• No results found

media, mobiele telefonie en offline mobilisatie op weg naar Haren

7.2 Fasen in de ontwikkeling van de denkbeelden over ‘Haren’

De volgende tien fasen kunnen onderscheiden worden in de ontwikkeling van de denkbeelden over ‘Haren’, van een concept voor een bepaald soort feest dat gehaald kan worden uit de film Project X, via de evolutie van een evenement op Facebook, de aandacht hiervoor in de massa- media en op Twitter en de daadwerkelijke verzameling van mensen (‘feest’) in Haren tot een maatschappelijk fenomeen besproken in allerlei media en door de gemiddelde inwoner van Nederland.

1. De Project X film maakt indruk bij jongeren beneden de 25 vanaf maart 2012.

2. Uit de film wordt een Project X concept afgeleid dat inkleuring geeft aan bepaalde feesten van jongeren die ruig zijn, ongewenst door de omgeving en die steevast uit de hand lopen. Er worden pogingen ondernomen Project X-feesten als evenement te organiseren op Facebook en via mailing lists (maart tot september 2012).

3. Een ongelukkig geplaatste uitnodiging van een meisje uit Haren voor een verjaardagfeest op Facebook wordt ‘gekaapt’ onder het label ‘Project X-feest’ (6-8 september 2012). In het beginsel is dit een lokale aangelegenheid. Binnen twee weken krijgt het massale steun als een Facebook-feest met een breder appeal dan alleen Project X. Het wordt een feestelijk evenement met onduidelijke omvang en afloop geënt op de Nederlandse jeugdcultuur (8-17 september).

4. Als er verscheidene duizenden aanmeldingen voor het feest op Facebook zijn, als pogingen van het meisje en haar ouders om de uitnodiging te annuleren mislukt zijn en de lokale autoriteiten aanstalten maken om maatregelen te nemen, vinden de massamedia het gebeuren nieuwswaardig genoeg om er massaal aandacht aan te besteden. Dit is de start van een mediahype die door de massamedia in wisselwerking met de overige media zoals sociale media en mobiele telefonie wordt gecreëerd (18-20 september).

5. Deze wisselwerking krijgt gestalte doordat massamedia verwijzen naar Facebook berichten, Twittergebruikers reageren op deze berichten uit de massamedia en op wat er gebeurt op Facebook, Facebook gebruikers op hun beurt verwijzen naar de massamedia en mensen die overwegen te komen berichten hierover op hun mobiele telefoons. Ondertussen refereren al deze media aan YouTube en geüploade afbeeldingen voor illustratiemateriaal. De enorme activiteit op Twitter en Facebook en beelden van eerdere Project X-feesten prikkelen de fantasie over wat er zou kunnen gebeuren.

6. In de vier dagen voorafgaand aan 21 september mobiliseren jongeren om ook werkelijk fysiek naar Haren te gaan en bereiden ze zich voor door concrete afspraken te maken over bijvoorbeeld vervoer en tijdstip. Op vrijdag 21 september verzamelt zich een menigte van duizenden jongeren in Haren om daar gestalte te geven aan een straatfeest. De menigte bestaat uit clusters van een handvol jongeren die samen gekomen zijn of die elkaar kennen. 7. De fysieke mobilisatie die dag gebeurt mondeling of via SMS, WhatsApp en Ping, in mindere

mate Facebook (chat en timelines) en Twitter.

8. Op de bijeenkomst communiceren de aanwezigen met de buitenwereld via dezelfde media. Cameraploegen van de massamedia zijn ruim voor de massale toestroom van mensen aanwezig en er wordt een livestream uitgezonden waar jongeren massaal naar kijken. Rond half negen valt het bereik voor de mobiele communicatiemiddelen weg. Het straatfeest ontaardt in straatrellen.

