• No results found

De jeugdgezondheidszorg JGZ heeft zeer hoog bereik

Algemene lichamelijke klachten

9.2 De jeugdgezondheidszorg JGZ heeft zeer hoog bereik

In het eerste levensjaar heeft de JGZ contact met nagenoeg 100% van de kinderen. Gemiddeld ziet de JGZ 93% van alle kinderen van 0-4 jaar op regelmatige basis. Ook daarna blijft het bereik hoog; in de basisschoolperiode en op het voortgezet onderwijs is het bereik ongeveer 90 procent.

De JGZ werkt deels wel en deels niet op uniforme wijze

Voor de landelijk gecoördineerde activiteiten werkt de JGZ op uniforme wijze, dus met hetzelfde screenings- en vaccinatieaanbod. Bij de andere JGZ-activiteiten wordt niet altijd uniform gewerkt. Zo is er bijvoorbeeld geen uniformiteit in type signaleringsinstrumenten en afkappunten om psychosociale gezondheid te meten. Ook de registratie van gegevens in het Digitaal Dossier JGZ (DD-JGZ) kan verschil- len. Via het traject Jeugd in Beeld wordt een uniforme registratie van gezondheidsproblemen via het DD-JGZ nagestreefd, de monitorgegevens op termijn te aggregeren zullen zijn tot een landelijk beeld. Binnen de JGZ steeds meer zorg op maat mogelijk

Het groeiend aantal JGZ-richtlijnen draagt bij aan kwaliteitsverbetering van de JGZ. De richtlijnen stimuleren JGZ-professionals om effectief, efficiënt en uniform te werken, en om de samenwerking met andere zorgverleners goed te regelen. Door de ontwikkeling van nieuwe richtlijnen en de actualisatie van bestaande richtlijnen (onder andere op het terrein van pesten, kindermishandeling, ADHD, angst, depressie en opvoedondersteuning) speelt de JGZ in op de huidige ontwikkelingen in de gezondheidstoe- stand van de jeugd. De inzet op kwaliteitsverbetering van de JGZ is ook merkbaar via het traject Jeugd in Beeld. De JGZ werkt met min of meer vaststaande contactmomenten, maar werkt in aanvulling daarop ook op verzoek van ouders, school of kinderopvang. Er zijn steeds meer mogelijkheden voor zorg op maat binnen de JGZ, zoals extra contactmomenten voor hoogrisicokinderen en minder contactmomen- ten voor laagrisicokinderen (flexibilisering). Ook kan het adolescentencontactmoment meer of minder intensief ingevuld worden, afhankelijk van de behoeften van de doelgroep.

JGZ heeft niet altijd goed zicht op vervolgtraject van JGZ-activiteiten

De JGZ kan alleen goed functioneren als de samenwerking binnen de zorgketen goed is. De JGZ verwijst rechtstreeks naar huisarts of Bureau Jeugdzorg en kan ook rechtstreeks naar andere zorgverleners verwijzen. Terugkoppeling van informatie uit de zorgketen naar de JGZ is van groot belang. In de praktijk gebeurt dit voor sommige activiteiten echter niet vanzelfsprekend. Voor de landelijk georganiseerde of ondersteunde activiteiten (hielprik, neonatale gehoorscreening en het Rijksvaccinatieprogramma (RVP)) is wel goed zicht op het vervolgtraject. Daarbij worden testuitslagen, vervolgtraject en terugkoppeling landelijk geregistreerd.

Effectiviteit belangrijke JGZ-activiteiten gunstig

Van verschillende JGZ-activiteiten is bekend dat ze tot veel gezondheidswinst leiden. Het gaat dan met name om het RVP, de hielprikscreening, screening op aangeboren hartafwijkingen, screening op heup- dysplasie, neonatale gehoorscreening en preventie van wiegendood. Deze activiteiten voorkomen gezondheidsproblemen of helpen deze vroegtijdig te herkennen, waardoor een (preventieve) interventie erger kan voorkomen. Cijfers over de effectiviteit van het gehele traject van vroeg opsporen, adviseren en vervolginterventies bij problemen ontbreken echter.

Kosteneffectiviteit JGZ naar verwachting gunstig

De kosteneffectiviteit van de JGZ als geheel is niet bekend, omdat er nog geen gedegen onderzoek met langetermijnschattingen is uitgevoerd. Schattingen laten gunstige resultaten zien. Ook is al aangetoond dat effectieve preventieve interventies over het algemeen kosteneffectief zijn. Dit geldt hoogstwaar- schijnlijk eveneens voor de JGZ als geheel.

9.3 Gezondheid en jeugdgezondheidszorg

JGZ richt zich op de meeste gezondheidsproblemen met hoge ziektelast

Door de in dit rapport gesignaleerde gezondheidsproblemen naast de JGZ-activiteiten te leggen, kunnen we iets zeggen over de vraag of de JGZ zich op de belangrijkste gezondheidsproblemen richt. Dat kunnen problemen met een hoge ziektelast of veelvoorkomende (minder ernstige) problemen zijn. We constate- ren dat de JGZ zich richt op de meeste gezondheidsproblemen met een hoge ziektelast. Dat zijn bijvoor- beeld aangeboren hartafwijkingen, licht verstandelijke beperking, astma, eczeem, privé-ongevallen en angststoornissen. De rol van de JGZ bij algemene lichamelijke klachten (hoofdpijn, buikpijn, vermoeid- heid en dergelijke) is echter beperkt. Op individueel niveau ligt dit voor de hand, omdat kinderen met dergelijke klachten in principe bij de huisarts terechtkomen. De rol van de JGZ bij algemene lichamelijk klachten zou echter met name op scholen groter kunnen zijn. Algemene lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, buikpijn en vermoeidheid, kunnen namelijk een signaal zijn voor achterliggende psychosociale problematiek die tot schoolverzuim leidt.

