• No results found

De jaren vijftig en zoon Teunis naar Suriname

In document De molenaar en de meid (pagina 131-138)

Het is 95 geworden. De oorlogsjaren liggen inmiddels al weer zes jaar achter ons. De wederopbouw heeft ons land flink veranderd. De tijden zijn ook veranderd. Veel technische snufjes doen hun intrede en worden verwor-venheden voor gewone burgers. De telefoon is daar één van. Als ook Klaasje en Meeuwis en diverse familieleden en vrienden een vaste telefoonaansluiting krijgen, worden er minder brieven geschreven. Op  oktober 95 gaat in Nederland de televisie van start met de eerste landelijke uitzendingen. Een nieuwe wereld gaat voor veel Ne-derlanders open. Meeuwis en Klaasje behoren tot de eerste Harskampers met televisie! De eerste helft van de twin-tigste eeuw is nu echt voorbij. In de laatste hoofdstukken van dit boek krijgen we in vogelvlucht enkele hoogte- en dieptepunten uit de tweede helft van de twintigste eeuw, wat ook de tweede helft is van het leven van Klaasje en Meeuwis. De kinderen Teunis en Aart Pieter worden groter. Ze krijgen beiden verkering en gaan trouwen. Het huis aan de Molenweg wordt leger. Meeuwis en Klaasje geven een andere invulling aan hun leven. Brieven vormen daar een steeds kleiner onderdeel van. Toch komt er nog met regelmaat post van oude bekenden en een enkele nieuwe penvriendin.

In de Betuwe verandert er veel. Oude bekenden vallen weg. Na Klaasjes vriendin Jet overlijdt op 4 juni 95

ook haar vader, de heer Hendrik Jan Hoogakker, in Dodewaard op 79 ja-rige leeftijd.

Op 5 januari 95 wordt Klaasjes moeder Petronella Hendriks tachtig jaar. Dit wordt uitgebreid gevierd.

Rond het jaar 95 treedt Henk van Uffelen, de man van Klaasjes zus Bertha, als chauffeur in dienst treedt bij de meelhandel van de Gebroeders Bouw.

Vriendin en nicht Netta is nu enkele ja-ren moeder. De kleine Jan Vink groeit voorspoedig op. Zo nu en dan schrijft ze toch nog een briefje aan Klaasje.

Als ze over oma schrijft bedoelt ze de moeder van haar man Henk Vink, die waarschijnlijk bij hen in huis woont.

Zetten, 23 maart 1952.

Beste Clazientje!

Ik heb in zo’n lange tijd niets meer van jullie gehoord, ik zal zelf maar eens een lettertje pennen. Hoe gaat het zo met jullie?

Allen gezond hoop ik? Met ons gaat het op ’t ogenblik ook weer goed. We zijn anders weer een hele tijd in de lappenmand geweest. Ieder op de beurt. Eerst heb ik voor een poos geleden oogontsteking gehad. Ik heb tabletjes en druppels van de dokter gehad en zachtjes aan is het weer over gegaan gelukkig. Oma heeft een week of zes met bronchitis in bed gelegen en zit nu ook weer in de kamer en Jantje heeft ook bronchitis gehad. Dat was een hele toer om die kleine wilde man in bed te houden.

Want ziek was hij er gelukkig niet bij. Als het nu goed weer is, en geen koude wind, mag hij weer naar buiten. ’t Wordt anders een lieve schat, en bij de hand. Klaasje, daar sta je versteld van, voor zijn twee jaren. Ik had jou ook nog verwacht met zijn verjaardag. Hij kan al zo veel versjes zingen. En praten doet hij heel de dag. ’s Middags slaapt hij nu niet meer, maar ’s avonds gaat hij al om zes uur naar bed. Als hij het bed aanraakt slaapt hij. Even wordt hij wakker om een plas te doen en tuft dan verder door tot ’s morgens acht uur. Dus dat gaat best, hè? Ben je ook al aan de schoonmaak? Ik heb al een goed begin.

