-Voer quota in en beloon organisa es die maatregelen rich ng meer evenwicht nemen.
Hoewel er in de cultuursector globaal gezien een groot aantal vrouwen tewerkgesteld is, is er sprake van een ver cale segrega e waarbij vrouwen minder kans hebben op hoge ar s eke func es. Niet alleen in de topfunc es zijn er minder vrouwen, er wordt ook een scheve verhouding waargenomen wat betre het aandeel van vrouwen en mannen op de vloer zelf. Dit genderonevenwicht kan verklaard worden door verschillende factoren: de work-life balance, de mannelijke organisa eculturen, de gesloten netwerken, de heersende vooroordelen, het ontbreken van voldoende vrouwelijke rolmodellen, de zelfonderscha ng van vrouwen ook. Er is in de cultuursector sprake van een glazen plafond en een glazen wand, een onzichtbare barrière die niet alleen het doorstoten naar de top moeilijk maakt, maar ook naar de ar s eke kernjobs in het algemeen. Om het evenwicht te bewaken, is het aan te raden om quota in te voeren. Dit kan op het niveau van bestuursraden en 7
selec ecommissies, maar ook op andere niveaus: quota wat betre het aandeel vrouwen in de ar s eke leiding van cultuurorganisa es, het aantal vrouwelijke regisseurs waar een organisa e op jaarbasis mee samenwerkt, het aandeel vrouwelijke theatermakers,
vrouwelijke spelers enzoverder. Het voordeel van ( jdelijke) quota is dat men de bestaande barrières wegneemt, genderdiversiteit garandeert en een cultuur installeert van vrouwelijke rolmodellen. Daarom is het belangrijk om deze quota ook te hanteren in de
7 Op 11 maart 2011 heeft de Commissie Handelsrecht in de Kamer een wettekst goedgekeurd die vrouwenquota verplicht voor beursgenoteerde ondernemingen en overheidsbedrijven. Het aantal vrouwelijke leden dient tot minstens 30% uitgebreid te worden. Het is nog wachten op het uitvoerbesluit.
kunstopleidingen zelf. Enerzijds is er bij vrouwen een grote terughoudendheid om quota te eisen omdat niemand de excuustruus wil zijn die de job enkel krijgt zodat de quota gehaald worden. Maar anderzijds is men door het invoeren van quota meer geneigd om ac ef te scouten naar capabele vrouwen. Door rolmodellen te installeren zullen vrouwen ook meer geneigd zijn om te solliciteren voor hogere func es. Doordat de contacten binnen de cultuursector hoofdzakelijk informeel gebeuren, via gesloten netwerken, is het belang van vrouwelijke leidinggevenden groot. Het kan een invloed hebben op het aandeel vrouwen die tewerkgesteld worden alsook op het cultureel canon.
-Voorzie een aparte financiering om de anciënniteit te betalen. Laat organisa es enkel het minimumbedrag voor de verschillende func es en beroepen per looncategorie betalen en draag als overheid de kost van de anciënniteit via een aparte financiering, zodat de kostprijs van een oudere en duurdere ar est niet meespeelt bij de keuze.
- Herbereken de zwangerschapsuitkering van vrouwelijke podiumkunstenaars. Vrouwelijke podiumkunstenaars die zwanger zijn, hebben minder dan andere sectoren de mogelijkheid om tot kort voor de bevalling te blijven werken. Toch wordt hun zwangerschapsuitkering berekend op de laatste drie maanden voor de bevalling.
- Neem maatregelen om het aanbieden van langere contracten te s muleren. Door bijvoorbeeld te werken met een vermindering van sociale bijdragen kunnen werknemers aangemoedigd worden om contracten niet te veel versnipperen in dagcontracten die telkens hernieuwd worden.
-Zorg voor doorgroeimogelijkheden. Creëer mogelijkheden om van de onderbouw van de projectsubsidies verder te kunnen professionaliseren naar de bovenbouw. Beurzen en projectsubsidies dienen om te groeien en zouden moeten leiden tot een doorstart naar iets standvas gers en meer structureel zodat een lange loopbaan in de kunsten gefaciliteerd wordt.
