• No results found

4.1 Inleiding

Zoals besproken kwam staatssecretaris Fred Teeven op 13 november 2014 met een aangepast wetsvoorstel van het wetsvoorstel adviesrecht. Uit de verschillende adviezen bleek aldus dat het voorgestelde adviesrecht om uiteenlopende redenen werd afgewezen en de staatssecretaris besloot af te zien van het adviesrecht. Zoals gezegd werd in plaats van het adviesrecht, het onbeperkte spreekrecht voorgesteld. Ook het nieuwe wetsvoorstel onbelemmerd spreekrecht heeft voor- en nadelen, zowel voor het slachtoffer als voor de verdachte. De bezwaren die golden ten aanzien van het adviesrecht, kunnen niet allemaal worden weg genomen. De voor- en nadelen voor het slachtoffer zullen in dit hoofdstuk worden besproken. Tevens zal er worden bekeken of er nieuwe bezwaren zijn, die niet golden voor het adviesrecht, maar wel gelden voor het onbelemmerde spreekrecht.

4.2 Voordelen onbelemmerd spreekrecht slachtoffer

Net als bij het adviesrecht, is het voor het slachtoffer door het onbeperkte spreekrecht mogelijk om in ruimere mate dan nu het geval is, deel te nemen aan het strafproces. Aangezien het slachtoffer zich niet meer hoeft te beperken tot de gevolgen die het delict bij hem teweeg heeft gebracht, kan de verklaring van het slachtoffer inhoudelijk een groter bereik krijgen, waardoor er sprake kan zijn van meerdere voordelen. Deze voordelen zullen in de volgende subparagraaf worden besproken.

4.2.1 Erkenning en herstel emotionele schade

Eerder is aangegeven dat het toekennen van het spreekrecht aan het slachtoffer er voor zou kunnen zorgen dat het slachtoffer zich gehoord en erkend voelt.255 Deze erkenning komt voort uit het feit dat het in het openbaar afleggen van een verklaring zou helpen om gevolgen van het misdrijf te verwerken.256 Slachtoffers voelen zich tevens serieus genomen en zien het als een vorm van erkenning wanneer zij de andere procesdeelnemers kunnen informeren over de gevolgen die het misdrijf voor hun leven heeft gehad

255 Advies Slachtofferhulp Nederland met betrekking tot het adviesrecht, 2 december 2013, p. 4 256 Kamerstukken II 2001 /02, 27632, 5, p. 4.

Aan deze uitbreiding van deze erkenning kan door het wetsvoorstel onbelemmerd spreekrecht worden bijgedragen. Het voordeel van het uitbreiden van het spreekrecht met betrekking tot de erkenning van het slachtoffer is drieledig. Ten eerste kan een grotere erkenning voortkomen uit het feit dat er niet meer alleen gesproken mag worden over de gevolgen, maar ook over de juridische relevante vraagstukken. Uit onderzoek is namelijk onder andere gebleken dat slachtoffers graag een mening willen geven over de toedracht van het delict.257 Dit is in de huidige situatie niet mogelijk. Respondenten van het betreffende onderzoek waren het er vaker mee eens dan oneens, dat het spreken hierover tot een hogere tevredenheid had geleid.258 Daarnaast geldt dat doordat het slachtoffer zich mag uitspreken over de schuld en de strafmaat, hij zich meer meer erkend kan voelen als partij in het proces. Hierbij kan hij het gevoel krijgen dat zijn verklaring er daadwerkelijk toe doet, meer dan het geval is als hij zich moet beperken tot de gevolgen. Het feit dat hij een juridische relevante verklaring af mag leggen, kan bijdragen aan het feit dat hij zich meer serieus genomen voelt.259 Het geven van een onbelemmerd spreekrecht aan een slachtoffer komt aldus tegemoet aan de algemene klacht van slachtoffer dat zij zich in het kader van het huidige strafproces onvoldoende erkend voelen.260

Ten tweede zullen er waarschijnlijk meer slachtoffers gebruik gaan maken van het spreekrecht, nu het een onbeperkt spreekrecht betreft. Uit onderzoek bleek namelijk dat meer slachtoffers gebruik zouden maken van het spreekrecht, indien zij ook zouden kunnen spreken over de strafmaat.261 Dat houdt in dat een deel van de spreekgerechtigden nu af ziet van het spreken ter terechtzitting, aangezien deze mogelijkheid op dit moment niet bestaat. Aangezien slachtoffers zich eerder erkend voelen indien zij gebruik maken van het spreekrecht, draagt dit er aan bij dat een groter gedeelte van het aantal slachtoffers zich erkend voelt.

