• No results found

2. Immigratie en vrijwilligerswerk – Een Europees overzicht

2.3. Engeland

Slechts één organisatie werkte met vrijwilligers die asielzoeker waren. Vijf organisaties werkten met buitenlanders uit West-Europa en de Verenigde Staten (voornamelijk studenten). Geen enkele van de andere organisaties die deze onderzoeksvraag hadden beantwoord (18 van de 29) werkten met allochtone vrijwilligers.

In deze laatste groep waren er evenwel tien organisaties die zeiden dat ze nog niet over deze mogelijkheid hadden nagedacht, en die enthousiast waren over het ontwikkelen van strategieën om allochtone vrijwilligers bij hun werk te betrekken. Dit wijst erop dat er op het vlak van de bewustmaking rond allochtoon vrijwilligerswerk nog heel wat werk aan de winkel is in Hongarije.

Deze resultaten tonen aan dat vrijwilligerswerk door migranten nog altijd een uitzondering is.

Organisaties staan er echter positief tegenover en enkele ervan hebben er al ervaring mee die op andere contexten kan worden overgedragen.

Naast het gebrek aan bekendheid bij het publiek, wordt ernstige xenofobie beschouwd als een belangrijke belemmering voor allochtoon vrijwilligerswerk. In een vergelijking met andere landen staat Hongarije op de tweede plaats wat betreft de negatieve houding tegenover immi-granten (zoals blijkt uit onderzoek uit 2003 van het International Social Survey Programme naar nationale identiteit en negatieve attitudes tegenover immigranten).

Mediaan van negatieve attitudes tegenover immigranten in verschillende Europese landen, Databank: ISSP 20035

Bewustmaking rond de voordelen van vrijwilligerswerk voor de integratie van mi-granten, en de strijd tegen het negatieve imago van migranten zijn dus de twee voornaamste acties waarmee vooruitgang kan worden geboekt in deze kwestie.

Daarnaast moet het concept van integratie door vrijwilligerswerk en participatie wor-den uitgebreid tot de Romaminderheid, die ook met vijandige attitudes te kampen heeft en die vaak in nog veel precairer omstandigheden leven dan nieuwkomers uit derde landen.

2.3. Engeland

Immigratie in Engeland

In 2001 waren 3,5 miljoen inwoners van Groot-Brittannië afkomstig uit landen buiten de Europese Unie; dit aantal omvat 83% van alle personen die buiten de Britse eilanden geboren zijn, en net geen 6% van de totale be-volking. Er was een tijd dat het woord ‘immi-gratie’ alleen werd gebruikt voor mensen die de rest van hun actieve leven in het Verenigd Koninkrijk kwamen doorbrengen. In de afge-lopen decennia is internationale migratie com-plexer geworden: sommige mensen wonen enkele jaren in Groot-Brittannië voor ze weer naar huis terugkeren of naar een ander land verhuizen. Anderen die in het buitenland zijn geboren laten zich naturaliseren en beschou-wen zich niet langer als immigranten. Tegelijk kan de term ‘immigrant’ worden gebruikt voor de in Groot-Brittannië geboren kinderen van geïmmigreerde ouders.

Immigranten / migranten / nieuwko-mers uit derde landen vormen een zeer heterogene groep mensen die op heel wat vlakken van elkaar verschillen; ze verschillen minstens evenveel van elkaar als ze van de algemene bevolking ver-schillen.

Er is bijvoorbeeld een grote dispariteit tus-sen laagbetaalde immigranten (die minder dan 149,20 pond per week verdienen; bijvoor-beeld 63% van de Bengalese immigranten) en

veelverdieners (die meer dan 750 pond per week verdienen; bijvoorbeeld 40% van de im-migranten uit de Verenigde Staten). Over het algemeen lijkt het dat nieuwkomers jonger zijn dan de autochtone bevolking (hun gemiddelde leeftijd is 28, vergeleken met 39) en minder goed opgeleid – waardoor ze meer geneigd zijn werk aan te nemen dat onderbetaald, vies of gevaarlijk is.