De logeerkamer en overloop nog, dan ben ik boven klaar. Ik doe het alleen, ik moet er wel vaak af, maar enfin, ik ben vroeg begonnen. Dan doe ik er maar een beetje langer over. ’t Is mijn eigen werk. In Opheusden is ook alles oké. De kleine Mettie wordt toch zo’n lieve meid. Ze groeit als kool. Ik geloof dat het bij de verdere familie ook alles goed gaat. Maar ik ga ook niet zo vaak uit tegenwoordig. Hier zijn de laatste tijd zoveel mensen gestorven in de buurt. In een jaar tijd zes mannen dicht in de omtrek. Verleden week maandag notaris Hofland zomaar plotseling. Hij had niks gemankeerd. Hij had even van tevoren

nog samen thee zitten drinken en een acte ingeschreven en hij zakt in elkaar en is dood. Hij was pas 48 jaar en had een vrouw en vijf kinderen. Wat kan je toch weinig vooruit zeggen, hè? De vorige zondag nog gezond en wel en nu al dood en begraven.

En voor een poosje geleden mijnheer Tintelman. Die was ’s morgens nog aan ’t sneeuw vegen buiten en ’s avonds kreeg hij hartkrampen en dood.

En nu er tegenover mijnheer Kugel. Die had bronchitis en kreeg trombose en is gisteren gestorven. ’t Is toch akelig zo achter elkaar. Maar nu eens een ander praatje. Ik zit op het ogenblik in de zakdoekenclub. Ik zal voor jou ook een brief overschrijven.

Je moet er ook aan mee doen, Klaasje. Het is zo leuk. Ik heb al zestien zakdoeken en dan iedere keer wat van de post in de bus.

Uit alle delen van het land. Ik geloof dat ik uit alle provincies al gekregen heb. Mevrouw Zijlstra had er al 24. De post lacht al als ik hem zie komen. En dan Jantje, “Mamma zatdoet?” Anders laat je Teunis of Piet maar eens even schrijven. Jij hebt zo veel kennissen die je er een kunt sturen. Nu Klaasje, schrijf jij ook weer eens een lettertje? Of kom je zelf weer eens buurten?

Of moet er eerst weer een jarig zijn? Nu dag, veel groeten ook voor Meeuwis en de jongens, van Netta en Henk. Gaan de jongens nog in Wageningen op school? Ook de groeten van oma hoor. Ze zegt het nog apart. Nu heb ik je nog niks over Henk geschreven. Hij maakt het op ’t ogenblik goed. Ook al hoesten en proesten. Als het weer maar wat zachter wordt zal het wel beter worden. Hij vond het ook zo erg van mijnheer Hofland. Hij is vanmiddag nog op ’t kerkhof wezen kijken bij zijn graf.

Ze hadden zoveel samen gewerkt de laatste tijd. Nu dag.

Netta

Op Texel woont Ger Boesveld, Klaasjes vriendin van zangvereniging Advendo uit Harskamp. Haar ouders had-den een kruihad-denierswinkel in Harskamp en vertrokken begin jaren ’50 naar Eerbeek. Na haar huwelijk met Jan van Maldegem is zij op Texel in het dorp De Cocksdorp gaan wonen. We krijgen via haar een indruk van het opko-mende toerisme en de groeiende welvaart, zeven jaar na de verwoestende oorlog.

Madura, De Cocksdorp, Texel, 2 juni 1952.

Beste familie Bouw,

Hartelijk wil ik u bedanken voor de brief met gelukwensen welke ik ter gelegenheid van mijn verjaardag van u mocht ontvan-gen. Hoe maken jullie het? We hopen van nog steeds goed.

Wij kunnen gelukkig zeggen ’t gaat ons best. We zijn gezond en wat wil je dan nog meer?

Ja, ik heb werkelijk een prettige verjaardag gehad. Mijn vader en z’n broer, mijn oom dus, kwamen samen per solex op bezoek.

Leuk hè? Dat was echt een verrassing. Alleen was het toen ze weer gingen zulk slecht weer, dat ze per trein terug moesten.

Dat was wel jammer.