-Verstevig de posi e van de individuele podiumkunstenaar via extra financiële instrumenten. Geef extra middelen aan individuele kunstenaars zodat hun
onderhandelingskracht groter wordt om samenwerkingsverbanden met cultuurorganisa es en coproducenten aan te gaan. Door bijvoorbeeld te werken met subsidies voor individuele kunstenaars over een gespreide periode en door aan structurele subsidieontvangers ook voorwaarden tot samenwerking te stellen, kan de a ankelijkheid van individuele
kunstenaars verkleind worden en kan er tot een beter evenwicht gekomen worden.
- Speel als overheid in op de aparte noden die verschillende levensfasen met zich meebrengen en hou daarbij de gendergelijkheid in het oog. Zorg bijvoorbeeld voor een uitbreiding voor het ouderschapsverlof voor vaders.
7. Referenties
Abbing, H. (2002). Why are ar sts poor? University of Chicago Press Economics Books.
Arthur, M.B., & Rousseau,D.M. (1996). The Boundaryless Career: A New Employment Principle for a New Organiza onal Era . Oxford, UK: Oxford University Press.
Atkinson, J. (1984). Manpower strategies for flexible organisa ons. Personnel Management, 16, 28-31. Ins tute of Manpower Studies, University of Sussex.
Baillien, E., Neyens, I., & De Wi e, H. (2008). Organiza onal, team related and job related risk factors for workplace bullying, violence and sexual harassment in the workplace: A qualita ve study .
Interna onal Journal of Organisa onal Behaviour, 13(2), 132-146.
Berdahl, J. L. (2007b). Harassment based on sex: Protec ng social status in the context of gender hierarchy . Academy of Management Review, 32(2), 641–658.
Bielby, W. T., & Bielby, D.D. (1992). Cumula ve versus Con nuous Disadvantage in an Unstructured Labor Market: Gender Differences in the Careers of Television Writers . Work and Occupa ons 19(4),366–86.
Bielby, D. D., & Bielby, W. T. (1996). Women and men in film: Gender inequality among writers in a culture industry. Gender & Society, 10(3), 248-270.
Bielby, W. T., & Bielby, D.D. (1999). Organiza onal Media on of Project-Based Labor Markets: Talent Agencies and the Careers of Screenwriters. American Sociological Review 64(1),64–85
Bielby, D.D. ( 2009). Gender inequality in culture industries: Women and men writers in film and television . Department of Sociology, University of California.
Bolman, L.G., & Deal, T.E. (2003). Reframing Organiza ons . San Francisco: Jessey-Bass.
Bourdieu, P. (1984). Dis nc on: A Social Cri que of the Judgement of Taste. Cambridge, MA: Harvard University Press.
Bozionelos, N. ( 2003). Intra-organiza onal network resources: rela on to career success and personality . University of Strathclyde, Glasgow, UK.
Bresseleers, M. (2013). De job van je leven? Loopbanen in gesubsidieerde kunstenorganisa es 2008-2010. In D. Hesters (Eds.) Kunstzaken. Financiële en zakelijke modellen voor de kunsten in Vlaanderen: 40-53. Brussel: Kwarts.
Briscoe, J. P., & Hall, D. T. (2002). The protean orienta on: Crea ng the adaptable workforce necessary for flexibility and speed. Symposium conducted at the annual mee ng of the Academy of Management, Denver, CO.
Briscoe, J.P., & Hall, D.T. (2006a). Special sec on on boundaryless and protean careers: Next steps in conceptualizing and measuring boundaryless and protean careers. Journal of Voca onal Behavior, 69, 1-3
Briscoe, J.P., & Hall, D.T. (2006b). The interplay of boundaryless and protean careers:
Combina ons and implica ons . Journal of Voca onal Behavior, 4-18.
Briscoe, J.P., Hall, D.T., & Demuth, R.L.F. (2006). Protean and boundaryless careers: An empirical explora on . Journal of Voca onal Behavior, 69, 30-47.
