• No results found

De invloed van ouders

In document Effectevaluatie Halt-straf Alcohol of (pagina 61-65)

3 Literatuurverkenning

3.5 De invloed van ouders

Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van het alcoholgedrag van hun kinderen, zo blijkt uit de Nationale Drug Monitor 2012 (Van Laar et al., 2013). Ter ondersteuning wordt aangedragen dat het percentage ouders dat strenge regels stelt ten aanzien van alcoholgebruik door jongeren onder zestien jaar in 2012 sterk is gestegen. In 2007 geeft de helft van de ouders (51 procent) aan dat hun kind niet voor zijn zestiende mag drinken, in 2011 is dit bijna driekwart (72 procent) van de

ouders. De stijging is het hoogst bij ouders van kinderen van veertien en vijftien jaar (Verdurmen et al., 2012a).

Uit onderzoek van onder andere Vet en Van den Eijnden (2007), Van den Eijnden, De Mheen, Vet en Vermulst (2011) en Schelleman-Offermans (2012) blijkt dat het hanteren van normen en het stellen van regels beginnend alcohol-gebruik kunnen uitstellen en de kans op probleemgedrag verlagen. Het promotie-onderzoek van De Looze (2013) laat zien dat wanneer ouders regels stellen over alcoholgebruik jongeren minder vaak alcohol drinken. Ook laat dit onderzoek zien dat Nederlandse ouders strenger zijn geworden tussen 2007 en 2011 wat betreft het alcoholgebruik van hun kinderen.

Van den Nieuwenhuizen, Diemers en Planken (2011) hebben onderzoek gedaan naar alcoholopvoeding door ouders in Nijmegen. Van de ouders met kinde-ren onder de zestien jaar geeft 90 procent aan dat ze het niet goedkeukinde-ren wanneer hun kind alcohol drinkt. Toch is 87 procent van de ouders niet bezorgd over het alcoholgebruik van hun kind. Uit het onderzoek blijkt echter dat 29 procent van de leerlingen uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs en 74 procent van de leerlingen uit de vierde klas in de voorgaande maand alcohol heeft gedronken. Deze onderschatting door ouders van het alcoholgebruik van hun kinderen blijkt ook uit het ‘Peilstationsonderzoek Ouders 2011’ (Verdurmen et al., 2012a). Uit dit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat maar een op de vijftien ouders het goed vindt dat hun kind (jonger dan zestien jaar) op feestjes alcohol drinkt, terwijl een kwart van de kinderen aangeeft dat dit wel mag.

Al eerder is in diverse onderzoeken (onder andere Engels en Van der Vorst, 2003 en Van der Vorst, Engels, Meeus, Deković en Leeuwe, 2005) betoogd dat de alcoholregels die ouders stellen een sterk en direct effect hebben op het drinkgedrag van hun kinderen. In de kern is het adagium: hoe meer alcoholgebruik verboden wordt, hoe minder de kinderen drinken, zowel op korte als op middellange termijn. Hier is overigens wel een kanttekening bij te plaatsen, want het stellen van regels heeft vooral invloed als jongeren nog geen of nauwelijks alcohol nuttigen (zie ook Van der Vorst, Engels, Deković, Meeus en Vermulst, 2007). Mogelijk heeft dat te maken met een leeftijdsgerelateerde houding van ouders, want Van der Vorst et al. (2005) geven in hun onderzoek aan dat ouders strengere regels voor jongere kinde-ren dan voor oudere kindekinde-ren stellen.3

Higgins, McCann, McLaughlin, McCartan en Perra (2013) geven aan dat vroegtijdig alcoholgebruik en het stellen van regels met elkaar verbonden zijn.

3. In het onderzoek is de gemiddelde leeftijd voor de jongere kinderen 13,36 jaar en voor de oudere kinderen 15,22 jaar.

Zij stellen dat kinderen die op elfjarige leeftijd zijn begonnen met drinken een drie keer zo lage kans op controle door ouders hebben.

