• No results found

Interpretaties van de resultaten

5. Empirie

5.5 Interpretaties van de resultaten

De interviews geven een goed beeld van wat de geïnterviewden vinden van ondernemerschap en ondernemerschapstimulering in de provincie Groningen. Uit de theorie bleek dat met ondernemerschap het proces van het bedenken of het zien van een kans in de vorm van iets nieuws

en/of iets anders in de omgeving bedoeld wordt. Gezien het feit dat negen personen het

ondernemerschapklimaat als goed bestempelen geeft aan deze personen ondernemerskansen zien. Het stijgende aantal ondernemingen in de provincie Groningen versterkt dit beeld. Ook al betreft het hier een toename van het aantal inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel. De zes personen die het ondernemerschapklimaat voor verbetering vatbaar vinden zien kennelijk genoeg potentie om te verbeteren. Deze gedachte wordt ondersteund door het feit dat alle geïnterviewden vinden dat ondernemerschap gestimuleerd moet worden. Met name voor de overheid is hier een taak voor weggelegd.

Alle geïnterviewden vinden netwerken van essentieel belang. Zoals Dolfsma en Aalbers (2008) al stelden is het waarschijnlijk dat een entrepreneur die behoorlijk netwerkt eerder zal slagen. Netwerken zorgt voor contacten, kennis en business, waardoor het belang ervan meteen aangetoond is. Dit legitimeert de keuze van de provincie Groningen voor het opzetten van een netwerk waar ondernemers en vertegenwoordigers van kennisinstellingen, intermediairs en overheid met elkaar verbonden worden ter stimulatie van het ondernemerschap. De keuze het netwerk een provinciaal karakter te geven wordt gelegitimeerd doordat, ondanks de technologische ontwikkelingen, fysieke nabijheid van soortgelijke bedrijven en kenniswerkers essentieel is voor het ontvangen en overdragen van tacit knowledge (Jansen, 2002). Door bestaande samenhangende netwerken met elkaar te verbinden wordt een omgeving gecreëerd, waarin informatie makkelijk stroomt. Als de netwerken individuen, groepen of ondernemingen aan elkaar verbinden of een verbinding vormen tussen actoren van twee of meer van deze categorieën, zullen zij sociale middelen, financiële middelen en mankracht verstrekken, hetgeen ondernemerschap bevordert (Thronton en Flynn, 2003).

Om het netwerk optimaal te laten functioneren en het draagvlak onder de stakeholders te behouden, moet er een goede balans gevonden worden tussen de verschillende netwerkkenmerken. De huidige structuur van het netwerk wordt gekenmerkt door een fully connected kern en een rand met diverse in de theorie genoemde structuren. De netwerkdichtheid van de kern kan gezien de fully connected structuur beschouwd worden als hoog. Dit betekent dat in de kern van het netwerk veel redundancy optreedt. Deze overbodige ties zijn kostbaar en daardoor wellicht ongewenst in een netwerk (Dolfsma en Aalbers, 2008). De leden uit de rand van het netwerk zijn slechts door één of een

worden als laag. Met vier stakeholdersbijeenkomsten per jaar en vier plateaubijeenkomsten kan het netwerk bestempeld worden als een weak tie netwerk. Dit heeft volgens Granovetter (1973) voordeel op het gebied van het verspreiden en verkrijgen van nieuwe, diverse informatie en op het gebied van mobilisatie van andere actoren in het netwerk. De provincie Groningen kan, als coördinator van het netwerk, gezien worden als een speler met strong ties. Strong ties hebben als voordeel dat twee actoren elkaar beter kennen en daardoor geneigd zijn elkaar meer te vertrouwen, wat nodig is voor het overdragen van tacit knowlegde (Bouty, 2000). De provincie Groningen kan hierdoor goed kennis uit de markt vergaren. Gezien het feit dat elf personen meerdere leden kennen, maken veel geïnterviewden deel uit van de kern van het netwerk. Deze personen bevinden zich centraal in het netwerk. Personen die weinig of geen andere personen uit het netwerk kennen hebben een decentrale positie. Van deze mensen zitten vier personen in meer dan drie andere netwerken. Dit betekent dat het hier om mogelijke knooppunten gaat. De centraliteit van de provincie kan omschreven worden als zeer hoog. In figuur 9 is de huidige situatie van het netwerk weergegeven. Ook hier geldt weer dat het een model betreft en de weergegeven randstructuren niet op empirisch onderzoek berusten.

Structuur: fully connected met daaraan verschillende andere netwerken Tie strength: Weak

Dichheid: Hoog in de kern, laag in de rand Centraliteit: Zeer hoog

Vorm: Extern/formeel

Een goede mengeling van ondernemers, intermediair, overheid en kennisinstellingen is de gewenste samenstelling van het netwerk. De ondernemers kunnen weer onderverdeeld worden in gelijksoortigen, ondernemers met een soort gelijke onderneming in bijvoorbeeld aantal fte's en andersoortige ondernemers. De vraag naar gelijksoortige ondernemers is op dit moment groter dan het

Figuur 9: Huidige situatie P = provincie Groningen P

Het initiatief van de provincie Groningen om ondernemerschap te stimuleren door een netwerk op te zetten lijkt dan ook een schot in de roos. Het is een laagdrempelig netwerk dat ondanks dat het een weak tie netwerk is, wel voor duurzame interactie zorgt. De ingeslagen weg van de provincie Groningen kan dan ook rekenen op een groot draagvlak vanuit de omgeving. Uit de suggesties die gedaan zijn, komt sterk naar voren dat er concreter te werk gegaan moet worden. Het punt waarop er resultaten gepresenteerd moeten gaan worden lijkt bereikt. De stakeholders willen antwoord op de vraag: 'Wat levert het op?'. De rol van de provincie zal naast faciliterend ook organiserend moeten zijn. Hoewel de huidige positie van de provincie in het netwerk zoals aangegeven in figuur 9 erop duidt dat de provincie geen verbindende functie (meer) heeft, blijkt uit de interviews een zichzelf regulerend netwerk op dit moment niet levensvatbaar.