Cameron, K., & Quinn, R. (2011). Diagnosing and changing organiza onal culture: based on the compe ng values framework (3e ed.). San Francisco, Verenigde Staten: Jossey-Bass.
Ca ani, G., & Ferriani, S. (2008). A Core/ Periphery Perspec ve on Individual Crea ve Performance:
Social Networks and Cinema c Achievements in the Hollywood Film Industry. Organiza on Science 19(6), 824–44.
Colakoglu, S.N. (2011). The impact of career boundarylessness on subjec ve career success:
The role of career competencies, career autonomy, and career insecurity. Journal of Voca onal Behavior, 47-59.
Cor na, L. M., & Was , S. A. (2005). Profiles in coping: responses to sexual harassment across persons, organiza ons, and cultures. Journal of Applied Psychology, 90(1), 182-192.
Dam, K. van (2004). Antecedents and consequences of employability orienta on. European Journal of Work and Organiza onal Psychology, 13, 29-51.
Dean, D. (2008). Age, gender and performance employment in Europe . University of Warwick, UK.
De Backer, P. (2018). Sabam vergeet dat ook vrouwen jazz spelen. De Standaard h ps://www.standaard.be/cnt/dmf20180516_03516879
DeFillippi, R.,& M. Arthur (1994). The boundaryless career: a competency-based perspec ve. Journal of Organiza onal Behavior, 15, 307-324.
De Coen, A., Forrier, A., Lamberts, M., & Sels, L. (2007). Lee ijd en werk. Over inzet en inzetbaarheid van ouderen op de arbeidsmarkt . Eindrapport in het kader van het Viona Onderzoeksprogramma.
De Graeve, L. & Eckhardt, J. (2017). The Second Sound: conversa ons on gender and music. Umland.
De Haan, E., Vos, P., & de Jong, P. (1995). Flexibilisa on of labour. Serie Wetenschappelijke Publica es Na onaal Vakbondsmuseum.
De Heusch, S., Dujardin, A., & Rajabaly, H. ( 2011). De ondernemende kunstenaar, een projectma ge werkkracht . In ‘ De kunstenaar, een ondernemer’, Leuven, LannooCampus.
De Meyer, S. ( 2017). Sensor Rapport. Resultaten van de sensor binnen de sector podiumkunsten en muziek . A en a NV en Sociaal Fonds van de Podiumkunsten.
De Prins, P., Cambré, B., Gielens, T., de Vos, A., & Van Beirendonck, L. ( 2014). Duurzaam HRM: 14:
investeer in duurzame netwerken en sterk sociaal kapitaal . Aalst: Mens en Management Media &
Informa es, 144, 64-67.
De Wilde, T., & De Vos, A. (2009). Loopbaanperspec even op het werk: iedereen proac ef?
Loopbaanzelfsturing bij Vlaamse werknemers . HRM Center, Vlerick Leuven Gent Management School.
DiMaggio, P., & Garip, F.(2012). Network Effects and Social Inequality . Annual Review of Sociology 38:93–118.
Einarsen, S. (2000). Harassment and bullying at work: A review of the Scandinavian approach . Aggression and Violent Behavior, 5(4), 379-401.
Emmerik, I.J., Eeuwema, M.C., Geschiere, M., & Schoute M. (2006). Networking your way through the organiza on: Gender differences in the rela onship between network par cipa on and career sa sfac on . Women in Management Review, vol. 21 (1), 54-66.
Engagement Arts ( 2019). De scheve genderbalans in de besturen van kunstorganisa es. Rekto:verso.
Ferrera, M., Hemerijck, A., & Rhodes, M. (2001) The Future of Social Europe: Recas ng Work and Welfare in the New Economy . In A. Giddens (ed.) The Global Third Way Debate, Cambridge: Polity Press, 114-133.
Fischer, A., Rodriguez Mosquera, P., & Rojahn, K. (2000). Masculiniteit met een feminien gezicht.
Onderzoek naar de rol van organisa ecultuur in de trage doorstroming van vrouwen naar
managemen unc es . Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 123p. Den Haag: Elsevier.
