisatie (NVAO) een vereiste. Bij invoering van het accreditatiestelsel in 2002 zijn alle opleidingen van INHOLLAND van overheidswege geaccrediteerd. Zesjaarlijks moet een aanvraag bij de NVAO worden inge-diend voor verlenging van het huidige keurmerk met wederom zes jaar. Een voorwaarde voor die verlenging is een positief beoordelingsrapport van een onafhankelijk extern panel van deskundigen.

Sinds de invoering van het accreditatiestelsel tot eind 2005 hebben 17 opleidingen van INHOLLAND het accreditatietraject doorlopen. Hieronder vindt u de stand van zaken van deze accreditaties. Alle overige opleidingen van INHOLLAND dienen na 2005 opnieuw te worden geaccrediteerd. Tot de accreditatiedatum zijn zij van rechtswege geacrediteerd.

Opleidingen geaccrediteerd op basis van positief visitatierapport

Bedrijfskunde & agribusiness

Bedrijfskundige informatica

Biologie en laboratoriumonderzoek

Bouwkunde

Chemie

Civiele techniek

Communicatie

Facility management

Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken

Mondhygiëne

Plattelandsvernieuwing

Vrijetijdsmanagement

Werktuigbouwkunde

Opleidingen waarvan de aanvraag op basis van een positief visitatierapport nog in behandeling is bij de NVAO

Luchtvaarttechnologie

Personeel en arbeid

Sociaal pedagogische hulpverlening

Voedingsmiddelentechnologie

Acties naar aanleiding van accreditaties

Naar aanleiding van de accreditaties zijn er ten aanzien van de verbeterpunten acties in gang gezet. Bij een aantal opleidingen betreft het een versterking van de relatie met het beroepenveld door een uitbreiding van de individuele Beroepenveldcommissies. Soms betreft het de nieuwe rol van de docent als coach, die nog niet altijd voldoende uit de verf komt. Op School- en opleidingsniveau wordt inmiddels structureel aandacht besteed aan de daarvoor benodigde competenties.

Een hogeschoolbreed aandachtspunt vormt het te hoge aantal roostermutaties en het aantal contactmomenten.

Beide elementen vormen onderdeel van de Verbeterbarometer.

Op het gebied van toetsing moeten sommige opleidingen nog een verdere ontwikkeling doormaken in de richting van meer competentiegerichte en meer geïntegreerde toetsing. De hogeschool heeft hierop inmiddels een toetsbeleid geformuleerd om de kwaliteit van toetsing verder te borgen. Daarbij wordt tevens meer aandacht gevraagd voor de terugkoppeling van toetsresultaten. Bij een enkele opleiding is gewezen op de noodzaak om de relatie tussen opleiding en stagebedrijven te versterken. Bij een andere opleiding is het eerder de relatie tussen opleiding en vooropleiding. Bij een aantal opleidingen wordt ook aandacht gevraagd voor een sterkere binding met de alumni. Op al deze punten worden door de opleidingen acties ondernomen en verwacht het College van Bestuur verbetering.

3 Perspectief voor 2006-2010

Op 1 januari 2006 lanceerde INHOLLAND zijn Instellingsplan 2006-2010. In dit nieuwe Stategische Plan van Hogeschool INHOLLAND blijft de missie voor de hogeschool gelijk: INHOLLAND staat dicht bij student, markt en maatschappij en speelt gericht in op de vraag naar grenzeloos hoger onderwijs en toegepaste kennis. In dit nieuwe instellingsplan onderscheidt INHOLLAND vijf hoofdlijnen van beleid, en voor elk van deze hoofdlijnen van beleid zijn meetbare doelen gedefinieerd. Het betreft de volgende hoofdlijnen:

Integratie van kennis, onderwijs en beleid

INHOLLAND werkt aan een omgeving waarin de integratie van kennis, onderwijs en praktijk centraal staat. Basis voor deze aanpak is een solide onderwijsconcept en het daarmee samenhangende onderzoek door lectoren en kenniskringen.

Een professionele organisatie

Het betreft hierbij de verdere ontwikkeling van INHOLLAND als professionele organisatie. Het gaat om het op orde krijgen en houden van de interne organisatie en het investeren in de eigen medewerkers als voorwaarde om de ambities waar te maken.

Inhoudelijke focus op zeven thema’s

INHOLLAND kiest ervoor om te focussen op een zevental maatschappelijk relevante thema’s:

global cities; educatie & leren; integrale veiligheid; quality of life; entrepreneurship; business & technology; en governance. Vanzelfsprekend ligt hier een directe relatie met de lectoraten, maar ook met regionale behoeften.

Regionale verankering

De wens om dicht bij de student, de markt en de samenleving te staan vraagt een stevige verankering in de regio’s waar INHOLLAND actief is. Dit impliceert onder andere een betere aansluiting van het aanbod van INHOLLAND op de regionale behoeften. Recente voorbeelden laten ook zien hoe INHOLLAND zijn opleidings-portfolio aanpast aan de markt. Te denken valt aan de start van de opleiding Sport & Bewegen in Haarlem;

de lerarenopleidingen in Amsterdam; de samenwerking met VU en ROC ASA op het terrein van de gezond-heidszorg in Amsterdam; de start van opleidingen in Zaanstad; de start van de lerarenopleiding in Hoofddorp;

de succesvolle ontwikkeling van de opleiding Media & Entertainment Management in Rotterdam en de groei van de opleidingen in Den Haag.

Verdere Internationalisering

Studentenmobiliteit zal worden gestimuleerd (van 900 nu naar 1500 in 2010) en de docentenmobiliteit zal tevens worden verhoogd (van 50 in 2005, naar 75 in 2010). Daartoe zullen nieuwe relaties worden gelegd en strategi-sche relaties worden uitgebouwd.