Zijn jullie nog met de Plattelandsvrouwen naar de Jaarbeurs geweest? Wij wel, met een bus vol. Ik vond het prachtig alle-maal. Alle dingen zul je niet direct zelf in je huis willen en kunnen invoeren, maar er was toch veel te leren. Onze vereniging is nu weer met zomervakantie tot september. De meeste mensen houden pension en kunnen dus na mei niet meer op de ver-gadering komen. In september zal Mary Pos voor ons spreken. U weet wel, die schrijfster die ook altijd in de Spiegel schrijft over haar reizen. Ik wil u nogmaals bedanken voor dat beeldige theezeefje. Ik ben er toch zo mee in mijn schik. Ik gebruik het geregeld en denk dan altijd aan de molenaarsfamilie uit Harskamp. Gaat het met de jongens nog altijd goed op school?

Afgelopen week hadden we meneer De Beurs nog een avond op bezoek en heeft Jan al zijn graan van de vorige oogst aan hem verkocht. Ik heb nog steeds niet helemaal m’n schoonmaak klaar. Het achterhuis moet nog een beurt hebben. Maar ’t is nogal een groot huis en voordat je dat in je eentje dan helemaal van boven tot onder schoon hebt, zijn er wel een paar weekjes mee gemoeid. Maar ik zal onderhand eens stoppen. Ik heb al verschillende brieven geschreven en dus haast kramp in m’n vingers.

Het beste met u allen en hartelijke groeten van Jan en Gerri van Maldegem-Boesveld.

Mary Pos. Nog zijn er mensen die zich haar stralende glimlach herinneren, en niet toevallig zijn dat vooral mannen. Mary hield van mannen, bij voorkeur stoere vlie-geniers in uniformen. Dat kwam goed uit, want zij reisde graag en veel. De weerslag van haar observaties en avonturen zijn vervat in verschillende boeken en artikelen.

In twee boeken verhaalt ze over haar reizen door Indië, een land dat veel indruk op haar maakte. Als dochter van een evangelist had ze vooral belangstelling voor het zendingswerk dat ‘heidenen’ de christelijke redding bracht. Ook was Mary geïnte-resseerd in de positie van de Nederlandse vrouw en de emancipatie van de Indone-sische vrouw. Dat Indë een Nederlandse kolonie was en moest blijven, vond zij evi-dent. Als vrouw met moed bezoekt ze de melaatsen-kolonie Plantoengan, gelegen boven Semarang. Zij interviewt verpleegsters en ziet de zieken als mensen, niet als gevallen die geïsoleerd moeten worden. Mary kon meer dan schrijven. In de loop der jaren hebben duizenden mensen haar lezingen bezocht om te luisteren naar haar reisverhalen en betoverd te raken door haar glimlach, krullen en sensuele figuur. In de jaren ‘40 komt er een valse aanval van Het Parool, waarin ze beschuldigd wordt van journalistieke collaboratie. Het was een geslaagde manier om een populaire col-lega af te branden. Andere bladen nemen het voor haar op zoals Vrij Nederland, Moeder Petronella Hendriks wordt 80 jaar. Achteraan v.l.n.r.

Gijsje Roelofsen-van Harten, Bertha van Uffelen-van Harten, Eefje Vaarkamp-van Harten. Zittend, links moeder

Petronella van den Brink-Hendriks, rechts Klaasje Bouw-van Harten.

Mary Pos 1904-1987.

6 6

Trouw en het toenmalige Ons Vrije Nederland. In 945 volgt volledige rehabilitatie, maar haar carrière is dan al beschadigd. Mary is evenwel niet klein te krijgen. Ze blijft reizen, publiceren en er charmant uitzien. Het publiek adoreert haar. Ze verdient fors door in verschillende advertenties te verschijnen, spreekt voor de AVRO-radio en laat zich in 958 huldigen door burgemeesters en ambassadeurs. Er wordt zelfs een Mary Pos-tulp gekweekt. Het jaar daarop trouwt ze met de Amerikaanse professor E. Malcom Caroll. Na drie maanden is Mary weduwe, maar al snel vindt ze nieuw geluk met de Engelse ingenieur E.W. Dowdesdell. Jaren van reizen volgen. Een boek over Zuid-Afrika roept een nieuwe golf van kritiek op. Heeft zij haar strijdlust verloren? Het lijkt erop. De laatste jaren van haar leven wijdt ze zich aan de dieren-en vogelbescherming. In de jaren ‘70 besteden nog maar enkele kranten aandacht aan haar indrukwekkende loopbaan in de reizende journalistiek. Bij haar dood op 8 december 987 is de aandacht nog kleiner. Een overlijdensadvertentie in De Telegraaf. En een In Memoriam in Trouw.

