• No results found

Interviewvragen

In document Waardecreatie door werkkapitaalbeheer! (pagina 52-64)

1. Algemene informatie over de organisatie

1. Wat zijn de kernactiviteiten van uw organisatie? ………..

2. Hoeveel concurrenten zijn er? (Veel/Weinig)

3. Hoe groot is uw marktaandeel? (Groot / Gemiddeld / Klein) 4. Hoe is de klantenportefeuille samengesteld? (Veel klanten / Weinig klanten) (Grote klanten / Kleine klanten) 5. Hoe zijn de leveranciers te typeren? (Veel leveranciers / Weinig leveranciers) (Grote leveranciers / Kleine leveranciers) 6. In welke mate is er sprake van schommelingen in de omzet? (5/4/3/2/1)

2. Werkkapitaalbeheer

Doelen

7. In welke mate wordt er beleid geformuleerd op het gebied van werkkapitaalbeheer? (5/4/3/2/1)

8. Kunt u de twee belangrijkste doelen op het gebied van werkkapitaal beheer noemen? 1.………. 2………..

9. In hoeverre is er druk op het werkkapitaal van uw organisatie gekomen naar aanleiding van

de huidige crisis? (5/4/3/2/1)

Interne beheersing

11. Welke onderdeel van het werkkapitaal is voor uw organisatie het meest cruciaal en krijgt daardoor de meeste aandacht bij het beheer? (Debiteuren/Voorraden/Crediteuren)

12. In welke mate worden er targets geformuleerd binnen uw organisatie over

Werkkapitaalbeheer? (5/4/3/2/1)

13. In hoeverre maakt u gebruik van de volgende ratio’s in uw rapportages en analyses:

• Netto werkkapitaal (Ja/Nee)

• Kasconversiecyclus (Ja/Nee)

• Omloopsnelheid van het werkkapitaal (Ja/Nee)

• Omloopsnelheden voorraden (Ja/Nee)

• Omloopsnelheden debiteuren (Ja/Nee)

• Omloopsnelheden crediteuren (Ja/Nee)

14. In welke mate wordt het management gestimuleerd om aandacht te besteden aan

werkkapitaalbeheer? (5/4/3/2/1)

15. Hoe groot is de aandacht voor werkkapitaal in management rapportages?

(5/4/3/2/1) 16. Hoeveel aandacht wordt er in uw organisatie besteed aan werkkapitaalbeheer?

(5/4/3/2/1)

17. In welke mate is de relevantie van werkkapitaalbeheer bekend binnen de organisatie? (5/4/3/2/1)

18. In hoeverre wordt er tijdens contractonderhandelingen met klanten en leveranciers rekening gehouden met effecten in het werkkapitaal? (5/4/3/2/1)

Kosten

19. In hoeverre bent u op de hoogte van de kosten voor het houden van werkkapitaal? (5/4/3/2/1) 20. Wat is bij uw organisatie de grootste kostenpost op het gebied van werkkapitaal? ...

2. Debiteuren

Algemeen

21. In welke mate wordt er beleid geformuleerd op het gebied van debiteurenbeheer? (5/4/3/2/1)

22. Kunt u de twee belangrijkste doelen op het gebied van Debiteurenbeheer noemen? 1.………. 2………..

23. Wie is verantwoordelijk voor het crediteurenbeleid binnen uw organisatie?

(financiële afdeling/commerciële afdeling) 24. In hoeverre heeft u inzicht in de beheerkosten voor debiteuren? (5/4/3/2/1)

25. In hoeverre heeft u beleid geformuleerd voor dubieuze debiteuren? (5/4/3/2/1)

26. In hoeverre maakt uw organisatie gebruik van:

• Factoring (5/4/3/2/1)

• Kredietverzekering (5/4/3/2/1)

• incassobureaus (5/4/3/2/1)

• informatie van externe bureaus over de kredietwaardigheid (5/4/3/2/1) Facturatie

27. Op welke manier wordt er gefactureerd aan de klanten? (vooraf/achteraf) (Eenmalig/Termijnen)

(Periodiek/Per order)

28. Binnen hoeveel dagen na de levering/afronden project heeft de klant de factuur

Krediettermijn

29. In hoeverre zijn de volgende factoren van invloed bij het bepalen (van de lengte) van de krediettermijn?

• kredietwaardigheid (5/4/3/2/1)

• de grootte van het account (5/4/3/2/1)

• krediettermijn als middel voor informatie verschaffing (5/4/3/2/1)

• als garantie voor de kwaliteit (5/4/3/2/1)

• het stimuleren van de verkopen (5/4/3/2/1)

• liquide ondernemingen verstrekken krediet aan minder liquide ondernemingen (5/4/3/2/1)

30. Hoe strikt worden debiteuren beheerd na overschrijding van de termijn? (5/4/3/2/1)

31. Hoe streng is uw organisatie bij de naleving van de juiste termijnen? (5/4/3/2/1) 32. In hoeverre wordt er onderscheid gemaakt tussen klanten bij het debiteurenbeheer?

