• No results found

Bijlage 5.8 – Interview D66

Paul van Meenen – Tweede Kamerlid D66

Paul van Meenen: Tweede Kamerlid D66, Portefeuille Onderwijs en Wetenschapsbeleid. Locatie: Tweede Kamer, Den Haag

Datum: 14-04-2014

Interviewer: Harm Jan van der Spek

Introductie Paul van Meenen

Paul van Meenen is sinds september 2012 verantwoordelijk voor de portefeuille Onderwijs en Wetenschapsbeleid. Van 2002 tot 2012 was hij gemeenteraadslid en fractievoorzitter van de D66 in Leiden. Voor zijn politieke carrière heeft hij lang in het onderwijs gewerkt. Eerst als wiskunde leraar in het MBO. Na 5 jaar maakte hij de overstap naar het HEAO en werd hij later hoofd propedeuse bij de Avans Hogeschool. Hierna maakt hij de overstap naar een middelbare school in Voorburg waar hij rector werd. Zijn laatste functie in het onderwijs was bestuursvoorzitter van de scholengroep Spinoza in Leidschendam-Voorburg en Den Haag.

Prestatieafspraken Algemeen

De verhouding, overheid op onderwijs en wetenschap, kan worden beschreven als georganiseerd wantrouwen. Er is een enorme behoefte ontstaan om meer greep te krijgen vanuit de overheid. Enerzijds om de kwaliteit te verhogen en anderzijds om allerlei incidenten die zich voordeden te voorkomen. Incidenten voorkomen is niet gelukt, de kwaliteit verbeteren wordt nu geprobeerd. We moeten toe naar meer ruimte en vertrouwen, wel meer verantwoording afleggen, maar meer horizontaal. Verantwoording afleggen aan de stakeholders waar de instelling voor bestaat. Dit zijn de primair de studenten, maar ook de medewerkers, de werkgevers en het voortgezet onderwijs. Deze horizontale verantwoording zou veel meer het zwaartepunt van de verantwoording moeten zijn en van de verticale verantwoording naar de overheid moeten we zoveel mogelijk af.

De wijze waarop rapport Veerman is vertaald in prestatie-indicatoren, daarvan is de vraag of het nou wel echt bijdraagt aan kwaliteit. Daarnaast is er niks gedaan met het advies van Veerman om meer te investeren. Universiteiten kunnen ook beter georganiseerd worden. Er werken na mij mening te veel mensen waarvan ik niet weet wat hun bijdrage is aan de kwaliteit. Dit wordt ook grotendeels in gang gezet omdat er voor universiteiten zo’n enorme bewijslast is.

Prestatie-Indicatoren

Of een set van prestatie-indicatoren geschikt is om verantwoording af te leggen moeten we nog zien, ik heb er weinig vertrouwen in. Er moeten kwaliteitsafspraken gemaakt worden in plaats van rendementsafspraken. Wat is de kwaliteit van aanbod, begeleiding, de breedte van de opleiding en hoe is de aansluiting op de arbeidsmarkt. Dat zijn afspraken die er echt toe doen en een inspanning vragen van de instelling. Er moet veel gerichter worden ingezet op onderwijs. Het hele onderwijs staat enorm onder druk en ondertussen gaan we wel steeds meer eisen van studenten.

Rendement is heel iets anders dan kwaliteit. Ruimte nemen in je studie voor verdieping gaat recht in tegen rendement. Prestatieafspraken zij erg gericht op de prestaties van de student in plaats van prestaties van de instelling en ze zijn erg gericht op rendement.

Prestatie-indicatoren komen in het hele onderwijs voor. De verantwoording in het voortgezet onderwijs is op stelsel niveau. Het gehele voortgezet onderwijs zou het op bepaalde indicatoren beter moeten doen als gevolg van de prestatieafspraken. Dat is lastig omdat je dan moeilijk kunt

79 zeggen wat een individuele school daar aan bijdraagt. In het Hoger Onderwijs is het meer de prestatieafspraken die ze per instelling zelf aangeven.

Prestatiecultuur

Je moet een kwaliteitscultuur ontwikkelen in plaats van een prestatiecultuur, die prestaties komen dan vanzelf wel.

