• No results found

Enkele belangrijke uitgangspunten van de effectevaluatie

In document Effectevaluatie Halt-straf Alcohol of (pagina 40-44)

2 Methoden van onderzoek

2.1 Enkele belangrijke uitgangspunten van de effectevaluatie

De onderzoeksmethodiek is gebaseerd op een combinatie van eerdere ervaringen met een effectevaluatie van de reguliere Halt-straf (Ferwerda et al., 2006) en spe-cifiek in de Halt-straf Alcohol opgenomen elementen. Evenals in de effectevalu-atie van de reguliere Halt-straf is gekozen voor een experimenteel design met een experimentele groep en een controlegroep. Daarnaast is een overeenkomst met het eerdere onderzoek dat op drie verschillende momenten aan de respondenten (zowel jongeren als ouders) vragenlijsten zijn voorgelegd.

2.1 Enkele belangrijke uitgangspunten van de effectevaluatie

Om de effectevaluatie zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen, is een aantal uit-gangspunten vastgesteld. Deze hebben bijvoorbeeld betrekking op de wijze van toewijzing aan de onderzoeksgroepen, definities en de samenwerking met de mede-werkers van Halt en de instellingen voor verslavingszorg. Achtereenvolgens worden de uitgangspunten toegelicht.

Random toewijzing

Een experimenteel design betekent dat ouders en jongeren willekeurig zijn toege-wezen aan een van de twee onderzoeksgroepen. Voor de effectevaluatie van de Halt-straf Alcohol is alleen het feit of jongeren een groepsdelict dan wel een individueel delict hebben gepleegd bepalend voor de toewijzing aan de experimentele groep of controlegroep. Dit om toe te werken naar een evenredige verdeling in groeps- en individuele delicten over beide onderzoeksgroepen.

Definitie en operationalisering van de term recidive

Recidivereductie is een van de doelstellingen van de Halt-straf Alcohol. Onder Halt-straf Alcoholgerelateerde recidive worden in dit onderzoek alle strafbare

feiten verstaan die jongeren binnen een termijn van zes maanden na afloop van de Halt-straf Alcohol hebben gepleegd.

Deze definitie verdient enige toelichting. Als jongeren tijdens de Halt-straf Alcohol een hernieuwd strafbaar feit plegen, wordt dit feit niet meegenomen in de recidive; alleen strafbare feiten na de interventie (voor de experimentele groep is dit na het eindgesprek bij Halt) worden meegenomen. Verder betreft het nieuwe straf-bare feiten in brede zin, dus ook niet-alcoholgerelateerde feiten.

Ten slotte is de termijn voor recidive beperkt tot zes maanden, zoals al eerder is aangegeven. Omdat de termijn van uitnodiging voor het intakegesprek bij Halt en het uitvoeren van de leerstraf kan verschillen, gaat de recidivetermijn in op het moment dat jongeren de Halt-straf Alcohol afgerond hebben.

Politie- en Halt-registratie naast zelfrapportage als basis voor recidive

In grove lijnen is de onderzoeksmethodiek gelijk aan de effectevaluatie van de regu-liere Halt-straf (Ferwerda et al., 2006), met als verschil dat er naast zelfrapportage en politieregistratie ook gebruik is gemaakt van geregistreerde feiten in AuraH, het registratiesysteem van Halt. Deze drie bronnen zijn ingezet om een zo accuraat mogelijk beeld van de recidive van jongeren te krijgen. In de eindmeting is aan jongeren gevraagd of ze het laatste half jaar nogmaals met de politie in aanraking zijn geweest. Daarnaast is in AuraH gekeken of jongeren wederom zijn aangemeld voor een Halt-traject. Ten slotte zijn bij de politie registraties op naam van de aan het onderzoek deelnemende jongeren opgevraagd en is een nadere selectie op de recidivetermijn per jongeren gemaakt. Voor alle drie de bronnen geldt dat er dus alleen gekeken is naar nieuwe strafbare feiten in de zesmaandelijkse periode na afronding van de Halt-straf Alcohol (voor de experimentele groep) of na het invul-len van de tussenmeting (voor de controlegroep). De drie bronnen zijn cumulatief geanalyseerd. Dat wil zeggen dat een jongere is aangemerkt als recidivist als hij of zij binnen minimaal een van de drie bronnen wederom voorkomt.1

