• No results found

Interview mevrouw Roux Vlaanderen Algemeen

In document Waardevol cultuuronderwijs (pagina 125-130)

Literatuur en bronnenlijst

Bijlage 2 Transcripten interviews

2.5 Interview mevrouw Roux Vlaanderen Algemeen

1. Welke kunstvakken doceert u?

Kunstgeschiedenis, Architectuurgeschiedenis, Architectuur ontwerpen, Tekenen (Plastische Opvoeding) en Boekbinden

2. Hoeveel jaren bent u actief als kunstdocent?

Ongeveer negentien jaar.

3. Wat is uw achtergrond als docent (wellicht uitvoerend kunstenaar of andere functie beoefend voor de start in het onderwijs?)

Ik heb gestudeerd aan de academie. Studie in monumentale kunsten, waaronder weven en boekbinden. Weven was mijn hoofdrichting.

4. In welk kunstmedium bent u expert, schijnt dit ook door in het te behandelen materiaal?

Weven was mijn hoofdrichting binnen mijn opleiding, maar dit schijnt niet door in de lessen. Ik heb geprobeerd dit als vak te integreren binnen andere vakken, maar je moet te veel de diepte ingaan van het weven en die ruimte is er niet. Je merkt ook bij andere onderdelen dat je op algemener niveau moet blijven.

5. Heeft u een speciale opleiding gevolgd voor het vak esthetica?

Neen.

Extra vraag: Hoe wordt Esthetica aangeboden, welke vorm/omvang?

Esthetica is bij ons verdeeld over meerdere vakken. Esthetica begint al in de tweede graad. De vakken Architectuur, Tekenen en Boekbinden worden voornamelijk in de derde graad gegeven. In de tweede graad wordt Kunst- en Cultuurgeschiedenis gegeven. Dit alles samen vormt het vak Esthetica.

Vakinhoud Esthetica

6. Welke bestaande methodes worden er in de school gebruikt voor het vak esthetica?

7. Kunt u positieve en negatieve reacties geven op het bestaande materiaal? Wat zijn de

pluspunten, welke punten verdienen extra aandacht/ welke zijn de minpunten?

Ik heb bestaand materiaal weleens bekeken, maar vind het rommelig en zonder lijn. Ik bouw vanuit een lijn in de geschiedenis. Zodoende geef je van elke periode een beeld van een tijd. Dat is interessant, zodoende kun je linken leggen aan geschiedenis, aan aardrijkskunde, aan van alles.

8. Maakt u ook gebruik van eigen materiaal voor dit vak? Waarom wel/niet?

Alleen maar. Eigen materiaal geeft meer vrijheid. Je kunt meer zelf kiezen en je kunt een grotere logica erin krijgen. Zo bied je je verhaal minder versprokkeld aan bij de leerlingen.

9. Zo ja, waar haalt u materiaal vandaag voor het ontwikkelen van eigen lessen?

Uit boeken, van het internet (alsmaar meer). Er zijn tegenwoordig een aantal hele goede sites. Ik heb ook een stuk cursus van mijn voorganger gekregen, maar dat gebruik ik steeds minder. Ik vertrek heel dikwijls vanuit boeken en dan zoek ik op het internet op het onderwerp verder. Ik zou me meer moeten verdiepen in forums voor dit onderwijs, ik ben ook niet echt bekend met sites zoals de genoemde www.digischool.nl.

Op lerarendagen met collega’s van school wordt er ook wel gesproken over accenten en dergelijke, maar niet specifiek op de inhoud van het materiaal.