Uit een internationale studie van Steketee, Jonkman, Berten en Vettenburg (2013) blijkt dat bepaalde risicofactoren in verschillende domeinen het alcoholge-bruik van jongeren beïnvloeden. Naast de persoonlijke risicofactoren, zoals een lage zelfcontrole, het voornamelijk gericht zijn op leeftijdsgenoten en veel spijbelen, gaat het om de relatie met en de rol van ouders. In dit kader worden minder gehecht zijn aan familie, een slechte band met ouders, weinig controle door ouders en opgroeien in een omgeving met weinig sociale cohesie genoemd.

Smit, Verdurmen, Monshouwer en Smit (2008) hebben een meta-analyse uit-gevoerd van wetenschappelijke literatuur over de effecten van ouderlijke invloed op het (eerste) alcoholgebruik van hun kinderen. Op basis van achttien studies conclu-deren zij dat de ouders het eerste alcoholgebruik en de frequentie van drankgebruik kunnen beïnvloeden. Die invloed is zelfs na een onderzoeksperiode van twee jaar nog aanwezig. In de analyse wordt niet dieper ingegaan op de soort invloed van ouders.4

Dornbusch, Glasgow Erickson, Laird en Wong (2001) gaan wel specifieker in op ouderlijke determinanten voor alcoholgebruik van hun kinderen. Zij hebben in hun onderzoek gekeken naar de invloed van bijvoorbeeld de economische situatie, demografische kenmerken, de kracht van de familieband en de verbondenheid met school. Het blijkt dat juist de familieband, met name hoe dicht ouders bij hun kind denken te staan, een matigende invloed heeft op het alcoholgebruik.

Het eigen alcoholgebruik van de ouders en demografische kenmerken

Uit onderzoek van Verdurmen et al. (2012a) blijkt dat scholieren die de afgelopen maand alcohol hebben gedronken vaker ouders hebben die matig of zwaar alcohol drinken dan scholieren die de afgelopen maand geen alcohol hebben gedronken. Dit blijkt ook uit het onderzoek van Vet en Van den Eijnden (2007). Laatstgenoemd onderzoek is echter een cross-sectionele studie, waardoor er alleen sprake is van een op een bepaald moment gemeten verband, geen verband over langere termijn. Dit laatste is wel gevonden tussen de blootstelling aan alcoholische dranken thuis en het aantal glazen dat het kind drinkt: hoe meer een kind thuis wordt blootgesteld aan alcoholische dranken, hoe meer het kind drinkt. Meerdere onderzoeken beves-tigen dit gegeven (onder andere Van Zundert, Van der Vorst, Vermulst en Engels, 2006 en Tildesley en Andrews, 2008).

4. Er is in de literatuurstudie op termen als ‘mother’, ‘father’, ‘parent’, ‘parent child relations’, ‘parenting style’ en ‘parenting skills’ gezocht.

Onderzoek van Van der Vorst, Engels, Meeus en Deković (2006) laat zien dat ouders hun opstelling afzwakken als hun kind eenmaal drinkt. Ouders die zelf veel drinken en minder zwaar tillen aan het drinken door hun kinderen, stellen minder stevige regels. Als ouders veel drinken, vooral vaders, dan stimuleert dat het drin-ken van hun kinderen.

Uit het onderzoek van Vet en Van den Eijnden (2007) blijkt dat demografische kenmerken van ouders ook samenhangen met het drinkgedrag van jongeren, hoe-wel de onderzoekers op een ogenschijnlijk tegengesteld verschil stuiten. Het blijkt dat bij hoogopgeleide ouders meer en problematischer drinkgedrag van jongeren voorkomt. Daarentegen komt juist minder (problematisch) drinkgedrag onder jon-geren voor bij hogere gezinsinkomens.