Fischer A., Rojahn, K., Struyck, I. (2002). Het glazen plafond in de culturele sector: feiten en verklaringen . Amsterdam, 48p.
Forret, M.L., & Dougherty, T.W. ( 2004). Networking behaviors and career outcomes: differences for men and women? Journal of Organiza onal Behaviour. Vol. 25 (3), 419-437.
Forrier, A. (2007). De ongebonden loopbaan van een kunstenaar . Courant 80, 12-17.
Forrier, A., & Sels, L. (2005). Het concept employability . Tijdschri voor HRM (3), 47-73.
Fugate, M., Kinicki, A.J., & Ashforth, B.E. (2004). Employability: A psycho-social construct, its dimensions, and applica ons. Journal of Voca onal Behavior, 65, 14-38.
Gazier, B. (2006). Flexicurity and social dialogue, European ways. In M. J. Rodrigues (Ed.), Flexicurity:
References and tools for policy choices: Background notes. Seminar on Flexicurity, Brussels, 18 May.
Gelfand, M.J., Fitzgerald, L.F., & Drasgow, F. (1995). The structure of sexual harassment: a confirmatory analysis across cultures & se ngs. Journal of Voca onal Behavior (47), 164-177.
Gielen, P. (2009). The murmuring of the ar s c mul tude: global art, poli cs and post-fordism. Valiz.
Goudswaard, A. ( 2003). Flexibele arbeid-duurzame arbeid? De stand van zaken na twin g jaar flexibilisering van arbeid . Uitgave: TNO Arbeid, Hoofddorp.
Goudswaard, A., & Nanteuil, M. ( 2000). Flexibility and Working Condi ons A Qualita ve and Compara ve Study in Seven EU Member States . European founda on for the Improvement of Living and Working Condi ons.
Grugulis, I., & Stoyanova, D. (2012). Social Capital and Networks in Film and TV: Jobs for the Boys?
Organiza on Studies 33(10), 1311–31.
Guan, Y., Arthur, M.B., Khapova, S.N., Hall, R., & Lord, R.G. (2019). Career boundarylessness and career success: a review, integra on and guide to future research . Journal of Voca onal Behavior, 110, 390-402
Hall, D. (1976). Careers in organiza ons. Pacific Palisades: Goodyear Pub. Co.
Hall, D. T. (1996a). Protean careers in the 21st century. Academy of Management Execu ve, 10(4), 8-16.
Hall, D. T. (1996b). The career is dead-long live the career: A rela onal approach to careers. San Francisco: Jossey-Bass Publishers.
Hall, D. (2002). Careers in and out of Organiza ons. Thousand oaks, CA: Sage.
Hall, D. (2004). The protean career: A quarter-century journey. Journal of Voca onal Behavior, 1-13.
Handy, C. (1990) . The age of unreason. Boston: Harvard Business School Press.
Handaja, Y, & De Wi e, H. (2006). De impact van kwan ta eve en kwalita eve jobonzekerheid op het welzijn. In: Over. Werk. 2006 (4): 150-157.
Hansen, L. L. (2007). From flexicurity to flexicarity? Gendered perspec ves on the Danish model . Journal of Social Sciences, 3(2), 8893.
Heijde, C. M., van der, & Heijden, B. I. J. M., van der (2006). A competence-based and mul -dimensional opera onaliza on and measurement of employability. Human Resource Management, 45(3), 449-476.
Heijden, B. I. J. M., van der (2011). Als het ge j verloopt, verzet men de bakens [Inaugural lecture about Life-long employability management]. Radboud University Nijmegen.
Heilbrun, J. (2003). Baumol’s Cost Disease. 91-101 in Towse, R. (ed.), a Handbook of Cultural Economics, Cheltenham: Edward Elgar Publishing Limited, 494.
Hennekam, S., & Benne , D. (2017). Sexual Harassment in the Crea ve Industries: Tolerance, Culture and the Need for Change . Gender, Work & organiza on, 24(4), 417-434.
Hesmondhalgh, D., & Baker, S. (2015). Sex, gender and work segrega on in the cultural industries.