257 Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010, p. 60 258 Idem, p. 60

259

MvT Wetsvoorstel Adviesrecht p. 20. Dit argument is tevens gebaseerd op eigen ervaring door middel van een rechtszaak waar ik aanwezig was. Slachtoffer vroeg zich hardop af wat zij hier eigenlijk deed, aangezien haar mening over de schuldvraag er toch niet toe deed. Rb Den Bosch, 24 oktober 2013.

260 MvT Wetsvoorstel Adviesrecht p. 20 261 Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010, p. 72

Het geven van een onbelemmerd adviesrecht aan een slachtoffer komt aldus tegemoet aan de algemene klacht van slachtoffer dat zij zich in het kader van het huidige strafproces onvoldoende erkend voelen.262

Ten derde brengt het feit dat er niet slechts meer gesproken wordt over de gevolgen brengt met zich mee dat de rechter direct wordt geconfronteerd met de verschillende wensen van het slachtoffer. Deze wensen kunnen afwijken van de wensen van de verdachte die van invloed kunnen zijn met op de handelingen met betrekking tot aanvullend onderzoek. De rechter zal op dergelijke verzoeken inhoudelijk een beslissing moeten geven.263 Dit geeft het slachtoffer een grotere rol in het strafproces, wat tegemoet komt aan de wensen van verschillende slachtoffers wat bij kan dragen aan de erkenning.

Een zaak die samenhangt met de erkenning van het slachtoffer is het herstel van de emotionele schade. De emotionele schade die het slachtoffer heeft opgelopen zou onder andere kunnen worden hersteld door dat het slachtoffer zich erkend voelt. Erkenning draagt aldus bij het aan het herstel van de emotionele schade.264

4.3 Bezwaren onbelemmerd spreekrecht slachtoffer

Het wetsvoorstel onbelemmerd spreekrecht kan ook nadelige gevolgen met zich meebrengen voor het slachtoffer. Het eerste mogelijke nadeel is dat het slachtoffer kan worden gehoord als getuige. Een nadeel dat hier nauw mee samen hangt is het feit dat er bij het slachtoffer secundaire victimisatie op kan treden. Het laatste nadeel betreft de juridisering van de slachtofferrol. Deze nadelen worden in de onderstaande sub-paragrafen besproken. Tevens wordt er hierbij ingegaan op de vraag wat de verschillen zijn tussen het adviesrecht en het onbelemmerde spreekrecht. Er wordt met name bekeken of de kritiek ten aanzien van het adviesrecht ook geldt voor het onbelemmerde spreekrecht.

4.3.1 Slachtoffer horen als getuige en secundaire victimisatie

Net als bij het adviesrecht is het voor de spreekgerechtigde, indien deze zicht niet beperkt tot de gevolgen, mogelijk om te worden gehoord als getuige.265 Dit kan zowel door officier van

262

MvT Wetsvoorstel Adviesrecht p. 20

263

Idem, p. 21

264 Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010, p. 8 265 Kamerstukken II, 2014-2015, 34082, 3 & 4 p. 4

justitie als door de verdediging. Ondanks dat er geen advies wordt gegeven aan de rechter, blijft het in een dergelijk geval een belastende verklaring ten opzichte van de verdediging, die aldus moet kunnen worden betwist. De verklaring kan pas dan door de rechter als bewijsmiddel worden gebezigd.266 Het slachtoffer wordt, zoals besproken, in een dergelijk geval beëdigd als getuige en is verplicht de vragen van de verdediging en de officier van justitie naar waarheid te beantwoorden.267 Een slachtoffer zal hiervan doordrongen moeten zijn en een goede voorbereiding en begeleiding van het slachtoffer is noodzakelijk.268 Echter, zelfs als het slachtoffer een dergelijke voorbereiding en begeleiding genoten heeft is het niet met zekerheid te zeggen dat een slachtoffer hier goed genoeg op voorbereid is. Het is lastig voor het slachtoffer om op juiste wijze is te zien wat voor een impact een verhoor zou kunnen hebben. Het is goed mogelijk dat ondanks een goede voorbereiding, de ondervraging als getuige hem alsnog tegen kan vallen, omdat de risico’s voor het slachtoffer en de gevolgen van het verhoor vooraf niet goed te zijn voorzien.

