• No results found

Klaasje krijgt de pleuris

In document De molenaar en de meid (pagina 122-127)

Meeuwis en Klaasje bekommeren zich nog altijd veel om Klaasjes oom Gerrit en tante Aaltje Hendriks in Hien.

Het echtpaar is kinderloos gebleven. Het opmaken van de balans is voor Meeuwis en Klaasje met hun meelbedrijf een routine. Blijkbaar helpen zij ook oom Gerrit om een overzicht te maken van zijn inkomsten en uitgaven. Oom Gerrit boert nog heel aardig met wat vee en zijn fruit.

Het is een poos geleden dat er een brief kwam van Jaantje van der Weele. Nadat ze in de oorlog Den Haag moest verla-ten, is ze met haar mevrouw ingetrok-ken bij de familie Ten Ham in Voorthui-zen. Na de oorlog is ze met mevrouw naar Amersfoort verhuisd, omdat de schade en woningnood in Den Haag erg groot is. Nog steeds komt ze veel bij de familie Ten Ham. Jaantje en Ten Ham hebben beiden met Klaasje op

“Mariënhof” gewerkt.

Amersfoort, 9 februari 1948.

Beste Klaasje, Melis en kinderen.

Wel bedankt voor je gezellige brief. Het was net of ik met je zat te praten. Ik heb ook nog om je moeten lachen. Je denkt dat ik het zo fijn gewend ben, maar dat zal wel los lopen. Ik kan graag eens naar je toe, maar nog eventjes wachten, want ik heb nog het een en ander op het programma staan. En zo dikwijls kan ik niet weg gaan, want de juffrouw, och die gunt het mij wel, maar ik zorg helemaal voor haar. Want ze kan natuurlijk niets, dat begrijp je. Maar als de dagen een beetje langer zijn en misschien gaat ze zelfs ook wel eens weg. Maar dan doe ik het vast en zeker.

Wij zitten tot 1 mei hier en dan gaan we misschien weer naar Ten Ham voor de zomermaanden. Maar heel zeker is het nog niet.

Ik zou het wel fijn vinden, want ik was er graag. Wat zielig van je moeder, dat ze ook zo slecht ter been is. Nu ik kan er van mee praten. Nu gaat het nogal, hoewel het lopen moeilijk gaat. Ik verzet me er erg tegen. En je zuster is

ook maar een stakker, ja dat zie je, zo heeft iedereen wat. Verleden week zaterdag is juffrouw Ten Ham haar vader overleden.

Je kent hem toch wel, Rozenboom. Hij was ook al 70. De ouwe Ten Ham had voor een poosje terug helemaal geen stem meer, maar dat gaat nu weer. Nu sukkelt hij weer met zijn hart, zo nu en dan aanvallen. Ja, Klaasje, ik zal maar gaan eindigen en ik hoop jullie eens gauw te zien. Een woensdagmiddag ga ik naar Ten Ham. Nu, dag hoor, allen heel veel groeten en nog-maals bedankt voor je brief.

Jaantje van der Weele, Van Maerlantlaan 4, Amersfoort.

Ene Bram van Hoegee schijnt de familie Bouw goed te kennen. Blijkbaar ook een oude kostganger. Of een ex-mi-litair. Hij is in ieder geval goed bekend met de hulp in de huishouding Leida. En zoon Teunis logeert wel eens bij hem.

Boekhouding oom Gerrit Hendriks 1948.

Nunspeet, 22 februari 1948.

Geachte familie.

