• No results found

3. Oriëntatie op het vraagstuk vanuit de theorie

4.3 Interviewvragen

Het proces van dataverzameling is op de onderstaande wijze vormgegeven. Hierbij komen de topiclijst, de interviewvragen en verwerking van de resultaten aan de orde.

Topiclijst

Als voorbereiding op de te houden interviews is voor dit onderzoek een topiclijst opgesteld. Deze lijst bestaat uit onderwerpen die tijdens het interview aan de orde zijn gesteld. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende topics:

Centrale topic: De puienregeling in de gemeente Hengelo

Topic

Algemene informatie deelnemer/reden deelname aan regeling. Invloed van de regeling op het aanpassen van de winkelpuien. Ervaringen van de deelnemer met de regeling.

Introductie

Tijdens de introductie is de respondent voorafgaand aan de inhoudelijke vragen op de hoogte gesteld van de procesgang betreffende het interview en de verwerking van de resultaten. Achtereenvolgens zijn aan de orde gesteld:

• Interviewer stelt zich voor.

• Dankbetuiging richting respondent vanwege deelname aan interview • Doelstelling van het interview.

• Duur van het interview

• Afspraken over opname van interview en verwijdering van opname • Ruimte voor eventuele vragen van de respondent

Inhoudelijke vragen

De inhoudelijke vragen hebben een rechtstreekse relatie met de beantwoording van de onderzoeksvragen. De gestelde vragen zijn volgens een format vormgegeven. Om de relatie met de beantwoording van de onderzoeksvragen te benadrukken was de doelstelling van elke vraag hierin afzonderlijk toegelicht.

Format interviewvragen

Het interview format bepaalde de volgorde en de te stellen vragen tijdens de diverse

interviews. Door een vast format te hanteren werden in alle interviews dezelfde onderwerpen aan de orde gesteld, hetgeen de vergelijkbaarheid van gehouden interviews heeft bevorderd (dit standaard format is te vinden in Bijlage 1 van dit onderzoeksrapport).

Interview vragen

De inhoudelijke vragen hebben een rechtstreekse relatie met de beantwoording van de onderzoeksvragen. De gestelde vragen en doorvraagsuggesties zijn elk afzonderlijk

uitgewerkt. Om de relatie met de beantwoording van de onderzoeksvragen te benadrukken is de doelstelling van elke vraag toegelicht (de interviewvragen zijn te vinden in Bijlage 2 van dit onderzoeksverslag)

Verwerking resultaten

De uitgewerkte interviews zijn geanalyseerd, hierbij zijn de verzamelde gegevens via diverse coderingsronden uiteengerafeld en gestructureerd. Hierbij zijn de volgende

coderingsstappen toegepast:

• Open coderen: alle gegevens zijn hierbij in fragmenten ingedeeld. De relevante fragmenten zijn onderling vergeleken en gelabeld. Het resultaat is een lijst met codes, memobestanden met ideeën en verwachtingen en reflecties.

• Axiaal coderen: Tijdens het axiaal coderen is de betekenis van de belangrijkste begrippen achterhaald en omschreven. Het resultaat zijn de omschreven codes die ten opzichte van elkaar geordend zijn.

• Selectief coderen: In de fase van selectieve codering lag de nadruk op integratie en het leggen van verbanden tussen de categorieën. Het resultaat is een coherent verhaal waarin de relaties tussen begrippen worden gelegd en antwoorden op de onderzoeksvragen ontstaan.

De gegevens die door het afnemen van deze interviews zijn verkregen zijn vergeleken met de gegevens die doormiddel van deskresearch naar voren zijn komen. Deze twee bronnen zijn samen de basis voor de beantwoording van de onderzoeksvragen en de

4.4 Onderzoekskwaliteit

Bij de kwaliteit van een onderzoek spelen drie aspecten een grote rol, dit zijn betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid (Verhoeven N. 2011, p.192-202). Deze aspecten worden hierna verder uitgediept

Bij de mate van onderzoekskwaliteit is objectiviteit en realisme van groot belang. De mate van objectiviteit bepaalt of de feiten en conclusies zoals deze naar voren komen in het rapport werkelijk van het onderzoeksobject komen of dat deze gekleurd zijn door de eigen mening van de onderzoeker. In het laatste geval is er geen sprake van objectiviteit maar van subjectiviteit. Dit tast de kwaliteit van het onderzoek aan.