Tante Aaltje schrijft dat Steven Crum, de weduwnaar van Klaasjes vriendin Jet, op het punt staat te hertrouwen.

Hien, 19 juli 1952.

Beste Klaasje en Melis en kinderen.

Daar Klaasje maandag bij welzijn haar geboortedag hoopt te herdenken zo komen wij u samen hartelijk feliciteren met deze dag. Eerst vooral de jarige en verder Melis en de kinderen. En wij hopen dat deze dag voor u allen nog heel dikwijls mag wederkeren in de beste gezondheid hoor, met allen die u lief zijn. Hoe gaat het met u allen? Wij hopen van goed. Eefje en Aart Vaarkamp zijn voor een dag of tien geleden een poosje bij ons geweest met Adri en Nellie. Toen hebben ze ons 25 jonge hennen gebracht en toen vertelden ze ons dat je moeder weer niet erg in orde was. De bloeddruk was te hoog en ze kon niets uitzetten, zo moe was ze. Het kon ook wel van de warmte geweest zijn. En nu hebben wij niets meer gehoord. Als je eens even de tijd hebt moet je toch eens schrijven of het weer opknapt. Wij maken het samen nog aardig goed, de drukte van het hooi is gelukkig weer voorbij en nu is het op ’t ogenblik nogal rustig. Logees heb ik ook nog geen last van. Neeltje en Herman zijn er van de zomer nog niet geweest. Wij hebben vanmorgen een brief van hen gehad. Ze schreef dat ze van plan waren om in het laatst van juli of begin van augustus te komen. Dus wanneer weten wij nog niet, dat zullen ze wel nader schrijven.

Wij hebben voor de vaste waarheid horen vertellen dat Steef Crum ook weer heel gauw gaat trouwen. Ze hadden het over in het laatst van deze maand, met een tante van Gerrit van Manen, de man van Marietje Hoogakker. Als het goed gaat en als ze goed voor de kinderen is, dan is het ook maar beter voor allemaal. En oom Gerrit is een woensdag nog een poosje in Andelst geweest. Daar ging het ook nog aardig goed. Johannis en Jaan waren van plan om ’s middags even naar Nellie te gaan, want die tijd schiet ook al hard op. In augustus verwachten ze weer een baby. Ze krijgen bij ome Hannis in oktober inwoners in huis. Jonge mensen zonder kinderen. Ze hadden verteld dat die vrouw nu de was al deed en de boel gedurig eens op kwam knappen. Het is veel beter en dan hebben ze ’s nachts ook altijd hulp als het nodig is en vooral als het winter wordt. En bij Netta gaat ook zover wij weten alles goed. Dinie uit Delft is er nu geregeld. Die heeft kennis gekregen aan een jongen van Verweij van de Wuurt en zodoende is ze nu veel liever hier dan in Delft. Het is niet die Verweij die er vroeger woonde en daar is het ook geen familie van, maar wij kennen er niets van. Ze gaan samen veel fietsen. En de kleine Jan maakt het best.

Ik hoop Netta een dinsdag te zien in Opheusden. Dan is Dirk jarig. Nu Klaasje, wij wensen jullie samen een heel gezel-lige verjaardag en doet de familie onze hartelijke groeten van je liefhebbende ooms en tante Aaltje. Je moet maar niet op het schrijven letten.

Op  augustus 95 hertrouwt Steven Crum met Elisabeth (Bets) Jansen, een nichtje van Gerrit van Maanen, de echtgenoot van Jets jongste zus Ma-rietje. Steven is fabrieksarbeider bij de jamfabriek Geurts te Dodewaard. Hij is daar in het buitenwerk. Dat betekent het plukken van appels en peren.