9. Ondertussen groeit het Facebook en Twitterverkeer van geïnteresseerden die NIET gekomen zijn.

10. In de avond van de 21e september en de drie dagen daarna bereikt de mediahype in de massamedia zijn hoogtepunt; in de sociale media neemt deze vrij snel af na de 21e. Deze tien fasen worden met elkaar verbonden in Figuur 7.1 met drie clusters van media (massa- media, sociale media en bijeenkomsten ondersteunt door telecommunicatie) en een hele verzameling van publieke ruimten. Deze zijn getekend omdat de publieke sfeer van de hedendaagse maatschappij minder dan ooit een eenheid is maar bestaat uit een mozaïek van publieke ruimten van allerlei soort33. In de figuur staat de volgende soorten getekend. Allereerst

de bekende ruimten van de traditionele massamedia pers, omroep en film/video die elkaar deels overlappen. Zij bezitten dependance ruimten online met mogelijkheden voor interactie met het publiek dat als burgerjournalist kan optreden. Online zijn er andere publieke ruimten die een massapubliek kunnen bereiken zoals weblogs, online forums en gemeenschappen. Daarbij zijn ook sociale media als microblog Twitter en video-uitwisselingsdienst YouTube. Die hebben hun ruimten verdeeld op basis van verschillende filtermechanismen zoals tags, zoekfuncties, verwijzingen en timelines.

Een nieuwe soort (semi)publieke ruimten wordt gecreëerd in Sociale Netwerksites (SNS). Die ruimten bestaan uit meer permanente verzamelingen ‘vrienden’ en tijdelijke verbanden zoals evenementpagina’s waarvan Project X Haren er een was. SNS openen de mogelijkheid voor massamedia en hun boodschappen om een publieke ruimte binnen hun toepassingen te creëren. Een volgende reeks (semi)publieke ruimten vindt men bij de telecommunicatiemedia die niet alleen private communicatie ondersteunen maar ook verzendlijsten, SMS voor bulkzendingen, chatboxen en dergelijke.

Figuur 7.1 | De Ontwikkeling van het Concept voor ‘Haren’ in de Publieke Ruimten

van Massamedia, Sociale Media en Bijeenkomsten34. Nummers verwijzen naar hiervoor beschreven fasen.

In deze figuur wordt getekend hoe het concept voor een bijzonder feest verandert in de verschillende ruimten en vervolgens gerealiseerd wordt in een bijeenkomt onder zeer bijzondere omstandigheden in Haren. Verder wordt gedemonstreerd langs welke weg het perspectief hierop getransformeerd wordt tot een mediahype en hoe de feestbezoekers erover communiceren in hun eigen

communicatiemiddelen.

In de structuur van onderling sterk verbonden, maar verschillende, publieke ruimten komen mediahypes steeds vaker voor. Het gebeurt evenwel nog maar zelden dat ze gezamenlijk zo’n veelzijdige en omvattende mediahype creëren als in het geval van Project X Haren. Het steeds vaker voorkomen van mediahypes in de traditionele massamedia die een directe weerspiegeling online kennen– tegenwoordig is er elke twee a drie weken wel een hype- is te danken aan de extreme mediadichtheid en dichtbevolktheid van (in elk geval) Nederland. Vrijwel iedereen volgt meerdere kanalen van de omroep, een meerderheid leest nog steeds een krant, 95% gebruikt het internet, bijna alle Nederlanders hebben een of twee mobiele telefoons. Via digitale verbindingen zijn deze media in toenemende mate aan elkaar verknoopt. De inhoud gaat voor een groot deel over dezelfde zaken.

34 Uit de presentatie van Jan A.G.M. van Dijk ‘The Structure of Public Space in the Network Society’

Deze mediadichtheid houdt verband met de volgende kenmerken van het huidige medialandschap: • Toename aantal media

• Toename soorten media (pers, omroep, sociale media, telecommunicatiemedia) • Toename onderlinge verbindingen en verwijzingen

• Opkomst van nieuwe publicisten (burgerjournalistiek op het internet) • Toename strijd om de schaarse aandacht

• Toenemende economische concurrentie van media in opkomst en neergang

• Trek naar het midden: er is een druk om zich met hetzelfde bezig te houden. Als de een aandacht besteedt kan de ander niet achterblijven