U zult al wel gedacht hebben, van Hoegee horen we niets meer, die is ons vergeten hoor. Het tegendeel is echter waar hoor. Ik denk nog meerdere malen terug aan de gezellige uren bij u doorgebracht en ben u er dan ook nog steeds dankbaar voor. Ik ben echter de laatste tijd erg druk met m’n werkzaamheden en des avonds met diverse verenigingen enzovoort waar ze mij bij sle-pen. Ik ben dan ook bijna geen avond thuis. Sinds 1 februari ben ik als chef van het magazijn en de expeditie werkzaam bij de Frico fabrieken te Harderwijk. En aangezien het voor mij iets geheel vreemd is kost het mij dan ook veel moeite om zo spoedig mogelijk in te werken. Maar ik red mij wel hoor. Gelukkig staan m’n handen nergens verkeerd voor. Maar hoofdbrekens kost het mij wel. Het begint echter hoe langer hoe beter te gaan hoor. Dus het komt wel voor elkaar. Eén ding scheelt, ik beheers de administratie volkomen en dat is een grote voorsprong. Het is een bedrijf dat haar hoofdbedrijf van ongeveer honderd man in Harderwijk heeft. Verder nog een afdeling in Amsterdam van ongeveer vijftig man, Groningen ongeveer twintig enzo-voort. Zij heeft alleen in Nederland ongeveer veertig reizigers op pad, dan kunt u zelf wel nagaan. Verder openen ze volgende maand een bedrijf in Amerika en zo gaan ze maar door. Ze fabriceren hier onder andere allerlei soorten soepen, alle soorten pudding, juspoeder, vermicelli, macaroni, aroma’s enzovoort. Verder wordt er over enige tijd een fabriek van suikerwerken en een koffiebranderij geopend. De laatste echter in Groningen. Zoals u dus ziet wel een bedrijf waar muziek in zit. Tot zover over mijn werkzaamheden. Hier bij mij thuis is alles best. Allen zijn we zo gezond als een vis. Jan is nog steeds dezelfde dikke knaap van altijd en Brammie gaat hem achteraan. Die begint al zo lekker te kletsen. Wel nog wat krom, maar hij kan zich toch verstaanbaar maken. Het is dan ook een leuk kereltje. Met Alie gaat het goed. Hoe kan het anders, hè, als de baas maar thuis is dan gaat het altijd. Ons huis wordt binnenkort geheel opgeknapt. Het materiaal ervoor ligt al beneden. Het wachten is nu op mooi weer dat ze het dak kunnen beginnen met openbreken. Ook dat komt dus voor elkaar. Hoe is het verder bij u?

Alles nog goed? Ook met de jongens en met Leida? Is Leida al in ondertrouw? Enfin, je zegt haar maar dat ik iedere dag uitzie naar een huwelijksaankondiging van haar en de grote onbekende. Hoe maakt Teunis het op school? Wel goed zeker, hè?

Wanneer kom je weer eens van zaterdag tot maandag, joh? Van harte welkom hoor. In de kajuit is ruimte genoeg. Hoe gaat het met de zaak? Zeker wel druk, hè? Heeft u al een nieuwe vrachtwagen of ook nog niet? Enfin, dan bent u de enige niet, hoor. Hoe gaat het met Leida haar broers in Indië? Komen ze al gauw terug? Enfin, ik hoor wel eens gauw weer iets van jul-lie hè? Allen de groeten van ons hier in Nunspeet.

Jullie Bram

A. van Hoegee, Dorpsstraat 1, Nunspeet.

Piet en Teunis zijn erg gek op de hulp Leida Jacobs. Leida geeft de zorg en gezellig-heid die ze soms van hun moeder Klaasje missen.Klaasje is namelijk erg druk met de zangvereniging, de plattelandsvrouwen en het afleggen van bezoekjes. Later trouwt Leida met Dirk van den Brink.

Van tante Aaltje komt er met regelmaat vers nieuws uit de Betuwe. Nu meldt ze dat de vader van Jet Hoogakker ernstig ziek is.

Hien, 3 maart 1948.

Beste Melis en Klaasje.

Volgens mijn belofte zou ik jullie nog eens een keer schrijven hoe het met Hoogakker ging.

Nu ome Gerrit is in die tijd nog eens wezen kijken. Toen sliep hij, maar vrouw Hoogakker meende toch wel dat er iets beterschap was, want aan de linkerkant is hij lam. Maar nu kon

hij zijn arm weer iets opbeuren en ook werd zijn been pijnlijk. Dus daar schijnt ook weer gevoel in te komen. Het zou nog wel kunnen dat hij nog een beetje opknapte, maar zijn leeftijd is ook al hoog, nietwaar? Het is toch zo erg en er is zoveel tobberij aan verbonden. Gelukkig dat ze allemaal maar bij mekaar zijn. Dan kunnen ze mekaar helpen. Wij kregen vanmorgen nog een dood bekendmaking van de vrouw van T. Crum uit de Zandvoort. Die was ook al lang ziek geweest. Ze was 64 jaar geworden. Ze schrijft met haar van Van Dulleme. En verder is alles nog zo het oude. Oom Herman en tante Neeltje zijn er nog niet geweest.