10. Hoe toetst u dit materiaal in afstemming op de eindtermen? Wat zijn de criteria achter het eigen materiaal?

Nooit specifiek getoetst op eindtermen. Er zijn ook geen toetsen vanuit de inspectie. De eindtermen van de leerplannen zijn mijn leidraad. Zolang ik die volg, moet ik mijn einddoelen ook bereiken, maar daar heb ik nooit echt naar gekeken. De doelen zijn zowel door de staat als door het Steineronderwijs ontwikkeld. Ik denk dat wij wel een stap verder gaan dan andere scholen, dieper op de stof ingaan dan dat er in Vlaanderen algemeen gevraagd wordt. Dat is ook wat ik bedoel met dat ik bestaande methodes niet goed vind, dat blijft te algemeen. Wij gaan daarin veel verder. Wij duiken in het leven van een kunstenaar. Aan het einde van de secundaire school gaan wij ook op kunstreis en het lesaanbod is ook veel breder met vakken zoals weven en architectuur.

11. Hoe vaak wordt het lesmateriaal vernieuwd? Is het up-to date?

Ja, het is heel actueel, eigenlijk wordt er constant aan doorgewerkt. Het is wel echt een bepaalde methode, met de chronologische opbouw, maar elke keer ga ik weer terug op zoek naar meer informatie. Daarbij wordt ook het heden behandeld.

12. Hoe toetst u het vak (cijfers, normering), richtlijnen?

Leerlingen krijgen twee uur per dag het vak in een periode van drie weken. Na die periode volgt een toets en die toets wordt becijferd. Daarnaast hebben de leerlingen een schrift waarin ze noteren en tekenen (voor de vakken kunst en architectuurgeschiedenis). Dit onderdeel wordt beoordeeld met onvoldoende/voldoende/goed etc. Verder krijgen de leerlingen ook een dagtoets, in de vorm van de vraag van vandaag.

13. Hoeveel culturele activiteiten worden er jaarlijks ondernomen voor dit vak en binnen welke disciplines bevinden zich deze (gezamenlijke) activiteiten?

Dat hangt af van het aanbod. We hebben vaste culturele activiteiten, zoals de kunstreis naar Italië. Deze duurt acht/negen dagen. Daarnaast hebben we een stadswandeling in Antwerpen.

14. Worden de media gelijkwaardig behandeld of merkt u dat een bepaalde discipline meer aandacht of juist onderbelicht is?

Binnen de vakken die ik geef, ligt de focus vooral op de schilder-, beeldende kunsten en architectuur. Muziek valt onder het vak Muziek. Daarnaast is er ook nog het aparte vak Muziekgeschiedenis. En theater en poëzie heeft om de twee jaar een plaats. Daarin spelen leerlingen zelf en is het een onderdeel van Nederlands, waarbij ook een stukje geschiedenis naar voren komt. Bij Engels wordt Shakespeare bijvoorbeeld weer uitgebreid behandeld.

15. Waar liggen de inhoudelijke klemtonen binnen het vak? (bijvoorbeeld binnen de kunstgeschiedenis periodes/ bepaalde thema’s/ recente ontwikkelingen)

We werken vanuit de prehistorie tot aan de barok. En in de lessen van Plastische Opvoeding werk je dit weer verder uit. Met kunstgeschiedenis begin je met overzicht van kunst. Uitlokkend vanuit het heden en vanuit daar terug naar het begin. Je probeert ook zoveel mogelijk linken te maken met het heden.

16. Hoe ligt de verhouding met aandacht voor wereld-/westerse-/Nederlandse kunstgeschiedenis?

De Westerse. We focussen echt op Europa. De Vlaamse primitieven worden wel uitgebreid behandeld, maar dat heeft geen specifieke plaats. De periode die het breedst wordt behandeld is de renaissance. Dat zien wij toch wel als de basis van de hedendaagse cultuur.

17. Hoe reageert de gemiddelde leerling op het lesaanbod?

Ze staan open voor de vakken, het zijn heerlijke periodes om te geven. Na afloop van het vak kunnen de leerlingen nog heel veel vertellen over wat er behandeld is. De verhalen en de beelden van de periodes blijven ze goed bij. Bovendien moeten ze zelf dingen opzoeken en op de manier raken de leerlingen goed betrokken bij cultuur.

