• No results found

6 INTENTIE TOT HET WEL OF NIET INZETTEN VAN SOCIAL MEDIA OP SCHOOL

6.1 Methode deelonderzoek 2

6.2.2 Kansen en belemmeringen

merkt dat deze oudere collega’s geen gebruik maken van social media, en verwacht niet dat zij dit zullen gaan doen. Ook de invloed van het management lijkt beperkt. Slechts één docent geeft aan zich er wel in te willen verdiepen als het management aangeeft dat dit moet. Maar dit lijkt hem tegelijkertijd niet de meest motiverende manier. Ook de zelfeffectiviteit lijkt niet veel invloed te hebben op de intentie om het te gaan gebruiken voor school. De docent die zichzelf niet in staat acht om er mee te werken staat wel positief tegenover het inzetten van social media op school. Zij geeft aan zichzelf niet in staat te achten om hier mee te werken, maar is wel van mening dat het kansen biedt en het onderwijs er “iets mee zou moeten.” Andersom staat een van de docenten die zichzelf redelijk in staat achten om er mee te werken, matig tegenover het gebruik van social media op school. Hij ziet hier wel voordelen van in, maar heeft ook twijfels of het de studenten niet nog meer zal afleiden. Het feit dat hij zichzelf redelijk in staat acht om het te gebruiken lijkt geen directe voorspeller van de bereidheid tot het inzetten van social media in het onderwijs.

Alle docenten hebben aangegeven de voorkeur te geven aan een speciale schoolomgeving voor het gebruik van social media toepassingen, zoals Sociale Netwerk Sites (SNS). De docenten houden privé en school graag gescheiden. Eén docent heeft zelfs een apart Facebook en Twitter account aangemaakt voor schooldoeleinden. Hiermee communiceert hij met de studenten. Een andere docent geeft aan dat zij geen studenten accepteert op haar persoonlijke SNS (Facebook) profiel. Zij koppelt dit wel altijd terug aan de studenten wanneer zij haar een verzoek sturen. Ook zij wil privé en school strikt gescheiden houden. Ze geeft aan dat de meeste studenten dit wel begrijpen.

6.2.1 Personal branding & verbinden

Naast de interviews met de taal- en rekendocenten heeft er ook een interview plaatsgevonden met een media expert en docent Social Media in het mbo. Deze docent is bezig met een pilot “Social media” lessen bij eerste en derdejaars mbo-studenten. Deze lessen zijn enerzijds bedoeld om de studenten inzicht te geven in personal

branding (om zichzelf positief te profileren via social media) en mediawijsheid te stimuleren, en anderzijds om

hen de valkuilen van social media te leren. Bijvoorbeeld door studenten er bewust van te maken dat iedereen alles kan zien dat zij online plaatsen en dat afscherming en bepalen wie wat mag zien belangrijk kunnen zijn. Hij merkt dat de jongere studenten (eerstejaars) zich meer bewust zijn van de valkuilen van social media dan de ouderejaars (derdejaars) en bewuster gebruik maken van social media. Ook heeft hij de indruk dat de jongere studenten meer gebruik maken van social media, dan de oudere studenten. Dit sluit aan bij de uitkomsten uit deelonderzoek 1. Met de lessen hoopt hij studenten ook bij te brengen dat een social media toepassing zoals Twitter niet alleen gebruikt kan worden voor de lol, maar ook zakelijk en om zichzelf positief in de kijker te spelen.

Naast de lessen over personal branding verzorgt hij ook lessen over E-commerce en social media aan vierdejaars studenten, gericht op het schrijven van een ondernemersplan (opleiding Ondernemer Detailhandel). Uiteindelijk hoopt hij dat social media overlap kunnen bieden tussen verschillende schoolvakken. Bijvoorbeeld dat het schrijven van een weblog ook gebruikt kan worden voor het vak Nederlands. Dit staat volgens hem haaks op hoe onderwijs jaren is vorm gegeven, namelijk elke docent in het eigen ‘hokje’. Maar alles is met elkaar verbonden, ook de vakken. Dat is ook wat social media volgens hem doet: met elkaar verbinden.

6.2.2 Kansen en belemmeringen

De docenten is gevraagd naar de problemen en mogelijkheden die zij zien met betrekking tot het inzetten van social media in het onderwijs. Tabel 13 geeft een overzicht van de meest genoemde problemen en mogelijkheden. Uitgedrukt in “kansen” en “belemmeringen”. Zowel de antwoorden uit de interviews van de vier vakdocenten en de media expert, evenals de antwoorden op de vragenlijsten met open vragen (N=12) zijn meegenomen in tabel 13.