Net als bij het adviesrecht is het bij het onbeperkte spreekrecht zaak dat het voor het slachtoffer duidelijk moet zijn wanneer het spreekrecht overgaat in het onbelemmerde spreekrecht. Indien het slachtoffer zich slechts beperkt tot de gevolgen die het delict voor hem heeft gehad en zich niet uitlaat over de vragen van artikel 350 Sv, kan hij niet als getuige worden gehoord. De opmerking van de NOvA ten aanzien van het adviesrecht, dat het in de praktijk lastig zal zijn om een onderscheid te maken tussen het spreekrecht en het adviesrecht, is daarom ook van toepassing op het onbeperkte spreekrecht.269 Het onderscheid tussen het oude spreekrecht en het onbelemmerde spreekrecht, is zelfs mogelijk nog lastiger te makend dan bij het oude spreekrecht en het adviesrecht. Bij het adviesrecht zal het slachtoffer waarschijnlijk vaak een advies uitbrengen, waardoor het voor alle partijen duidelijk is dat er gebruik wordt gemaakt van het adviesrecht. Bij het onbelemmerde spreekrecht is een dergelijke scheidslijn niet aanwezig, waardoor er op de inhoud van de verklaring gebaseerd moet worden of er sprake is van het oude spreekrecht, of van het onbelemmerde spreekrecht. Dit onderscheid is mogelijk lastig te maken. Hierdoor kan het voorkomen dat een slachtoffer als getuige wordt gehoord, terwijl deze daar zelf niet op was voorbereid. Het blijft dus van groot belang dat het voor het slachtoffer duidelijk is op welk moment het spreekrecht over gaat in het onbelemmerde spreekrecht en welke processuele

266 MvT Wetsvoorstel Adviesrecht p. 21 267 Idem, p. 17 268 Idem, p. 21

gevolgen daar aan zijn verbonden.270 Ook de mogelijkheid tot de merkwaardige situatie, waarbij het slachtoffer het adviesrecht uit laat voeren door zijn advocaat en naar aanleiding hiervan zelf als getuige ter zitting wordt gehoord blijft bestaan bij het onbeperkte spreekrecht.

De rechtbank speelt bij het beëdigen van het slachtoffer als getuige een cruciale rol. Het is namelijk aan de rechtbank opgedragen om te beslissen wanneer het spreekrecht overgaat in een onbeperkt spreekrecht en wanneer zo de mogelijkheid bestaat om het slachtoffer als getuige te horen. Dit komt neer op een sterke regierol voor de rechter, aangezien het aan de rechter is om te besluiten wanneer de beëdiging van het slachtoffer noodzakelijk is.271 De rechter zal het slachtoffer kunnen beëdigen als het slachtoffer op zitting een met feiten onderbouwde, belastende verklaring aflegt aangezien de verdediging en de officier daarover vragen moeten kunnen stellen.272 De rechter doet dat op grond van zijn verantwoordelijkheid voor de volledigheid van het onderzoek op de terechtzitting en de orde in de zittingszaal, zoals neergelegd in artikel 272 lid 1 Sv.273

Bovendien is er de mogelijkheid dat de situatie voorkomt dat het slachtoffer in zijn verklaring afwijkt van eerder afgelegde verklaringen. Hierbij kan tevens worden gedacht aan de situatie dat het slachtoffer juist ontlastend verklaart in zijn verklaring. Zeker in dat geval is het waarschijnlijk dat de verdediging en/of de officier van justitie de verdachte hier over wil horen. De rechter zal in een dergelijk geval het verzoek om het slachtoffer te horen moeilijk kunnen afwijzen. De kans is überhaupt sterk aanwezig dat er nadere vragen zullen worden gesteld, indien het slachtoffer afwijkend verklaart ten opzichte van eerder afgelegde verklaringen.274

De mogelijkheid om het slachtoffer door verdediging en de officier van justitie te laten horen, moet in ieder geval worden geboden indien de rechter rekening wil houden met de opvatting van het slachtoffer die als spreekgerechtigde een verklaring heeft afgelegd.275 Daarnaast is het voor de rechter niet mogelijk om de verklaring van het slachtoffer mee te nemen in zijn beslissing, indien er slechts gebruik is gemaakt van het beperkte spreekrecht. De verdediging heeft in een dergelijk geval niet de mogelijkheid gehad de verklaring te

270 MvT Wetsvoorstel Adviesrecht p. 18.

271 Nieuwsbericht Rijksoverheid, ‘Teeven kiest voor onbeperkt spreekrecht slachtoffers’ 13 november 2014

(http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2014/11/13/teeven-kiest-voor-onbeperkt-spreekrecht-slachtoffers.html)