Communicatie tussen ouders en kinderen

De onderzoeken spreken elkaar tegen als het gaat om het praten van ouders met kinderen over alcohol. Uit onderzoeken van Jackson, Henriksen en Dickinson (1999) en Ennett et al. (2001) blijkt geen verband tussen alcoholspecifieke commu-nicatie van ouders en het drinkgedrag van kinderen. Mares, Van der Vorsts, Engels en Lichtwarck-Aschoff (2011) trekken eenzelfde conclusie.5 Van der Vorst et al. (2005) en Van der Vorst, Burk en Engels (2010) concluderen in hun onderzoek juist dat communicatie over alcoholgebruik een verband heeft met meer drinkgedrag van jongeren. Van der Vorst et al. (2005) proberen dit verband via twee invalshoeken te verklaren. Ten eerste communiceren ouders mogelijk vooral op een destructieve, te frequente en ineffectieve wijze met hun kinderen.6 Ten tweede is communica-tie met kinderen mogelijk voornamelijk reaccommunica-tief: hoe meer kinderen drinken, hoe meer ouders communiceren. De onderzoekers adviseren dan ook om de kwaliteit van de communicatie, constructief en duidelijk, te laten prevaleren boven de fre-quentie ervan. Mares et al. (2011) wijzen ook op het belang van kwalitatief goede communicatie, maar gaan verder niet in op wat dit inhoudt. In plaats daarvan doen zij de suggestie om de kwaliteit van communicatie tussen ouders en kinderen via observaties te onderzoeken.

Vet en Van den Eijnden (2007) geven aan dat ouders vaker met meisjes over alcoholgebruik praten dan met jongens. Ook is de kwaliteit van gesprekken over alcohol hoger bij meisjes dan bij jongens. Met betrekking tot de leeftijd van het kind blijken moeders vaker met hun kinderen over alcoholgebruik te praten naar-mate de kinderen ouder zijn. De ouders zijn echter minder streng en stellen minder 5. Wanneer alcoholgerelateerde problemen van ouders in de analyse worden meegenomen, zien de onderzoekers

zelfs een negatief verband.

regels als de leeftijd van hun kinderen toeneemt. Daarnaast merken de auteurs op dat hoe beter de kwaliteit van communicatie over alcohol tussen vooral de moeder en het kind is, hoe minder glazen alcohol jongeren twee jaar later drinken.7

Jongeren en het geven van openheid van zaken

Finkenauer, Engels, Meeus en Oosterwegel (2002) geven aan dat de invloed van ouders op alcoholgebruik minder wordt naarmate de adolescentie vordert. Dit is in verband te brengen met de bevindingen van onder andere Stattin en Kerr (2000) over de mate waarin ouder wordende adolescenten steeds minder open zijn richting hun ouders over zaken zoals gedragsproblemen, middelengebruik en delinquentie.

Smetana, Metzger, Gettmann en Campione-Barr (2006) geven hiervoor een praktische verklaring: naarmate de leeftijd van adolescenten stijgt, zijn ze meer van huis weg en minder in het zicht van ouders. Redenen om zaken te openbaren of juist te verheimelijken, zijn volgens de auteurs divers: het verkrijgen van macht of auto-nomie, manipulatie van ouders, afkeuring vermijden of zaken privé willen houden.

Het is de vraag of de verminderde openheid van jongeren ook geldt voor het verstrekken van informatie over hun alcoholgebruik. Eerder in dit hoofdstuk is al aangegeven dat ouders het alcoholgebruik van hun kinderen onderschatten (Verdurmen et al., 2012), hetgeen een bevestiging lijkt van een (deels) gesloten hou-ding van jongeren richting hun ouders op dit onderwerp. Higgins et al. (2013) con-cluderen dat er vooral op jonge leeftijd, rond elf jaar, sprake is van openheid richting ouders over alcoholgebruik. Naarmate jongeren de leeftijd van vijftien à zestien jaar bereiken, is dit gegeven niet meer waarneembaar.

In document Effectevaluatie Halt-straf Alcohol of (pagina 61-65)