• No results found

Kansen voor praktijk, beleid en onderzoek Kansen voor de praktijk (JGZ)

Algemene lichamelijke klachten

9.4 Kansen voor praktijk, beleid en onderzoek Kansen voor de praktijk (JGZ)

Behoud het goede

De meest voor de hand liggende, maar daarom niet minder belangrijke kans voor de JGZ is om de sterke kanten, de unieke waarde van de JGZ, te bewaken en te behouden: alle kinderen in beeld hebben vanuit een integrale sociaal–medische benadering door middel van vaccinaties, screeningen, monitoring, vroegsignalering, voorlichting en laagdrempelige persoonlijke contacten met ouders en kinderen. Deze activiteiten vormen het fundament van de JGZ, en zorgen voor veel gezondheidswinst. Ook het feit dat de JGZ de gezondheid van kinderen en jongeren benadert vanuit de gezonde ontwikkeling is een kenmerk dat de JGZ gezien de uitgangspunten van de Stelselwijziging jeugd zeker zou moeten behouden. Een goede relatie met ouders blijft belangrijk en wordt alleen maar belangrijker in het kader van de Stelselwijziging, omdat ouders de basis vormen voor het versterken van de eigen kracht. Hier ligt een kans voor de JGZ om meer in te zetten op opvoedondersteuning, in samenwerking met de professionals die zich hier al mee bezig houden.

Breid zorg op maat verder uit

De JGZ heeft in de basis een aanbodgerichte werkwijze via vaste contactmomenten met waar nodig extra consulten. De JGZ zou nog meer dan nu vraaggericht kunnen werken. Dit past bij de toenemende aandacht voor het versterken van eigen kracht van kinderen en jongeren en hun ouders, bijvoorbeeld door binnen de school, het CJG of in de wijk makkelijker toegankelijk te zijn. Sociaaleconomische risicogroepen zijn ook voor de JGZ een belangrijke doelgroep.

Investeer in gezonde leefstijl

Het stimuleren van een gezonde leefstijl kan veel gezondheidswinst opleveren, omdat dit een determi- nant is van diverse gezondheidsproblemen. Sociaaleconomische risicogroepen vertonen vaak meerdere vormen van ongezond gedrag, met name te weinig bewegen, ongezond eten, overgewicht, roken, onveilig seksueel gedrag en (problematisch) mediagebruik. Zij zijn hierin dus een specifieke doelgroep. Aandacht voor gemeenschappelijke determinanten van die leefstijlproblemen lijkt daarbij kansrijk, mogelijk door het versterken van weerbaarheid van jongeren (’nee’ durven zeggen, omgaan met groepsdruk). In de reguliere individuele contactmomenten kan de JGZ hier extra alert op zijn. Bij het beïnvloeden van leefstijl past echter ook een collectieve aanpak in de directe leefomgeving van het kind. Dit betekent dat samenwerking met partijen die zich bezighouden met collectieve gezondheidszorg hierin ook belangrijk is. Een goed beeld van universele en selectieve preventie-activiteiten en –partijen kan de JGZ helpen om te bepalen hoe ze daarop kan aansluiten.

Versterk de rol van de JGZ op school

De JGZ vormt een schakel tussen de directe leefomgeving van een kind (gezin, school, wijk) en de eerstelijns- of gespecialiseerde zorg. De verbinding met de leefomgeving krijgt tot nu toe vooral vorm via contact met scholen (reguliere contactmomenten en Zorg- en Advies Teams: ZAT). De ‘schakelpositie’ biedt een kans voor de JGZ om een meer proactieve rol te vervullen binnen de leefomgeving. Ze kan de zorg nog dichter bij huis aanbieden door fysiek aanwezig te zijn binnen school en wijk, bijvoorbeeld door een spreekuur op school te organiseren in plaats van binnen een GGD-gebouw. Daarmee is de JGZ voor jongeren meer toegankelijk en kan zij een rol spelen in het voorkomen van schoolverzuim. Ook krijgt de JGZ daarmee meer inzicht in welk type gezondheidsklachten gerelateerd is aan schoolverzuim. De invoering van het adolescentencontactmoment is vanuit dit perspectief een waardevolle aanvulling. Ook zou de JGZ, samen met school, GGD en andere partijen, een rol kunnen spelen in preventieve program- ma’s die op school worden aangeboden, zoals voorlichting over middelengebruik, seksueel gedrag of gezonde voeding, of antipestprogramma’s.