272

Nieuwsbericht Rijksoverheid november 2014

273

Kamerstukken II, 2014-2015, 34082 2 & 3, p. 19

274 Advies Raad van Rechtspraak m.b.t. adviesrecht, nr. 2014D41853 p. 12 275 Kamerstukken II, 2014-2015, 34082, 6, p. 16

betwisten, aangezien het slachtoffer niet als getuige beëdigd en dus gehoord is.276 Hier ligt voor de rechter ook een taak voor zichzelf, aangezien hij een onderscheid moet maken tussen verklaringen die hij wel kan gebruiken in zijn beslissing en verklaringen die niet tot het bewijs gebezigd kunnen worden. Als de rechter bij de bepaling van de strafmaat wel rekening wil houden met de verklaring van een slachtoffer waartoe niet de mogelijkheid is geboden deze te horen als getuige, is dat volgens de Hoge Raad in strijd met het wettelijke systeem. De correctheid van een dergelijke verklaring moet immers altijd kunnen worden betwist. De beëdiging van het slachtoffer draagt hier zorg voor, aangezien de verplichting ontstaat om de gestelde vragen naar waarheid te beantwoorden.277 Het betreft een besloten stelsel van informanten. Wanneer hier niet aan voldaan is, is het onderzoek ter terechtzitting nietig.278

Doordat het slachtoffer kan worden gehoord als getuige, bestaat de kans op secundaire victimisatie. De kans is aanwezig dat er aan het slachtoffer kritische vragen worden gesteld, indien hij verklaart over het delict of wanneer zijn verklaringen afwijken van eerder afgelegde verklaringen. Dit verhoor zou het slachtoffer, net als het verhoor bij het adviesrecht, rauw op zijn dak kunnen vallen, waardoor er de kans bestaat op secundaire victimisatie.279

Een ander nadeel waardoor secundaire victimisatie op de loer ligt, is dat er bij het slachtoffer verkeerde verwachtingen worden gewekt met betrekking tot zijn rol in het strafproces.280 Het slachtoffer krijgt een grote bevoegdheid door zich te mogen uitspreken over de vragen artikel 350 Sv. Bij het slachtoffer kan de verwachtging worden gewekt dat zijn mening het strafproces in grote mate kan beïnvloeden.281 De secundaire victimisatie die hier uit voort zou kunnen komen speelt met name een rol indien de rechter afwijkt van de zienswijze van het slachtoffer met betrekking tot de schuld en de straf van verdachte. De Raad voor de Rechtspraak gaat er met betrekking tot het adviesrecht van uit dat de rechter vaak anders zal oordelen dan dat het slachtoffer adviseert.282 Deze uitspraak baseert de Raad op het genoemde evaluatieonderzoek waaruit blijkt dat nabestaanden vaak een zwaardere

276 Kamerstukken II, 2014-2015, 34082, 5, p. 7

277 Kamerstukken II, 2014-2014, 34082, 6, p. 11 & Hoge Raad 6 maart 2012, LNJ BR1149 278

Idem, p. p. 11

279

MvT Wetsvoorstel Adviesrecht p. 21

280

Advies Raad voor de Rechtspraak m.b.t. adviesrecht, nr. 2014D41853 p. 7

281 Idem, p. 7

straf wensen dan door de rechter wordt opgelegd.283 De zienswijze van het slachtoffer met betrekking tot de straf blijft bij het slachtoffer waarschijnlijk hetzelfde. Het feit dat het slachtoffer geen recht op advies aan de rechter meer heeft, verandert immers niets over zijn idee over de strafmaat. Het slachtoffer kan zich hierover nog steeds uitspreken ten overstaande van de rechtbank en hij kan nog steeds het idee hebben dat hij de rechter met zijn verklaring over de strafmaat kan beïnvloeden. Dit ondersteunt de stelling dat de kans op secundaire victimisatie aanwezig is door de verkeerde verwachtingen van het slachtoffer.

Met betrekking tot de secundaire victimisatie wordt van de rechter verwacht, dat hij er zo veel mogelijk aan doet om dit te voorkomen.284 De rechter is immers verantwoordelijk voor een correcte bejegening van het slachtoffer, zoals is neergelegd in artikel 288a Sv. Het is echter lastig om te bepalen hoe de rechter dit verschijnsel kan vermijden. Bovendien zal de rechter kunnen afwijken van de strafmaat die door het slachtoffer genoemd wordt in zijn verklaring, wat tot secundaire victimisatie zou kunnen leiden.