Ik denk dat ze nog niet helemaal beter zijn. Ik zal ze ook eens even een kaart sturen. Oom Gerrit en ik zijn maandagmiddag nog naar Andelst geweest. Daar was het biddag voor het gewas. Daar was een dominee De Gruiter van de oudgereformeerden. Die droeg nog een steek en een bef. Maar ik wou wel dat je die eens gehoord had. Wat zit die man er donker in voor land en kerk. We zullen het wel eens vertellen als je eens komt. Ik heb Netta na mijn verjaardag nog niet gezien. En dan verlang ik altijd weer naar haar. Oom Gerrit is verleden week nog even bij Jet geweest. Hij kwam er voorbij en toen ging hij eens gauw naar haar vader vragen. Nu Klaasje, ik schrijf nog wel eens. Als je niets hoort, dan denk maar dat het nogal goed is. Vele groeten aan allen. Van je liefhebbende tante Aaltje. Netta is vanmiddag nog geweest. Klaasje, je moet nog veel groeten van haar hebben, hoor. Ome Hend uit Arnhem wordt dinsdag bij leven en welzijn tachtig jaar. Die mag je ook wel een kaart sturen. Misschien gaan ome Hannis en oom Gerrit en Kees er na de middag naar toe. Maar ze schrijven niets, dan is het een verrassing. Nu daag. En tot ziens.

Op  maart 948 wordt bij Klaasjes zus Eefje en haar man Aart Vaarkamp een derde kind geboren, Aart ge-naamd.

Zijn roepnaam wordt Adrie.

Jaantje gaat, zoals ze gehoopt had, voor de zomer-maanden weer verhuizen naar de familie Ten Ham in Voorthuizen.

Jaantje is inmiddels 64 jaar oud en nog steeds dienst-bode. Dat valt niet mee.

Amersfoort, 12 april 1948.

Beste Klaasje.

Je al wel denken, die Jaantje is ook een mooie, maar ik ben nog niet in de gelegenheid geweest om eens bij je te komen. Maar ik kom wel, hoor. Je moet dan weten dat ik de laatst weken in de lappenmand ben. Ik had al heel lang het erg in mijn benen, maar nu kreeg ik voor een paar weken terug hevig het spit. Nu ik wist niet waar ik het zoeken moest. Ik ben toen naar een specialist gegaan en nu word ik driemaal in de week bestraald. Nu, daar heb ik wel baat bij, maar beter is het nog niet. Als ik op straat loop, dan kom ik haast niet vooruit. Het doet me zo’n pijn. Ik geef het niet gauw op, maar zo nu en dan weet ik niet waar ik het zoeken moet. Gaat het bij jullie allen nog goed? Je bent zeker druk aan de schoonmaak? Zeg Klaasje, we gaan 1 mei weer terug naar Ten Ham, hoe vind je dat? Waar we nu zijn kunnen ze ons niet houden en je krijgt verder niets en de juffrouw wil weer hebben dat ik zelf kook, want dat eten in een pension dat is niets. Dus Klaasje, houd het maar ten goede, ik kom vast eens bij je. Wat een fijn weer al, hè? Fijn weer om schoon te maken. Ik krijg dadelijk weer een hele verhuizing.

Je hoort nog wel eens wat van mij. Ik hoop dat het jullie allen goed gaat. Ontvang dan heel veel groeten, ook aan je man en kinderen.

Van Jaantje.

Klaasjes moeder op “Het Middelstuk” in Lunteren is ook hard aan het werk. De voorjaarsschoonmaak moet na-tuurlijk gedaan worden, ook al ben je bijna tachtig jaar. Ook nu zijn nog distributiebonnen nodig. Voor het eerst lezen we dat Klaasje niet goed is.

