• No results found

4. De offline mobilisatie voor een feest in Haren

4.6 De komst naar Haren en de evaluatie hiervan door bezoekers en niet-bezoekers

In onze steekproef zaten 65 personen die zeggen aanwezig te zijn geweest op de 21e. Hoewel dat niet een representatieve steekproef van bezoekers van ‘Haren’ kan worden genoemd presenteren we hier toch enkele resultaten. We vermelden daarom ook geen percentages maar noemen het aantal respondenten. Voor een meer diepgaande analyse van de overwegingen van bezoekers van ‘Haren’ verwijzen we naar het deelrapport Hoe Dionysos in Haren verscheen dat is opgesteld door Prof. Van den Brink.

Allereerst hebben we de ‘Haren’-gangers gevraagd met wie ze naar het feestje zijn gegaan. Figuur 14.17 toont hiervan de resultaten. Het overgrote deel (41 van de 65 mensen) zegt te zijn gegaan met vrienden. Opvallend is dat klasgenoten relatief laag scoort.

!" #" $" %" &&" '&" ()*+,-" (..++)" /+0"1.2-3+)40+)" /+0"5267.7+" /+0"6+)-+)"870"*+"988,0" /+0":,7+)*+)"

Figuur 4.17 | Het gezelschap van de bezoekers aan Haren (n=65)

Verder hebben we de jongeren gevraagd hoe laat ze zijn gekomen en wanneer ze weer zijn vertrokken. Figuur 4.18 toont hiervan de resultaten.

!" #" $" %" &" '!" '#" '$" '%" '&" '("))*" '%"))*" '+"))*" '&"))*" ',"))*" #!"))*" #'"))*" ##"))*" #-"))*" !!"))*"" !'"))*" !#"))*" !-"))*" !$"))*" ./01/2"340540" #'"54614374*""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""""##"54614374*" 849:340" 84;//0"

Figuur 4.18 | Aankomst- en vertrektijd in Haren (n=65)

Voor wat betreft de aankomst lag de piek rond acht uur ’s avonds. Daarna is er nog een kleinere piek te zien om elf uur ’s avonds. Opvallend is dat al tamelijk vroeg, om acht uur ’s avonds, een grote groep alweer vertrekt. Om tien uur volgt er weer een golf en om 12 uur vertrekken de meesten. Deze mensen geven aan dat ze zijn vertrokken omdat de sfeer grimmiger werd. Eerder was de sfeer wel goed en was het leuk. Veel mensen hebben het idee dat het feest is verpest door een kleine groep relschoppers. Gemiddeld blijven mensen iets meer dan drie uur.

Men kijkt vooral met verontwaardiging en teleurstelling terug op de 21e. Wat begon als een leuk feestje is totaal anders uitgepakt. De verantwoordelijkheid wordt door de respondenten bij de relschoppers, de media en de autoriteiten neergelegd.

4.7 Conclusie

Slechts een minderheid heeft de uitnodigingen voor het feest van Merthe, en later voor Project X Haren gekregen. Zij die deze uitnodiging wel kregen hebben deze in overgrote meerderheid meteen afgewezen.

Twee-derde (67%) van de Noord-Nederlandse jongeren tussen de 15 en 25 jaar heeft niet of nauwelijks overwogen naar Haren te gaan; 55% zelfs helemaal niet. Twintig procent heeft dat in verschillende mate wel gedaan. Hoe dichter men bij Haren en Groningen stad woonde hoe groter de drang was om te komen.

Vrienden en vriendinnen, radio en sociale media waren de belangrijkste informatiebronnen in de overweging om al of niet naar Haren te komen. Ouders en de televisie volgen op enige afstand. Bij de overweging zijn vooral (inter-)persoonlijke communicatiemiddelen gebruikt, op de eerste plaats mondelinge gesprekken. Daarna volgen Facebook, Twitter, chat en telefoon.