Tot in het begin van de negentiger jaren was er meer emigratie dan immigratie in het Verenigd Koninkrijk. In 2004 schat men dat 223.000 meer mensen naar het Verenigd Ko-ninkrijk migreerden dan dat er naar het bui-tenland migreerden. Studeren of werken zijn de voornaamste redenen voor migratie. In 2003 kwam meer dan een kwart van alle in-migranten (135.000 personen) naar het Ver-enigd Koninkrijk om er te studeren, en meer dan een vijfde (114.000 in-migranten) kwam in verband met werk en had een specifieke baan in het vooruitzicht (www.statistics.gov.uk).

Immigratie en vrijwilligerswerk – Hongarije

0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0 -0,1 -0,2 -0,3 -0,4 -0,5

CZ HU RU DE-E SK GB AT DE-W NO PL SI

LV IE DK FR SE CH PT ES BG

DE-W: Westgermany DE-E: Eastgermany

24 25

2.

Vrijwilligerswerk in Engeland

Het INVOLVE-onderzoek

Vrijwilligerswerk door nieuwkomers uit derde landen

De ondervraagde personen maakten duidelijk dat veel nieuwkomers uit derde landen maar met veel moeite een leefbaar inkomen verdienen, en dit beïnvloedt hun beschikbaarheid voor vrijwilligerswerk.

Vaak moeten ze in moeilijke omstandigheden lange uren maken voor een mager loon.

Ze hebben weinig tijd om Engels te leren en vrijwilligerswerk te verrichten.

Vaak zijn ze onbekend met de mogelijkheden en voordelen van vrijwilligerswerk, en beschikken ze niet over de nodige taalvaardigheid en tijd om er meer over aan de weet te komen.

Nieuwkomers op het platteland zijn bijzonder geïsoleerd, en ervaren dus nog meer belemmeringen voor vrijwilligerswerk. In sommige landelijke gebieden bestaat er geen infrastructuur voor vrijwilligerswerk, zodat er geen ondersteuning beschikbaar is.

Werkgevers zijn niet geneigd allochtone werknemers te helpen met kansen om Engels te leren of zich op andere manieren te integreren.

Nieuwe immigranten vestigen zich vaak in achtergestelde buurten, en dat kan wrijvingen veroorzaken met de bestaande bewoners. In dergelijke omstandigheden kunnen mensen ervoor terugschrikken actief als vrijwilliger naar voren te komen in de gemeenschap.

Vrijwilligerswerk in migrantengemeenschappen: voordelen en belemmeringen Migrantennetwerken en migrantenorganisaties spelen een sleutelrol in het vestigingsproces en het vinden van een baan. Organisaties binnen de migrantengemeenschappen doen vaak een be-roep op vrijwilligers, maar vaak werken ze met beperkte middelen.

Vrijwilligers uit de gemeenschap hebben vaak vele verplichtingen (op persoonlijk vlak, professioneel vlak en op het vlak van vrijwillige inzet).

Vrijwilligers uit de gemeenschap kunnen te maken hebben met moeilijke en soms trau-matische problemen met betrekking tot armoede, intimidatie, ziekte, depressie, moei-lijkheden met immigratie, enzovoort. Dit kan tot stress leiden en kan voor spanningen zorgen binnen de gemeenschap.

Immigratie en vrijwilligerswerk – Engeland

De Britse regering is overtuigd van het be-lang van vrijwilligerswerk: verschillende departementen hebben interesse voor vrijwil-ligerswerk, financieren projecten, en hebben voor zichzelf strategieën uitgestippeld op het vlak van vrijwilligerswerk. Een aantal landelijke vrijwilligersorganisaties, zoals Volunteering En-gland en Community Service Volunteers, en een aantal agentschappen actief in het vluch-telingen- en minderhedenbeleid hebben zich ertoe verbonden vrijwilligerswerk op landelijk niveau aan te moedigen. Daarbij horen on-der meer de Refugee Council en de Council of Ethnic Minority Voluntary Organisations (CEMVO).