Lunteren, 3 mei 1948.

Beste Meeuwis en Klaasje.

Hierbij zenden we u de voerbonnen. Dan weet je tenminste wat wij nog te goed hebben. Het meeste is al in ons bezit. Dan kun je als je eens gelegenheid of tijd hebt het restje brengen. Ik ben zo nieuwsgierig hoe het met Klaasje gaat. Ik hoor maar nergens van en het is wel in de meeste gevallen geen

tijding goede tijding en dat hoop ik nu ook wel.

Maar ik wou toch liever maar eens weten hoe of het gaat. Dus verwacht ik in ieder geval als er niemand komt een paar regeltjes of brief of briefkaart. Verleden week is Eefje een middagje geweest met de kleine jongen in de wagen. Ze kwam in een grote rommel en ze heeft me flink helpen werken. Daar was ik blij mee. De schil-ders waren aan het behangen in de woonkamer.

Ze waren zowat klaar en die had ook de zolder voor me gewassen, dus dat was heel makkelijk.

Toen heeft Eefje verder alles afgenomen en de kast schoon gemaakt en nu is dat alles weer op zijn plaats. Zaterdag is de metselaar klaar ge-komen in de slaapkamer en Gijsje is er geweest tot ’s middags twee uur met alles in de kamer weer op te ruimen en af te nemen. Ze heeft er veel werk mee gehad om de kalk en cement overal weer af te krijgen. ’t Was eigenlijk veel te druk voor haar alleen, maar afijn, toen ze weg-ging zag het er weer heel knap uit. Ik heb zelf

’s avonds de gordijnen nog gehangen. Ze zijn Hulp in de huishouding Leida

Jacobs.

Adrie Vaarkamp geboren 3 maart 1948.

Aart van den Brink, Klaasjes stiefbroer, met zijn vrouw Jaantje Haverkamp in het jaar 1948. De vier zonen zijn: staand tussen vader en moeder Evert

(02-12-1938), helemaal rechts Marinus (09-07-1941), direct naast vader zit Aart (08-07-1945) en tenslotte baby Hendrik (14-11-1947).

Twee zoontjes zijn overleden: Jan (14-07-1935 tot 09-02-1936) en Jan (06-12-1936 tot 31-05-1937).

46 47 er nog weer aardig heelhuids voor gekomen. Ik ben blij dat de grote rommel weer aan kant is. Nu moeten we de keuken nog en

op de deel nog witten en hokken schoonmaken en wanneer of Gijsje nog eens weer zal komen, weet ik ook niet. Het is eigenlijk veel te druk voor haar. Nellie moet vrijdag naar het ziekenhuis en moet daar vijf dagen blijven. Dat is ook nog een hele onder-neming. Het zal haar ook nog wel tegenvallen, maar we zullen maar hopen dat alles goed afloopt. Als Meeuwis komt had Jan graag dat hij de rekening mee brengt voor de commies. Dat weet hij wel. Nu ontvang verder onze hartelijke groeten.

Je moeder.

Ik heb vandaag gewassen en het is zowat allemaal alweer droog. De kleine Pietje bij Beb was gisteren – zondag- weer lang niet in orde, maar overgegeven en koorts en hij hoest zo vast. Hij had natuurlijk weer kou gevat.

Een week later komt er een briefje van nichtje Nelly Roelofsen, de dochter van Klaasjes zus Gijsje. Ze schrijft vanuit het ziekenhuis en heeft de operatie goed doorstaan. Klaasje is blijkbaar echt niet gezond, want er moet nog een onderzoek volgen.

Ede, 10 mei 1948.

