• No results found

Knowing-how

In document SHOULD I STAY OR SHOULD I GO (pagina 54-57)

In de analyse worden de aangeleerde beroepscompeten es als heel gericht en specifiek omschreven. Door deze specificiteit ervaart een deel van de respondenten dat er niet makkelijk naar een andere sector geswitcht kan worden.

Wel erkent men dat tegenover de specifieke beroepscompeten es een brede waaier aan informele leercompeten es staat. Alle respondenten geven aan dat ze door hun werk in de podiumkunstensector nieuwe competen es hebben ontwikkeld. Deze leercompeten es hebben zich vanuit verschillende mo va onele redenen ontwikkeld. Soms worden de competen es incidenteel verworven waarbij er onbedoeld geleerd werd uit fouten en ervaringen, maar hoofdzakelijk worden de vaardigheden informeel, met een bewuste inten e en op een zelfsturende manier, aangeleerd (Marsick & Watkins, 1990).

Zo is een groot deel van de respondenten bij het hele proces van het creëren van een voorstelling betrokken, waaronder het uitwerken van een idee, het opstellen van een subsidiedossier, de interac e met de verschillende mensen en de zakelijke aspecten van

verkoop en uitbetaling. Men hee geleerd om uiteenlopende niet-ar s eke taken binnen een gebald jdsbestek te combineren.

“Ja, het feit dat ik al die jaren mijn eigen voorstellingen heb opgezet en natuurlijk ook mijn eigen spelers erbij, de werking van zo’n produc e: je begint met een idee, dat idee wordt uitgewerkt, je begint mensen bij elkaar te zoeken, alles in de juiste banen leiden, iedereen moet betaald worden op een andere manier … Dat zijn allemaal dingen die ik wel geleerd heb. De contacten met de CC’s, verkoopbureau, al die dingen heb ik wel jaren gedaan. En dat leer je zo’n beetje al doende, ik vind dat wel … ja, dat was een goede leerschool.” Respondent F

Een eerste groep aangeleerde competen es bevindt zich in de bedrijfswereld: men hee onder andere veel over organisa e, leiding geven, presteren onder hoge druk, pitchen, marke ng en de interna onale werkomgeving geleerd.

Een tweede groep competen es hee te maken met communica e, sociale interac e, spreekvaardigheid, taalontwikkeling, crea viteit alsook de coaching hiervan. Deze

coachingsvaardigheden ziet men niet in func e van het onderwijs, al is het er soms wel mee verbonden.

“Yeah, you are immediately thinking of the job, but ...yeah I can… you learn to work in a team clearly.

You have to sell an idea to another group. Or I have to sell a performance. You … you have a lot of coaching skills. You work with people all the me.“ Respondent B

Een derde groep van verworven competen es die aangehaald worden, situeren zich eerder op het persoonlijke vlak. Er wordt een grote verruiming op het gebied van mensenkennis, zelfinzicht, zelfvertrouwen, inlevingsvermogen en asser viteit ervaren. Zo zien enkele respondenten zich de stap naar dramatherapie of het begeleiden van rituelen maken.

Men voelt aan dat men een hele brede ontwikkeling hee opgebouwd met competen es die bruikbaar kunnen zijn in andere beroepssectoren, maar men weet niet of die

daadwerkelijk en concreet bruikbaar zijn om echt de overstap te maken. De behoe e om helemaal in een andere beroepssector te werken, is er niet echt. Zelfs als er andere

competen es, leer- maar ook beroepscompeten es, worden aangeleerd, wil men nog in de sector blijven werken. Zo beschrij een respondent dat ze soms de aspira e hee om les te

geven in het basisonderwijs en hiervoor zou willen bijscholen, maar voegt ze er in dezelfde zin aan toe dat ze het toch het liefste in de sector zou blijven. Er lee een angst dat werk in een andere beroepssector minder uitdagend is.

“En dat is met heel veel andere skills ook die … maar we zijn zo opgeleid dat we denken: we kunnen alleen maar dat, zonder te beseffen dat wat iemand in een theateropleiding hee gekregen, dat gaat over leiderschap, dat gaat over organisa e, inlevingsvermogen, taal, taalgevoeligheid, of goed met taal omkunnen. Dat zijn allemaal dingen waar je je niet van bewust ben, hoe goed dat je die in een andere context kunt ze en. Maar dat is meer een beetje van, niet van luiheid, maar van angst. Ervan uitgaan ook vaak dat alle andere jobs saai zijn, terwijl je daar achteraf pas denkt: amai, dat is eigenlijk heel boeiend, of ik wist niet dat dat allemaal crea eve mensen waren, zo, dat zijn zo van die clichés waar dat we nog al jd mee zi en.” Respondent K

“And I hope in five years I actually study it and maybe be moving on to something that will be really closely interconnected. Because I would like to stay.” Respondent A

Drie andere respondenten zijn eveneens bezig met een studie, of hebben die net afgerond.

De nieuwe studie komt bij twee respondenten voort om de eigen vaardigheden in de ar s eke sector uit te breiden. Enkel de derde respondent hee een studie afgerond om zich niet-ar s eke vaardigheden aan te leren, al loopt er voor haar wel een sterke

inhoudelijke lijn door en is ook zij van plan om hiernaast ar s eke crea es te blijven maken.

Deze respondenten getuigen van een zelfsturende houding, eigen aan een protean career a tude.

Een belangrijke factor in de verwach ngen omtrent de loopbaan is dat men wil blijven groeien en zich verder wil blijven kunnen ontwikkelen. Het gaat dan niet zozeer over het verwerven van prak sche competen es, maar over de persoonlijke groei. Uitdagend werk is een belangrijke factor en houdt de respondenten in de sector en het ontbreken ervan is één van de redenen waarom een respondent een nieuwe studie hee aangevat. Het kan dus een beslissende factor zijn om de sector te verlaten.

“Nee, twee jaar geleden ben ik gestopt met mijn gezelschap. Maar dat kwam meer, omdat ik voelde dat ik in een vicieuze cirkel zat, dus ik wou eigenlijk al heel lang de dingen doen die ik in het begin van

mijn carrière deed, maar daar was toen geen ruimte of geen plaats voor. En dan uiteindelijk kom je dan in dat kindertheater terecht en ik was eigenlijk een beetje op automa sche piloot bezig, ik was eigenlijk aan het herhalen wat ik al jaren kon, maar ik kon daar niet in groeien.” Respondent K

Door de grote hoeveelheid leercompeten es die men verwer in de podiumkunstensector, zou men kunnen aannemen dat met een s jgende lee ijd de employability vergroot wordt.

Een hoge leerwaarde biedt immers een ideale voedingsbodem voor de uitbouw van

exper se en de ontwikkeling van professionele kennis en vaardigheden en vergroot bijgevolg de employability (Van Dam et al., 2006). De vraag is echter wel of men met een groeiend aantal competen es en de opbouw van meer exper se en ervaring meer werk krijgt in de ar s eke kernjobs. Een hypothese is dat met de lee ijd en de ervaring niet zozeer het ar s eke kernwerk uitbreidt, maar eerder het werk in andere disciplines van de ar s eke sector en in ar s ek gerelateerde jobs.

In document SHOULD I STAY OR SHOULD I GO (pagina 54-57)