• No results found

INTERVIEW AANDEELHOUDER C Algemeen Algemeen

HOOFDSTUK 4 RESULTATEN ONDERZOEK

4.1.3 INTERVIEW AANDEELHOUDER C Algemeen Algemeen

Vennootschap C wordt geleid door één directeur die is aangesteld door de huidige aandeelhouders. Deze directeur is geen familielid van de huidige eigenaren. Deze is aangesteld door de directie vanwege zijn kunde en kwaliteiten. De huidige directeur was voorheen directeur van één van de overgenomen werkmaatschappijen. Na de overname van deze werkmaatschappij bleef hij eerst fungeren als directeur hiervan. Na verloop van tijd is deze directeur benoemd tot de directeur van de gehele groep.

De gehele groep bestaat uit een viertal werkmaatschappijen die zich in gespecialiseerd hebben binnen één en dezelfde branche. Alle werkmaatschappijen worden momenteel aangestuurd door het eerder genoemde directielid.

De vader van de geïnterviewde bezit momenteel 2% van de aandelen in de holding. Zijn beide zoons bezitten elk 49% van de aandelen. Hierdoor heeft geen van de aandeelhouders een meerderheidsbelang in de vennootschappen. De vader is jarenlang werkzaam geweest binnen de vennootschappen als directeur. Naast 2% van de aandelen in de holding bezit de vader ook het onroerend goed, dat wordt verhuurd aan de werkmaatschappijen. Eén van de zoons is tot en met 2009 werkzaam geweest binnen de vennootschap als directie. De andere zoon (geïnterviewde) is niet werkzaam geweest binnen het familiebedrijf, maar heeft in het verleden wel een adviserende rol gehad binnen de vennootschap.

De geïnterviewde is met name in 2008 betrokken geweest bij de advisering bij één van de werkmaatschappijen. Eén van de werkmaatschappijen stond er financieel niet sterk voor. De financiële positie werd verslechterd door de afnemende vraag en het steeds duurder wordende bewerkingsproces (steeds meer personeelskosten). Om het bedrijf van de ondergang te redden is de geïnterviewde gaan inventariseren in de mogelijkheden voor de werkmaatschappij. Daarbij is met name gekeken hoe er gesneden kon worden in de kosten om er toch een financieel gezonde werkmaatschappij van te maken. De geïnterviewde kwam uiteindelijk tot de conclusie dat er te weinig mogelijkheden aanwezig waren om er een financieel gezonde vennootschap van te maken. Uiteindelijk is in 2010 door de directie het faillissement aangevraagd voor de werkmaatschappij. De activiteiten van de werkmaatschappij zijn uiteindelijk overgenomen door één van de andere werkmaatschappijen.

De geïnterviewde wordt niet structureel op de hoogte gehouden van de actuele ontwikkelingen en de tussentijdse cijfers van de vennootschappen. De geïnterviewde heeft hier ook geen behoefte aan. De vader van de geïnterviewde komt regelmatig bij de vennootschappen over de vloer. Hierdoor krijgt de vader veel mee wat er allemaal speelt bij de vennootschappen. Als de vader bepaalde ontwikkelingen heeft geconstateerd bij één van de vennootschappen, waarvan hij denkt dat dit gecommuniceerd moet worden met zijn zoons, dan wordt dit ook gedaan. Deze onderlinge communicatie vindt plaats op informele basis en is niet structureel.