61

Tabel 13. Kansen en belemmeringen social media in het (middelbaar beroeps)onderwijs

Kansen Belemmeringen

Studenten extra aandacht geven via social media “Te” bereikbaar zijn van de docent. De hele dag (en nacht) een piepende mobiele Smartphone.

(verwachting dat docent altijd bereikbaar is). Extra contact met studenten via social media

Studenten prikkelen met vragen en vakinhoud via Twitter of Facebook

Studenten die er niets mee doen. Begeleiden via social media (als docent ziet dat

student tegen het einde van een opdracht veel stress heeft, dit meenemen in het begeleidingsgesprek).

Lastig om privé en school gescheiden te houden.

“Social media geeft ruimte om, laagdrempelig, met elkaar in gesprek te gaan.”

Gevaar van online gesprekken is dat ze verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden.

Betreden van de belevingswereld van de studenten. En op de belevingswereld inspelen.

Studenten zitten niet te wachten op docenten in “hun wereld” (privé en school)

Band opbouwen met de studenten (“dan heb je bij

deze doelgroep al veel gewonnen, en hoef je “alleen” nog maar je vak te geven”).

Social media (en bijv. ook WhatsApp) is een voor studenten goedkope manier om direct contact te hebben met de docent. Het is een lage drempel tot contact.

Ideaalplaatje: onderwijs geven gericht op het individu.

Vraagt om individuele begeleiding. Dat kost veel tijd voor de docent.

In de lessen cross-over maken naar wat de studenten interessant vinden (gebaseerd op wat hen online bezig houdt).

Speelveld van actie en reactie Risico van social media: afleiding

Speciale schoolomgeving, bijv. Facebook account voor de klas of opleiding, zodat privé en school gescheiden worden gehouden. (minder afleiding).

Studenten zijn snel afgeleid. Facebook in de klas kan dit versterken. “Er moet een grens zijn: Facebook

privé hoort niet in de klas.”

Apart social media account van de docent om met de studenten te communiceren.

“Faciliteren dat er een online omgeving is. Dan hoeven docenten dit niet zelf te regelen met bijvoorbeeld Facebook of Twitter. Dit verlaagt de drempel”

Social Branding. Studenten zichzelf leren / laten

profileren via social media (gericht op carrière kansen).

Ongewenste informatie online plaatsen (ongewenste foto’s, informatie over klasgenoten, etc.)

Mobiele smartphones inzetten in de klas. Ze nemen ze mee, wordt steeds lastiger om te verbieden. Beter om er gebruik van te maken.

“Door de telefoons te verbieden zetten we eigenlijk een stukje van henzelf uit, dat is zonde.”

Afleiding door mobieltjes die constant afgaan.

Scholen kunnen veel meer met social media dan ze nu doen (bijv. ook PR en contact maken met – toekomstige – studenten).

“Studenten reageren niet op Twitter berichtjes van onze school.”

Praktische informatie verspreiden, zoals roosterwijzigingen en overhoringen. Online begeleiding geven

62 Online vakinhoud toelichten/uitleggen

“Als er een speciaal social media platform voor school

zou zijn, dan zou ik dat wel gebruiken om in contact te staan met leerlingen”

Als een social media platform voor school niet laagdrempelig is en eenvoudig te gebruiken dan wordt het niet gebruikt. (voorbeeld: Blackboard, dat is te ingewikkeld en te saai voor interactie).

“Als er een speciaal social media platform voor school

zou zijn, dan zou ik het heel leuk vinden om daar videomateriaal op te zetten over de vakinhoud.”

Social media kan een middel zijn binnen je onderwijs. Gevaar dat social media het doel wordt.

Social media moet niet de “lesmethode” worden of de “leeromgeving”, maar meer als toevoeging om te gebruiken binnen je onderwijs.

Moet niet te ingewikkeld zijn om te gebruiken voor docenten (en studenten). En niet teveel moeite kosten om te gebruiken (voor docenten studenten). Als niemand er iets mee doet (geen interactie) dan bloedt het dood.