(5/4/3/2/1) 33. Wat is het percentage oninbaarheid binnen de debiteuren positie? ………..%

34. In hoeverre zijn krediettermijnen klant specifiek? (5/4/3/2/1) 35. In hoeverre wordt er over de krediettermijn onderhandeld met klanten? (5/4/3/2/1)

Kortingen

36. Wordt er ook korting verstrekt bij snelle betaling? (Ja/Nee)

37. Zo ja, wat is het percentage en de bijbehorende kortingstermijn? ..% … Dagen

38. In welke mate wordt er gebruik gemaakt van de verstrekte korting? (5/4/3/2/1) 39a. Heeft u een effectief interest percentage bepaald? (Ja/Nee)

3. Crediteuren

Algemeen

40. In hoeverre wordt er beleid gemaakt voor het crediteurenbeheer? (5/4/3/2/1)

41. Kunt u de twee belangrijkste doelen op het gebied van crediteurenbeheer noemen?

1.……… 2………

42. Wie is verantwoordelijk voor het crediteurenbeleid binnen uw organisatie?

(financiële afdeling/inkoop afdeling) 43. In welke mate heeft u inzicht in de beheerkosten voor crediteuren? (5/4/3/2/1)

44. Op welke manier wordt er gewoonlijk aan u gefactureerd? (vooraf/achteraf) (Eenmalig/termijnen) (Periodiek/per order) 45. Hoe strikt beheren uw leveranciers uw openstaande posten? (5/4/3/2/1)

46. In hoeverre heeft te late betaling gevolgen voor de relaties met uw leveranciers? (5/4/3/2/1)

Krediettermijn

47. In hoeverre zijn de volgende factoren van invloed op het leverancierskrediet?

• Kredietwaardigheid van uw organisatie? (5/4/3/2/1) • De grootte van uw account bij de leverancier? (5/4/3/2/1) • Als garantie termijn voor de kwaliteit? (5/4/3/2/1)

• Het stimuleren van het verkopen? (5/4/3/2/1)

48. In hoeverre onderhandelt u over de krediettermijn met leveranciers? (5/4/3/2/1) 50. In hoeverre verschillen voorwaarden van de verschillende crediteuren van elkaar?

Kortingen

51. Wordt er korting verstrekt door leveranciers bij snelle betaling? (Ja/Nee)

52. Wat is het meest gebruikte percentage en kortingstermijn? …% .. Dagen 53. In hoeverre maakt u gebruik van de korting? (5/4/3/2/1)

54a. Bent u op de hoogte van het effectieve interest percentage? (Ja/Nee)

b. Zo ja, wat is het percentage ongeveer? ….………%

4. Voorraden

Algemeen

55. In welke mate wordt er beleid geformuleerd op het gebied van voorraadbeheer? (5/4/3/2/1)

56. Kunt u de twee belangrijkste doelen op het gebied van voorraadbeheer noemen? 1.………. 2……….. 57. In hoeverre wordt er aandacht besteed aan het voorraadbeheer binnen uw organisatie?

(5/4/3/2/1)

58. In welke mate heeft u inzicht in de voorraadbeheerkosten die ontstaan door het houden

van voorraad? (5/4/3/2/1)

Voorraadplanning

59. In welke mate heeft u inzicht in de overtollige voorraad in uw onderneming? (5/4/3/2/1)

60. In welke mate worden schommelingen in de omzet verwerkt is de voorraadplanning? (5/4/3/2/1)

61. In hoeverre worden wijzigingen in het assortiment van leveranciers doorgevoerd in het

62. In hoeverre wordt rekening gehouden met overtollige voorraden in het

voorraadplaningsysteem? (5/4/3/2/1)

63. In hoeverre worden artikelen geleverd op het gepande tijdstip? (5/4/3/2/1)

64. In hoeverre bewaakt u informatie over de relatie tussen halffabricaten en de output van het

productieproces? (5/4/3/2/1)

65.In hoeverre moet u wel eens “nee-verkopen” omdat de voorraad niet voldoende is? (5/4/3/2/1)

5. Analyse werkkapitaalbeheer (n.a.v. maandcijfer analyse)

66. In hoeverre herkent u het beeld dat in de analyse van de cijfers naar voren komt? (5/4/3/2/1)

67. In welke mate voert u dergelijke analyses zelf uit? (5/4/3/2/1)

Bijlage 4: Voorbeeldberekening effectieve interestpercentage

In document Waardecreatie door werkkapitaalbeheer! (pagina 52-64)