• No results found

1. Achtergrond en rationale van het INVOLVE-project

1.2. Het INVOLVE-project

1.

Bevindingen van het MEM-VOL-project

1.2. Het INVOLVE-project

De onderstaande negen partnerorganisaties maakten deel uit van het INVOLVE-project:

Het European Volunteer Centre, CEV – Projectcoördinatie (www.cev.be).

Community Partnership Consultants, CPC (www.community-partnership.nl) en CIVIQ Instituut Vrijwillige Inzet (www.civiq.nl), Nederland.

MENEDÉK – Migrantenvereniging, Hongarije (http://www.menedek.hu/). Volunteering England, Engeland (www.volunteering.org.uk).

“INBAS – Sozialforschung” onderzoeksinstituut, Duitsland (www.inbas-sozialforschung.de). Universiteit van Wenen, Instituut voor Sociologie, Oostenrijk (www.soz.univie.ac.at/). De FUNDAR-stichting voor solidariteit en vrijwilligerswerk, Valencia, Spanje (www.fundar.es).

Het IRIV, instituut voor onderzoek naar en informatie over vrijwilligerswerk, Frankrijk (www.iriv.net).

Het Institute for Volunteering Research (IVR) in Engeland (www.ivr.org.uk) was verantwoor-delijk voor de externe evaluatie van het project. Deel  geeft alle contactgegevens van deze organisaties.

Migratie – integratie – vrijwilligerswerk

pese Unie definiëren integratie als “een dyna-misch tweerichtingsproces van wederzijdse aanpassing door alle immigranten en ingezete-nen van de lidstaten” (European Commission 2005). Deze aanpak is misschien een stap in de richting van uitsluitsel in dit debat, doordat de nadruk hier ligt op integratie als een weder-zijds en collectief proces, en niet de individuele verantwoordelijkheid van alleen maar de im-migrant.

In de afgelopen jaren is er in toenemende mate belangstelling voor vrijwilligerswerk door migranten, in het bijzonder in landen met een uitgesproken traditie van actief burgerschap en een verregaand besef van de sleutelrol die vrij-willigerswerk vervult in het creëren van een gemeenschap en van sociale samenhang. Een

samenleving die burgerparticipatie en vrijwil-lige inzet als een belangrijke hoeksteen van een bloeiende democratie beschouwt, interesseert zich ervoor of immigrantengemeenschappen deel uitmaken van die hoeksteen, en als dat niet het geval is, wat kan worden gedaan om actief burgerschap in deze gemeenschappen aan te moedigen.

Vrijwillige inzet kan worden gedefinieerd als de som van alle activiteiten die burgers voor elkaar uitvoeren, zonder vergoeding en uit vrije wil. Het is een instrument dat in het we-derzijdse integratieproces nog geen volledige erkenning heeft gekregen. Hoe dat instrument verder kan worden ontwikkeld is de centrale vraag van het INVOLVE-project.

De Europese Commissie financierde eerder al het MEM-VOL-onderzoek (www.mem-vo-lunteering.net), waarin het belang naar voren kwam van vrijwilligerswerk en actief burger-schap door migranten in de strijd tegen sociale uitsluiting. De studie wees uit dat deze activi-teiten de relaties tussen de gemeenschappen bevorderen, racisme en intolerantie helpen bestrijden, en de persoonlijke en professionele vaardigheden van de betrokkenen ontwikke-len. De Europese Commissie benadrukt dan ook dat contact met anderen een belangrijk onderdeel is van het inburgeringsproces in de gastsamenleving, en dat interactie tussen ver-schillende culturen en religies tot meer tole-rantie en respect leidt (European Commission 2003: 22).

De belangrijkste uitdaging die door de MEM-VOL-partners was geïdentificeerd, was het gebrek aan kennis, gegevens en bewustzijn rond de betrokkenheid van nieuwkomers uit derde landen bij actief burgerschap, en hun

at-titude en opvattingen met betrekking tot vrij-willigerswerk.

