• No results found

Interview 7: Tineke van der Velde-Zijlstra Name: Tineke van der Velde-Zijlstra

3. Data and Method

8.9. Interview 7: Tineke van der Velde-Zijlstra Name: Tineke van der Velde-Zijlstra

Organisation: EO

Function: Manager digital & new media Date: 19-06-2017

Location: EO, Oude Amersfoortseweg 79, Hilversum

Jip: Hartelijk bedankt dat ik hier langs mag komen.

Tineke: Ja sorry dat je even hebt moeten wachten en dat het gesprek jammer genoeg daardoor wat korter moet duren, maar ik kon niet eerder tijd voor je maken.

Jip: Geen probleem, ik ben allang blij dat ik even een half uurtje van u tijd mag gebruiken om met u te spreken. Ik zal even vertellen waar ik momenteel mee bezig ben. Ik doe onderzoek naar hoe de de publieke omroep in de transitie naar een meer digitale omgeving de traditioneel belangrijke waarden kan veiligstellen. Omdat er natuurlijk steeds meer kanalen zijn waarmee het publiek te bereiken is, staan de omroepen en de NPO voor keuze hoe hier mee om te gaan. Ik kijk hoe bijvoorbeeld diversiteit, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid kunnen worden gewaarborgd op bijvoorbeeld sociale kanalen van derden. Daarvoor heb ik eerst een literatuur studie gedaan waaruit bepaalde valkuilen en vraagstukken naar voren komen die ik nu in aan het testen ben door daarover in gesprek te gaan met mensen die hier dagelijks mee bezig zijn. Dus ik heb een aantal thema’s, ik heb uiteraard ook onderzoek gedaan naar hoe de EO zich profileert, dus daar gaan we het over hebben. Het idee is dat u veel het woord zal gaan voeren en dan zal ik een beetje sturen. Zullen we beginnen met dat u verteld wie u bent en wat u doet?

Tineke: Ja ik ben Tineke van der Velde. Ik ben cluster manager bij de EO, wij hebben een tweekoppige directie en daaronder een management team van zes personen, ik ben een van die zes. Ik ben verantwoordelijk voor de communities en new business. Dat betekend dat ik alle communiteit die we op dit moment hebben, dat zijn communities die zich of online, via print of via events manifesteren. Dat is Visie, een programmablad met online présence en activiteiten. Eva, een vrouwen community, Beam, de jongere community, Nederland zingt, een community met televisie en radio programma’s en een online omgeving en ook nog een aantal evenementen. Ik mis je, een rauw communiteit, met name online en een tv programma. En new business, en daar zitten onze startups. We hebben een in-company startup, Lazarus, die richt zich op de christelijke jongeren, en

Dag6, dat is een startup die we samen met het Nederlands Dagblad doen, dat is eigenlijk buiten de EO, maar daar zitten we voor 50% in. En dat is eigenlijk een nieuws app voor jongeren die we nu aan het uitbrengen zijn. Dat is eigenlijk mijn pakket.

Jip: Dus dat is heel breed, dus niet zo zeer televisie of radio of online, meer geïntegreerd. Tineke: Nee het zijn communities, en daarin maken we content voor verschillende platforms. Jip: Ja en die content, er wordt veel gesproken over platform onafhankelijk denken. Moet ik dat hier ook zo zien.

Tineke: Jazeker, wij hebben een herstructurering doorgevoerd in Februari, voor de clusters, die is eigenlijk gemaakt op het maken van content en dan aangeven in welke processen het zit. We hebben een content innovatie cluster en een content productie cluster. Ik zit dan in het cluster van de communities en de bedrijfsvoering, want is dat is eigenlijk voor het hele bedrijf voor alle clusters, dus eigenlijk precies vanuit die gedachte. Je begint met het maken van content en daarna bedenk je wel hoe je dat op de verschillende platforms uitvoert.

Jip: En als je dan even uitzoomt naar de EO als gehele organisatie, hoe moet ik doe beschouwen? Dan lijkt het veel meer dan een traditionele omroep die radio en tv maakt.

Tineke: Ja dat zijn we ook al lang niet meer. Jip: Wat zijn jullie nu dan wel?

Tineke: Nou wij noemen onszelf een media bedrijf, dus wij willen verhalen vertellen over God en het volgen van Jezus, de mooiste verhalen willen we vertellen. En dat doen we in het publieke bestel, dat is de afkadering, voor alle platforms die tot onze beschikking staan, dus radio, tv, print, online en events. Dus de volle breedte.

