• No results found

3. De musical – Kiezen in oorlogstijd

3.5 Kiezen voor het verzet

In zijn memoires schetste Roelfzema op spannende wijze een heroïsch beeld van het verzet in de oorlog, wat Verhoeven in de film verbreed tot een veelzijdig oorlogsverhaal waarin hij het verzet op knullige wijze presenteerde. In de musical is het verzet als onderwerp ondergeschikt gemaakt aan

23

Interview met Edwin de Vries, 20 januari 2015.

24 New Productions,’Van idee tot musical’, Programmaboek Soldaat van Oranje, 12. 25 Ibidem, 84.

26

AVROTROS, Opium TV – Special Soldaat van Oranje (29-12-14).

27

Interview met Edwin de Vries, 20 januari 2015.

40 het thema kiezen in oorlogstijd. Dit thema vormt de rode draad in het verhaal waarin negen

studenten centraal staan. Erik en Charlotte maken in de musical deel uit van een gezelschap van negen vrienden, waarvan de meesten bij elkaar in een studentenhuis op het Rapenburg in Leiden wonen. In de voorstelling kiest ieder een eigen weg, met als gevolg dat ze de bezettingsperiode op een andere manier doorbrengen: ‘Twee steken hun kop in het zand, twee gaan de verkeerde kant op en vijf gaan in het verzet.’29

Met vijf personen die kiezen zich te verzetten tegen de Duitsers, is het verzet als onderwerp in de voorstelling wel degelijk aanwezig. De moed die uit die keuze blijkt wordt in de voorstelling benadrukt. Anders dan in de film krijgt in de musical het verzet daardoor veel van zijn glans terug. De twijfel en angst die in die keuze van de hoofdpersonen een rol speelt heeft regisseur Theu Boermans naar eigen zeggen aangegrepen: ‘Omdat men zich met de hoofdpersonen kan identificeren in hun worsteling met dillema’s. De vraag komt als vanzelf bij mij terug: Wat zou ik doen?’30 De centrale vraag uit de voorstelling is te herleiden tot een passage uit het boek. Hier legt Roelfzema zijn beweegreden uit om uit het Leidsch manifest op te stellen, en schrijft: ‘In het leven van ieder mens komen ogenblikken waarop hij tot zichzelf zegt: “Tja, dat kán niet.” En dan doet hij iets,’ zo schrijft hij.31 In de voorstelling is deze passage uit het boek uitgewerkt tot een scène waarin de studenten het besluit nemen om in opstand te komen tegen de Duitsers. Erik weigert hierin als eerste de ariërverklaring voor de universiteit te tekenen, waarna anderen zijn voorbeeld volgen. De scène vormt een aanloop naar het lied Als wij niets doen, waarin het kiezen centraal staat. In de scène zingt Erik

‘Denk je soms dat dit ons leven niet raakt? Wachten we totdat de storm

overwaait? Onze vrienden kapot worden gemaakt. Kijken we toe- tot de wind weer draait?’32

Het aspect van kiezen neemt in de musical zodoende een grotere rol in dan bij het oorspronkelijke verhaal. Na zijn overlijden omschreef journaliste Iris Pronk Erik Hazelhoff Roelfzema niet voor niets als ‘een doener, een man van actie, niet van reflectie of filosofische gedachten over goed en kwaad.’33 De woorden ‘Tja, dat kan niet en dan doet hij iets,’ lijken dan ook eerder iets over de

29

B. Bartels, ‘Soldaat van Oranje nu ook als musical’

http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1814607/2010/10/28/Soldaat-van-Oranje-nu-ook-als- musical.dhtml [28 oktober 2010] Trouw, geraadpleegd op 5 oktober 2014.

30

New Productions,’Creatives’, Programmaboek Soldaat van Oranje, 27.

31 Roelfzema, Soldaat van Oranje, 81.

32 New Productions, ‘Als wij niets doen’, CD-boekje Soldaat van Oranje (z.p. 2011). 33

I. Pronk, ‘Held van een jongensboek’

http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1362820/2007/10/01/Held-van-een- jongensboek.dhtml [1-10-2007] Trouw, geraadpleegd op 9-2-2015.

41 proactieve eigenschap van de auteur te zeggen dan over de weloverwogen morele keuzes die hij maakte. Toch wordt in de voorstelling op dit laatste aspect wel degelijk nadruk gelegd.

In de musical zijn de tegenstellingen tussen goed en fout zichtbaar in de personen van Erik en Anton, wiens rol overeenkomsten vertoont met Alexander Rowerth uit het boek. Als Anton de kant van de Duitsers kiest, omdat zijn ouders worden opgepakt vanwege lidmaatschap van de NSB, wilt Erik niets meer met hem te maken hebben. Om de problematiek van de onmogelijke

vriendschap tussen de twee uit te vergroten, komen zij elkaar in verschillende scènes tegen. Zo is Anton degene die Erik ondervraagt tijdens zijn gevangenschap in het Oranjehotel in Scheveningen en ook zien zij elkaar tijdens een van Eriks’ nachtelijke landingen op het strand. In die scène houden de twee elkaar tijdens het nummer Zedenpreek onder schot, en zingt Anton:

‘Kijk eens aan. Als dat niet mijn vriend is – m’n broer – Of is dat voorbij? Kijk ‘m staan. Je gaf om mij geen donder geen moer. Want waar was jij, toen mijn ouders werden gearresteerd?’34

In het boek brengt Roelfzema de problematische kwestie tussen hem en zijn vriend Alexander (Anton) soms kort onder de aandacht. In Soldaat van Oranje beschrijft hij de situatie vlak na het uitbreken van de oorlog, nadat Alexander Erik heeft gevraagd om bij hem langs te komen:

‘Het was een pijnlijk geval. Alexander was wel een van mijn beste vrienden, maar iedereen wist dat zijn ouder in de meidagen als NSB’ers hadden vastgezeten. Hij leek eigenlijk wel gek met z’n uitnodiging!’35

De keuze tussen goed of fout en vrijheid of onderdrukking waren volgens Roelfzema allerminst helder. De tegenstellingen tussen personen in de oorlog was volgens hem duidelijk minder groot dan in de musical naar voren wordt gebracht. Verderop in zijn boek memoreert hij namelijk aan het moment dat hij in Londen een briefkaart van Alexander ontvangt, kort voordat die aan het oostfront zou sneuvelen. Dat Roelfzema inzag dat de persoonlijke oorlogservaring van momenten en

toevalligheden afhing, blijkt uit datgene wat Roelfzema over het lot van zijn vriend beschreef: ‘Toen kwam de gedachte bij mij op dat, als ik maar bij hem was gaan logeren die keer vlak na de oorlog, hij net zo goed naast mij had kunnen zitten, in RAF-uniform. Maar nu was het te laat.’36