Een verwant probleem is het beperkte ni-veau van netwerkontwikkeling en kennisover-dracht met betrekking tot vrijwilligerswerk door nieuwkomers uit derde landen, met name op transnationaal Europees niveau. Er is behoefte aan ervaringsuitwisselingen tussen migrantenorganisaties, ngo’s, en landelijke, regi-onale en lokale overheden in de lidstaten.

Een bijkomende kwestie is dat het integra-tiebeleid van de verschillende lidstaten zich in belangrijke mate concentreert op integra-tie in de arbeidsmarkt. Dit mag dan wel een belangrijke dimensie van sociale integratie zijn, maar het biedt geen oplossing voor de uitslui-ting van migranten die geen deel uitmaken van de arbeidsmarkt en die dat ook nooit zullen doen.

Migratie, integratie en vrijwilligers-werk staan op de agenda van het open-bare en politieke debat in Europa. De

doelstelling van het INVOLVE-project was deze verschillende debatten met el-kaar te verbinden en hun raakvelden te

vinden, door de volgende vraag te stellen:

‘Hoe kan vrijwilligerswerk beter worden ingezet om integratie, die nodig is als

ge-Het INVOLVE-project werd opgezet om ver-nieuwende oplossingen te zoeken voor het vraagstuk van de ‘sociale integratie’ en de ‘ac-tieve participatie’ van nieuwkomers uit derde landen – oplossingen waarin vrijwilligerswerk als middel centraal staat.

De partners van het project vulden het ge-brek aan kennis op over vrijwilligerswerk door migranten, onder meer inzake de opvattingen en de attitudes van nieuwkomers uit derde

landen met betrekking tot vrijwilligerswerk, en voerden onderzoek uit naar landelijke beleids-lijnen en acties die deze activiteiten faciliteren.

Tot slot was het de bedoeling een trans-Euro-pees netwerk te vormen van nationale con-tacten op het vlak van vrijwilligerswerk door migranten, om op die manier meer grensover-schrijdende dialoog tussen belanghebbenden mogelijk te maken.

10 11

1.

De projectpartners hebben de volgende activiteiten uitgevoerd:

Landelijk ‘Actieonderzoek’

Het onderzoek heeft onder meer de volgende thema’s behandeld:

Feiten en cijfers over vrijwilligerswerk en immigratie in de zeven landen.

Het concept integratie en de houding van immigranten tegenover vrijwilligerswerk.

Belemmeringen die migranten van vrijwilligerswerk weghouden.

Goede praktijken die deze belemmeringen helpen wegwerken.

De rol van lokaal, landelijk en Europees beleid en programma’s om de betrokkenheid van migranten bij vrijwilligerswerk te ondersteunen.

Modellen van partnerschappen tussen belanghebbenden.

Drie INVOLVE-seminars

Elk seminar had een centraal thema:

Wolverhampton (Engeland), oktober 2005: Identificeren van belemmeringen die integratie en vrijwilligerswerk in de weg staan; identificeren van criteria voor goede prak-tijken om deze belemmeringen weg te werken.

Valencia (Spanje), maart 2006: Presenteren van voorbeelden van goede praktijken in projecten die vrijwillige inzet door migranten bevorderen, en discussie over de over-draagbaarheid ervan.

Deventer (Nederland), juni 2006: Formuleren van aanbevelingen voor beleidsmakers en praktijkwerkers voor het uitbouwen van vrijwilligerswerk als een middel tot betere integratie.

Eindrapportage van het project en website Het INVOLVE-project

De drie seminars brachten meer dan zeventig belanghebbenden bijeen van migrantenorgani-saties, reguliere vrijwilligers-organisaties uit de gastgemeenschappen, overheden van alle niveaus, de media en, waar mogelijk, vertegen-woordigers van de bedrijfswereld. De resulta-ten van het aan de gang zijnde ‘actieonderzoek’

in elk land werden door vertegenwoordigers van de landelijke expertisegroepen voorgesteld en geanalyseerd. Zij identificeerden gemeen-schappelijke elementen, verschillen, en ook de

belemmeringen die integratie in de weg staan.

Ze hebben de INVOLVE-conferenties gebruikt als een forum om goede praktijken uit te wis-selen en om de vorming van grensoverschrij-dende partnerschappen te bevorderen.