Algemeen gezien bestaat er een stevi-ge infrastructuur voor vrijwillistevi-gerswerk in het Verenigd Koninkrijk en Engeland.

Een apart beleid gericht op het facili-teren van vrijwilligerswerk door immi-granten is er evenwel niet. In de ‘Compact’-overeenkomst beloven zowel de overheid als de sector van het vrijwilligerswerk en de al-lochtone zelforganisaties discriminatie aan te pakken, om vrijwilligerswerk voor iedereen toegankelijk te maken.

In het Verenigd Koninkrijk verrichten 26,4 miljoen mensen informeel vrijwilligerswerk, en 17,9 miljoen mensen formeel vrijwil-ligerswerk; voor 2003 leverde dat een totaal

van 3,8 miljard uren vrijwilligerswerk op.

Onderzoek door het Britse ministerie van Bin-nenlandse Zaken suggeert dat personen die in het Verenigd Koninkrijk zijn geboren meer tot vrijwilligerswerk (informeel of formeel) zijn geneigd dan allochtonen.

Uit twee studies blijkt dat tussen 22 en 29% van de vluchtelingen en asielzoe-kers vrijwilligerswerk hadden verricht in het Verenigd Koninkrijk, waarbij perso-nen met een hogere opleiding meer geneigd waren als vrijwilliger te werken. Een groeiend aantal rapporten bestuderen vrijwilligerswerk door vluchtelingen en asielzoekers, maar voor zover bekend is er nog geen onderzoek uit-gevoerd naar vrijwilligerswerk door andere nieuwkomers en mensen uit derde landen in het algemeen.

Bestaand onderzoek wijst uit dat vrijwil-ligerswerk door personen uit etnische minderheiden en door vluchtelingen en asielzoekers vaak informeel is, en daar-door in de cijfers ondervertegenwoordigd is.

Vaak zien ze hun activiteiten niet als vrijwil-ligerswerk, maar veeleer als ‘doen wat je van nature doet’. Het is dus aannemelijk dat veel nieuwkomers uit derde landen vrijwilligers-werk verrichten in Engeland en zo een waar-devolle bijdrage leveren.

Ter verdere verkenning van deze onderwer-pen hebben de INVOLVE-partners in Engeland onderzoek in brede zin bekeken, en hebben ze twee bezoeken gebracht – één aan South Holland, Lincolnshire, en één aan een migran-tenorganisatie in West-Londen – om meer aan de weet te komen over vrijwilligerswerk door nieuwkomers uit derde landen. Ze hebben ge-praat met verschillende mensen, zowel vrijwil-ligers als veldwerkers die met vrijwilvrijwil-ligers en

migranten werken. Ze hebben ook geput uit informatie die tijdens de INVOLVE-conferen-tie in Wolverhampton in oktober 2005 ter be-schikking is gesteld, en uit gegevens afkomstig van de Engelse INVOLVE-expertisegroep.

Uit het beperkte onderzoekssample heeft de Engelse INVOLVE-expertisegroep afgeleid dat meer gevestigde immigranten meer ge-neigd zijn vrijwilligerswerk te verrichten, vooral binnen hun gemeenschap maar ook

voor andere organisaties, en dat anderen die minder lang in het land verblijven meer geneigd zijn informeel vrijwilligerswerk te verrichten wanneer ze zich vrijwillig in-zetten. Laagbetaald werk, ontoereikend Engels en onbekendheid met de mogelijkheden en voordelen van vrijwilligerswerk vormen heuse

belemmeringen, in het bijzonder voor recente nieuwkomers; migranten die de stap naar vrij-willigerswerk hebben gezet, melden heel wat voordelen, onder meer een verbetering van hun vaardigheden op het vlak van de taal en het werk.

26 27

2.

Uit financiële overwegingen moeten vrijwilligers soms verhuizen of ervaren ze andere moeilijkheden, waardoor een regelmatige betrokkenheid moeilijk is.