In de steekproef voor het onderzoek zitten voor 55% jongeren die niet hebben overwogen om naar Haren te gaan en dat ook niet hebben gedaan, 37% die dit wel hebben overwogen, maar die uiteindelijk niet zijn gegaan en 8% die het hebben overwogen en die ook echt zijn gegaan. Tot degenen die uiteindelijk zijn gegaan behoren relatief veel mannen, scholieren en studenten, mensen die nog op de middelbare school zitten en jongeren beneden de 20 die nog bij hun ouders thuis wonen. Een relatief zeer jong publiek dus.

De belangrijkste drijfveren om naar Haren te komen waren volgens de jongeren zelf nieuws-

gierigheid, het spannend zijn van de gebeurtenis, het feit dat er eindelijk iets in de buurt gebeurde en dat er veel mensen zouden komen die men kende.

Vrienden en sociale media waren voor de jongeren de belangrijkste drijvende krachten om naar Haren te komen. Andere drijvende krachten waren bepaalde radiozenders en websites, maar die waren voor de jongeren minder belangrijk. Ouders, de politie en in mindere mate de TV waren voor de jongeren de belangrijkste krachten die hen afremden om naar Haren te komen. De film Project X die door een groot deel van de jongeren gezien of gekend werd was voor veel jongeren een

aanleiding om niet naar Haren te gaan, terwijl deze voor een kleine minderheid misschien wel inspiratie geboden heeft om naar Haren te gaan.

5.1 Inleiding

De massamedia worden in veel commentaren over ‘Haren’ ervan beschuldigd het evenement groter te hebben gemaakt dan het normaal gesproken geweest zou zijn. Volgens sommigen zouden zij zelfs olie op het vuur gegooid hebben. In elk geval hebben zij volgens velen gezorgd voor een mediahype. Zijn deze beschuldigingen terecht? In dit hoofdstuk proberen we hierop een antwoord te geven. De volgende vragen staan centraal in dit hoofdstuk. Wanneer hebben de massamedia Haren geagendeerd? Onder invloed waarvan? Wat was de aanhef en de strekking van hun berichtgeving? Is deze veranderd in de week die voorafging aan Haren? In welk licht werd het gebeuren geplaatst? Hebben de massamedia in hun berichtgeving een mobiliserende of demobiliserende rol gespeeld? Hadden zij zich anders kunnen opstellen?

Om deze vragen te beantwoorden zijn twee deelonderzoeken verricht. Om te beginnen is een uitgebreide inhoudsanalyse gemaakt van de gehele berichtgeving over Haren en de aanloop daarnaar toe in de landelijke dagbladen (gedrukt en online), de regionale dagbladen van het Noorden, de landelijke radio- en TV-zenders en de regionale omroepen RTV Noord en RTV Drenthe. In totaal ging het om 34 massamedia. Vervolgens zijn de redactioneel verantwoordelijken voor deze berichtgeving door middel van interviews ondervraagd. Onder meer om de resultaten van de inhoudsanalyse te duiden.

Het is belangrijk om op te merken dat we in dit hoofdstuk niet uitgaan van eenduidige en rechtstreekse eff ecten van media(boodschappen). Verondersteld wordt dat de betekenis die ontvangers aan beelden hechten niet van te voren vaststaat en per individu sterk kan verschillen. Hoe een boodschap wordt geïnterpreteerd is afh ankelijk van een groot aantal factoren. Zo kan de boodschap dat het feest “niet door gaat” door een bezorgde moeder heel anders worden opgevat dan door een jongere die vast van plan is om naar Haren te gaan. Als er in dit hoofdstuk gesproken wordt over media die “mobiliserend” en “demobiliserend” zijn dan heeft dat dan ook voornamelijk betrekking op de boodschappen die worden geuit en niet op de wijze waarop deze boodschappen door de kijker, luisteraar of lezer worden ervaren. Het gaat in dit hoofdstuk dus vooral om het beeld dat de media schetsen en niet zozeer over de receptie hiervan.

In dit hoofdstuk volgen nu eerst de belangrijkste resultaten van de inhoudsanalyse en daarna de resultaten van de interviews. Tenslott e wordt een aantal algemene conclusies getrokken over de rol van de massamedia.

5.2 Inhoudsanalyse berichtgeving in de massamedia over ‘Haren’ (18-21 september)