De documentatie van het landelijke actieonderzoek en de verslagen van de drie INVOLVE-seminars zijn vrij raadpleegbaar op de website van INVOLVE (www.involve-europe.eu).

Het huidige eindrapport van INVOL-VE biedt een analyse van de landelijke verslagen, presenteert de kernresulta-ten van de drie seminars, en beschrijft voorbeelden van goede praktijken uit heel Europa. Tot besluit worden er een aantal aanbevelingen gegeven voor be-leidsmakers op de verschillende niveaus en voor praktijkwerkers, zowel die in

re-guliere vrijwilligersorganisaties als die in migrantenorganisaties, over hoe vrij-willigerswerk kan worden uitgebouwd tot een middel tot sociale integratie van migranten en nieuwkomers uit derde landen.

Elk partnerland heeft een landelijke expertise-groep opgezet van een tiental experts in het vakgebied. Deze expertisegroepen hebben de onderzoeksgegevens verzameld die de basis vormen van de landelijke INVOLVE-rapporten (zie 2. Immigratie en vrijwilligerswerk – Een Europees overzicht in zeven landen). Nieuw-komers uit derde landen waren bij alle stappen van het project betrokken. Vertegenwoordi-gers van de landelijke expertisegroepen heb-ben bijgedragen aan de voorbereiding van de drie INVOLVE-seminars en hebben er ook aan deelgenomen.

De verzameling onderzoeksgegevens is tot stand gekomen door het gebruik van bestaan-de literatuur, enquêtes bij relevante belang-hebbenden, het interviewen van personen, en, in het geval van Oostenrijk, Hongarije, Neder-land, Engeland en Spanje, ook door kleinere primaire onderzoeksprojecten.

De resultaten en conclusies van dit werk werden vervolgens voorgesteld tijdens elk van de INVOLVE-seminars, met de bedoeling een grensoverschrijdend debat op gang te bren-gen.

12 13

1. 1.3. Definities en glossarium

Wegens de sterk uiteenlopende contexten van de verschillende landen die deel uitmaken van het INVOLVE-consortium, is het onmogelijk definities en termen te geven die aansluiten op het openbare debat en het wettelijk kader van alle deelnemende landen. In dit verslag worden de onderstaande termen gebruikt als de kleinste gemene delers.

Immigrant / Migrant / Persoon die verwacht voor een bepaalde duur Nieuwkomer in een ander land te verblijven dan in het land waarvan hij/zij de nationaliteit bezit, om andere redenen dan toerisme of seizoensarbeid. In het licht van nieuwe vormen van migratiestromen lijkt de term ‘migrant’ het meest geschikt, door-dat die ook de mogelijkheid weergeeft door-dat een immigrant weer emigreert. In dit verslag worden de drie termen door elkaar gebruikt (uitzonde-ring: Frankrijk, zie 2.7.).

Onderdanen van derde landen Iedereen die geen ingezetene is van een lidstaat van de Europese Unie.

Immigrant van de tweede generatie Persoon die in het gastland geboren is en van wie minstens één van de ouders buiten het gastland geboren is.

Vluchteling Persoon die uit vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een sociale groep of zijn politieke overtui-ging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en daarheen niet kan of uit hoofde van bedoelde vrees, niet wil terugkeren.

Asielzoeker Persoon die asiel heeft aangevraagd en wiens aanvraag in behandeling is.

Vrijwilligerswerk Verwijst naar alle vormen van activiteit waarbij burgers onverplicht en onbetaald werk verrich-ten verrich-ten behoeve van anderen of de samenleving.

Vrijwilligerswerk omvat ‘vrijwillige inzet’

(zowel informeel als in georganiseerd verband),

‘vrijwilligerswerk’ (werk verricht in georgani-seerd verband voor reguliere

vrijwilligersorgani-saties of voor migrantenorganivrijwilligersorgani-saties) en ‘vrij-willige dienstverlening’, bestaand uit voltijds en tijdelijk vrijwilligerswerk (meestal niet langer dan een jaar), vaak speciaal gericht op jongeren.