Interactie

Er zou veel mee gefocust moeten worden op kwaliteit. Hiervoor in gesprek gaan met studenten, docenten en allerlei andere partijen die met de resultaten van universiteiten te maken hebben. De vraag is of je dit weer in een bekostigingsmodel moet gieten. Studenten en docenten zouden instemmingsrecht moeten krijgen op de hoofdlijnen van de besteding van universiteiten. Hoeveel naar onderzoek, onderwijs en gebouwen? De invloed per instelling scheelt enorm.

Ik heb het gevoel dat als we nou morgen zouden zeggen: de prestatieafspraken zoals we ze nu kennen zijn er niet meer en weg gaan ze vervangen door een aantal afspraken dat gericht is op de versterking van de kwaliteit en van het meer samen universiteit zijn. Meer zeggenschap van studenten en docenten en horizontale verantwoording in plaats van verticale, daar gaat de huidige minister een heel stuk in mee denk ik.

Variëteit

De prestatieafspraken gaan heel erg uit van een soort maakbaarheid. In zijn algemeenheid moeten de huidige prestatieafspraken vooral een prestatie van de studenten worden. Ik zal graag zien dat het meer een prestatie van de instelling moet worden. Dat de instelling van alles gaat realiseren omdat mogelijk te maken. Echter, je merkt als gevolg van de prestatieafspraken dat de druk op studenten wordt opgevoerd. Selectie aan de poort, bindend studieadvies in hogere leerjaren. Er is de neiging om de rekening bij de student te leggen.’

Dynamiek

Je moet niet marchanderen met je kwaliteitseisen, dat risico zit wel in de huidige prestatieafspraken. Als er te veel belang wordt gehecht aan het behalen van de eindstreep ga je juist kwaliteit onder druk zetten. Ga je met minder genoegen nemen en je concessies gaat doen aan de kwaliteit.

Kwaliteitsbelangen

Ik denk dat we echt terug moeten naar de overtuiging dat onderwijs iets is wat soms ook een beetje geduld vraagt met extra aandacht voor verdieping.

Valorisatie is op zich niks mis mee, maar als je daar de nadruk op legt krijgt je wel een soort vereconomisering. Alles moet direct een maatschappelijk nut hebben, er heel veel haast. Naar fundamenteel onderzoek wordt enorm veel op bezuinigd. Economische waarde van onderzoek is er niet altijd.

Profilering: zou ik wel in geloven als het echt zou gebeuren. Universiteit Nijmegen profileert zich nu als brede universiteit. Dan denk ik, nou stopt er maar mee. Door de profileringdrang, die ik op zich wel begrijp in zo’n klein land als Nederland, is ook het gevolg dat er ook zaken verloren gaan die we straks dan nergens meer hebben in Nederland. De Hydrologie opleiding in Amsterdam bijvoorbeeld gaat verdwijnen. Misschien moeten we een paar universiteiten laten aansluiten bij de wereldtop.

80 Onderwijskwaliteit en studiesucces. We hebben het de hele tijd over leven lang leren maar je moet er blijkbaar wel zo snel mogelijk mee klaar zijn. Je moet het inderdaad zo zien dat mensen hun hele leven blijven leren.

Type Prestatie-Indicatoren

Indicatoren zouden gericht moeten zijn op outcome en proces.

-Proces: Wat is de kwaliteit van het aanbod, de begeleiding en de breedte van de opleiding? Hoe ervaren studenten de onderwijskwaliteit?

-Outcome: Komen ze aan een baan? Hoeveel promoveren er? Hoe doen ze het internationaal? Net als bij NS. Zijn de reizigers tevreden? Worden ze goed geïnformeerd? Komen mensen op tijd op hun werk?

Het veel beleid is een soort micro management van de overheid om op allerlei punten de thermometer er in te steken en er een oordeel over te gaan geven. Heel veel van het beleid vindt zijn oorsprong vanuit maatschappelijk ongenoegen of een krantenkop die ter sprake komen tijdens het vragenuurtje.

Suggesties Verbetering

De overheid moet minder van invloed hebben op het hoe in het onderwijs van universiteiten. Je moet ze vertrouwen in plaats van wantrouwen, ze moeten gebruik maken van de professionaliteit die ze zelf hebben. We moeten van verticale verantwoording van universiteiten naar overheid, naar horizontale verantwoording van universiteiten naar docenten en studenten.

81

Bijlage 6: Opnames Interviews