Op boerderij de “Oude Maat” onder Barneveld gaan de jaren ook tellen in het gezin van Meeuwis’ broer Evert en zijn vrouw Marie. Zoon Ap (Al-bert), geboren op 4 september 9 in Lunteren, is op  september 95

getrouwd met Hendrika (Riek) Jakobs, geboren op 0 oktober 9 in Apel-doorn. Het stel is nog erg jong, Ap is net 0 jaar en Riek slechts 9 jaar. Het baart moeder Marie wel wat zorgen.

“Oude Maat”, 12-10-1952.

Beste allemaal.

Jongstleden vrijdag mochten we jullie kaart ontvangen. We waren er blij mee, hoor en nu haast ik me jullie ook wat van ons te doen horen en je vragen te beantwoorden. Gezien dat het met de pink vooruit blijft gaan. Wat heeft dat dan ook lang geduurd, hè? Ja, dat zal wel een pijnlijke geschiedenis geweest zijn.

Dokter je nog? En is het uw zin dat de nagel eraf gaat? Kun je er nu mee in ’t

water komen? Want dat lijkt me ook haast niet na te komen als dat niet mag. Ja, wat het trouwen van Ap betreft is het een dag geworden waar allen met genoegen op terug zien. Wat trof het fijn, dat je zo mee kunt dan. Er was ruimte genoeg in de wagentjes en dat is dan erg plezierig, die belangstelling van allen. Zij vonden het ook fijn, zowel van jou als van tante Annie en oom Johan. ’t Moet ook maar kunnen zo meteen, hè? Die zijn met tante Iet en Grie mee naar Schoonhorst gegaan tot ’s avonds laat en toen naar hotel De Roskam. Daar geslapen en ’s morgens verder op hun vakantietochtje.

Ik had hen ook nog wel

nog wel blijven zal ook, ’s morgens en ’s avonds in hoofdzaak. Het weghelpen en het wat klaar zetten als ze er ’s avonds nog zijn blijft nog heel lang. Dat kan ik niet anders geloven. Ze maken het beide goed. Riek was gistermiddag nog even met de fo-to’s aan huis, gemaakt door Wijnand, haar broer. Alle fofo-to’s erg goed en ook geen mislukte. Ze zijn helder. Eén is er bij, waar haar schoonzus Eefje op staat met de bloempot in haar hand en haar hoofd iets bewogen, waardoor zij minder duidelijk is, wat wel jammer is. Jij staat er op alle foto’s goed op. De één beter en zelfs wel mooi vind ik, de ander iets minder, maar allen goed.

Die van de fotograaf zijn ook allen goed, maar dat zijn er zoveel, je kunt ze niet missen, maar de groepen vind ik veel leuker en aardiger dan die van de fotograaf.

Riek zei nog, dat ze er een keer mee in Harskamp komen, dan kun je ze allen zien, voor ze weer naar hun afkomst terug gaan.

Ja, ’t was ook een heel leuke familie, die allen samen, gezellig en gul. ’s Avonds kwamen er nog veel, meer dan ik verwacht had. We vonden ’t erg hartelijk van allen, temeer daar ze toch nog zo jong zijn. En zorgen erover dat het niet gaan zal hebben we ook nog niet.

Dus maar niks over tobben, alleen maar hopen dat het goed mag gaan. Dus Gijsje gaat dan ook goed, anders ga je naar geen bruiloft. Ben je donderdag nog in Essen geweest? Daar was toen ook alles nog goed? En met Bertha, gaat het met haar ook goed en je ouders? Tante Iet haar voet gaat goed vooruit. Aan haar lopen zie je het niet meer. Toch geloof ik dat ze wel oppast met lopen, of die recht op de grond terecht komt en niet in een gat of bobbel. Onze Teunis heeft weer een zweer gehad en

Dus maar niks over tobben, alleen maar hopen dat het goed mag gaan. Dus Gijsje gaat dan ook goed, anders ga je naar geen bruiloft. Ben je donderdag nog in Essen geweest? Daar was toen ook alles nog goed? En met Bertha, gaat het met haar ook goed en je ouders? Tante Iet haar voet gaat goed vooruit. Aan haar lopen zie je het niet meer. Toch geloof ik dat ze wel oppast met lopen, of die recht op de grond terecht komt en niet in een gat of bobbel. Onze Teunis heeft weer een zweer gehad en

In document De molenaar en de meid (pagina 131-138)