De geïnterviewde ontvangt jaarlijks de jaarrekening van de vennootschap. Hij bladerde de jaarrekening over het algemeen vrij vluchtig door. Over het algemeen keek de geïnterviewde naar de ontwikkelingen ten opzichte van voorgaand jaar. Bij vreemde ontwikkelingen vroeg hij naar een verklaring van de ontwikkelingen. Doordat de geïnterviewde een drukke baan heeft/had ging er relatief weinig interesse uit naar de jaarrekening van de vennootschap. Daarbij speelde het feit mee dat zijn vader nog nauw betrokken was bij de dagelijkse gang van zaken en dat zijn broertje directeur was. Hierdoor had hij er vertrouwen in dat het wel goed ging komen met de vennootschap. De geïnterviewde is de jaarrekening van de vennootschap beter gaan analyseren in 2008, toen de geïnterviewde de vennootschap ging adviseren. Hierdoor kreeg de geïnterviewde meer gevoel bij de cijfers. Daarbij kwam tevens naar voren dat het debiteurenbeheer van de vennootschap niet optimaal was. Vanwege het debiteurenbeheer is de financiële positie van de vennootschappen door de jaren heen ook verslechterd. Uiteindelijk is hierdoor zelfs één van de werkmaatschappijen failliet gegaan. De geïnterviewde gaf te kennen, dat het faillissement eventueel voorkomen had kunnen worden, als hij in het verleden beter naar de jaarrekening had gekeken. Dan was het debiteurenbeheer waarschijnlijk ook meer opgevallen en nam de geïnterviewde niet alle verklaringen aan. De geïnterviewde gaf aan dat hij vanwege zijn werk veel in het buitenland zat en daardoor relatief weinig tijd en interesse had voor de jaarrekening van de vennootschap waarvan hij aandeelhouder is. Als hij vragen had dan werden deze beantwoord, alleen of die antwoorden altijd klopten dat wist hij niet. Dat was voor de geïnterviewde ook niet direct te controleren, want hij zat voor zijn werk aan de andere kant van de wereld.

Financiële kennis

De geïnterviewde is momenteel werkzaam voor een wereldwijd technologie bedrijf, waar hij momenteel de COO (Chief Operations Officer) is. Voor deze baan werkte de geïnterviewde als directeur voor de reserveringsafdeling van een grote hotelketen. Doordat de geïnterviewde diverse directiefuncties bekleedt, bezit de geïnterviewde de nodige financiële kennis. Daarbij gaf de geïnterviewde een aantal voorbeelden hoe er met de resultaten gestuurd kan worden. Uit deze voorbeelden viel duidelijk te herleiden dat de geïnterviewde aardig over de nodige financiële kennis beschikt. Daarnaast is de geïnterviewde in staat een jaarrekening te lezen.

De geïnterviewde gaf te kennen dat voor hem de post lonen en salarissen een kritische post in de jaarrekening is. Aangezien dit het geld voor het personeel is en het niet zo kan zijn dat het personeel te veel of te weinig overuren of salarissen krijgt uitgekeerd. Dit is immers niet op deze wijze overeengekomen tussen de vennootschap en de werknemer. Daarom mag er wat betreft de geïnterviewde geen afwijking zitten in de lonen en salarissen. De geïnterviewde vindt de lonen en salarissen en belangrijke post in de jaarrekening. De post lonen en salarissen bedraagt immers ongeveer 60% van de totale kosten die door de vennootschap worden gemaakt. Daarnaast speelt bij de geïnterviewde de gedachte dat als er al afwijkingen zitten in de lonen en salarissen wat er dan allemaal nog meer fout gaat binnen de vennootschap of welke afwijkingen er dan nog meer in de jaarrekening zitten? Daarom vindt de geïnterviewde het essentieel dat de lonen en salarissen goed verwerkt zijn in de jaarrekening.

Casusvragen

Op basis van de casusvragen kwam naar voren dat de geïnterviewde onderscheid maakt tussen boekhoudkundige verschillen (verschuiving tussen de periodes) en afwijkingen die het gevolg zijn door onrechtmatige uitgaven.