JGZ signaleert en adviseert vooral rondom fysieke en psychosociale gezondheid

De JGZ heeft een preventieve en signalerende rol rondom de fysieke en psychosociale gezondheid van kinderen en jongeren. Gedragsproblemen zijn vaak al op jonge leeftijd herkenbaar. De JGZ kan bij problemen doorverwijzen of geeft bij lichte problematiek zelf opgroei- en opvoedondersteuning. Ook bij lichamelijke aandoeningen heeft de JGZ vooral een signalerende en adviserende rol. Het gaat dan onder meer om het screenen op aandoeningen (waaronder stofwisselingsziekten, hartafwijkingen, visus- en gehoorproblemen) en om het geven van advies over omgaan met een aandoening (waaronder astma of eczeem).

Rol van JGZ bij aanpak van ongezonde leefstijl is beperkt

De rol van de JGZ bij het bevorderen van een gezonde leefstijl en bij het signaleren en verminderen van een ongezonde leefstijl is beperkt. De JGZ vraagt bij het 10- en 13-jarigenconsult naar de leefstijl en geeft voorlichting over de gevolgen van een ongezonde leefstijl. Voor de aanpak van overgewicht bestaat het Overbruggingsplan overgewicht. Dit wordt veel gebruikt, maar heeft nog niet de gewenste effecten laten zien in een lagere BMI (Body Mass Index) of een verbeterd voedings- en beweeggedrag. Bij de aanpak van een ongezonde leefstijl werkt de JGZ vooral samen met andere partijen. Het toenemende (problema- tisch) gebruik van sociale media door kinderen en jongeren en de mogelijke gezondheidsgevolgen daarvan lijken nog geen speerpunt te zijn voor de JGZ, maar de JGZ maakt steeds meer gebruik van de kansen ervan door sociale media te integreren als instrument bij de zorg- en adviestaken. Veel GGD’en (Gemeentelijke Gezondheidsdiensten) zijn momenteel bezig het JGZ-adolescentcontact voor 15/16-jari- gen in te voeren: een geschikte leeftijd om risicovol gedrag te signaleren. Dit vergroot wellicht de rol van de JGZ bij de aanpak van een ongezonde leefstijl. Dit contactmoment biedt ook kansen om alert te zijn op aanwijzingen voor game- of internetverslaving, cyberpesten, online seksueel overschrijdend gedrag en slaapproblemen.

JGZ signaleert problemen in gezin, maar rol bij schoolomgeving is beperkt

De JGZ speelt een belangrijke rol in de signalering van problemen in het gezin, waaronder kindermishan- deling. Mede gezien het groeiende aantal gesignaleerde gevallen is preventie en een goede aanpak bij kindermishandeling van gropot belang. De JGZ zou hierin een grotere rol kunnen spelen door middel van

opvoedondersteuning Rondom schoolgerelateerde gezondheidsproblemen, zoals pesten, spijbelen en schoolverzuim, is de rol van de JGZ beperkt. Hierbij spelen ouders en gezondheidsprofessionals op school of in de wijk een grotere rol dan de JGZ; de JGZ werkt vooral met hen samen of kan hen ondersteunen. Het 15/16-jarigen contact lijkt een goed moment om in te gaan op problemen op school of (toekomstig) werk.

Groeiende groep risicokinderen vraagt om extra aandacht vanuit JGZ

Omdat gezondheidsproblemen vaker voorkomen bij sociaaleconomische risicogroepen zijn zij een relevante doelgroep voor collectieve preventie. Gezien de groeiende omvang van risicogroepen bij jeugd en de daaraan gerelateerde gezondheidsproblemen is ook extra aandacht van de JGZ voor deze groepen van groot belang. In individuele JGZ-contacten kan dit via extra contacten, afgestemd op de vraag en behoefte van ouders en kinderen. Ook kan het adolescentenconsult hierop inspelen door het bijvoor- beeld intensiever in te zetten op het vmbo (vaak op 14/15-jarige leeftijd) dan op het vwo (vaak op 15/16-jarige leeftijd). Andere risicogroepen voor gezondheidsproblemen later in de jeugd zijn te vroeg geboren kinderen en kinderen met een licht verstandelijke beperking. De JGZ houdt de gezondheid(sge- volgen) van deze risicokinderen extra goed in de gaten, in elk geval tot het vierde levensjaar in nauwe afstemming met andere zorgverleners. De JGZ zal rekening moeten houden met een mogelijke groei van deze risicogroep, ook in relatie tot de veranderende regelingen rond passend onderwijs.

9.4 Kansen voor praktijk, beleid en onderzoek