Goede praktijken In het kader van dit project verwijzen goede praktijken naar projecten en activiteiten die de betrokkenheid van nieuwkomers uit derde landen bij vrijwilligerswerk bevorderen, en die bijdragen aan een betere integratie in de gastsa-menleving.

Reguliere vrijwilligersorganisatie Organisatie die toegankelijk is voor alle groepen in de samenleving en die niet nadrukkelijk ge-richt is op of bestuurd wordt door specifieke sociale of etnische groeperingen. Voorbeelden van dergelijke organisaties zijn het Rode Kruis of vrijwilligerscentrales.

Migrantenorganisatie Organisatie die in hoofdzaak door migranten wordt bestuurd, en die zich toelegt op belan-genbehartiging en/of het aanbieden van sociale of culturele diensten voor de migrantengemeen-schap (en soms ook voor de gastgemeenmigrantengemeen-schap).

Integratie Een dynamisch, langdurig en onafgebroken twee-richtingsproces van aanpassing door alle immi-granten en inwoners van het gastland.

Assimilatie Eenzijdig aanpassingsproces: van immigranten wordt verwacht dat ze hun distinctieve linguïsti-sche, culturele en sociale karakteristieken opge-ven, dat ze de dominante waarden en praktijken van het gastland overnemen, en dat ze in de be-volking van het gastland opgaan.

Multiculturalisme Een concept dat ervan uitgaat dat in een samen-leving verschillende culturen of etnische groepen naast elkaar kunnen bestaan zonder noemens-waardige inspanningen om toenadering of we-derzijdse integratie tot stand te brengen.

14 15

2.

Immigratie en vrijwilligerswerk –

Een Europees overzicht in zeven landen

De partners van het INVOLVE-project hebben in elk van de deelnemende landen expertisegroepen opgezet die hebben bijgedragen aan het actieonderzoek naar de link tussen integratie en vrijwilligerswerk in Nederland, Hongarije, Engeland, Duits-land, Oostenrijk, Spanje en Frankrijk. Elke groep heeft een landelijk rapport uit-gebracht, dat op www.involve-europe.eu kan worden geraadpleegd. Enkele van de belangrijkste bevindingen van de verschillende rapporten worden hierna gepresen-teerd, en bieden op die manier een overzicht van vrijwilligerswerk door immigran-ten en van de context waarin het zich voordoet.

2.1. Nederland

Participatie van immigranten in vrijwilligerswerk en informeel helpen1

De in hoge mate geprofessionaliseerde en georganiseerde West-Europese notie van vrijwil-ligerswerk komt vaak niet overeen met de attitudes die nieuwkomers uit derde landen hebben ten overstaan van vrijwilligerswerk:2

Toen ik in Nederland aankwam toen dacht ik – vrijwilligerswerk – wat is dat? Later begreep ik dat in Iran veel mensen vrijwilligerswerk verrichten, alleen noem je het niet zo, want wij hebben er een andere kijk op. Mensen doen heel wat voor mekaar en daar verwachten ze niets voor terug, want wat telt is dat God tevreden over je is... Veel mensen doen iets voor ande-ren zonder dat iemand daar weet van heeft, en het wordt zelfs nog meer gewaardeerd als niemand weet dat ik via het Rode Kruis mensen help... Het moet van het ene hart tot het andere zijn, dat is de idee in Iran. In Iran loop je niet te kijk met wat je als vrijwilliger doet.

Vrijwillige inzet is helpen en opnieuw helpen. In Marokko is iedereen vrijwilliger, want iedereen helpt mekaar. Je noemt het geen ‘vrijwilligerswerk’, want het hoort er gewoon bij.

Vrijwilligerswerk bestaat, maar niet in georganiseerde vorm. Je helpt mekaar in je familie, je buurt, je clan. Je hebt er erg grote families naast je dichte familie en mekaar helpen is een verplichting, ook uit religieus oogpunt.

