• No results found

Binnen dit scriptieonderzoek wordt getracht het medisch - en het existentieel paradigma met elkaar te verbinden en te onderzoeken welke rol het existentieel paradigma heeft binnen de werkpraktijk van medisch specialisten. Wetenschappelijk onderzoek naar de emotionele, geestelijke beleving, existentiële thema’s of contrast-/breuk-/grenservaringen van medisch specialisten is nooit eerder verricht. Dit maakt kwalitatief onderzoek een geëigende methode om dit onderwerp te benaderen. Maso & Smaling (2004) geven namelijk aan dat het voordeel van kwalitatief onderzoek is, dat het onderwerp ‘open en flexibel’ (p.9) benaderd kan worden. De dataverzameling voor dit onderzoek vond plaats door middel van semigestructureerde interviews, hetgeen volgens Evers (2007) tot een kwalitatieve interviewvorm gerekend kan worden. Respondenten werden geïnterviewd met behulp van vooraf opgestelde richtinggevende vragen (zie bijlage 2). Als onderzoeker stond het mij hierin vrij om dieper in te gaan op datgene dat door een respondent verteld werd. Het doel in dit onderzoek is zo dicht mogelijk bij de gewone sociale en persoonlijke werkelijkheidsbeleving van de respondenten te blijven (Maso & Smaling, 2004). Anders gezegd, staat het perspectief van de respondenten dus centraal (Evers, 2007) en werden zij in de gelegenheid gesteld alles te vertellen dat zij belangrijk vinden en/of wensen te delen betreffende het onderwerp.14

14

Het persoonlijke narratief van de respondenten stond centraal in de dataverzameling en analyse. Een volledige weergave van de uitgewerkte interviews is echter niet mogelijk, gezien het groot aantal pagina’s. Hierdoor wordt er onvermijdelijk in bepaalde mate een tekort gedaan aan de persoonlijke beleving van de respondenten en het procesmatige verloop van de interviews.

- 36 - 3.2 Selectie van respondenten

Dit onderzoek richt zich op de beroepsgroep van medisch specialisten. Een medisch specialist is een arts die zich na de zesjarige universitaire basisopleiding geneeskunde heeft gespecialiseerd in een orgaan(systeem) of een deel of richting daarvan. In de selectie van respondenten is gekozen voor medisch specialisten die zich in het werk, in een zorginstelling in Nederland, richten op behandeling en/of zorg voor patiënten. Medisch specialisten die zich in het werk richten op wetenschappelijk onderzoek en enkel in het kader van onderzoek patiënten zien, werden niet betrokken bij de onderzoeksgroep, omdat dit onderzoek juist aandacht wil besteden aan de beleving van de medisch specialist in confrontatie met de zorgbehoevende patiënt. De respondenten zijn aldus gekozen vanuit doelgerichte steekproeftrekking.

Een aanleiding voor dit onderzoek is een artikel en de oproep om emotionele steun aan artsen, van Mariska Koster (zie hoofdstuk 1.1). Zelf was zij longarts en haar oproep is gebaseerd op haar perspectief en ervaringen in dit beroep. In dit onderzoek werd gestreefd een zo groot mogelijke verscheidenheid in medische specialismen aan bod te laten komen, om een zo min mogelijk eenzijdig of specialismenspecifiek beeld te verkrijgen.

Bij het vinden van respondenten werd geen rekening gehouden met de leeftijd, afgezien dat gesteld kan worden dat elke respondent in ieder geval ouder is dan 30 jaar, gezien het gegeven gezocht werd naar medisch specialisten, die allen een lange opleiding achter de rug hebben. Wel werd voor het interview de respondent naar de leeftijd gevraagd, om in te kunnen delen in leeftijdcategorieën (te weten: 30-35, 35-40, 40-45, 45-50, 50-55, 55-60, 60-65, 65-70), om zo eventuele leeftijdgebonden verschillen te kunnen ontdekken. De voorkeur van sommige respondenten in acht nemend, is ervoor gekozen niet de exacte leeftijd van de respondenten weer te geven om zo hun anonimiteit te waarborgen.