Organisaties binnen de migrantengemeenschappen hebben vaak geen geld voor oplei-ding, ondersteuning en vergoedingen voor door vrijwilligers gemaakte kosten.

Organisaties binnen de migrantengemeenschappen mankeert het soms aan ervaring in vrijwilligersmanagement, en vaak beschikken ze niet over een betaald staflid dat de vrij-willigers kan managen.

Organisaties binnen de migrantengemeenschappen zijn soms niet bekend of hebben geen contact met de vrijwilligersinfrastructuur (bijvoorbeeld vrijwilligerscentrales).

Vrijwilligerswerk buiten de sector van de migrantengemeenschappen

Organisatiebreed commitment met betrekking tot diversiteit en vrijwilligers-werk.

Creatieve marketing en outreach, met aandacht voor het belang van mond-tot-mondaanbevelingen.

Een flexibele stijl voor het rekruteren en managen van vrijwilligers, en oor voor de behoeften en interesses van vrijwilligers.

Passende ondersteuning, supervisie en vergoeding voor gemaakte kosten.

Partnerschappen met en betrokkenheid van intermediaire en ondersteunende orga-nisaties.

Wettelijke belemmeringen en belemmeringen in het beleid

Het onderzoek van INVOLVE-Engeland wijst uit dat de voornaamste beleidslijnen en regelgevin-gen die een belemmering vormen voor vrijwilligerswerk door allochtonen de volregelgevin-gende zijn:

Gebrek aan infrastructuur en andere ondersteuning voor migrantenwerkers en migrantenorganisaties.

De verificatieprocedures van het Criminal Records Bureau (CRB).

Het Immigration and Nationality Directorate maakt geen onderscheid tussen onbetaald werk en vrijwilligerswerk.

Bovendien leidt een negatief overheidsbeleid gecombineerd met vijandigheid van de media en van het publiek eerder tot segregatie dan tot integratie.

Vrijwilligerswerk en integratie Immigratie en vrijwilligerswerk – Engeland

Mensen die zich vrijwillig inzetten kunnen daar verschillende redenen voor hebben: om ande-ren te helpen, om Engels te leande-ren, om vaardig-heden te verwerven en ervaring op te doen.

Uit onderzoek blijkt dat allochtone vrijwilli-gers die buiten organisaties voor migranten en etnische minderheden vrijwilligerswerk ver-richten voor een belangrijk deel gemotiveerd zijn door het verbeteren van hun Engels en hun kansen op een baan.

Sommige organisaties in Engeland hebben

een inspanning geleverd om vluchtelingen en vertegenwoordigers van etnische minderhe-den op te nemen. Uit hun ervaringen blijkt dat organisaties succes boeken met het betrekken van allochtonen bij hun werk door op verschil-lende niveaus open te staan voor verandering, en door partnerschappen aan te gaan en net-werken op te bouwen met het oog op de in-terculturalisatie van vrijwilligerswerk. Enkele voorbeelden van goede praktijken:

Er bestaan vele goede projecten binnen het vluchtelingenwerk die een model bieden voor het ondersteunen van nieuwkomers, en vaak maken vrijwilligers daar deel van uit: deze werkwijzen moeten worden uitgebreid zodat

ook andere nieuwkomers er baat bij kunnen hebben. Om die reden zijn er een aantal voor-beelden van projecten met vluchtelingen op-genomen in het onderdeel goede praktijken (zie 4.3.).

Uit het beperkte onderzoek dat in Engeland kon worden uitgevoerd, bleek dat er verschil-lende interpretaties bestaan van ‘integratie’.

Voor veel mensen is een baan een belangrijke indicator van integratie. Een Braziliaanse mi-grantenwerker die voor het INVOLVE-onder-zoek werd geïnterviewd, zegt daar het vol-gende over:

“Integratie betekent dat we uit allemaal ver-schillende landen komen maar dat we goed met mekaar kunnen opschieten. Sommige mensen willen zich niet integreren. De Brit-ten willen zich niet integreren en sommige mi-granten willen zich niet integreren.”