Studenten motiveren door er een leuke omgeving van te maken (prikkelen)

Docent moet er tijd en moeite insteken om een omgeving leuk en aantrekkelijk te maken voor de studenten. Niet alle docenten willen dit.

Handige manier om opdrachten in te leveren (en te laten zien aan anderen).

Beveiliging. (moet goed beveiligd zijn).

Meer dan alleen onderwijs. Geeft ook plezier (bijv. spelletjes tegen je docent spelen).

Inspelen op wat studenten toch al doen, zoals Engels schrijven in online games (spelen tegen mensen over de hele wereld).

Competitie is belangrijk, social media biedt kansen tot competitie.

Lastig om studenten te motiveren om zelf content bij te dragen.

De docenten zien aardig wat kansen voor het inzetten van social media, maar zijn ook kritisch. Het inzetten van social media moet geen doel worden, maar altijd een middel blijven tot het leveren van beter onderwijs. Daarnaast zijn zij bang dat het de studenten teveel af zal leiden. In de interviews is hier verder op doorgevraagd. Enkele docenten gaven als oplossing om geen gebruik te maken van de privé profielen, maar alleen van speciaal daarvoor bedoelde schoolprofielen. Ook werd geopperd dat het inzetten van social media toepassingen voor onderwijsdoeleinden zo interessant gemaakt moet worden voor de studenten dat afleiding (bijna) geen probleem meer vormt.

Niet alleen de docenten die zijn geïnterviewd, maar ook de docenten die de vragenlijst hebben ingevuld, verkiezen allemaal een aparte social media omgeving voor onderwijsdoeleinden, boven het gebruiken van de eigen (privé) social media profielen voor het inzetten van social media in het onderwijs (figuur 14).

63 Figuur 14: Docenten interviews en vragenlijsten

De docenten geven ook een aantal voorwaarden waar een social media omgeving voor school aan zou moeten voldoen. De belangrijkste voorwaarde zijn hieronder samengevat.

Voorwaarden social media platform voor school

 Moet overzichtelijk zijn

 Moet eenvoudig in gebruik zijn (zowel voor docenten als studenten)

 Lage drempel om snel te kunnen posten

 Alles bij elkaar op één plek (informatie, communicatie, inleveren, feedback, interactie)

 Het moet Real Life Proof zijn. (studenten moeten het idee hebben dat het “echt” is, niet alleen maar “nep omgeving van school”

 “Eigen” maken door toevoegen van (klassen)foto’s, filmpjes, lay-out

 Zoekfuncties inbouwen

 Studenten en docenten moeten aan kunnen geven wie wat wel en niet mogen bekijken (beveiliging en privacy)

 Omgeving moet goed beveiligd zijn tegen ongewenste bezoekers

 Omgeving moet goed bereikbaar en te bedienen zijn via een mobiele smartphone

 Bij de docenten beginnen: als de docent enthousiast is en er iets leuks van maakt, dan raken de studenten ook eerder gemotiveerd en enthousiast.

 Ruilwaarde voor de tijd die docenten erin stoppen: eenvoudiger om werk in te laten leveren, feedback geven en interactie met studenten.

 Moet ook plezier opleveren (moet leuk zijn om met je klas te gebruiken)

Daarnaast is de docenten gevraagd waar zij enthousiast van worden als het zou bestaan in een social media platform voor school. Hieronder zijn de reacties samengevat.

Ideeën voor social media platform voor school

 Stukje entertainment (leuke filmpjes, spelletjes)

 Ideeën voor spelletjes: “Gooi je leraar nat met sponsen” of “Prik de foto van je leraar eraf” “Scrabble”, “boter-kaas-en-eieren variant”, “rekenspelletjes”

 Competitie-elementen

 Status (Like’s en Unlikes)

 Beloningssysteem: medailles, badgets, credits, Like’s

 Filmpjes plaatsen over vakinhoud (om studenten te prikkelen)

 Opdracht geven die de studenten uit moeten voeren op het platform en van elkaar bekijken.

 Studenten laten discussiëren. Wel lastig, maar met het juiste onderwerp en de juiste prikkels moet het binnen een prikkelende omgeving mogelijk zijn.

 De omgeving moet meer lijken op Facebook dan bijvoorbeeld op Blackboard. Niet saai en strak, maar ruimte bieden voor eigen creativiteit en leuke posts.

Prive social media profiel School social media profiel Docenten interviews en vragenlijsten 0% 100% 0% 20% 40% 60% 80% 100%