• No results found

Is Nederland een democratische rechtsstaat?

Wat komt overeen? Wat verschilt?

4 Diepte-analyse op basis van focusgroepen

4.1 Opzet van de focusgroepen

4.2.2 Is Nederland een democratische rechtsstaat?

Nadat de associaties met het begrip democratische rechtsstaat besproken zijn en de rol van de overheid en burgers bij het bewaken en bewaren van deze grond-rechten, is de vraag aan de orde gesteld in hoeverre men Nederland als demo-cratische rechtsstaat beschouwt en in hoeverre men daar vertrouwen in heeft.

Uit de reacties op deze vraag lijkt het erop dat slechts één van de groepen hier volmondig 'ja' op zegt. De andere groepen hebben elk hun eigen voorbehouden die een volmondig 'ja' lijken te belemmeren. Op het punt van gelijkheid zijn zij echter eensgezind dat dat grondrecht op Nederland van toepassing is.

De groep passief-laag vertrouwen zegt Nederland niet als een democratische rechtsstaat te ervaren. De volgende uitspraken illustreren deze bevinding:

"Het is helemaal weg."

"Nederland is een marionettenpoppetje van de VS."

"Als ik naar Spanje op vakantie ga, moet ik het reisbureau toestemming geven om mijn gegevens door te spelen naar Amerika."

"Stemmen is schijn."

"Wat democratie betreft kan alles (vrijheid meningsuiting), wat de rechtsstaat be-treft kan er van alles weer niet."

Wat gelijkheid betreft ziet men Nederland wel als democratische rechtsstaat (gelijkheid mannen en vrouwen, geen grote klassenverschillen, tolerantie van homoseksualiteit).

Men mist in Nederland een charismatische leider, die zich als leider met daad-kracht opstelt en de democratische rechtsstaat vertegenwoordigt.

"Bush geeft tenminste antwoord. Het is wel een dom antwoord, maar het is een antwoord. Balkenende lult rond de pot."

"Ik zou willen dat de politiek meer een front zou trekken. Door dit gebrek kan Balkenende geen oordeel geven."

"Ik voel me in Nederland nog wel veilig genoeg om te kunnen zeggen wat ik wil, maar ik mis daadkracht."

Er is onder de respondenten uit deze groep weinig vertrouwen in de beleidsma-kers:

"Ze bedenken in Den Haag de idiootste dingen."

"Je hebt vaak het idee dat ze in Den Haag denken: het volk is dom."

Het houden van referenda, het horen van het volk, kan volgens hen het ver-trouwen in de democratische rechtsstaat doen toenemen en de kloof enigszins dichten.

"Als er meer referenda zouden komen, zou ik meer het idee hebben dat er een de-mocratische rechtsstaat is."

"Als er vaker referenda zijn en de overheid maakt duidelijk dat ze er wat mee doet, wordt de opkomst vanzelf ook veel hoger."

"Referenda gaan kiezersbedrog tegen."

De groep actief-vertrouwen ziet Nederland als een democratische rechts-staat.

"Beetje apart met het koningshuis, maar ik vind dat het hier democratisch aan toe gaat."

"De overheid moet de rechters goed opleiden."

Als tegengesteld aan een democratische rechtsstaat ziet men een totalitaire en militaire rechtsstaat. Rechten die men zou missen in een niet-democratische rechtsstaat zijn: gelijkheid (mannen/vrouwen), stemrecht en veiligheid.

"Je weet dan niet meer wie je kan vertrouwen." "Je kunt dan niet meer kritisch zijn."

De actief-vertrouwen respondenten hebben vertrouwen in de democratische rechtsstaat, al kan het volgens een enkeling beter door meer directe invloed van de burger op het bestuur. Deze beïnvloeding dient volgens de respondenten uit deze groep vanuit het initiatief van de burger te komen.

"Het begint bij hoe we ons als burger opstellen."

"Het systeem is goed maar in de praktijk valt dit kabinet tegen. Alle verworven-heden worden 20 jaar terug gezet."

Deze groep respondenten ziet zichzelf als verantwoordelijk. Eén van de verant-woordelijkheden is kennis vergaren. Ook meldplicht ziet men als verantwoorde-lijkheid van de burger.