In de selectie van respondenten werd zo veel mogelijk rekening gehouden met het geslacht in die zin dat gestreefd werd naar verhouding een gelijk aantal mannen en vrouwen te interviewen. Deze verhouding kan van belang zijn, doordat het onderzoek zich richt op de emotionele beleving en er wellicht geslachtsgebonden verschillen te ontdekken zijn in deze beleving. In de zoektocht naar respondenten viel echter op dat een gelijke verdeling (50% man en 50% vrouw) moeilijker te realiseren viel dan gedacht. Hoewel vrouwelijke artsen in opleiding vandaag de dag in de meerderheid zijn (bijna 60%), is slechts 34% van de nu werkzame medisch specialisten van het vrouwelijk geslacht. De verwachting is dat rond het jaar 2025 de man/vrouwverdeling onder medisch specialisten gelijk zal zijn (bron: nos.nl en Van der Velden et al, 2008). Dit onderzoek en de zoektocht naar respondenten werd aldus geconfronteerd met de huidige algemene man/vrouwverdeling in medische specialismen (66% man, 34% vrouw). Deze verdeling wordt dan

- 37 -

ook als zodanig gerepresenteerd in de respondenten: 66% (ofwel 8) van de respondenten is man, 34% (ofwel 4) van de respondenten is vrouw.

Bij het vinden van respondenten werd gestreefd naar een heterogene verdeling van werkplekken in verschillende zorginstellingen, om zo niet enkel respondenten uit één regio van het land of één zorginstelling aan bod te laten komen. Van Zaandam tot Maastricht en van Emmen tot Venray zijn er respondenten geïnterviewd. Om anonimiteit te waarborgen, worden de woonplaatsen en/of werkplekken van de respondenten echter niet vermeld.

Door een beroep te doen op mijn familie, vrienden en kennissen is het grootste deel van de respondenten gevonden; aan vrijwel iedereen werd gevraagd of zij via, via wellicht een medisch specialist kenden. Daarnaast zijn random medisch specialisten benaderd die gevonden werden via LinkedIn, door te zoeken op een specifiek medisch specialisme (bijv.: ‘neuroloog’ of ‘longarts’), waarna via de website van het ziekenhuis waar zij werkzaam zijn het e-mailadres achterhaald werd. Er is bewust voor gekozen niet een oproep te plaatsen in een vakblad zoals Medisch

Contact, een forum voor artsen of binnen zorginstellingen, om direct contact met potentiële

respondenten beter te kunnen realiseren.

Op de geschetste manieren is in totaal tot een aantal van 34 medisch specialisten gekomen waarvan er 28 per email benaderd zijn. Vier van hen bleken nog medisch specialist in opleiding te zijn. Drie personen gaven aan niet mee te willen werken. Twee personen wilden meewerken maar konden niet binnen de tijd ruimte maken voor een interview. Drie personen bleken zelf geen patiënten te behandelen, maar zich voornamelijk bezig te houden met wetenschappelijk onderzoek en enkel hiervoor patiëntcontact te hebben. Van vier personen heb ik geen reactie ontvangen. Zes medisch specialisten zijn uiteindelijk niet benaderd, omdat er inmiddels voldoende respondenten gevonden waren.

De respondenten werden aldus, in de meeste gevallen via contacten met derden, door mij als onderzoeker per email benaderd om mee te werken. Hierbij werd de potentiële respondent een kaderbrief voorgelegd, waarin het onderzoek nader werd ingeleid (zie bijlage 1). Zo werd elke respondent een gelijk kader geboden en werd hen de mogelijkheid gegeven zich voor te bereiden op het interview zodat zij met meer gerichte, relevante en duidelijk geformuleerde antwoorden konden komen. Wanneer de respondent te kennen gaf mee te willen werken en akkoord ging met hetgeen vermeld zoals in de kaderbrief, werd er – via email dan wel telefonisch – contact gezocht om een afspraak te maken. Gezien de tijd (de kostbare tijd van de artsen en mijn tijd voor dit onderzoek), vonden – bij elke respondent – de eerste fysieke kennismaking en het interview tijdens eenzelfde afspraak plaats.

- 38 -