Het gebruik van drie bronnen heeft als voordeel dat mogelijke hiaten per bron zoveel mogelijk worden opgevuld door de andere bronnen. Immers: de politie zal niet bij ieder nieuw feit dat door jongeren gepleegd wordt aanwezig zijn en dit feit registreren. En ook de jongeren zullen in hun zelfgerapporteerde recidive niet altijd aangeven dat na de Halt-straf Alcohol wederom een strafbaar feit is gepleegd. Aan zelfrapportage zitten namelijk enkele nadelen die ook van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheid van onderhavige effectevaluatie. Merckelbach, Giesbrecht, Jelicic en Smeets (2010) geven aan dat vragenlijsten hun beperkingen kennen. Met name 1. Als op naam van de jongere een politiemutatie geregistreerd is, is de mutatie door de onderzoekers gelezen en

het geheugen van respondenten is volgens de auteurs een zwakke schakel, vaak lei-dend tot onderschattingen van aantallen met tien procent. Dit is te verklaren door de moeite die mensen hebben met het plaatsen van gebeurtenissen in de tijd. Ook het geven van eerlijke antwoorden is een punt van aandacht. De redenen hiervoor kunnen de gevoeligheid van vragen zijn, maar ook verveling van respondenten of irritatie over de vragenlijst. Mede daarom is voor de combinatie zelfrapportage, politieregistratie en Halt-registratie gekozen.

Samenwerking met liaisons van Halt

De effectevaluatie is in de regio’s Oost-Brabant, Gelderland en Twente uitgevoerd.2

De werkwijze in de effectevaluatie is vooraf overlegd met liaisons van de drie Halt-regio’s en een vertegenwoordiger van de landelijke stuurgroep Halt-straf Alcohol. Dit om de handelingen in de effectevaluatie af te stemmen op de procedure van de Halt-straf Alcohol. De procedure van de effectevaluatie is vervolgens vastgelegd in een onderzoeksprotocol (zie bijlage 3).

Nadat een jongere door de politie is doorverwezen, geven de Halt-medewerkers aan de onderzoekers aan dat een jongere ingedeeld kan worden in een controlegroep of experimentele groep. Rekening houdend met een evenredige verdeling in indi-vidueel gepleegde feiten en groepsfeiten zijn de jongeren vervolgens aan de experi-mentele of controlegroep toegewezen en dit is teruggekoppeld naar de liaison.

Tussentijds is met alle liaisons regelmatig overleg gepleegd om noodzakelijke verduidelijkingen door te voeren.3 De afspraken die daaruit zijn voortgekomen, zijn vervolgens door alle drie de Halt-regio’s overgenomen en uitgevoerd.

Geen interactie tussen onderzoekers en jongeren en geen voorkennis bij politie en

trainers

Om de Halt-straf Alcohol zo natuurgetrouw mogelijk te laten verlopen, hebben de onderzoekers geen contact gehad met jongeren. Alle correspondentie en contacten zijn via de Halt-regio’s en de instellingen voor verslavingszorg gelopen. Naast het

2. Sinds 1 januari 2013, dus ten tijde van de effectevaluatie, is het aantal Halt-regio’s teruggebracht naar tien, ana-loog aan de gerechtelijke kaart en de tien politieregio’s. Binnen een regio kunnen verschillende teams benoemd zijn. Omdat een uniforme Halt-straf Alcohol en effectevaluatie het uitgangspunt zijn, worden de dossiers van de drie deelnemende regio’s samengenomen. Het betreft namelijk een effectevaluatie van de Halt-straf Alcohol in het geheel, niet een evaluatie van de afzonderlijke interventies per regio. Dit is gezien het benodigde aantal dossiers (de zogenaamde power) ook niet mogelijk. Zie voor dit laatste verder in dit hoofdstuk.