Jip: Oké, die evangelische achtergrond daar zijn jullie natuurlijk heel erg mee bezig. In het beleidsplan staat dat de EO een bijdragen wil leveren aan de pluriformiteit binnen het publiek bestel door de verhalen te vertellen over God en het volgen van Jezus. Als ik dat zo lees dan denk ik; of het is juist een bijdrage aan de pluriformiteit, of het is juist totaal geen bijdrage aan de pluriformiteit van het bestel. Omdat je heel erg een specifieke doelgroep, een specifieke achterban hebt, dus in z’n geheel is dan publieke omroep breed, zorgt het voor meer pluriformiteit, want het is een verrijking van een bepaald segment. Maar de EO focust zich heel nadrukkelijk op een segment.

Tineke: Nee, dat is de grootste misvatting. Wij vertellen verhalen, en die vertellen wij vanuit onze levensovertuiging. Maar wij zijn een brede speler, dus dat doen wij op NPO1 tot 3, zappelin en alle radio kanalen, online platforms. Dus wij zijn een brede omroep, wij zijn niet een omroep voor

Tineke: Ja wie het horen wil. Ons verhaal is niet exclusief in de zin van allen als je geloofd mag je het horen. Het is inclusief, het is voor iedereen. Wij zijn een missionaire omroep. Onze naam is Evangelische Omroep, omdat het woord evangelie zit er in, dat betekend het goede verhaal of de mooie boodschap, en die willen wij vertellen, maar wij noemen onszelf een missionaire omroep. Wij hebben een missie, namelijk dat is de mooiste verhalen vertellen aan iedereen die het wil horen. En op die manier leveren wij een bijdrage aan de pluriformiteit. Want in het bestel hebben we verschillende omroepen, allen met een eigen opdracht, wij zijn een zelfstandige omroep, dus in het gesprek over de omroepen zijn we de smaakmakers van het bestel. Dus we krijgen minder geld en minder plekken, maar de plekken die we krijgen moeten heel erg herkenbaar vanuit een missie ingevuld worden. Dus als het goed is ontdek je altijd in de content die de EO maakt, iets van God en het geloof van Jezus.

Jip: Dus die nadruk daarop, is die altijd al zo geweest, of wordt dat naarmate de relatie tussen omroep en achterban veranderd het belangrijker om die nadruk daarop te leggen?

Tineke: Wij bestaan dit jaar 50 jaar, en ik denk dat dit altijd onze missie geweest is. Het bijzondere van wat wij doen is dat wij onze leden vragen ons te steunen om dat te gaan doen. Dus wij representeren voor een gedeelte christenen in het publieke bestel, maar die leden geven ons de opdracht om zo breed mogelijk missionair te zijn. Dus de Passion, voor wie maken we die? Wat denk jij?

Jip: Ja voor iedereen.

Tineke: Ja, en het is heel herkenbaar dat het van de EO is. Want wie wil het nou over Jezus hebben? Het zal de EO wel weer zijn. Maar we maken het verhaal voor iedereen. En onze leden zeggen; wat goed. Want die vinden het belangrijk dat het verhaal verteld wordt. En onze niet leden zeggen; wat een mooi programma zeg. Dus op die manier werken wij.

Jip: Ik vraag het een beetje, want ik was net bij de AVRO TROS en daar is het compleet anders. Daar hebben ze niet zo sterk een missie en een minder sterke achterban. Ze hebben natuurlijk wel bepaalde kernwaarden, maar kunnen wel heel vrij en breed programmeren, van klassiek tot muziekfeest op het plein. En in het gesprek vroegen we ons af of het nou een voordeel of een nadeel is. En voor allebei valt natuurlijk wel wat te zeggen.

Tineke: Ik denk dat AVRO TROS veel meer de noodzaak heeft om de publieke waarden te gaan formuleren, zodat zij op die manier hun content kunnen focussen en de scores daarop kunnen vaststellen. En de AVRO kwam natuurlijk meer vanuit een soort liberale achtergrond en de TROS meer vanuit het volk. Dus in de fusie moesten ze heel erg zoeken naar een gezamenlijke identiteit. En bij BNN VARA is dat weer een andere zoektocht. Dus die fusie omroepen die hebben het in

deze tijd lastiger want die hebben niet meer een heel duidelijk ideologisch profiel en zullen het veel meer inderdaad van publieke waarde moeten hebben om hun bijdragen te kunnen kwalificeren. Jip: Ja mijn zoektocht is heel erg naar wat zijn die publieke waarden, voor de hele omroep, dus van EO tot BNN, en hoe kunnen die dan digitaal ingevuld worden. Maar daar wil ik zometeen naar toe. Wat verwacht u van een publieke omroep, als je kijkt naar dit zijn de dingen die wij als publieke omroep in z’n algemeen aan de maatschappij moeten leveren.

Tineke: En dat vraag je aan mij als consument? Jip: Nou gewoon als persoon.

Tineke: Oké. Als professional binnen de publieke omroep?

