• No results found

Er is grote behoefte aan een nieuw arbeidsbureau Een laagdrempelige organisatie waar iedereen

terecht kan met vragen over werk of scholing en

een organisatie die een schakelfunctie vervult

tussen de verschillende organisaties en vormen van

dienstverlening. In dit hoofdstuk wordt uiteengezet

hoe een dergelijke organisatie eruit zou kunnen zien.

Waar kun je terecht met vragen over werk en inkomen? Het is een simpele vraag. Toch zullen weinig mensen er een antwoord op weten, concludeert Tof Thissen, de directeur van het UWV­WERKbedrijf.163 Voor onderwijs, veiligheid en ge­

zondheid zijn er duidelijk herkenbare organisaties, met herkenbare namen, waarbij het voor iedereen duidelijk is waarvoor je er terecht kunt. Voor werk bestaat dit niet. En dat terwijl werk een centrale rol speelt in ons leven. In plaats van een aan­ tal vaste partijen, heb je tijdens je werkende leven te maken met een hele rits aan organisaties, bedrijven en instanties. Onderling verschillen ze enorm en allemaal richten ze zich op een eigen deel van de arbeidsmarkt. Ze zijn publiek of privaat, opereren landelijk, regionaal, sectoraal of lokaal en hebben ieder eigen bevoegd­ heden, verantwoordelijkheden en doelstellingen. Waar handige werkzoekenden of werkgevers zich nog wel weten te redden, is het arbeidsbestel voor veel mensen niet meer te overzien. Terecht noemt Thissen de huidige infrastructuur ‘verrom­ meld’. Toch is er grote behoefte aan een plek waar werkgevers, werknemers, werk­ zoekenden en scholieren terecht kunnen met al hun vragen over werk. In dit artikel bespreken we daarom hoe de verrommeling op de arbeidsmarkt kan worden gestopt en we weer een duidelijke dienstverleningsstructuur kunnen opzetten.

‘Gaat heen, we kunnen helaas niets voor u betekenen’

Allemaal hebben we momenten in onze carrières gehad waarbij we wat hulp hadden kunnen gebruiken. Jongeren weten vaak niet welke opleiding of studierich­ ting ze moeten kiezen om later zeker te zijn van werk; uitkeringsgerechtigden of herintreders worstelen met de vraag welke vacatures voor hun geschikt zijn en bij hun vaardigheden passen; werknemers die weten dat hun contract over een half jaar afloopt, willen weten of ze moeten switchen van sector en of ze zich kunnen om­, her­ of bijscholen; en ook werkenden die een vaste aanstelling hebben, vragen zich wel eens af wat ze eigenlijk nog meer zouden kunnen. Al deze mensen vragen zich af: waar kan ik naartoe met mijn vragen?

Tot 1991 bestond deze plek. Door het hele land waren er zo’n 140 loketten die overal dezelfde naam droegen: het arbeidsbureau. Hier hielpen professionele adviseurs en bemiddelaars je met scholing, studiekeuzeadvies, beroepskeuzevoor­ lichting, bemiddeling naar werk en algemene vragen over werk. De vakbonden en werkgevers waren nauw betrokken in de organisatie waardoor de dienstverlening over het algemeen goed aansloot op de arbeidsmarkt. Onder het eerste Paarse kabinet werd deze opzet echter helemaal omgegooid. De verantwoordelijkheid

163 Tof Thissen, ‘Een toekomst-vast stelsel van sociale zekerheid vraagt om een robuuste Public

Employment Service’, in: De toekomst van Sociale Zekerheid en Integratie. Afscheidsbundel

voor de re­integratiedienstverlening werd grotendeels gedecentraliseerd naar de gemeenten, de rol van de sociale partners werd uit het stelsel geknipt en de publie­ ke arbeidsvoorziening werd grotendeels wegbezuinigd. Voortaan moest de markt het grootste deel van de re­integratiedienstverlening verzorgen.

Tegenwoordig heeft Nederland dus geen arbeidsbureau meer en werkt de overheid nauwelijks meer samen met de sociale partners om een soepel lopende arbeidsmarkt te onderhouden. Binnen de arbeidsinfrastructuur is een duidelijke knip aangebracht. De overheid en haar publieke dienstverleners – de gemeenten en het UWV – richten zich vooral op mensen zonder werk en het bedrijfsleven en de vakbonden houden zich vooral bezig met werkenden. Zolang je betaald werk hebt, bemoeit de overheid zich nauwelijks met je. Verlies je je werk dan trekken de werkgevers en vakbonden zich terug en is de overheid vrijwel de enige betrokken partij. Deze gebrekkige samenwerking tussen de overheid en de private sector is een probleem; voor de overheid, voor burgers en voor bedrijven. Bedrijven willen kunnen kiezen uit goed geschoolde werkzoekenden, burgers willen graag soepel van werk naar werk overstappen en de overheid wil dat mensen zo kort mogelijk aanspraak maken op een uitkering.

Toch doen bedrijven nauwelijks iets aan de scholing van werkzoekenden en biedt de overheid geen preventieve dienstverlening zodat werknemers makkelijk van werk naar werk kunnen springen. Mensen kunnen pas terecht bij de overheid als ze daadwerkelijk op straat staan. In het eerdergenoemde artikel beschrijft UWV­directeur Thissen gefrustreerd hoe het UWV aan veel mensen geen dienstver­ lening kan bieden:

Als zich een niet-uitkeringsgerechtigde (nugger) bij ons meldt, kunnen we eigenlijk maar twee boodschappen afgeven: kijkt u eens op www.werk.nl of: gaat heen, we kunnen helaas niets voor u betekenen. We hebben namelijk geen opdracht om mensen die geen uitkering hebben van dienst te zijn. Hetzelfde geldt voor starters op de arbeidsmarkt, voor mensen in de bijstand die zich in de steek gelaten voelen door hun gemeente, voor werkenden die voor hun baan vrezen en zich willen oriënteren op een kansberoep. Dat het type dienstverlening gekoppeld is aan de ‘afkorting’ die je krijgt toebedeeld afhankelijk van het wetsregime waar je onder valt, is soms stekend.164

Figuur 6 Betrokken arbeidsmarktpartijen per loopbaanfase 1 Voor- bereiding 2 Indienst- treding 3 Werkend Ontslag- 4 drei- ging of aflopend contract 5 Ontslag of einde contract 6 Werk- loosheid (WW en Boven- wettelijk) 7 Werk- loosheid (Bij- stand) Publieke domein

UWV Gemeen­ten

Regionale Leerwerkloketten Regionale Werkpleinen Regionale Werkgevers­ servicepunten Sociale partners Vakbonden Werkgevers Cao’s O&O­fondsen Sociaal plan of Van­werk­naar­werk Privaat domein Re­in­ tegratie

bedrijven Re­integratie bedrijven

Publike­ private samen­ werking (uitzend­ bureaus) Publike­private samenwerking (uitzendbureaus)

Commerciële opleiding­ en onderwijsinstellingen

Bron: Peter Donker van Heel, De toekomstbestendigheid van de arbeidsmarktinfrastructuur, (14 november 2017).