Realisme betreft de mate waarin alle feiten en conclusies representatief zijn voor het onderzoeksobject. Met andere woorden, wordt het hele onderwerp wel in zijn totaliteit onderzocht of is er te beperkt onderzocht waardoor er een vertekend beeld ontstaat. Door in het rapport gebruik te maken van zowel kwantitatief onderzoek als van kwalitatief onderzoek wordt het risico op subjectiviteit verkleint en het realisme vergroot.

Het afnemen van de diepte interviews is daarom onmisbaar en zal, in samenhang met de gegevens uit het literatuuronderzoek, een breder en beter onderbouwd beeld opleveren. 4.4.1 Betrouwbaarheid

Betrouwbaarheid wordt voor een groot gedeelte bepaald door de mate waarin het onderzoek wordt verstoord door toevalsfouten. Toevalsfouten zijn willekeurige verstoringen van het onderzoek. Willekeurig wil zeggen dat deze verstoringen soms in de ene richting werken en dan weer in de andere. Daarnaast zijn deze verstoringen de ene keer groot en de andere keer klein. Deze verstoringen worden ook wel ruis genoemd. Door het willekeurige patroon van de fouten heffen deze zichzelf per saldo grotendeels op. Toch is het zaak deze fouten zoveel mogelijk te voorkomen. Met betrouwbaarheid van een onderzoek wordt de

afwezigheid van toevalsfouten aangeduid. De afwezigheid van toevalsfouten blijkt als een herhaling van het onderzoek dezelfde resultaten oplevert.

De opzet van het onderzoek is geheel transparant. Er wordt duidelijk aangeven waar onderzoek naar wordt verricht, welke literatuur er voor gebruikt is, wie er is geïnterviewd, welke vragen hierbij zijn gesteld en hoe tot bepaalde conclusies is gekomen. Hierdoor is het onderzoek relatief eenvoudig te herhalen. Deze mogelijkheid biedt de kans de

betrouwbaarheid van het onderzoek goed in beeld te brengen.

4.4.2 Validiteit

Met validiteit wordt de mate aangegeven waarin in het onderzoek daadwerkelijk is gemeten wat er gemeten moest worden.

Indien de validiteit is verstoord wordt dit veroorzaakt door systematische fouten.

Systematische fouten werken, in tegenstelling tot toevalsfouten, steeds in dezelfde richting. Hierdoor heffen de fouten zichzelf per saldo niet op. Daardoor komen deze fouten bij een herhaling van het onderzoek niet aan het licht. Een voorbeeld van een systematische fout is wanneer een weegschaal niet op “nul” staat maar op -3 kg. Hierdoor zullen alle personen die op deze weegschaal gaan staan 3 kg lichter lijken dan zij in werkelijkheid zijn. Deze

afwijkingen zullen zich bij alle metingen voordoen en zijn door het herhalen van de meting niet te traceren (Plooij F. 2008, p. 102).

Om de validiteit van het onderzoek te bevorderen zijn de onderzoeksvragen zo scherp mogelijk verwoord. Daarnaast zijn de verschillende onderdelen bij de uitgevoerde

literatuurstudie zo breed mogelijk geanalyseerd. De hieruit naar voren gekomen gegevens hebben geresulteerd in een goed inzicht in de reikwijdte van de materie. Hierdoor was het mogelijk om de hierop betrekking hebbende onderzoeksvragen op een weloverwogen wijze te beantwoorden. Daarnaast zijn de vragen van het interview zo neutraal mogelijk opgesteld. Dit met als doel de invloed van de onderzoeker op de geïnterviewde zo minimaal mogelijk te houden.