The Sociological Review (63 (Suppl. 1), 23-36.
Hesters, D. ( 2019). D.I.T. De posi e van de kunstenaar in het hedendaagse kunstenveld.
Kunstenpocket 3. Brussel: Kunstenpunt
h ps://www.kunsten.be/kunstenin-vlaanderen-brussel/publica es/10287- kunstenpocket-3-d-i-t-do-it-together-.
Hesters, D., & Hillaert, W. (2016). No women’s land? Recto:Verso, november.
Hesters,D., Leenknegt, S., & Tom Rue e, T.(2018). Cherchez les femmes. Genderverhoudingen in direc es van structureel gesubsidieerde kunstenorganisa es. In Cijferboek Kunsten 2018, 389–400.
Brussel: Kunstenpunt. h ps://www.kunsten.be/kunstenin-vlaanderen-brussel/publica es/9473- cijferboek-kunsten-2018
Hillaert, W. ( 2020). Het financiële slagveld genaamd corona. Recto:Verso, maart.
Hillage, J., & E. Pollard (1998). Employability: developing a framework for policy analysis. Department for Educa on and Employment, Research Report No RR85, London: DfEE.
Hofstede, G. (1980). Cultures consequences: Interna onal differences in work-related values. Beverly Hills, CA: Sage.
Hofstede, G., & associates (Eds.) (1998). Masculinity and femininity: The taboo dimension of na onal cultures. London: Sage.
Huang, G.H., Niu, X., Lee, C., & Ashford, S.J. (2012). Differen a ng cogni ve and affec ve job insecurity: antecedents and outcomes . Journal of Organiza onal Behaviour, 33 (6): 752-769.
Ibarra, H. (1995). Race, opportunity, and diversity of social circles in managerial networks. Academy of management journal, 38, 673-703.
Ibarra, H. (1997). Paving an alterna ve route: Gender differences in managerial networks. Social Psychology Quaterly, 60, 91-102.
Inceoglu, I., Segers, J., Bartram, D., & Vloeberghs, D. ( 2008). Age differences in work mo va on. Paper presented at the 23rd Annual Conference of the Society for Industrial and Organiza onal Psychology, San Francisco .
Inkson, K. (2006). Protean and boundaryless careers as metaphors . Journal of Voca onal Behavior, 48-63.
Jacobs, S., & De Prins, P. ( 2012). D uurzame crea viteit, op zoek naar balans en dialoog: de crea eveling als werknemers van de toekomst. CxO magazine, 106, Bornem.
Jacobs, S., De Vos, A., Stuer, D., & Van der Heijden, B.I.J.M. (2019). Knowing Me, Knowing You, the Importance of Networking for Freelancers’ Careers: Examining the Media ng Role of Need for Relatedness Fulfillment and Employability-Enhancing Competencies. Fron ers in Psychologies, 10, 2055.
Janssens, J., & Moreels, D. (2008). Survival in de podiumjungle. De loopbaan van performers in de podiumkunsten (1993-2005) . Brussel: VTI (online)
h ps://www.yumpu.com/nl/document/view/20801231/survival-in-de-podiumjungle-v
Janssens, J., Leenknegt, S., & Hesters, D. (2019). Landschapstekening kunsten 2019. Kunstenpunt.
Klammer, U., & Tillman, K. (eds.) (2001). Flexicurity – Soziale Sicherung und Flexibilisierung der Arbeits- und Lebensverhältnisse. Düsseldorf: WSI-Hans Böckler S ung.
Kleef, M. ( 2017). Deense dromen. De Groene Amsterdammer (36).
Kunstensteunpunt ( 2014). Landschapstekening: landschap van de beeldende kunsten, muziek en podiumkunsten in Vlaanderen.
Lecompte, M.D., & Goetz, J.P. (1982). Problems of reliability and validity in ethnographic research.
Review of educa onal research, 52(1), 31-60; doi: 10.3102/00346543052001031
Leskinen, E.A., & Cor na, L.M. (2014) Dimensions of Disrespect Mapping and Measuring Gender Harassment. Organiza ons Psychology of Women Quarterly 38 (1),107-123.