18. Is de manier waarop u dit vak aanbiedt representatief voor de regio of voor een grote/bepaalde groep/onderwijsnet?

Geen goed zicht op. Ik denk dat wij op bepaalde gebieden dieper gaan. Dat is toch ook wel iets van het Steineronderwijs.

19. Is er onderlinge correspondentie over het vak en op welke manier? Websites e.d.? Nee

Niet echt, soms wel mondeling op docentendagen. Die hebben wij op school drie keer per jaar, maar zijn school breed. Daarnaast hebben we nog wel vakwerkgroepen.

Kunstvakken gezamenlijk

20. Is het vak Esthetica verbonden aan andere (kunst)vakken of stages binnen uw onderwijs?

Het zit in alle vakken wel een beetje vervlochten, maar niet specifiek. Je geeft zelf ook verschillende vakken dus zodoende worden linken ook wel ingebracht.

21. Is er een specifieke groei op een cultureel vlak te ontdekken bij de leerling?

Ze leren zelf te zoeken en onderwerpen aan te dragen. Daardoor groeien ze. Na een cultuurreis al helemaal, dan merk je ook hoe blij ze zijn.

22. Wat zijn de indicatoren van goed kunst- en cultuuronderwijs?

Ik twijfel zelf altijd of ik het goed doe, maar wat volgens mij belangrijk is, is dat ze dingen meenemen. Dat leerlingen bijvoorbeeld in een kapel staan en dat ze kunnen

vertellen wat ze zien en wat voor soort kapel het is. Dat wat verteld wordt in het klaslokaal, daarbuiten herkend en geplaatst kan worden door de leerlingen. Dat leerlingen ook het uitvoeren van de kunsten beter ontwikkelen door de grote voorbeelden die ze binnen de Esthetica vakken krijgen.

Beleid kunstvakken:

23. Hoe staan jullie tegenover het landelijk beleid van de kunstvakken?

Daar wordt veel te weinig belang aan gehecht. Dat wat er met de kunst- en cultuurvakken bereikt kan worden daar zijn ze niet mee bezig. Er is qua algemene ontwikkeling, de ontwikkeling als mens en het gevoel voor schoonheid, voor geschiedenis. Je hebt een beeld van een tijd en als de geschiedenis anders was gelopen had de wereld er nu anders uitgezien. Ook politiek gezien. Dat wordt veel te weinig bekeken. Te veel focus op cijfers.

24. Kunst- en cultuuronderwijs moet volgens het cultuurbeleid onder andere aanzetten tot

cultureel deelnemerschap, is dit ook wat u ziet bij leerlingen?

Het gebeurt onder onze leerlingen wel veel, maar of dat meer is, dat weet ik niet.

25. Is onderwijs de beste manier om kinderen/jongeren in aanraking te laten komen met kunst en cultuur?

Niet alleen. Het onderwijs neemt wel een belangrijke plaats in, omdat het op andere gebieden weinig/minder gebeurt. Via de school komen kinderen er in ieder geval wel mee in aanraking, maar het zou niet de enige plek moeten zijn.

26. Wat is uw visie op de waarde van kunst en cultuur in onze samenleving en wordt dit weerspiegeld in uw kunstonderwijs?

De waarde van kunst en cultuur is het ontwikkelen van schoonheid. Cultuuronderwijs helpt in het ontwikkelen van een gevoel van schoonheid. Niet alleen voor kunst met een grote ‘K’, maar voor alle culturele uitingen. Zowel het waarnemen als het doen. Niet alleen vanuit het hoofd werken, maar ook vanuit de buik. Vanuit gevoel leren te werken. Wij weerspiegelen dit door er zoveel en breed mee bezig te zijn in het onderwijs. Je wordt een ander mens als je in de wereld staat met kunst.

2.6 Interview mevrouw Van Loo - Vlaanderen

In document Waardevol cultuuronderwijs (pagina 125-130)