De totstandkoming van dit instellingsplan is tot stand gekomen met betrokkenheid van 250 interne en een zeventigtal externe stakeholders. Deze externe stakeholders betroffen vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, overheid en politiek, gezondheidszorg en onderwijs.

C Personeel

1 Formatie

Ook in 2005 was het beleid gericht op het stimuleren en behouden van een evenwichtige formatie. Speerpunt was een efficiëntere dienstverlening en een verdere reductie van de ondersteunende diensten, waardoor de schaalvoordelen van de fusie opnieuw konden worden verzilverd. Doordat de uitstroom bij ondersteunende functies traditioneel groter is dan bij onderwijsgevende functies en door de ruime mogelijkheden tot herplaatsing heeft dit geen gedwongen ontslagen tot gevolg gehad.

Gedurende het kalenderjaar werden 382 vacatures gesteld. De helft van deze vacatures kon intern worden opgevuld.

2 Ontwikkelingsprogramma’s

Implementatie CAO-HBO

Functiewaardering

In het kader van CAO-afspraken uit 2003 is volgens planning een project gestart om een nieuw functiehuis en de HAY-functiewaarderingssystematiek in te voeren. Daarbij is veel aandacht besteed aan draagvlak voor de nieuwe functieprofielen, aan training van het management en aan zorgvuldige besluitvorming en communicatie naar de betrokkenen. In december 2005 heeft het College van Bestuur het functiehuis, de profielen en de indeling definitief vastgesteld.

Vóór 1 maart 2006 zal iedere medewerker door een gesprek met de leidinggevende worden geïnformeerd over zijn/haar herindeling. Na deze herindeling zal, conform een andere CAO-afspraak, de jaarlijkse loonsverhoging (indien het maximum nog niet is bereikt) afhankelijk zijn van de beoordeling. De hiervoor benodigde methodiek (PCM) is al in 2004 ingevoerd. Najaar 2005 is in overleg met de vakorganisaties het Reglement IPOP-, functionerings- en beoordelingsgesprekken, voor zover noodzakelijk, bijgesteld.

In tegenstelling tot de situatie in het verleden biedt het nieuwe stelsel een docent ook in het onderwijs en onderzoek een loopbaanperspectief boven schaal 12. INHOLLAND streeft daarbij naar een percentage van 15% onderwijsgevenden boven schaal 12 in 2011.

Promotieplan

INHOLLAND heeft in 2005 een plan ontwikkeld dat voorziet in een toename van het aantal gepromoveerde medewerkers. Het streefdoel is 15 extra gepromoveerden in 2010 en 40 promovendi. Deze trajecten vinden plaats in samenwerking met lectoren en kenniskringen en in samenwerking met Nederlandse universiteiten.

Werk en Verlof

Met het oog op de invoering van de achturige werkdag en de drie keuzemogelijkheden voor de duur van de werkweek is na de zomer het project ‘Werk en Verlof’ gestart. De focus lag hierbij op het vergemakkelijken van de feitelijke invoering per 1 februari 2006. Het vervolgtraject in 2006 zal zich meer gaan richten op de verdere uitwerking van het beleidskader, de spreiding van de werkdruk, en de verbetering van planning en registratie.

Overige wet- en regelgeving

Per 1 januari 2006 zijn door de overheid veel veranderingen doorgevoerd waarop al in 2005 moest worden geanticipeerd. Veel aandacht vroegen onder andere de invoering van het nieuwe zorgstelsel, inclusief het collectieve arrangement met Zilveren kruis Achmea; de start van de levensloopregeling; de invoering van de WIA; de afschaffing van de FPU en de fiscale beperkingen bij vervroegde uittreding.

3 Overig

High potentials programma

Het in 2004 gestarte high potentials programma blijkt succesvol en wordt voortgezet. Eigen medewerkers doorlopen daarbij een ontwikkeltraject dat hen voorbereidt op een managementfunctie. De helft van de deel-nemers werd binnen een half jaar in een managementfunctie aangesteld.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

In 2005 vond voor de tweede keer een Medewerkerstevredenheidsonderzoek plaats. De uitslag was niet verbeterd ten opzichte van het jaar daarvoor, ondanks een groot aantal verbeteracties.

Kiezen voor Professionals

In het project ‘Kiezen voor Professionals’ zijn de rollen, competenties en beroepskritische situaties van docenten beschreven. Deze breed gedragen beschrijvingen vormden een basis voor de functieprofielen in het functiewaarderingstraject. Managementteams van de Schools hebben deze uitgewerkt in opleidingsplan-nen en hebben vervolgens acties in gang gezet om de verantwoordelijkheid voor professionalisering bij de opleidingsteams te leggen.

In 2006 zal soortgelijke aandacht worden besteed aan de ondersteunende functies.

Leeftijdsbewust beleid

In mei 2005 werd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid subsidie verleend aan het project ‘Hogeschool INHOLLAND houdt oudere docenten inzetbaar’. In dit project, dat is bedoeld om leeftijdsbewust beleid te stimuleren, worden handvatten aangereikt om vragen rond de inzetbaarheid van ouderen bespreekbaar te maken en oplossingsrichtingen aan te geven. Een en ander gebeurt op basis van onderzoek onder oudere docenten en managers.

De Hoor- en adviescommissie personeel

De Hoor- en adviescommissie personeel INHOLLAND heeft in 2005 naar aanleiding van een bezwaar van een medewerker een advies gegeven aan het College van Bestuur. Het bezwaar van de medewerker werd deels gegrond verklaard.

feiten en cijfers INHOLLAND jaarverslag 2005



4 Personeelsgegevens

figuur 4

Man-vrouwverdeling lectoren

fte Vrouw fte Man

Aantal Vrouw Aantal Man

Lector