Marokkaanse vrijwilliger

Iraanse vrijwilliger Somalische vrijwilliger

Migranten (buiten Nederland In Nederland geboren geboren Nederlanders) Nederlanders

Vrijwilligerswerk (%) ja 22 % 43%

Informeel helpen (%) ja 76% 65%

Met name jongeren van de tweede genera-tie en vrouwen van Turkse of Marokkaanse afkomst hebben te maken met aanzienlijke barrières voor participatie: deze zijn onder meer verschillen in organisatiecultuur, com-municatiepatronen, gebrek aan taalvaardigheid, en, voor nieuwkomers, onbekendheid met plaatselijke tradities op het vlak van vrijwilli-gerswerk. Meer bepaald voor vrouwen kunnen

traditionele ideeën over genderrollen een ob-stakel voor participatie vormen. Hard publiek debat over integratie en godsdienst (vooral is-lam) en ook de groeiende behoefte aan markt-gerichtheid van vrijwilligersorganisaties in een veranderende welvaartstaat hebben een nega-tieve impact op migrantenorganisaties en hun capaciteit om doeltreffend te functioneren.

2.

De huidige immigrantenbevolking van Ne-derland vormt 19% van de totale bevolking van meer dan zestien miljoen; daarvan zijn 1,7 miljoen personen (10,4%) van niet-Westerse buitenlandse afkomst. Demografische ontwik-kelingen wijzen op een groei van de zoge-naamde tweede generatie van nieuwkomers uit niet-Westerse derde landen, waarvan mo-menteel 48% in Nederland geboren zijn.

De voornaamste immigrantengroepen zijn de Turken, de Surinamers, de Marokkanen en de Antillianen/Arubanen. Nieuwe immigratie is in hoofdzaak gemotiveerd door asiel, familie-vorming en familiehereniging. Het Nederland-se integratiebeleid is voornamelijk gericht op nieuwkomers uit derde landen van niet-Westerse herkomst, met het accent op sociaal en economische achtergestelde groe-pen (die etnische minderheden worden ge-noemd). Daarbij horen ook genaturaliseerde immigranten van de eerste, tweede en derde generatie. Het heeft dus een ruimere reik-wijdte dan alleen maar onderdanen van derde landen.

Wat opvalt is dat migratie dynamischer geworden is, waarbij verschillende patronen van toepassing zijn op immigrantengroepen.

Meer dan 40% van de immigranten die in 1995 in Nederland aankwamen hadden het land bin-nen de zeven jaar weer verlaten. Ongeveer 16%

van deze groep was binnen deze periode weer naar Nederland teruggekeerd, en 33% van de terugkomers was opnieuw geëmigreerd. Som-mige immigranten kunnen dus veeleer worden beschouwd als ‘voorbijgangers voor de lange termijn’.

In Nederland wordt veel waarde gehecht aan vrijwilligerswerk: ongeveer vier mil-joen mensen (25%) verrichten op geregelde basis vrijwilligerswerk. Uit (vooral lokaal) on-derzoek uitgevoerd in de laatste tien jaar blijkt evenwel dat migrantenvrijwilligers nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in reguliere vrijwilligersorganisaties, ondanks verschei-dene initiatieven om samenhang te bevorde-ren. Zij nemen niettemin toch actief deel aan de samenleving: 76% van de immigran-tenbevolking doet aan informele hulpverle-ning, vergeleken met 65% van de autochtone Nederlandse bevolking. Het onderzoek wees uit dat immigranten van de tweede generatie (80%) nog actiever zijn dan de eerste generatie (74%). De totale deelnameratio van immigran-ten die in derde landen geboren zijn, verschilt bijgevolg niet van de autochtone bevolking, wanneer men in de definitie van vrijwillige inzet rekening houdt met het informeel helpen van anderen en het zorgen voor het uitgebreide gezin. Het zwaartepunt van vrij-willige inzet onder migranten ligt evenwel bij

vrienden, familieleden en buren. Daarnaast be-staat er een waaier van bloeiende verenigingen

binnen de immigrantengemeenschappen.

16 17

2.

Specifieke kenmerken van het land

Overheidsbeleid gericht op het faciliteren van vrijwilligerswerk door migranten en integratie

Vrijwilligerswerk

Met het oog daarop ondersteunde het ministerie het project Stap Twee, dat in het Interna-tionaal Jaar van Vrijwilligers 2001 van start ging en in 2005 afliep. Stap Twee had als doel het bevorderen van de diversiteit in de sector van het vrijwilligerswerk, en was een initiatief van CIVIQ en FORUM.