Een verschil tussen het wetsvoorstel adviesrecht en het wetsvoorstel onbelemmerd spreekrecht is dat er voor het slachtoffer geen mogelijkheid meer bestaat om een advies uit te spreken aan de rechter, waardoor de kans op secundaire victimisatie mogelijk afneemt. Er zouden twee zaken kunnen zijn die hier aan bijdragen. Ten eerste kan het zo zijn dat de verwachtingen van zijn invloed op de rechter minder hoog gespannen zijn bij het onbelemmerde spreekrecht dan bij het adviesrecht, omdat er geen recht meer bestaat tot het geven van een advies. Het geven van een advies kan insinueren dat dit advies daadwerkelijk betekenis heeft en dat hier door de rechter rekening mee wordt gehouden. 285 Aangezien dit adviesrecht vervalt kan deze insinuatie wegvallen, waardoor de verwachtingen mogelijk minder hoog zullen zijn. Aan de andere kant is het de vraag of deze verwachtingen daadwerkelijk minder hoog zullen zijn, daar het slachtoffer zich nog wel uit mag spreken over bijvoorbeeld de strafmaat en zo zijn wensen alsnog kenbaar kan maken. Het slachtoffer kan dan alsnog verwachten dat deze wensen de rechter en zijn strafmaat zullen beïnvloeden.

Het tweede dat voor een verminderde kans op secundaire victimisatie zou kunnen zorgen is het feit dat de rechter in ieder geval niet meer gemotiveerd hoeft aan te geven indien hij van het advies, of bij het onbelemmerde spreekrecht, de wens afwijkt. Dit gemotiveerde afwijken zou, zoals besproken, als een extra verlies door het slachtoffer kunnen

283

Lens, Pemberton & Groenhuijsen 2010, p. 86 Advies Raad van Rechtspraak m.b.t. adviesrecht, nr. 2014D41853 p. 7

284 Kamerstukken II, 2014/15, 34082, 5, p. 7

worden ervaren. 286 Omdat deze mogelijkheid wegvalt, zou de kans op secundaire victimisatie kunnen afnemen bij het onbelemmerd spreekrecht ten opzichte van het adviesrecht.

4.3.2 Juridisering slachtofferrol

Het laatste gevolg dat als een nadeel kan worden ondervonden is dat de rol van het slachtoffer, net als eerder het geval was bij het adviesrecht, wordt gejuridiseerd.287 Door het onbelemmerde spreekrecht krijgt het slachtoffer een grotere stem in het strafproces dan nu het geval is. Zij kan immers verklaren over de juridische vragen uit artikel 350 Sv. Nu er juridische relevante vraagstukken kunnen worden besproken door het slachtoffer, verschuift de positie naar die van een procespartij.288 Indien het slachtoffer gebruik maakt van het onbelemmerde spreekrecht, in plaats van het oude spreekrecht, kan het zo zijn dat de nadruk niet meer ligt op de gevolgen, maar dat deze nadruk ligt op de juridische relevante vraagstukken. Het feit dat deze juridisch relevante vraagstukken mogen worden besproken, kan er mogelijk toe leiden dat het spreekrecht wordt uitgeoefend door een advocaat. Ook hierdoor kan het zijn dat de persoonlijke ervaringen van het slachtoffer naar de achtergrond verdwijnen.289 Het onbelemmerde spreekrecht komt ten opzichte van het adviesrecht niet of nauwelijks tegemoet aan kritiek met betrekking tot de juridisering van de slachtofferrol. Het feit dat de mogelijkheid tot het geven van een advies verdwijnt, brengt niet met zich mee dat de juridisering van de slachtofferrol afneemt. De nadruk kan nog steeds liggen op de juridische vraagstukken en het is nog steeds mogelijk dat de gevoelen van het slachtoffer naar de achtergrond verdwijnen.

Een bezwaar ten aanzien van het adviesrecht dat hier nauw mee samenhangt betreft het bezwaar dat het geven van een adviesrecht aan het slachtoffer erg ver gaat. Slachtoffers gaven aan het oude spreekrecht als belemmerend te ervaren en tevens graag te spreken over de toedracht en de strafmaat, maar hieruit kon niet worden geconcludeerd dat zij zouden willen verklaren over alle vragen van artikel 350 Sv. 290 De vraag was dan ook of het adviesrecht daarin niet te ver ging. Het onbelemmerde spreekrecht neemt deze kritiek niet

286

Advies Raad voor de Rechtspraak m.b.t. adviesrecht, nr. 2014D41853 p. 7

287

Advies Raad van State m.b.t. Adviesrecht, Kamerstuk II, 34082, 4, p. 9

288

Advies Raad voor de Rechtspraak m.b.t. adviesrecht, nr. 2014D41853 p. 8

289 Idem, p. 8

weg, aangezien er nog steeds verklaard kan worden over alle vragen van artikel 350 Sv. Aan