"In veel gevallen kunnen we onszelf ook beter [in zaken] verdiepen."

De groep passief-vertrouwen geeft aan Nederland niet als een democratische rechtsstaat te beschouwen.

"We hebben de illusie van wel."

"Een koningshuis past niet bij een democratische rechtsstaat." "Hoe wij ermee omgaan niet, omdat we er niets over mogen zeggen."

Anderzijds geeft men aan dat het kiezen van een regering wel een uiting is van een democratische rechtsstaat. Kiesrecht is belangrijk. Men hoopt hiermee in-vloed te kunnen uitoefenen. Hierover twijfelt men echter.

"Ik heb niet het idee dat ze weten wat er leeft. Het lijkt een eigen wereldje." "Ik vind populariteit niet goed. Deze ontwikkeling vind ik eng. Dat mensen stem-men op een dode politicus. Ik ben mijn vertrouwen in de Nederlandse bevolking kwijt."

Ook uit de houding ten aanzien van referenda blijkt dat het binnen deze groep met name schort aan vertrouwen in de burgers, meer dan in de politiek. Men staat sceptisch tegenover referenda. Als idee staat deze groep er vrij positief te-genover maar over de uitwerking in de praktijk, over het vermogen van de bur-ger om een mening te vormen, is men sceptisch:

"Referenda is als idee leuk, maar in de praktijk werkt het niet omdat het geba-seerd is op gevoel en niet op feiten."

"Ik vraag mij af of mensen in staat zijn goed te kunnen kiezen, omdat mensen niet volledig geïnformeerd zijn."

"Het ontbreekt bij de burger altijd aan kennis."

"Het is een wassen neus. Het moet vaker gebruikt worden en bindend zijn." "Ik was altijd voor een referendum. Maar op basis van de grondwet ben ik er niet meer voor. Omdat mensen tegen stemmen omdat ze Balkenende stom vinden of de euro niet wilden."

Liever ziet men dat een goede volksvertegenwoordiging de beslissingen neemt en niet overlaat aan de burgers. De overheid moet primair de beslissingen ne-men.

"Hoeveel waarde moet je hechten aan uitkomsten vanwege onderbuikgevoelens?"

Op de vraag of men vertrouwen in de democratische rechtsstaat heeft, geeft men aan dat dit systeem het minst slechte systeem is.

Positief is men over het feit dat in de rechtspraak schuld bewezen moet worden in plaats van onschuld (Amerika). Negatief is men over de uitvoering van het be-leid: een groep verdachten wordt opgepakt en de volgende dag alweer vrijgela-ten.

"Iedereen houdt elkaar de hand boven het hoofd. In de samenleving zou je ontsla-gen worden als je fouten maakt."

Er is vertrouwen binnen de groep, maar dit wordt wel op de proef gesteld. Als voorbeeld noemt men de invoering van het nieuwe zorgstelsel.

"Ik heb het idee dat je in de zeik wordt genomen. Hoogervorst staat glashard te liegen."

"Het zijn geen wijze mensen. Het zijn mannetjes die de besten willen zijn."

Volgens de groep actief-laag vertrouwen is Nederland 'tot op bepaalde hoogte' een democratische rechtsstaat.

"We leven niet in een dictatuur."

"Wanneer je iets verder gaat, dan stopt het."

Men is van mening dat de identificatieplicht te ver gaat. Deze – en andere maat-regelen – komen de veiligheid niet ten goede. Een aantal respondenten is van mening dat met deze maatregelen 'de goeden' lijden onder 'de slechten'. Ander-zijds zijn er wel regels nodig om de democratische rechtsstaat te handhaven.

"Ik vind het allemaal zo erg [aantasting privacy]. Het komt toch niet door ons?"

Een aantal zaken heeft er volgens eigen zeggen binnen deze groep aan bijgedra-gen dat het vertrouwen in de democratische rechtsstaat is afbijgedra-genomen.

− Zaken van het Openbaar Ministerie − Brand op Schiphol

"Ik vind dat de normen en waarden de laatste jaren enorm verslechterd zijn door de komst van de nieuwe Nederlanders."