• No results found

Hoofdstuk 3 Een weerbarstige praktijk

3.1.5 Kanttekeningen bij euthanasie

De respondenten plaatsen een aantal kanttekeningen bij euthanasie, deze worden in deze subparagraaf besproken. Ten eerste palliatieve zorg en sedatie, vervolgens de echtheid van een euthanasieverzoek en tot slot de vraag naar een goede dood en waardig sterven, en of lijden niet ook waarde of zin heeft.

38

Palliatieve zorg en palliatieve sedatie kunnen in sommige gevallen een betere optie zijn dan euthanasie. Palliatieve sedatie komt veel vaker voor dan euthanasie. Als iemand een euthanasieverzoek doet dat voortkomt uit fysieke pijn of de angst daarvoor, zeggen beide geïnterviewde artsen dat zij eerst met die persoon praten over de mogelijkheden van palliatieve zorg en palliatieve sedatie:

“Wil die persoon nou dood, of wil die liever niet lijden, en pijn gaan ervaren bijvoorbeeld. En heel vaak blijkt een ingebracht euthanasieverzoek uit te monden in een goeie voorlichting, in die uitleg over palliatieve zorg, wat vaak afdoende is. Afdoende ook in die zin dat iemand gehoord is, en zich gehoord weet dat het eigenlijk daarover ging. Angst voor het onbekende, voor te stikken of voor pijn te gaan lijden… (…) In de laatste fase van het leven, als iemand denkt ik ga pijn krijgen, ik ga het benauwd krijgen: dat kunnen we op zich verhelpen, dat kun je ook echt duidelijk maken. En als dat het probleem eigenlijk is, dan sneeuwt dat [het euthanasieverzoek] een beetje weg.” (verpleeghuisarts)

Het komt soms voor dat een euthanasieverzoek ophoudt te bestaan als de angst voor pijn weggenomen wordt door uitleg over de mogelijkheden tot palliatieve zorg en sedatie, maar dit is alleen een optie als iemand terminaal ziek is en als fysieke pijn of de angst daarvoor de voornaamste oorzaak zijn van het euthanasieverzoek.

Ook speelt is de vraag of een euthanasieverzoek altijd écht een wens om te sterven inhoudt, of dat er een andere vraag of probleem achter zit. Euthanasieverzoeken moeten daarom kritisch beken worden, zeggen verschillende respondenten:

“Moet je dan iets met de vraag achter de vraag… Ja je kan het als zuiver verzoek zien, een euthanasieverzoek, en ik denk ook dat het belangrijk is om het zo nu en dan echt als zuiver verzoek te zien, zeker in de duidelijke gevallen. In de minder duidelijke gevallen kun je je afvragen van ja wat betekent deze vraag eigenlijk. Moeten we niet nog iets met antidepressiva proberen wat te doen, of nog proberen iemand een doel in zijn leven te geven… dat is natuurlijk veel diffuser en vager.” (docent ethiek)

De vraag is of antidepressiva de oplossing bieden, en ‘proberen iemand een doel in zijn leven te geven’ is nogal kort door de bocht, mocht dit al mogelijk zijn. Maar je afvragen wat een vraag om euthanasie eigenlijk betekent lijkt mij van groot belang. De hgv-er in ZH vindt dat altijd gekeken moet worden of er niet nog iets is om voor te leven:

“Maar soms, als je dan een relatie hebt met mensen, en je hebt gesprekken… dan blijkt dat er nog heel wat waard is om voor te leven, alleen dan zagen ze het niet. Soms kan het zo zijn. Ik heb er moreel niks tegen hoor, als mensen zeggen voor mij is het af. Helemaal niet. Maar ik vind wel, ook omdat je het maar een keer kan beslissen, dat het de moeite waard is om dat te onderzoeken.” (hgv-er in ZH)

Volgens de hgv-er in ZH kunnen mensen door of in het contact met de ander iets vinden dat het leven nog de moeite waard maakt.

39

Een andere kanttekening die de respondenten plaatsen bij euthanasie is dat de laatste levensfase juist ook een mooi stuk kan zijn, voor de persoon in kwestie en voor de naasten. Door euthanasie zou dit niet ervaren kunnen worden of vroegtijdig afgebroken worden.

