• No results found

Het kopen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar moet niet verboden worden. Houd je aan het standpunt van de stelling, ook als de stelling niet je eigen mening weergeeft

Je schrijft de tekst op je laptop. Je hebt 25 minuten de tijd om aan je tekst te werken.

Zorg ervoor dat de tekst een afgerond geheel is.

Voordat je aan de tekst begint, zet je je naam en klas bovenaan het document en sla je het document alvast op je laptop op.

Als de 25 minuten om zijn, krijg je van mij een seintje. Je krijgt dan de tijd om de tekst te mailen naar:

m.s.boertien@student.rug.nl.

Uitleg schrijftaak

Je gaat nu een tekst schrijven die geplaatst zou kunnen worden in de schoolkrant. Het is de bedoeling dat je in de tekst de lezer probeert te overtuigen van de volgende stelling:

Het kopen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar moet niet verboden worden.

Houd je aan het standpunt van de stelling, ook als de stelling niet je eigen mening weergeeft.

Je schrijft de tekst op je laptop. Je hebt 25 minuten de tijd om aan je tekst te werken. Zorg ervoor dat de tekst een afgerond geheel is.

Voordat je aan de tekst begint, zet je je naam en klas bovenaan het document en sla je het document alvast op je laptop op.

Als de 25 minuten om zijn, krijg je van mij een seintje. Je krijgt dan de tijd om de tekst te mailen naar:

Bijlage 3 – Ideeënlijst 1

Naam:……… Klas:……… Instructies

Schrijf al je ideeën op die te maken hebben met het onderwerp:

Het kopen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar.

Je hoeft je daarbij geen zorgen te maken over hoe je deze ideeën opschrijft. Je mag ze in een zin opschrijven, maar een enkel woord is ook voldoende. De enige beperking is dat de ideeën niet langer mogen zijn dan één zin.

Wanneer een idee meerdere aspecten heeft en je kunt die verschillende aspecten niet meer in één zin opschrijven, schrijf die aspecten dan op als aparte ideeën. Begin elk nieuw idee bij een nieuw nummer.

Je krijgt straks 10 minuten van me om deze lijst te maken. Het is de bedoeling dat je in die 10

minuten probeert om zo veel mogelijk ideeën op te schrijven die te maken hebben met het onderwerp:

Het kopen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar. Lijst met ideeën

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.

Bijlage 4 – Ideeënlijst 2

Naam:……… Klas:………

Instructies

Nu wil ik graag dat je alle ideeën opschrijft die je NU hebt over het onderwerp:

Het kopen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar.

Je hoeft weer geen zorgen te maken over hoe je deze ideeën opschrijft. Je mag ze in een zin opschrijven, maar een enkel woord is ook voldoende. De enige beperking is dat de ideeën niet langer mogen zijn dan één zin.

Wanneer een idee meerdere aspecten heeft en je kunt die verschillende aspecten niet meer in één zin formulieren, schrijf die aspecten dan op als aparte ideeën. Begin elk nieuw idee bij een nieuw nummer.

Je krijgt 10 minuten om deze lijst met ideeën te maken. Probeer in deze 10 minuten zoveel mogelijk ideeën op te schrijven die te maken hebben met het onderwerp:

Het kopen van alcohol door jongeren onder de 18 jaar. Lijst met ideeën

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.

Bijlage 5 – Correspondentie ideeën

Naam:……… Klas: ………..

Instructie

Je gaat nu de ideeën uit de lijst die je voor het schrijven hebt gemaakt vergelijken met de ideeën uit de lijst die je na het schrijven hebt gemaakt. De nummers van de ideeën uit de tweede lijst staan weergegeven in de linker kolom. Het is de bedoeling dat je aangeeft of het idee uit ideeënlijst 2 te maken heeft met een idee uit ideeënlijst 1. Als dat zo is, dan schrijf je in de tweede kolom het nummer van het idee uit ideeënlijst 1. In de derde kolom geef je van elk idee uit ideeënlijst 2 aan of het een nieuw idee, een gedeeltelijk nieuw idee of een oud idee is.

Nummer Ideeënlijst 2

Bijbehorend idee of ideeën uit Lijst 1

(schrijf het nummer / de nummers uit Lijst 1 op)

Kruis aan of je het idee uit Ideeënlijst 2 voor het schrijven al had of dat je het tijdens of na het schrijven hebt gekregen

Had ik al voor het schrijven

Kreeg ik tijdens of na het schrijven 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25

Bijlage 6 – Instructie tweede beoordelaar ideeën in tekst

Doel: Bepalen welke ideeën in de ideeënlijsten terugkeren in de geschreven teksten. Aanpak:

Stap 1: Lees de genummerde ideeën in de ideeënlijst door. Stap 2: Lees de geschreven tekst door.

Stap 3: Bepaal welk genummerd idee letterlijk terugkeert in de tekst. Onderstreep dit tekstgedeelte en schrijf het corresponderende nummer van het idee erbij.

Om te voorkomen dat de ideeën worden geïnterpreteerd is het belangrijk dat ze zo letterlijk mogelijk terugkomen in de tekst. Probeer dus om de letterlijke tekst die de leerling bij het opschrijven van de ideeën heeft gebruikt, terug te vinden in de tekst.

Wanneer er een idee in de tekst voorkomt dat niet helemaal letterlijk de tekst volgt van het idee op de ideeënlijst, maar waarbij het toch duidelijk is dat het om hetzelfde idee gaat, mag ook dit idee aangegeven worden in de tekst.

Voorbeelden

Niet slim vs dom

In dit soort gevallen mag je de ideeën als hetzelfde beschouwen, omdat het betekenisverschil minimaal is.

Niet stoer vs stoer doen

In dit geval mag je de ideeën niet als hetzelfde beschouwen. Het betekenisverschil is hier te groot. Alle andere gevallen waarin in het ene geval een idee ontkennend wordt geformuleerd en in het andere geval bevestigend, mag je deze ideeën niet als hetzelfde beschouwen.

Comazuipen vs zichzelf in coma zuipen/drinken

In dit soort gevallen mag je de ideeën als hetzelfde beschouwen.

Alcohol verbieden vs Alcohol onder de 18 verbieden

In gevallen waarin het ene idee algemener is dan het andere idee, mag je de ideeën niet als hetzelfde rekenen. Een ander voorbeeld hiervan is Het is slecht voor je vs Het is slecht voor je

hersenen.

Mag vs Moet

Wanneer het ene idee hetzelfde onderwerp sterker uitdrukt dan het andere idee, mag je de ideeën niet als hetzelfde rekenen. Het mag verboden worden is dus niet hetzelfde als Het

moet verboden worden.

Verwijswoorden vs antecedenten

Wanneer een idee in de tekst een verwijswoord bevat en er bestaat een gelijkwaardig idee in de lijst met het antecedent mag je de twee ideeën als gelijk beschouwen.

Kortgezegd:

Niet interpreteren

Bijlage 7 – Meting kennis van onderwerp 1

Naam:……… Klas:………

Instructies

Geef aan hoeveel je weet over het volgende onderwerp: