• No results found

45 meegedaan?

Voordat we gaan beginnen aan het interview wil ik je eerst nog wat dingen zeggen. Je mag altijd alles vragen als je iets niet goed begrepen hebt of als je iets niet goed gehoord/verstaan hebt. Ook mag je gewoon zeggen ‘ik weet het niet’, als je het even niet meer weet. Tot slot mag je altijd tegen me zeggen als ik iets verkeerd doe of als je wilt stoppen.

Wil je misschien herhalen wat ik net gezegd heb?

Oké, wat fijn dat je het begrepen hebt. Je mag nu eerst een tekening gaan maken over de

toneelworkshop, voordat we beginnen met praten. Hier heb je vast een vel papier en wat potloden. Teken maar zoveel mogelijk over de

toneelworkshop. Het hoeft geen mooie tekening te zijn, daar gaat het niet om. Het kan ook niet goed of fout zijn.

De tekening is alleen bedoelt als geheugensteuntje. Ik zou graag willen dat je niet praat onder het tekenen, behalve als je een vraag hebt, goed? Wil misschien nog één keer herhalen wat je zo gaat doen? Top. Heb je nog vragen? Ok. Ben je er klaar voor? Ik ga ondertussen een boek lezen. Je hebt 7 minuten om te tekenen, goed? Je mag beginnen.

Je hebt nu 3 minuten getekend, dus je hebt nog 4 minuten over om te tekenen. Goed?

Je hebt nu 6 minuten getekend, dus je hebt nog 1 minuut over om te tekenen. Goed? Het geeft niets als je tekening nog niet af is.

Zo, je bent klaar met tekenen. Weet je zeker dat je alles getekend hebt? Je hebt nog even de tijd. Probeer nog wat te tekenen of misschien wat in te kleuren.

OF

Zo, de 7 minuten zijn om, dan mag je nu stoppen met tekenen.

Top. Ik leg de potloden even weg, zodat we nu met het praatgedeelte kunnen beginnen.

Dan zou ik nu graag willen dat je terugdenkt aan de

invloed hebben op de herinnering van het kind. Ja (1) of nee (2) opschrijven op het scoreformulier.

Een herhalingsvraag over de uitleg om te testen of de uitleg duidelijk was voor het kind. Als het kind informatie vergeet te herhalen, vertel je zelf nog een keer ‘de regels’ en vraag je of het kind de ‘regels’ nogmaals kan herhalen. Maximaal 1 keer laten herhalen, indien het niet begrepen is. Anders gewoon doorgaan. Graag opschrijven als dit het geval is.

Een A3 formaat papier en potloden aan het kind geven.

Maximaal 1 keer laten herhalen, indien het niet begrepen is. Anders gewoon doorgaan. Graag opschrijven als dit het geval is.

Start te stopwatch als het kind begint met tekenen en leg deze onopvallend naast je. Ga zelf een boek lezen of iets anders wat niet afleidt.

Na 3 minuten.

Na 6 minuten.

Als het kind binnen 7 minuten klaar is met tekenen.

Als het kind na 7 minuten nog niet uit zichzelf gestopt is met tekenen.

Stop de potloden in je tas naast je. Je stopwatch op je schoot. De tafel moet leeg zijn (op de tekening van het kind na). Laat het kind even bijkomen van het tekenen. Start officiële interview.

46 toneelworkshop van [dag]. Ik wil je graag vragen om alles proberen te vertellen: waar het over ging, wat er is gebeurd, wat je hebt gedaan, wat je hebt gezien en wat je hebt gehoord. Je mag alles zeggen wat er in je opkomt, je kunt geen fouten maken.

Dus, vertel alles maar wat jij je nog kunt herinneren over de toneelworkshop van [dag]!

Je mag kijken naar de tekening die je net getekend hebt als je dat wil, misschien helpt dat.

Kun je me daar nog meer over vertellen? En toen?

En verder? Hmm… hmm… Oké

Ja?

Wat is dat? [aanwijzen op tekening] Kun je nog meer vertellen?

Heb je nog meer gezien in de toneelworkshop? Heb je nu alles verteld wat je in de toneelworkshop gezien hebt of zijn er nog andere dingen? (2x) Ja? Top. Wat fijn dat je al zoveel kon vertellen. Nu wil ik je nog 12 korte vragen stellen over de toneelworkshop.

Het kan zijn dat je dat al verteld hebt, maar dit zijn 12 vragen die ik aan iedereen heb gesteld. Hier komen de vragen!

1) Welke kleur had de klok die op het bureau stond? 2) Wat hing er aan de hometrainer?

3) Wat had Mark de sollicitant in zijn handen tijdens het eerste toneelstukje?

4) Wat voor een schoenen had mevrouw de directeur (directrice) aan?

5) Bij welke bank werkt mevrouw de directeur (directrice)?

6) Welk drinken kreeg Mark de sollicitant van mevrouw de directeur (directrice) aangeboden? 7) Wat was de goede eigenschap van Mark de sollicitant?

8) Wat zei mevrouw de directeur over wat de bank verkocht: auto’s of hele flatgebouwen?

9) Hoe vaak speelden Robin en Ton het sollicitatie gesprek bij de bank?

Neem een open, luisterende houding aan.

Herinneren dat de tekening een hulpmiddel is.

Start de stopwatch als het kind begint met praten. Gebruik de hier links genoemde

hulpzinnen/aanmoedigingen. Probeer af te wisselen. Herhaal woorden/zinsdelen wat het kind zegt. Vul geen woorden in, ook niet als het kind niet op een woord kan komen bijvoorbeeld.

Als het kind uitgepraat lijkt, vraag je met behulp van de hier links genoemde hulpzinnen door, totdat het kind echt niets meer over de toneelworkshop kan vertellen.

Blijf neutraal, geef geen complimenten en zeg niet of het antwoord wat gegeven wordt goed of fout is.

47

Bijlage 3B Script interview 2e conditie (tekenen tijdens het interview)

10) Wie zat op de hometrainer?

11) Wie was in het tweede toneelstukje het meest zeker van zichzelf?

12) Wat moesten jullie zelf doen na de twee toneelstukjes van Robin en Ton?

Oké, nou wat fijn dat je zoveel kon vertellen. Nu heb ik nog een korte vragenlijst voor je met 14 vragen en opdrachten. Daarmee kan ik zien waar jij heel goed in bent. Daarna zijn we klaar.

Oké, dat was het! Super bedankt voor je tijd en voor je aandacht. Ik wil je nog vragen om niet over dit interview te praten met je klasgenoten, tot dat ik met iedereen heb gepraat. Als ik met iedereen heb gepraat, mogen jullie er met zijn allen over praten natuurlijk! Ik heb nog een klein cadeautje voor je, omdat ik het erg fijn vond dat je mee wilde doen! Succes vandaag op school verder!

Afname van de SCIL 14-17. Volg hiervoor het afnameformulier en de instructiekaart.

Let op! Wanneer het kind een horloge draagt, deze graag laten af doen. Een onderdeel van de SCIL is namelijk het tekenen van een klok. Een horloge kan zorgen voor een hulpmiddel. Horloge mag wel op de kop op tafel blijven liggen, met de wijzerplaat naar beneden.

Geef het cadeautje. Geef het kind een hand.

Verbale deel Handelingen – uitleg – acties

Hallo, ik ben [naam] … Wat is jouw naam? Hallo [naam participant], wat fijn dat je er bent. Vragen stellen om de jongere op zijn of haar gemak te stellen. Vragen over hobby’s, het weekend, familie, school of de zomervakantie (etc.)

Jij bent vast hartstikke nieuwsgierig waarom je hier bent. In deze brief staat dat uitgelegd. Zullen we samen de brief even lezen?

Klopt het dat je [dag] mee hebt gedaan aan de toneelworkshop?

Oké, dat is fijn. Wat vond je van de toneelworkshop? Als je een cijfer mocht geven, welk cijfer geef je het dan? Je mag een cijfer geven tussen de 1 en 10. Een 1 is heel stom en een 10 is heel leuk. Korte samenvatting op zijn of haar reactie. Had je ook al eerder aan een toneelworkshop meegedaan?

Dictafoon aanzetten.

Jongere komt binnen. Geef de jongere een hand.

Jongere op zijn/haar gemak laten voelen.

Lees de toestemmingsbrief hardop voor. Praat rustig en duidelijk. Laat de jongere de brief ondertekenen, als alles duidelijk is. Als een jongere weigert te tekenen, dan wordt er gezegd dat dat geen probleem is en het interview stopt.