Leysen, R. (2016). Hiaat tussen muziekopleidingen en professionele veld. (Eindverhandelingen UA-TEW : cultuurmanagement).
Lewis, J., & Plomien, A. (2009). ‘ Flexicurity’ as a policy strategy: the implica ons for gender equality . Economy & Society, vol. 38(3): 433-459.
Lincoln, Y.S., & Guba, E.G. (1985). Naturalis c inquiry. Newbury Park: Sage.
Lu er, M. (2015). Do women suffer from network closure? The modera ng effect of social capital on gender inequality in a project-based labor market, 1929 to 2010 . American Sociological Review.vol 80(2), 329-358.
Madsen, P. K. (2003). ‘ Flexicurity’ through labour market policies and ins tu ons in Denmark. In P.
Auer and S. Cazes, Employment stability in an age of flexibility, Geneva: Interna onal Labour Office, 59-105.
Marsick, V., & Watkins, K.E. (1990). Informal and incidental learning in the workplace . London: Routledge.
Mar nez-Lucio, M., & Blyton, P (1994). Trade union iden ty and the poli cs of flexibility: a
comparison of Britain and Spain. Interna onal Sociological Associa on paper. University of Cardiff.
Maso, I. ,& Smaling, A. (1998). Kwalita ef onderzoek: prak jk en theorie. Amsterdam: Boom
Maxwell, J.A. ( 2005). Qualita ve research design: an interac ve approach. Thousand Oaks: Sage.
McDonald, P. (2012). Workplace Sexual Harassment 30 Years on: A Review of the Literature.
Interna onal Journal of Management Reviews, 14(1), 1-17.
McLaughlin, H., Uggen, C., & Blackstone, A. (2012). Sexual Harassment, Workplace Authority, and the Paradox of Power. American Sociological Review, 77(4), 625-647.
Menger, P.M. (1999). Ar sts Labor Markets and Careers. Annual Reviews 25: 541-74.
Mirvis, P., & Hall, T. (1994). Psychological success and the boundaryless career . Journal of organiza onal behavior, 15, 365-380.
Mortelmans, D. (2011) Kwalita eve analyse met Nvivo . Leuven: Acco.
Mullens, F. ( 2015). Vrouwen in het Muziekmanagement . Universiteit Gent.
Phelps, E. (1972). The sta s cal theory of racism and sexism. American Economic Review, 62, 659-661
Plantenga, J., Remery, C., & Rubery, J. (2007). Gender mainstreaming of employment policies: A compara ve review of 30 European countries. Brussels: DG for Employment, Social Affairs and Equal Opportuni es.
Probst, T.M., & Jiang, L. (2017). European flexicurity policies: mul level effects on employee psychosocial reac ons to job insecurity. Safety Science (100), 83-90
Quin, R. E. (1988). Beyond ra onal management. San Francisco: Jossey-Bass Publishers.
Roe, R.A. (1984). Persoonskenmerken. In P.J.D. Drenth et al. (red.) . Handboek Arbeids- en Organisa epsychologie. Deventer: van Loghum Slaterus.
Sandelowski, M. (1993). Rigor or rigor mor s: the problem of rigor in qualita ve research revisited.
Advances in nursing science, 16(2), 1-8.
Schein, E. H. (1985). Organiza onal culture and leadership. San Francisco, CA: Jossey-Bass.
Schein, E. & J. Van Maanen, (1977). Career development. In J.R. Hackmann & J.L. Su le (red.), Improving life at work. Santa Monica: Goodyear, 30-95.
Schoeters, G. ( 2019). Mid-careers tussen de mazen . Recto:Verso.
Schmid, G. (1998). Transi onal labour markets: A new European employment strategy. Social Science Research Center: Berlin (WZB).
Schramme, A., Van Doninck, D., De Voldere, I., Vermeyen, V., Durinck, E. & Mertens, K. (2019).