De docent ethiek plaatst vraagtekens bij ons streven naar het beheersen van het sterven en het stervensproces:

“Beheersing van het sterven, is dat nou wel zo’n goeie zaak, hoort dat er ook niet gewoon bij dat het ellende is, en dat je gesloopt wordt, en dat je wegkwijnt of wegteert… En dat zijn echt levensbeschouwelijke vragen. En ik kan me heel goed voorstellen dat mensen zeggen van ja aan mijn lijf… laat dat maar aan me voorbij gaan. (…) En tegelijkertijd denk ik: ja, sterven is natuurlijk juist het je overgeven aan. En niet meer kunnen beheersen. En maak je niet iets heel belangrijks weg door het inderdaad te gaan willen beheersen. Dus daar zitten mijn eigen bedenkingen.”

(docent ethiek)

Hij noemt de ellende en het wegkwijnen als dingen die ‘er bij horen’, maar kan zich voorstellen dat mensen dat niet mee willen maken. De mogelijkheid dit uit de weg te gaan bestaat immers door de ontwikkelingen die ons euthanasie (en palliatieve zorg en sedatie) hebben gebracht. Tegelijkertijd roept dit bij hem vragen op, vooral of we niet ‘iets wegmaken’:

“En ja dan kom je dus op vragen van wat is de zin van het sterven, en de eindigheid van het leven, en komt er hierna nog wel wat, of niet. En is het dan belangrijk om dat ook door te gaan… en dat zijn allemaal dingen die we nooit te weten zullen komen. En wat dus echt met je overtuigingen te maken heeft. Dus ja, je hebt het wel ergens over natuurlijk he.” (docent ethiek)

Door de verschillende kanttekeningen die hij plaatst werpt hij een kritische blik op euthanasie, maar hij laat tegelijkertijd door de vele vragen zien dat het een thema is waarbij geen vaste antwoorden zijn, en dat de invulling persoonlijk is en afhankelijk van levensbeschouwing en overtuigingen.

De docent ethiek noemt overgave als iets dat bij sterven hoort. Ook de huisarts/SCEN- arts noemt dit, en hij koppelt dit aan waardig sterven:

“Met welke waarde hecht je aan het leven en de dood… en ik denk dat iemand, ook al lijdt hij ernstig, en dat heb ik ook gezien, toch op een waardige manier kan sterven, ook zonder euthanasie. En dat heeft… dat hele stukje heeft dan ook weer met eh… ja echt met overgave te maken. Werkelijk het leven écht los te laten. Als je dat écht doet, en dat heb ik toch al een paar keer meegemaakt, ja dan kunnen mensen heel vredig inslapen. Maar dat is niet iedereen gegeven natuurlijk.”

(huisarts/SCEN-arts)

Overgave, rust, vrede zijn begrippen die hij koppelt aan een waardig sterven. De vraag is of van waardig sterven alleen sprake kan zijn als iemand op een ‘natuurlijke’ manier

40

dood gaat, of dat bij euthanasie juist ook ruimte hiervoor is. De hgv-er in VH denkt dit laatste:

“Soms kan het lijden groter, zwaarder zijn dan het leven, en dan voegen we eigenlijk door iemand in leven te houden alleen maar lijden toe, en geen leven. Dat is voor mij heel duidelijk. Daar zit geen waarde in, daar zit geen kwaliteit van leven in.” (hgv-

er in VH)

§ 3.2 Artsen en euthanasie

In deze paragraaf wordt aan de hand van de verhalen van de respondenten gekeken naar hoe artsen met euthanasie omgaan. Zij gaan dit regelmatig uit de weg, zo zal blijken. Dit kan te maken hebben met hun behandelingsgerichtheid. Verder zijn de opvattingen van de arts van grote invloed als hij het thema aangaat. Ook komt naar voren dat het thema euthanasie zwaar is, en ik concludeer vervolgens dat die zwaarte een functie heeft. Tot slot wordt kort aandacht besteed aan de opleiding van artsen.