Jip: Ja, maar niet zozeer vanuit de EO, want ik denk wel dat wat u zegt over die missie die jullie hebben, die is wel duidelijk voor de EO. Maar waarom hebben we überhaupt een publieke omroep nodig?

Tineke: Mijn voornaamste punt is dat ik er niet in geloof dat je informatievoorziening en het vertellen van verhalen en de kwaliteit, helemaal aan de markt over kunt laten. Omdat in de markt is marktwerking en dan is het gewoon vraag en aanbod. Vraag maar eens aan een kind wat hij wil eten, dan is het antwoord iedere dag friet. Dus dan wordt het eenzijdig en niet bepaald constructief. Dus dat je als overheid zegt; wij nemen daar een stuk verantwoordelijkheid om in die informatievoorziening, die communicatie en in het verbinden van mensen aan elkaar, want dat is in feite wat je probeert te doen met je content, daar nemen wij als overheid een bepaalde verantwoordelijkheid in. Dat is de reden waarom je een publieke omroep hebt. Zeker in westerse landen, is dat in feite de reden waarom heel veel landen een publieke omroep hebben. Dus dat lijkt mij de voornaamste reden, dat het voor het welzijn een land goed is om een publieke omroep te hebben. En volgens mij is daar inmiddels ook wel onderzoek naar gedaan, de relatie tussen de publieke omroepen en het welzijn van een samenleving.

Jip: Jazeker, ik ben het ook volledig met u eens.

Tineke: En een twee ding wat ik daar nog belangrijk bij vind. Daarom vind ik het bestel dat wij hebben ook mooi en belangrijk. Ze zeggen wel eens, de staat van een land is af te lezen aan hoe er om gegaan wordt met minderheden. Als je goed voor minderheden zorgt, dan zegt dat iets over het welzijn en over de staat van een land. En de markt is niet beslist op zoek naar minderheden, want daar zit geen geld, die zoekt altijd naar meerderheid. Dus vind ik dat de publieke omroep daar ook voor moet zorgen, dat minderheden ook gezien worden en in beeld komen en dat ze bediend

Jip: Ja, daar ben ik het ook mee eens. Dan zit ik alleen wel een beetje, maar dat is misschien niet helemaal een juist gevoel wat ik heb, dan denk ik als het gaat over minderheden, dan verteld de EO natuurlijk heel erg een verhaal, van een bepaalde kant. Terwijl er in Nederland natuurlijk meerdere culturen en samenlevingen die misschien in de minderheid zijn, maar wel een ander verhaal verkondingen.

Tineke: Ja

Jip: Missen we dan daar niet geluid van?

Tineke: Ongetwijfeld. Maar dat weet ik niet. Ik neem aan dat je doelt op religieus? Jip: Ja.

Tineke: Nou er is levensbeschouwelijk geld voor boeddhisten, moslims en joden, die zitten ook bij de EO. Voor de katholieken, protestanten, dus dat die geluiden er allemaal zijn is bij wet geregeld en dat ligt ook bij verschillende omroepen. En dat is misschien een mooi bruggetje naar digitalisering. Hier zit een enorme kans voor de digitale omgeving, want daar is veel meer ruimte om niches te bedienen. Uiteindelijk is broadcast het woord zegt het al, dat is breed en groot, de grootste gemene deler, dus dan moet je altijd in je verhaal en je boodschap het zo breed mogelijk houden omdat een brede groep geïnteresseerd is. En als je nuances wil aanbrengen, of vanuit een bepaald gedachtengoed een verhaal wilt vertellen, dan is dat op broadcast veel moeilijker, en digitaal veel makkelijker.

Jip: Inderdaad, een mooi bruggetje naar het digitale vraagstuk. Daar is inderdaad veel meer ruimte voor content. U had het over al die communities en kanalen. Dat zijn allemaal eigen kanalen zoals ik hoor. Kanalen die in handen zijn van de EO, zijn jullie ook actief of kanalen van derde? Dus social media? Het is eigenlijk een retorische vraag, want ik weet dat het antwoord ja is…

Tineke: Ja want die communities zijn ook geen eigen kanalen hoor. Het zijn concepten en in die concepten hebben we heel veel platforms. Dus een concept als Eva, dat is begonnen als ene maandmagazine, dat heet in media-wettelijke termen een neven activiteit. Dan heb je gewoon een opdracht om in drie jaar kosten delend te zijn en dan moet minimaal 50 % van de content van de EO zijn. Maar dat is in 20 jaar uitgegroeid naar evenementen met name, en daar zit ook een hele online omgeving bij. Veel op Facebook bijvoorbeeld.

Jip: Dat is inderdaad een redenering die ik veel heb gehoord; ons publiek zit op Facebook of Youtube, dus wij gaan daar ook heen. Zijn er nog bij de EO bedenken bij om zomaar af te stappen van je eigen kanalen en gebruik te maken van externe platforms?

