• No results found

Het kopen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar

Geef aan hoeveel je weet over dit onderwerp op een schaal van 1 tot 7 (omcirkel het juiste antwoord: 1 = heel erg weinig, 7 = heel erg veel).

1 2 3 4 5 6 7

Heel erg Niet veel, maar Heel erg

Bijlage 8 – Meting kennis van onderwerp 2

Naam:……… Klas:………

Instructies

Geef aan hoeveel je NU weet over het volgende onderwerp:

Het kopen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar.

Geef aan hoeveel je weet over dit onderwerp op een schaal van 1 tot 7 (omcirkel het juiste antwoord: 1 = heel erg weinig, 7 = heel erg veel).

1 2 3 4 5 6 7

Heel erg Niet veel, maar Heel erg

Bijlage 9 – Protocol

1. Korte introductie

Mijn naam is Maartje Boertien. Ik studeer aan de Rijksuniversiteit Groningen en jullie gaan vandaag meedoen aan mijn onderzoek. Dit onderzoek voer ik uit in het kader van mijn masterscriptie. Jullie kunnen je laptop nu nog dicht houden, pas wanneer je de laptop nodig hebt mag je hem openen.

2. Weergeven onderwerp

We gaan het vandaag hebben over het kopen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar. 3. Ideeënlijst 1 uitdelen en instructie doornemen

Schrijf al je ideeën die je hebt over het onderwerp op. Alles wat je denkt over het onderwerp of vindt van het onderwerp moet je opschrijven. Je hoeft je daarbij geen zorgen te maken over hoe je deze ideeën opschrijft. Je mag ze in een zin opschrijven, maar een enkel woord is ook voldoende. De enige beperking is dat de ideeën niet langer mogen zijn dan één zin. Wanneer een idee meerdere aspecten heeft en je kunt die verschillende aspecten niet meer in één zin opschrijven, schrijf die aspecten dan op als aparte ideeën. Begin elk nieuw idee bij een nieuw nummer. Je krijgt 10 minuten om deze lijst te maken.

4. Ideeënlijst 1 maken 5. Ideeënlijst 1 innemen

6. Kennismeting 1 uitdelen en instructie doornemen

Het is de bedoeling dat je nu aangeeft hoeveel je weer over het onderwerp. Je geeft dit aan op een schaal van 1 tot 7. Wanneer je vindt dat je er weinig van weet omcirkel je de 1. Als je vindt dat je er juist heel erg veel van weet omcirkel je de 7. Je kunt alle getallen daartussenin omcirkelen, van weinig naar veel.

7. Kennismeting 1 maken 8. Kennismeting 1 innemen

(De vwo-klas gaat hierna door naar het maken van de schrijftaak, de vmbo-klas stopt hier en gaat het volgende lesuur verder bij punt 9.)

9. Uitdelen en instructie doornemen schrijftaak

Jullie kunnen nu je laptop opstarten. Open allemaal het tekstverwerkingsprogramma en sla het document waarin je gaat werken alvast op. Zet bovenaan het document vast je naam en klas. Jullie gaan nu een tekst schrijven die geplaatst zou kunnen worden in de schoolkrant. Het is de bedoeling dat je in de tekst de lezer probeert te overtuigen van een stelling. Welke stelling dat is kun je vinden op het papier dat ik heb uitgedeeld. Het is belangrijk dat je je houdt aan het standpunt van de stelling, ook als de stelling niet je eigen mening weergeeft. Je schrijft de tekst op je laptop. Je hebt 25 minuten de tijd om aan je tekst te werken. Zorg ervoor dat de tekst een afgerond geheel is. Het is niet toegestaan om bij deze opdracht internet te gebruiken. Als de 25 minuten om zijn, krijg je van mij een seintje. Je krijgt dan de tijd om de tekst te mailen. Het mailadres staat op het papier dat ik net heb uitgedeeld.

10. Schrijftaak maken

(surveillerend door het lokaal lopen om er zeker van te zijn dat er geen internet wordt gebruikt. Bij eventuele vragen teruggrijpen op de instructie.)

Jullie gaan nu aangeven hoeveel je nu weet over het onderwerp. Dit werkt op dezelfde manier als de vorige keer. Wanneer je vindt dat je er weinig van weet omcirkel je de 1. Als je vindt dat je er juist heel erg veel van weet omcirkel je de 7. Je kunt alle getallen daartussenin omcirkelen, van weinig naar veel.

12. Kennismeting 2 maken 13. Kennismeting 2 Innemen

14. Ideeënlijst 2 uitdelen en instructie doornemen

Jullie gaan weer al je ideeën die je hebt over het onderwerp opschrijven. Alles wat je denkt over het onderwerp of vindt van het onderwerp moet je opschrijven. Je hoeft je daarbij geen zorgen te maken over hoe je deze ideeën opschrijft. Je mag ze in een zin opschrijven, maar een enkel woord is ook voldoende. De enige beperking is dat de ideeën niet langer mogen zijn dan één zin. Wanneer een idee meerdere aspecten heeft en je kunt die verschillende aspecten niet meer in één zin opschrijven, schrijf die aspecten dan op als aparte ideeën. Begin elk nieuw idee bij een nieuw nummer. Je krijgt 10 minuten om deze lijst te maken.

15. Ideeënlijst 1 uitdelen

16. Correspondentielijst ideeën uitdelen en instructie doornemen

Je gaat nu de ideeën uit de lijst die je voor het schrijven hebt gemaakt vergelijken met de ideeën uit de lijst die je na het schrijven hebt gemaakt. De nummers van de ideeën uit de tweede lijst staan weergegeven in de linker kolom. Het is de bedoeling dat je aangeeft of het idee uit ideeënlijst 2 te maken heeft met een idee uit ideeënlijst 1. Als dat zo is, dan schrijf je in de tweede kolom het nummer van het idee uit ideeënlijst 1. In de derde kolom geef je van elk idee uit ideeënlijst 2 aan of het een nieuw idee, een gedeeltelijk nieuw idee of een oud idee is. 17. Aan eventuele respondenten die niet hebben meegedaan aan het vooronderzoek vragen wat

hun eigen standpunt is.