Met de boekhoudkundige afwijkingen had de geïnterviewde geen direct probleem. De boekhoudkundige afwijkingen lopen er namelijk volgend jaar weer uit. Hierdoor zal na verloop van tijd geen enorm verschil zitten in het eigen vermogen van de vennootschap. In dit geval komt de geïnterviewde (aandeelhouder) uiteindelijk niets tekort. Het is voor de geïnterviewde de intentie om de aandelen voor een langere periode aan te houden. Wat betreft de geïnterviewde mag er niet onbeperkt worden geschoven met resultaten tussen de periodes. Daarnaast hangt het schuiven van resultaten tussen de diverse periodes ook af van de omstandigheden waarin de vennootschap zich bevindt. Mocht de vennootschap in moeilijke omstandigheden verkeren, zoals bij de geïnterviewde aan de orde was, dan mag er wat hem betreft niet geschoven worden met de resultaten. Want in dit soort situaties is het van belang dat de jaarrekening een goede afspiegeling geeft van de werkelijkheid en dus zo min mogelijk afwijkingen bevat. Mocht de vennootschap groeiende zijn, dan heeft de geïnterviewde er echter geen probleem mee als er enkele kleine afwijkingen zijn in het resultaat. Dat gebeurde immers ook toen de geïnterviewde directeur was bij de hotelketen. Toen werden er zoveel mogelijk potjes gevormd voor het volgend jaar, zodat reeds een buffer aanwezig was. Wat de bedragen zijn die aan de resultaatverschuiving te koppelen zijn, is lastig te bepalen. Maar een bedrag van € 40.000 aan omzet dat in het verkeerde jaar verantwoord is, diende hoe dan ook gecorrigeerd te worden in de jaarrekening. Maar een bedrag van € 5.000 aan omzet dat in het verkeerde jaar is verantwoord hoeft niet direct gecorrigeerd te worden. Het is wel wenselijk dat de aandeelhouders daarvan op de hoogte worden gesteld, want dan kunnen ze daar rekening mee houden. In principe mag er van de geïnterviewde een paar procent afwijking in de jaarrekening aanwezig zijn, maar daarvan moet hij dan wel van op de hoogte zijn.

Voor wat betreft onrechtmatige uitgaven is de geïnterviewde vrij duidelijk. Er mogen in principe geen privé-uitgaven of iets dergelijks van de directie verantwoord worden in de jaarrekening van de vennootschap. Mocht voor een klein bedrag van ongeveer € 2.000 aan privékosten van de directie worden verantwoord in de jaarrekening, dan wenst de geïnterviewde daarvan op de hoogte gesteld te worden. Dan kan de geïnterviewde dit bespreken met de directie en zijn eigen maatregelen nemen. Voor wat betreft privé-uitgaven van de familieleden wordt het wel wat lastiger voor de geïnterviewde. Als zijn broer, die een tijd directielid is geweest, of zijn vader privékosten zakelijk boekten, dan had heeft de geïnterviewde daar minder problemen mee dan bij een directielid die geen familielid is. Het betreft hier eigen familie, die over het algemeen iets meer gegund wordt dan anderen. Deze privékosten, die zakelijk worden geboekt, moeten ook fiscaal verantwoord zijn. Mocht het fiscaal niet te verantwoorden zijn, dan moeten deze hoe dan ook als privé geboekt worden. Maar zo af en toe mogen er best wat privékosten van de familieleden als zakelijk geboekt worden, maar binnen de grenzen.

Daarnaast werkt het huidige belastingsysteem het boeken van privékosten als zakelijk in de hand, aangezien er een BTW voordeel van 19% mee wordt behaald. Daarnaast worden deze kosten ten laste van het resultaat gebracht, waardoor ook minder vennootschapsbelasting betaald hoeft te worden.

Overig

De geïnterviewde gaf tevens aan dat de accountants meer transparantie kunnen tonen in hun werkzaamheden. De parameters (materialiteit) waarmee de accountants werken zullen bijvoorbeeld openbaar gemaakt kunnen worden. Hierdoor is het voor de jaarrekeninggebruiker direct duidelijk wat de maximale afwijkingen kan zijn in het resultaat en het vermogen van de vennootschap. Nu is het voor de jaarrekeninggebruiker niet duidelijk wat voor afwijking de accountant toestaat en wat voor werkzaamheden de

sterk afhankelijk is van de situatie waarin een bedrijf verkeerd, waardoor de accountant per geval dient te beoordelen of de materialiteit toereikend is. Ten tijde van voorspoed bij de vennootschap mag de materialiteit hoger zijn dan ten tijde van slechte financiële omstandigheden of bij een eventuele verkoop van een vennootschap.

Materialiteit van de accountant

Op basis van de rekenregels die door de accountants worden gehanteerd zal de materialiteit voor de jaarrekening van deze vennootschap tussen de € 75.000 en de € 100.000 liggen.