Tineke: Nou kijk het voornaamste bezwaar is dat je niet de volledige regie hebt op die platforms. Bijvoorbeeld met Facebook, heel veel gebruikers weten dat niet, jij weet dat ongetwijfeld wel, maar

je krijgt uiteindelijk maar een fractie te zien van wat er allemaal is. Je denkt; ik like een aantal dingen en ik volg een aantal mensen en dan krijg ik alles te zien, nee je krijgt alleen maar te zien wat op basis van jou eigen klikgedrag interessant is. En dat wordt door die algoritmes gegenereerd en daar worden advertenties aan gekoppeld, dat is hun business model. Dus als je op die platforms gaat, dan moet je je wel goed realiseren, dat dat de regels zijn waar je mee te maken hebt. Dat is natuurlijk nooit ideaal. Als je het helemaal zelf kunt regisseren. Maar tegelijkertijd, dat is natuurlijk de grootste disruptie van de media industrie, er zijn zelfstandige kanalen ontstaan waarin de rollen zijn omgedraaid. Daar zit het publiek en is het de vraag van hoe jij daar kunt komen. Dat heeft de hele media wereld op z’n kop gezet. Daardoor kan je ook niet meer doen alsof ze er niet zijn. Je kan het je niet meer permitteren om er niet te zijn, maar de andere kant is wel dat je ook bijvoorbeeld op Youtube nooit weet wat de volgende aanbeveling zal zijn. Daar hebben wij geen regie over, misschien is het wel compleet het tegenovergestelde van wat wij net hebben verteld. Dat zijn de risico’s van platformen van derden.

Jip: Ja die risico’s die zijn dus bekend, maar uiteindelijk weegt het dus zwaarder dat je op die manier je publiek kunt bereiken. Dus je moet wel daar aanwezig zijn.

Tineke: Ja dat is hoe ons medialandschap verandert is. De democratisering van het publiek, uiteindelijk zegt Youtube; broadcast yourself. Burgers zijn makers geworden, die bepalen zelf wat ze willen zien, dus daar moet je gewoon in mee gaan. Dat vind ik ook alleen maar goed. En het levert je heel veel op. Je hebt veel directer effect op dat wat je getoond hebt. Je kunt veel beter in een digitale omgeving meten wie je publiek is, wat ze van je vinden, wanneer ze afhaken. Dus de interactie vind ik eigenlijk de grootste winst van social media. En daardoor, het grappige is dat wij meer dan andere omroepen, al veel interactie met ons publiek en met name onze leden, dus daarom denk ik dat wij ook wel het meest succesvol zijn in communities bouwen. We hebben verreweg de meeste communities van alle omroepen, want die interactie zat al een beetje in onze natuur en die wordt nu nog meer gefaciliteerd door de techniek, dat is alleen maar prima.

Jip: Ja in dat opzicht is het voor de EO wat makkelijker praten, want jullie hebben een hele sterke connectie. Vanuit de NPO is er niet echt een heel streng beleid in mijn ogen, van hoe om te gaan met de sociale platformen, wat ik eruit haal is dat er toch wordt vastgehouden aan de veilige eigen kanalen en dat de sociale platformen gebruikt worden als navigatie tool, promotie. Is dat ook de manier waarop jullie als EO gebruik maken van sociale kanalen? Of zijn jullie wat stouter?

vijf minuten. Dus wij voldeden altijd aan die voorwaarden en waren dus braaf, maar zitten dus toch al vrij lang op Youtube. Dus ja we zijn stout en ja we houden ons aan de regels. En datzelfde geld voor Facebook, uiteindelijk wij zijn niet beslist het braafste jongetje van de klas, maar ik vind het ook een beetje flauw, want uiteindelijk moet de NPO natuurlijk ook de boel in goede banen leiden en die maken daar afspraken over, en als die afspraken niet goed meer zijn, dan gaat het beleid veranderen. Nu wordt dat aangepast voor social media

Jip: Wat bedoeld u daarmee?

Tineke: Nou wij hebben als hoofdden van nieuwe media bepaalde gesprekken gevoerd met de NPO, die promotie gedachte is niet meer houdbaar, dat kan gewoon niet meer. Mede aangejaagd doordat er een paar omroepen wel echt fors stout waren. Toen hebben we inhoudelijke gesprekken gevoerd, het is niet meer houdbaar om in deze tijd te zeggen dat Youtube onze concurrent is en daarom moeten we alles van Youtube afhouden. Dat hou je gewoon niet vol. Kijk naar de markt en naar het media gedrag. Dus vandaar is de NPO nu een nieuw social media beleid aan het schrijven