• No results found

Kunst en cultuureducatiebeleid en de verbinding met cultuuronderwijs – Nederland

In document Waardevol cultuuronderwijs (pagina 79-82)

4.5 Niveaus en invulling van kennisontwikkeling en overdracht

4.6.1 Kunst en cultuureducatiebeleid en de verbinding met cultuuronderwijs – Nederland

4.6.1.1 Reacties op beleid

Bij het onderwerp over beleid ten aanzien van de kunstvakken, vielen de onderlinge verschillen op in de antwoorden van de docenten. Waar alle docenten het echter over eens zijn is dat er op financieel gebied zorgen zijn. De hoeveelheid tijd en geld die beschikbaar is voor cultuuronderwijs is karig. Meneer Beerten vult dit aan met dat niet alleen het cultuuronderwijs, maar alle vakken in het onderwijs enorm worden uitgekleed. Meneer Beerten heeft deelgenomen aan een commissiegroep en hij denkt daardoor mee over de toekomst van cultuuronderwijs binnen het landelijk beleid van de cultuurvakken. Je wordt daarbinnen gevraagd om mee te denken over een nieuwe aanpak voor CKV, waarin de culturele activiteiten niet meer verplicht mogen zijn voor leerlingen en er zeker geen aantallen voorgeschreven mogen worden. Je moet echter wel een programma schrijven dat inhoudelijk, verdiepend, uitdagend en van deze tijd is. Meneer Beerten concludeert terecht dat deze twee dingen haaks op elkaar staan. Toch doen docenten hun best dit voor elkaar te krijgen, want bepaalde veranderingen worden toch doorgezet. Dan probeer je er toch het beste van te maken door mee te denken en te praten.

4.6.1.2 Cultureel deelnemerschap dankzij kunst- en cultuuronderwijs?

De geïnterviewde docenten geven aan te merken dat er wel een groep leerlingen over de drempel gaat en cultuur opzoekt. Het is wisselend per leerling, klas, maar bijvoorbeeld ook per regio. Zo geeft mevrouw Schreur aan dat de leerlingen die bij haar CKV volgen, leerlingen zijn die uit kleine dorpen komen en dat die zich vooral bezighouden met ambachten in de agrarische sector. Ze zijn dankzij het vak in contact gebracht met kunst en cultuur, maar in hoeverre ze actieve participanten worden weet ze niet. Dit is ook een stukje

ijdele hoop. Mevrouw Otten vult dit aan door te stellen dat er ook veel leerlingen zijn die het vak afsluiten en het daarbij laten.

Op de cultuurprofielschool waar meneer Beerten werkzaam is, is de interesse in kunst en cultuur sowieso al groter. Leerlingen willen ook vaker iets doen met kunst en cultuur in de vervolgopleiding. Hij merkt tevens op dat een school waar cultuurvakken niet worden aangeboden onvoorstelbaar is. Hij denkt dat kinderen zonder cultuuronderwijs minder naar het museum, concerten en dergelijke gaan. Ook zeggen de ouders dat het vak een enorme bijdrage levert aan de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen en dat wanneer de leerlingen ouder zijn, zij ook positiever over het onderwijs zullen zijn dat ze hier hebben gehad. Leerlingen zelf geven wisselende antwoorden. Er zijn volgens mevrouw Otten altijd leerlingen met positieve reacties, leerlingen waarvan de ogen geopend zijn. Hiervoor is geen representatieve graadmeter.

4.6.1.3 Kunst en cultuur binnen het onderwijs?

De CKV-docenten geven alle drie aan dat onderwijs de beste manier is om kinderen met kunst te confronteren, omdat dit de plek is waar zij het meest zijn. “Instellingen zoals de muziekschool en dansscholen spelen ook een rol, maar die bereiken niet iedereen”, vult mevrouw Otten aan. Meneer Beerten voegt toe dat kunst en cultuur bij de persoonlijke ontwikkeling hoort en daarom ook een plek binnen het onderwijs moet hebben. “Het is een goede manier omdat je binnen het onderwijs professionals hebt die de leerlingen hierbinnen begeleiden.” Mevrouw Schreur voegt hier nog aan toe dat kunst- en cultuuronderwijs tegenwicht biedt aan de overige vakken en dat kunst een onderdeel is van ons bestaan.

4.6.1.4 De waarde van kunst- en cultuur(onderwijs)

Als afsluiter vroeg ik de docenten wat volgens hen de waarde van kunst en cultuur in onze samenleving is en of en hoe dit wordt weerspiegeld in het cultuuronderwijs. Geen gemakkelijke vraag, maar toch met hele interessante resultaten. Zo zei mevrouw Otten het volgende:

Kunst en cultuur verbindt. Het prikkelt de hersenen om op een andere manier tegen dingen aan te kijken. Daarover is ook geschreven dat er in de hersenen iets gebeurt wanneer leerlingen bezig zijn met kunst. Op die manier is het volgens haar ook aantoonbaar dat kunst en cultuur van belang zijn. Ook leert kunst en cultuuronderwijs leerlingen expressie, kunst en

cultuur aan den lijve te ervaren. Niet alleen vanuit het hoofd bezig te zijn, maar ook vanuit het hart.

Meneer Beerten zegt hierover het volgende:

Volgens mij is het raar dat als het woord kunst en cultuur valt, er een discussie volgt over de economische waarde erachter. Dat terwijl heel (West-) Nederland, de grote steden voor miljarden euro’s draaien op kunst en cultuur in de samenleving. Alle musea, drukwerk, literatuur, het is allemaal kunst en cultuur. Alle theaters, musea, opleidingen en winkels die te maken hebben met vormgeving of bijvoorbeeld mode, zijn beïnvloed door kunst en cultuur. Dus dat het een enorme economische factor is, is niet geland bij mensen. Het gaat niet om de geldelijke waarde, maar om identiteit. Wij hebben in Nederland qua kunsteducatie de waarde van kunst beter in de gaten dan veel landen. Het gaat over persoonlijke ontwikkeling, weerbarstigheid. Het gaat om persoonlijkheid en niet om een boel feiten uit het hoofd te kunnen opnoemen. Kunst en cultuur helpen een persoonlijkheid te volmaken.

Mevrouw Schreur besluit het geheel als volgt:

Het leven is zo vervlochten met kunst en cultuur. Als je dit niet doceert en leerlingen er niet attent op maakt op hoe het nog meer zou kunnen, dan is er sprake van een gemis. Dat is de grootste waarde van het vak. Het laat zien dat er alternatieven zijn en dat iets ook anders kan. Niet de regels hoeven volgen om tot iets nieuws te komen. Via kunst en cultuur leer je leerlingen nadenken over hoe dingen zijn. Waarom komt iets binnen en waarom niet? Als je dat weghaalt, wordt school een kille feitenfabriek. Die manier van denken kunnen ze bij andere vakken ook goed gebruiken. Als je binnen CKV bekend raakt met kijken naar dingen vanuit andere perspectieven, dan leer je elders ook op andere manieren naar dingen te kijken. Het beleid geeft echter een bepaald signaal af (door bijvoorbeeld bezuinigen en het willen afschaffen van het vak). Ook zorgt de school en de manier waarop die als instituut met het gegeven cultuuronderwijs omgaat, ervoor dat leerlingen soms negatief kiezen.

4.6.2 Kunst en cultuureducatiebeleid en de verbinding met cultuuronderwijs –

In document Waardevol cultuuronderwijs (pagina 79-82)