Versterk de rol van de JGZ als beleidsadviseur

De JGZ heeft nu vooral een individuele benadering van kinderen en jongeren (dat geldt vooral voor 0-4-jarigen) en zit daarmee dicht tegen geïndiceerde preventie aan (vroegsignalering van problemen). De JGZ kan haar rol als beleidsadviseur voor gemeenten, maar ook bijvoorbeeld op school versterken. Zo zou de JGZ mee kunnen denken over het beleid rondom een gezonde school, zoals de fysieke inrichting van de schoolomgeving of het aanbod van de schoolkantine of gedragsregels voor preventie van pesten. Ook in een voorschools stadium kan de JGZ een rol hebben bij de ontwikkeling van kinderen via de peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. Om de rol als beleidsadviseur voor gemeenten en op scholen goed vorm te kunnen geven is een individu-overstijgende blik, oftewel een meer collectieve blik van groot belang. Dit is dus een nieuwe uitdaging voor de JGZ, vooral in relatie tot leefstijl en psychosociale gezondheidsproblemen. Sociale media bieden kansen voor de JGZ en andere partijen om kinderen en jongeren meer vanuit een collectieve benadering te bereiken.

Uniforme monitorgegevens van groot belang voor beleidsadvies

Het DD-JGZ biedt kansen om als input te dienen voor het ontwikkelen van beleid, al dan niet gekoppeld aan de gegevens in de GGD-monitors Jeugdgezondheid. De trajecten Jeugd in Beeld en de harmonisatie van de GGD-monitors Jeugdgezondheid proberen deze bronnen bruikbaar te maken als lokaal en

landelijk overzicht voor de jeugdgezondheid. Dit vraagt om een uniforme registratie van jeugdgezond- heid en daarmee een eenduidige classificatie van gezondheid en ziekte. Een classificatiesysteem waarmee gezondheid, gedrag, ziekte en functioneren van kinderen in samenhang met risicofactoren, beschermende factoren en de leefomgeving beschreven kunnen worden, kan helpen om kinderen meer vanuit een integrale blik te benaderen. Niet op diagnoses (etiketjes) gericht, maar op een breed beeld van gezondheid en welzijn.

Transitie jeugdzorg en jeugd-ggz biedt kansen voor betere ketenzorg

De overheveling van de jeugdzorg en jeugd-ggz naar gemeenten biedt kansen om tot een betere keten van preventie naar zorg te komen. Eerder ingrijpen met lichte hulp kan mogelijk tot gezondheidswinst leiden, doordat ernstige gezondheidsproblemen voorkomen kunnen worden. Dit voorkomt onnodige medicalisering en doorverwijzing naar zwaardere zorg. De JGZ kan een belangrijke bijdrage leveren in het normaliseren van de gezondheid van kinderen, bijvoorbeeld door dit zelf te op te pakken tijdens de consulten of als onderdeel van een eerstelijnszorgnetwerk of binnen een CJG. Voor lichtere problematiek kan de JGZ zelf mogelijk een grotere rol vervullen, bijvoorbeeld in de vorm van opvoedondersteuning en preventieve interventies (waaronder ziekteverzuimbegeleiding). Intensieve samenwerking tussen alle betrokken partijen (JGZ, jeugdzorg, jeugd-ggz, licht pedagogische hulp, huisarts en andere eerstelijns- zorg) wordt door de Stelselwijziging jeugd nog belangrijker dan nu. Afstemming over mogelijke zorg- coördinatie en taakdifferentiatie voor verschillende beroepsgroepen is daarbij van groot belang. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van (sociale) wijkteams of binnen een CJG. De mate waarin ernstige gezond- heidsproblemen daadwerkelijk voorkomen worden als gevolg van de Stelselwijziging jeugd is nog niet in te schatten.

Verruim de blik van gezondheid naar participatie

Gezondheid wordt steeds meer (mede) beoordeeld op grond van de mate waarin een kind of jongere kan participeren in de maatschappij. Voor kinderen met een chronische aandoening is dit een heel belangrijk aspect. Gezien de verwachte groei van het aantal kinderen met een chronische aandoening zal participa- tie alleen maar belangrijker worden. De ontwikkeling van Passend Onderwijs is een concreet voorbeeld van het toenemende belang van participatie. Deze ontwikkeling biedt kansen voor de JGZ om in te spelen op het toenemend belang van participatie. De JGZ kan bijvoorbeeld scholen en ouders meer adviseren over hoe om te gaan met kinderen met bepaalde gezondheidsproblemen. Het adolescentencontactmo- ment kan in dat kader ook aandacht besteden aan school/beroepskeuze van jongeren met bepaalde gezondheidsproblemen (‘jeugdarts als bedrijfsarts’).