Beste tante Klaasje,

Hoe gaat het met jou? Met mij zo’n beetje. Ik was vrijdagmiddag om twee uur geholpen en dat deed me toch zo’n zeer. Ik wist geen raad. Ik hoorde mijn eigen gillen en ik zag die dokter lopen met van die tangen. En je kreeg een beugel in de mond en een kapje voor je gezicht en daar moest je toen aan ruiken. Nou, als je toch eens wist hoe benauwd of ik het kreeg en zo zeer als dat deed. Dat kun je gewoon niet geloven. Maar ik ben nou toch maar blij dat het achter de rug is, hoor. Afijn, naar het schrijven moet je maar niet kijken, want dat gaat op bed nou niet zo netjes. Dan krabbel je er maar iets op. Zeg, laat Teunis ook eens komen kijken. Er is nog geen mens geweest als moeder een paar keertjes. Dan heb je ook wel eens graag dat er eens een ander komt. O, moe is van de week bij je geweest, hè? En jij moet volgende week naar Hora voor onderzoek heb ik gehoord. Nou, dan maar van harte beterschap en hopende dat het goed zal gaan. Nou allemaal het beste en de hartelijke groeten van Nelly Roelofsen, Julianaziekenhuis.

Teunis komt een keer. Ik ben ook bij Teunis geweest.

Klaasje is blijkbaar ziek en is naar het ziekenhuis geweest voor onderzoek. Het lijkt vooreerst nogal mee te vallen.

Tante Aaltje schrijft dat ze bij Netta is geweest en daar kan blijkbaar al getelefoneerd worden. Een moderniteit! Ook lezen we van de inzet van Nederlandse militairen in Indië. Het is de tijd van de politionele acties in Indië, in de strijd tegen het onafhankelijksstreven van de Indiërs.

Hien, 12 mei 1948.

Beste familie.

Hoe gaat het met je, Klaasje? Ik was gisteren even bij Netta en wij waren zo nieuwsgierig dat wij even opbelden. Moeder had geschreven dat je voor onderzoek naar Ede moest, maar zoals wij nu gehoord hebben valt het gelukkig nog mee. Het is wel erg voor je in die mooie lentetijd als je in het bed moet blijven, maar nu het maar weer vooruit gaat is dat misschien ook weer gauw voorbij. Wij maken het samen gelukkig nog goed. Gisteren kwamen Jo en Kees. Kees gaat morgen weer weg. Eerst nog een nachtje in de kazerne slapen in Nijmegen en dan vrijdag op de boot naar Indië. Jo was nu al een beetje zenuwachtig. Die blijft nog een maand of drie hier. Het valt ook niet mee voor haar, nietwaar? Met Hemelvaartsdag hebben wij Gillis met Marie de hele dag gehad en Sjaak van Ee met zijn vrouw en dochtertje, dus vijf man te eten. Maar ik wist het en ik kon alles zo uit de kelder halen en Marie heeft mij goed geholpen en de vrouw van Sjaak ook. En ze bleven tot half negen ’s avonds. Ze gingen op dezelfde bus samen naar huis. Zeg Klaasje, nu rijdt er ook een bus, ja wel meer natuurlijk, over Lakemond en Randwijk en Lexesveer en zo vervolgens in Blauwlek. Vlakbij Dirk kun je uitstappen. Mijn kaart is vol. Schrijf ook eens gauw hoe het gaat.

Hoogakker kan weer lopen. Hij zit weer buiten. Vele groeten van ons drietjes en de meeste van je liefhebbende tante Aaltje.

In 947 besloot het Nederlandse kabinet kosten noch moeite te sparen om Indië voor Nederland te behouden.

Nederlandse soldaten werden naar Indië verscheept en in de loop van het jaar werd de troepensterkte op Java en andere belangrijke eilanden gebracht op ruim 60.000 man. Daarmee kon op  juli 947 een zogenaamde Politio-nele Actie worden ondernomen. Bijna heel Java en Sumatra werden weer onder het Nederlandse gezag geplaatst.

In 948 vindt de tweede Politionele Actie plaats waaraan nu ruim 00.000 Nederlandse militairen deelnemen.

948 is ook het jaar dat koningin Wilhelmina na een regeerperiode van 50 jaar afstand doet van de troon. Op 6 september 948 wordt kroonprinses Juliana ingehuldigd als koningin.

Klaasjes ziekte heeft een naam gekregen. Ze heeft natte pleuris en moet flink het bed houden. Gelukkig is hulp

Klaasjes ziekte heeft een naam gekregen. Ze heeft natte pleuris en moet flink het bed houden. Gelukkig is hulp

In document De molenaar en de meid (pagina 122-127)