Ondernemen in cultuur. Een beschrijvend, prak jkgericht onderzoek naar werken en ondernemen in en financieren van de Vlaamse cultuursector. Universiteit Antwerpen/ IdeaConsult/Cultuurloket.
h ps://www.kunstenloket.be/sites/default/ files/upload/document/file/rapport_
ondernemenincultuur_17mei19_finaal.pdf
Seale, C. (1999). The quality of qualita ve research. London: Sage.
SHL (2002). Mo va on ques onnaire: Manual and user’s guide. Thames Di on: SHL .
Siongers, J., Van Steen, A., & Lievens, J. (2014). Acteurs in de spotlight: onderzoek naar de inkomens en de sociaaleconomische posi e van professionele Vlaamse acteurs. Gent: Universiteit Gent – Onderzoeksgroep CuDOS/Vakgroep Sociologie.
Siongers, J., Van Steen, A., & Lievens, J. (2016). Loont Passie? Een onderzoek naar de
sociaaleconomische posi e van professionele kunstenaars in Vlaanderen . Gent: Universiteit Gent – Onderzoeksgroep CuDOS/Vakgroep Sociologie.
Siongers, J, Lucas P., Lievens, J, & Willekens, M. (2018). Zo man, zo vrouw? Gender en de crea eve sector in Vlaanderen . Universiteit Gent, Onderzoeksgroep CuDOS/Vakgroep Sociologie.
Steendam, L., Van. (2010). Proteus, een nieuwe acteursmythe? Kwalita ef onderzoek naar hybride acteursloopbanen. (Eindverhandelingen UA-TEW : cultuurmanagement).
Stoffers, J., & Heijden, B., van der (2014). Par cipa e van oudere werknemers in innova e: Investeren in employability, een onderzoek in het MKB. Tijdschri voor Organisa e Ontwikkeling (TVOO), 4(2), 52-57.
Sullivan, S., & Arthur, M. (2006). The evolu on of the boundaryless career concept: Examining physical and psychological mobility. Journal of Voca onal Behavior, 19-29.
Sussman, A.L. (2019). The Challenges Female Ar sts Face Mid-Career . Artsy. 11 januari 2019.
Tangian, A. (2008). Is Europe ready for flexicurity? Empirical evidence, cri cal remarks and a reform proposal. Intereconomics, 43 (2), 99-111.
Throsby, D. (1996). Economic circumstances of the Performing Ar st: Baumol and Bowen Thirty Years on. Journal of Cultural Economics 20 (3): 225-40.
Throsby, D., & Zednik, A. ( 2011) Mul ple job-holding and ar s c careers: some empirical evidence . Cultural Trends, 20, 9-24
Towse, T. (1992). The Earnings of Singers: An Economic Analysis. Cultural Economics. R.Towse and A.
Khakee. Heidelberg, Springer-Verlag 209-17.
Van Dam, K., Van der Heijden, B., & Schyns, B. (2006). Employability en individuele ontwikkeling op het werk. Gedrag en organisa e 19 (1).
Van de Velde, W., Hesters, D, & Van Looy, B. (2013). Kunstenorganisa es op zoek naar inkomsten.
Welke businessmodellen zijn haalbaar? In Kunstzaken. Financiële en zakelijke modellen voor de kunsten in Vlaanderen, 4-25. Brussel: Kwarts
Vanhaverbeke, G. (2014). Een verkennend onderzoek naar genderdispariteit in de muziekindustrie bij niet-performers in Nederlandstalig België. Masterproef communica ewetenschappen.
Afstudeerrich ng communica emanagement, Gent: Universiteit Gent. Faculteit poli eke en sociale wetenschappen
Van Langendonck, K., Magnus, B., Bresseleers, M., & De Graeve, L. (2014). Vrouw/man-verhouding in het Vlaams podiumkunstenlandschap. Een genderstudie van 1993 tot 2012. Brussel:
Kaaitheater/VTi/ Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten.
Vansteenkiste, S., Kovalenko, M., Verbruggen, M., Mortelmans, D., De Vos, A., Forrier, A., & Dries,
Vansteenkiste, S., Kovalenko, M., Verbruggen, M., Mortelmans, D., De Vos, A., Forrier, A., & Dries,