Een Indiase respondent had het over het hebben van meervoudige identiteiten, geba-seerd op geloof, moedertaal en nationaliteit, en de noodzaak een evenwicht te vinden tussen dat alles en het overnemen van Britse waar-den: “De meeste gemeenschappen integreren goed met elkaar als ze maar bereid zijn waar-den te delen”. Een Marokkaanse vrijwilliger vond dat het niet om integratie ging, maar om rechten, verantwoordelijkheden en gelijkheid voor iedereen, en die moet je respecteren waar je ook bent.

Een belangrijke perceptie van integratie die vaak naar voren kwam in gesprekken met

men-sen in de migranten- en vluchtelingensector is dat het integratieproces moet beginnen op de dag van aankomst. Ook al zijn som-migen kortetermijnmigranten, veel mensen willen langer blijven of later terugkomen, en veel mensen vestigen zich. Hun eerste ervarin-gen in Engeland kunnen een belangrijke impact hebben op hun welzijn, ervaring en bijdrage op langere termijn.

Organisaties die nieuwkomers uit derde landen hadden aangetrokken als vrijwilligers, meldden dat hun werk daardoor vaak in een positieve richting evolueerde. Het bestaan van door mi-granten bestuurde organisaties lijkt ook een positieve bijdrage te leveren aan in-tegratie. Ook van groot belang is het initiatief van individuen en buurtorganisaties om actief wegen naar integratie te zoeken: waar het om gaat, is het stuur in handen nemen en keuzes maken met betrekking tot je activiteiten.

De research van INVOLVE-Engeland lijkt dus in sterke mate aan te tonen dat vrijwilligerswerk, zowel in een alloch-tone als in een reguliere context, een sleutelrol speelt in de integratiecapaci-teit van individuen, gemeenschappen en organisaties.

28 29

2. 2.4. Duitsland

De volgende ontwikkelingen in Duitse instellingen moeten in die context worden gezien:

Het voormalige federale bureau voor asielzoekers en vluchtelingen werd in 2004 geher-structureerd onder de nieuwe benaming Bundesamt für Migration und Flüchtlinge. Het is verantwoordelijk voor inburgeringsmaatregelen en het subsidiëren van projecten op het niveau van de gemeenschappen.

De nieuwe Commissaris voor integratie (aangesteld in 2005) is nu ondergebracht in de Bondskanselarij (voordien was het ambt een onderdeel van het Bundesministerium für Familie, Senioren, Frauen und Jugend). De functie is van Staatsecretaris naar Minister van Staatopgewaardeerd.

In het kader hiervan is het concept van de integratie in de samenleving gericht op:

het opbouwen van contacten tussen de bevolking van het gastland en migranten.

het verbeteren van de acceptatie door de bevolking van het gastland.

het versterken van de identiteit.

het faciliteren van de zelfhulpcapaciteit van migranten.

het invoeren van lokale diensten en aanbod zoals verenigingen, educatiecentra en jeugdclubs.

het ontwikkelen van inburgeringsmaatregelen aan de hand van proefprojecten.

Immigratie en vrijwilligerswerk – Duitsland

In Duitsland hebben 15,3 miljoen mensen (19%

van de Duitse bevolking) een ‘migratieachter-grond’, volgens het Duitse bureau voor de sta-tistiek. Dat houdt in dat ze ofwel buitenlanders zijn (9%), ofwel in het buitenland geboren etni-sche Duitsers (zoals de ‘Spätaussiedler’), ofwel tot Duitser genaturaliseerde autochtonen zijn of immigranten van de tweede generatie die de Duitse nationaliteit hebben (10%). Onder-danen van derde landen maken 68,3%