“Stap Twee” heeft op verschillende niveaus vrijwilligerswerk door migranten op de agenda helpen zetten:

Het heeft de sector van het vrijwilligerswerk bewust gemaakt van de behoefte aan organisatorische verandering. De human resources van vrijwilligersorganisaties, zowel bij de vrijwilligers als bij het personeel, moeten de demografische veranderingen in de samenleving weerspiegelen.

Het heeft bijgedragen aan een databank van goede praktijken, verzameld door de verschillende belanghebbenden en raadpleegbaar op www.civiq.nl/staptwee.

Het heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van methodes en instrumenten om de interculturalisatie van vrijwilligerswerk te bevorderen.

Het heeft bijgedragen aan nieuwe vormen van samenwerking tussen reguliere en allochtone vrijwilligersorganisaties. Bij het begin van het project beschouwden reguliere organisaties de allochtone organisaties hoofdzakelijk als een rekruteringspool voor vrijwilligers voor hun eigen organisaties, maar nu wordt er voorzichtig gedacht aan mogelijke gezamenlijke projecten en samenwerking.

De huidige algemene beleidsinitiatieven met betrekking tot vrijwilligerswerk hebben als doel de bestaande belemmeringen in de wet- en regelgeving weg te nemen en de kwaliteit van het lokale beleid en van de steuninstel-lingen van het vrijwilligerswerk te verbeteren.

Daarnaast wil het huidige beleid onderzoek stimuleren en ondersteunt het het rekruteren van ‘nieuwe’ doelgroepen, zoals bijvoorbeeld allochtone gemeenschappen, als vrijwilligers.

Men mag verwachten dat deze algemene be-leidsinitiatieven op lange termijn ook de uit-bouw van allochtoon vrijwilligerswerk ten goede zullen komen. Meer bepaald wil de

overheid vrijwilligerswerk door allochtone vrouwen aanmoedigen, aangezien zij tot de meest uitgesloten groepen in de samenleving behoren.

Het voornaamste doel van het vrijwilligers-beleid van het ministerie is ‘participatie’ van alle burgers; de term ‘integratie’ wordt niet gebruikt. In de recente Beleidsbrief vrijwillige inzet (2005-2007) staat dat het ministerie het traditionele concept van vrijwilligerswerk rui-mer ziet. Het gebruikt voortaan de term ‘vrij-willige inzet’, die beter de nieuwe lading dekt van de vele (cultureel) verschillende vormen van onbetaald werk dat vrijwillig voor de sa-Immigratie en vrijwilligerswerk – Nederland

Alle belanghebbenden hebben erkend dat het wegwerken van de bestaande belem-meringen en het verhogen van de deelname van immigranten aan vrijwilligerswerk een uit-daging is. De overheid en de sector van het vrijwilligerswerk hebben goede praktijken be-vorderd, en een aantal migrantenorganisaties hebben nieuwe organisatievormen ontwik-keld om integratie aan te pakken. Sleutelele-menten van goede praktijken zijn onder meer overheidssteun voor programma’s die de diversiteit in de sector van het vrijwili-gerswerk vergroten, en het uitbouwen van steuninstellingen voor migrantenorga-nisaties zowel op lokaal als op provinciaal

Alle belanghebbenden hebben erkend dat het wegwerken van de bestaande belem-meringen en het verhogen van de deelname van immigranten aan vrijwilligerswerk een uit-daging is. De overheid en de sector van het vrijwilligerswerk hebben goede praktijken be-vorderd, en een aantal migrantenorganisaties hebben nieuwe organisatievormen ontwik-keld om integratie aan te pakken. Sleutelele-menten van goede praktijken zijn onder meer overheidssteun voor programma’s die de diversiteit in de sector van het vrijwili-gerswerk vergroten, en het uitbouwen van steuninstellingen voor migrantenorga-nisaties zowel op lokaal als op provinciaal