• No results found

Jongeren in een kwetsbare positie zullen namelijk minder snel uit zichzelf de stap zetten.

Een nuttige aanvulling op het huidige hulpnetwerk voor niet­uitkeringsgerech­ tigden zou de herintroductie van het werkloket zijn: één loket waar werkenden, werkzoekenden en nuggers met hun vragen heen kunnen. Geen gedoe tussen het kastje en de muur maar één punt waar deskundige medewerkers helpen bij grote en kleine arbeidsvragen. Zowel voor herintreders als voor jongeren, is het een minder hoge drempel om binnen te lopen bij een werkloket dan bij een gemeente. Vooral voor mensen met minder digitale vaardigheden of leesvaardigheden is het

daarnaast fijn om een fysiek steunpunt te hebben waar zij duidelijke informatie kunnen krijgen en hun vragen kunnen stellen.

Voor een specifieke groep jongeren is zo’n werkloket handig, maar geen afdoende oplossing. Jongeren in een kwetsbare positie zullen namelijk minder snel uit zichzelf de stap zetten. Bij hen moeten we het voor zijn dat ze ooit bij een dergelijk loket moeten aankloppen. Dat is te realiseren door ze zelf actief te be­ naderen en te begeleiden in iedere risicofase. Als zij van school komen, als zij een vervolgopleiding kiezen, als ze een baan krijgen, als ze een baan verliezen: steeds moet er iemand klaar staan om hen een duwtje in de goede richting te geven. Dat kan iedereen zijn: een ouder, een docent, een wijkcoach, een leidinggevende of een voetbaltrainer. Zolang er maar iemand is die meekijkt en meedenkt met een jongere om te voorkomen dat deze, in welk stadium dan ook, afhaakt.

Mocht iemand alsnog door de mazen van dit net glippen, dan is het belang­ rijk dat er een achterwacht is die hen opvangt. Een belangrijke stap hierin is het uitbreiden van het takenpakket van de RMC. De RMC is nu ingericht om vroegtijdig schoolverlaters tot hun 23e te helpen. Door deze leeftijdsgrens op te rekken tot 27

en door jongeren ook de mogelijkheid te geven zich zélf te melden bij het RMC, komt er betere en langdurige hulp beschikbaar voor jongeren met of zonder baan. De specialistische kennis, het netwerk en de vaardigheden die de RMC al inzet voor de hulp aan vroegtijdig schoolverlaters kan zo meer mensen helpen. Het contact tussen de RMC en de jongere is gericht op hulp aan de jongere en niet op het verstrekken van een bijstandsuitkering. Door jongeren te helpen aan scholing of een duurzame arbeidsplek wordt voorkomen dat ze nu of in de toekomst een bijstandsuitkering aanvragen. Deze verandering in aanpak valt binnen de aanpak jeugdwerkloosheid die jongeren tot hun 27e stimuleert om naar school te gaan of

om te werken. Het verschil is dat de overheid tot die leeftijd niet alleen regels en grenzen stelt maar ook daadwerkelijk bereid is om in jongeren te investeren. De investering betaalt zich zo op lange termijn dubbel en dwars uit, zowel voor de persoon als voor de maatschappij.

Een andere oplossing is een intensievere promotie van de Beroeps Begeleiden­ de Leerweg (BBL). Zowel jonge, als oudere nuggers zitten met het probleem dat ze werk willen maar geen (recente) diploma’s hebben. Ze hebben vaak geen tijd en geld om eerst onderwijs te volgen en daarna verder te zoeken naar een baan. Omdat de BBL het halen van een diploma combineert met betaald werk, is deze optie voor veel nuggers een uitkomst. Voor iedereen die zou willen bij­ of omscho­ len is een BBL­opleiding een mogelijke oplossing. De opleidingen variëren van mbo-1 tot mbo-4 niveau en zijn dus vaak zonder specifieke vooropleiding te volgen. Mensen met een BBL­diploma vinden in bijna alle gevallen werk en de intredewerk­ loosheid is laag.

Voor het volgen van een BBL­opleiding is echter wel een leerwerkplek nodig. Tijdens de crisis zijn deze plekken in veel sectoren wegbezuinigd. Nog steeds zijn er niet altijd voldoende leerplekken, wat (potentiële) leerlingen afschrikt zich aan te melden. In sectoren met grote tekorten, zoals de bouw en techniek, worden BBL­stages ingezet om werknemers te werven. BBL’ers vormen voor deze werk­ gevers de ideale doelgroep. Ze zijn jong, leergierig en kunnen bijna volledig in het bedrijf worden opgeleid. Voor leerlingen zijn de voordelen net zo groot. Zij behalen en diploma en krijgen tegelijkertijd betaald. De lage kosten van de opleiding zijn voor veel nuggers ook noodzakelijk. Verder biedt de grote kans op betaald werk een extra stimulans.

Het is nuttig voor nuggers te weten welke opleidingen open staan voor hen en wat hun kansen zijn. Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende leerwerk­ plekken beschikbaar zijn. De overheid kan hier het voortouw in nemen. Zij kan zelf BBL­plekken aanbieden en kan ook werkgevers actief stimuleren om plekken beschikbaar te stellen. Dit jaar heeft het kabinet echter besloten te bezuinigen op de subsidiëring van BBL­plekken. De tegemoetkoming voor werkgevers is met 7,5 procent gedaald.162 Deze bezuiniging moet zo snel mogelijk worden teruggedraaid

om iedereen de kans te geven de (over)stap naar de arbeidsmarkt te maken.

Tot slot

In Nederland zitten honderdduizenden mensen werkloos thuis die eigenlijk wel willen werken. Het zijn jongeren die willen studeren of werken en het zijn mensen die na een pauze in hun loopbaan weer aan de gang willen. Deze pauze moet daadwerkelijk een pauze zijn en niet uitdraaien op een definitief afscheid. Daarom is het belangrijk dat herintreders worden gefaciliteerd in hun wensen, zonder om­ haal en aanvullende voorwaarden. Jongeren moet de helpende hand aangeboden worden, zodat zij in geen geval hun eerste stap op de arbeidsmarkt missen. Om de honderdduizenden potentiële werkkrachten aan het werk te krijgen is actief over­ heidsbeleid nodig. Een overheid die jongeren en herintreders benadert en zich zelf benaderbaar opstelt. Een open, eerlijke overheid die iedereen ondersteuning biedt, zonder gekke voorwaarden. Iedere burger verdient een kans op duurzaam werk en heeft recht op hulp om hieraan te werken.

Deel 3

Vormgeving