(4,6 miljoen personen) uit van de totale allochtone bevolking. Van alle allochtonen in Duitsland hebben 26,1% (1,8 miljoen) de Turkse nationaliteit, 14,3% de nationaliteit van één van de landen van het vroegere Joegosla-vië, en 7,5% die van één van de landen van de voormalige Sovjet-Unie. 34,2% van de Turkse bevolking en 20,7% van de onderdanen van

ex-Joegoslavië zijn in Duitsland geboren. Voor de groep die de nationaliteit bezit van een land van de vroegere Sovjet-Unie is dat slechts 3,4%. Van alle allochtonen in Duitsland woont 29,1% er al langer dan twintig jaar (dat is het geval voor 46,1% van de Turken en 38,1% van de allochtonen van Joegoslavische oorsprong).

Sinds het van kracht worden van een nieuwe wet inzake immigratie en integratie in januari 2005 is er een publiek debat ontstaan over de rechten en plichten van migranten met betrek-king tot hun integratie in de Duitse samenle-ving. Na veertig jaar lang te hebben ontkend een immigratieland te zijn staat Duitsland nu voor de realiteit van vier decennia immigratie en de afwezigheid van inburgeringsprogram-ma’s.

In deze context bestaat er in Duitsland een brede consensus over het belang van het bevorderen van vrijwilligerswerk door allochtonen – zowel in reguliere als in allochtone organisaties – als een mid-del tot betere integratie. Tegelijk bestaat de vrees dat er uit de etnische organisa-ties en netwerken van migranten parallelle gemeenschappen van allochtonen ont-staan. Vooral de Turkse gemeenschap en de

moslimgemeenschap krijgen dit verwijt te horen. Over de vraag of migrantenorganisaties integratie in de samenleving bevorderen, dan wel of het ‘bindend’ sociaal kapitaal van zelf-organisatie bijdraagt tot een verdere segrega-tie van migranten in hun eigen gemeenschap, wordt in Duitsland intens gedebatteerd. On-derzoek toont echter aan dat migrantenor-ganisaties wel degelijk een rol spelen in het empowerment van migranten en in

het openen van wegen naar informeel en niet-formeel leren (zie verder).

Het onderwerp van vrijwilligerswerk door allochtonen staat bovenaan de agenda, vooral op lokaal en regionaal niveau. Daarnaast erken-nen de Duitse Commissaris voor integratie en het Bundesamt für Migration und Flüchtlinge de impact die vrijwilligerswerk heeft op de inburgering van migranten en hun deelname aan het gemeenschapsleven.

Sommige deelstaten en gemeenten hebben al beleidsstrategieën of programma’s uitgewerkt om vrijwilligerswerk door migranten aan te

moedigen in zowel reguliere als allochtone or-ganisaties.

Op lokaal, regionaal en landelijk niveau be-staan er al doelgerichte beleidslijnen die het beleid inzake vrijwilligerswerk met het be-leid inzake integratie van migranten verbinden.

Onder de nieuwe inburgeringswet subsidieert het Bundesamt für Migration und Flüchtlinge taallessen en oriëntatiecursussen. Sinds 2003 geeft het Bundesamt ook financiële steun aan projecten voor de integratie van migranten die etnische Duitsers zijn of een andere nationa-liteit hebben.

Om deze doelstellingen te bereiken gaat er financiële steun naar lokale initiatieven die participatie in de samenleving stimuleren.

De voorkeur gaat daarbij uit naar projecten die gestart en beheerd worden door lokale netwerken, met inbegrip van vrijwilligersinitia-tieven.

Er is in Duitsland nog geen algemene aan-vaarde definitie van integratie. De beteke-nis van de term varieert van assimilatie in de gastsamenleving tot multiculturalisme. Meestal wordt het gedefinieerd als een tweerichtings-proces tussen migranten en de gastsamenle-ving, dat gericht is op het creëren van gelijke kansen op participatie in het sociale, econo-mische en politieke leven, zonder daarbij de culturele diversiteit uit het oog te verliezen.

Een commitment aan de basiswaarden en de

Een commitment aan de basiswaarden en de