4.4.3 Bruikbaarheid

Dit onderzoek geeft nieuwe inzichten over de mate waarin en de wijze waarop,

cultuurhistorische erfgoedwaarden invloed op de ruimtelijke kwaliteit kunnen uitoefenen en in hoeverre de gemeente Hof van Twente culturele erfgoedwaarden een rol laat spelen in de huidige gemeentelijke beleidsstukken.

De uitkomsten van dit onderzoek zullen in dat geval bruikbaar zijn bij het eventueel opstellen van beleidsstukken waarbij in algemene vorm het herkennen en erkennen van

cultuurhistorische waarden aan de orde zijn of specifiek wordt ingestoken op het initiëren van een puienregeling.

4.5 Beperkingen

Het onderzoek is uitgevoerd binnen een beperkt tijdsbestek. Hierdoor is het niet mogelijk een grootschalig onderzoek op te zetten. Het aantal respondenten dat heeft deelgenomen aan de interviews is daardoor uitgekomen op vijf. Daarnaast is er pas sinds een relatief korte

periode een kentering waar te nemen in de wijze waarop tegen de waarden van culturele erfgoederen wordt aangekeken. Hierdoor is in de huidige bestaande literatuur sprake van een beperkt aantal bronnen waarmee de uitkomsten van deze specifieke interviews kan worden geverifieerd of onderbouwd. Door dit beperkte aantal respondenten en bronnen kan de uitkomst van het onderzoek niet als doorslaggevend worden gekwalificeerd, maar moet meer worden gezien als richtinggevend en indicatief.

5.

De onderzoeksresultaten

5.1 Inleiding

De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek worden in dit hoofdstuk beschreven. De uitkomsten van de interviews zijn vervolgens vergeleken met de uitgevoerde literatuurstudie. De uitwerkingen van de interviews zijn als bijlage opgenomen.

5.2 Het interview

De vijf interviews zijn afgenomen op locaties die door de respondenten zelf zijn gekozen. In twee gevallen was dat de winkel van de respondent, in twee gevallen de woning van de respondent en in één geval was het een tweede bedrijfslocatie van de respondent in een andere gemeente.

Voorafgaand aan het interview is door de onderzoeker aangegeven waarom hij het

onderzoek uitvoert, waarom hij de betreffende respondent heeft benaderd en hoe hij met de door hem ingebrachte gegevens zal omgegaan.

5.2.1 Interviewvragen

Het interview bestaat uit 22 vragen, deze zijn verdeeld in vier verschillende series. Deze series hebben elk hun eigen doelstelling. Het karakter van de vragen per serie is daarop aangepast. Het betreft de volgende vier series;

Serie 1. Algemene informatie over de eigenaar en de reden voor het aanpassen van de winkelpui.

Serie 2. Onderzoeken in welke mate de puienregeling van invloed was op het aanpassen van de puien.

Serie 3. Onderzoeken hoe de winkelier/eigenaar het deelnemen aan de puienregeling heeft ervaren en of er verbeterpunten te benoemen zijn.

Serie 4. Inzicht verkrijgen in de mate waarin de deelnemer van mening is dat de puienregeling bijdraagt aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in het centrumgebied.

Zoals opgenomen in hoofdstuk 4 (de onderzoeksopzet) zijn de interviews afgenomen om gegevens te verzamelen voor het beantwoorden van onderzoeksvraag 4. Deze

onderzoeksvraag luidt: “Wat zou de meerwaarde van het instellen van een puienregeling als aanvulling op het bestaande instrumentarium kunnen zijn voor de ruimtelijke

kwaliteitsbeleving van de stads- en dorpscentra in de gemeente Hof van Twente?”

Daarnaast zijn de gegevens die voortkomen uit serie 4 meegenomen in de beantwoording van onderzoeksvraag 2. Deze onderzoeksvraag luidt: “Op welke manier kunnen culturele erfgoedwaarden invloed uitoefenen op de ruimtelijke kwaliteit van stads- en dorpscentra?”