3. Zo is nader bepaald dat jongeren die in een leefgroep wonen dan wel geen contact met hun ouders hebben niet meegenomen worden in de effectevaluatie. Daarnaast is bijvoorbeeld ook bepaald dat vervalste identiteitsbe-wijzen, om bijvoorbeeld een horecagelegenheid binnen te komen, als strafbaar feit in de effectevaluatie worden meegenomen.

streven naar zo min mogelijk beïnvloeding van de resultaten ligt de reden hier-voor ook in de privacybescherming van de jongeren en ouders. Ook de politie heeft doorverwezen naar Halt zonder te weten welke jongeren in de experimentele dan wel controlegroep geplaatst zijn.4

Aan de trainingen hebben twee soorten jongeren deelgenomen: jongeren die in de experimentele groep geplaatst zijn en jongeren die hebben ingestemd met de Halt-straf Alcohol, maar deelname aan de effectevaluatie hebben geweigerd. Om het verloop van de leerstraf zo normaal mogelijk te laten verlopen, is ervoor gekozen om de trainers van de instellingen voor verslavingszorg niet op de hoogte te stellen of jongeren in de effectevaluatie participeren.5

Geen extra zware zaken

Op voorhand zijn enkele jongeren uitgesloten van de effectevaluatie. Dit zijn ten eerste jongeren die conform de contra-indicaties bij Halt niet worden meegenomen in het traject van de Halt-straf Alcohol. Het gaat dan allereerst om jongeren met complexe problematiek.6 Ten tweede gaat het om jongeren die al eerder naar Halt zijn doorverwezen en jongeren die schadevergoeding moeten betalen. Bij alle drie de soorten jongeren sprake is van extra inzet van de Halt-medewerker en van extra uit te voeren onderdelen, en dus van een zwaarder traject.

Zo zuiver mogelijke controlegroep

Direct na het welkomstwoord tijdens het intakegesprek is door de Halt-medewerker aan jongeren en hun ouders medewerking aan de effectevaluatie gevraagd. Jongeren en ouders hebben vervolgens drie mogelijkheden: zowel de effectevaluatie als de Halt-straf Alcohol weigeren, alleen deelname aan de effectevaluatie weigeren of aan beiden meedoen. In het eerste geval krijgt de jongere via het OM een transactie. In het tweede geval vult de Halt-medewerker een voor het onderzoek bestemd weige-ringsformulier in, waarna het traject van de Halt-straf Alcohol wordt ingezet. In het derde geval wordt jongeren en ouders de voormeting voorgelegd. Pas nadat de toestemmende jongeren en ouders de voormeting hebben ingevuld, is hen verteld dat ze zijn ingedeeld in de experimentele of de controlegroep. Voor de experimen-tele groep volgt daarna de Halt-straf Alcohol, terwijl de controlegroep de medede-ling krijgt dat de Halt-straf Alcohol niet hoeft te worden doorlopen.

4. De politie is op de hoogte gehouden via twee factsheets. Zie hiervoor bijlage 4.

5. De trainers zijn geïnstrueerd via de liaisons bij de instellingen voor verslavingszorg. Daarnaast is er onder de trainers een factsheet verspreid. Zie hiervoor bijlage 5.

6. Voorbeelden hiervan zijn psychiatrische problematiek, groepsongeschiktheid, een niet-constructieve houding en het onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal.

Alle jongeren en hun ouders zijn dus voor het intakegesprek bij Halt uitgenodigd. Strikt genomen is er bij de controlegroep dus geen sprake van een totale onthouding van de Halt-straf Alcohol. De eerste contacten zijn namelijk al door Halt gelegd. Daardoor kan er sprake zijn van een effect, hoewel dit effect naar verwachting con-servatief, en dus recidivereducerend, zal zijn. Toch is voor deze werkwijze gekozen omdat alle jongeren en hun ouders bij Halt om medewerking aan het onderzoek verzocht wordt en ter plekke de voormeting wordt ingevuld.

Voor de controlegroep kan het niet-invullen van de tussen- en eindmeting als-nog leiden tot het opleggen van een Halt-straf.7 Er is dus voor de controlegroep sprake van meer stimuli om de eindmeting in te vullen dan voor de experimentele groep, die immers de Halt-straf Alcohol al doorlopen heeft.

Het onderzoeksprotocol

In het onderzoeksprotocol is de werkwijze voor de Halt-medewerkers gedetailleerd uitgewerkt (zie bijlage 3). Zo is uiteengezet welke jongeren op voorhand niet mogen deelnemen aan het onderzoek, zoals jongeren die schadevergoeding moeten betalen en jongeren die voor de tweede keer bij Halt terechtkomen. De vereiste acties per dossier zijn chronologisch in het onderzoeksprotocol weergegeven.

In document Effectevaluatie Halt-straf Alcohol of (pagina 40-44)