• No results found

5 Toekomstperspectieven gebiedsclusters

5.6 Integrale gebiedsontwikkeling en het regioprogramma

Zoals in paragraaf 3.2 en de introductie van hoofdstuk 5 is omschreven, zijn de geboden integrale ontwikkelingsperspectieven mede vormgegeven aan de hand van de richtlijnen zoals die in de

2010). In deze paragraaf zal een terugkoppeling worden gemaakt tussen die ontwikkelingsperspectieven en het regioprogramma, daar laatstgenoemde een strategisch toekomstperspectief voor Parkstad is met een tijdshorizon tot 2020 (zie ook: paragraaf 4.1.2). Dus, welke bijdrage(n) kunnen de gebiedsspecifieke ontwikkelingsperspectieven leveren aan de drie strategische pijlers uit het regioprogramma? Deze pijlers zijn als gezegd herstructurering, economische structuurversterking en het integrerend en verbindend proces IBA.

Pijler 1: Herstructurering

Herstructurering is door Parkstad Limburg (2010: 13) gefocusseerd op het verbeteren en het verduurzamen van de kwaliteit van de woon-, werk- en leefomgeving. De integrale

ontwikkelingsperspectieven als gepresenteerd per gebiedscluster passen binnen de

herstructureringsvisie van Parkstad Limburg als geheel. De herstructurering van de bedrijfsterreinen Willem-Sophia, Bouwberg en De Horsel, alsook het woongebied in Kerkrade-West dragen bij aan deze beleidspijler. Daarbij is ook nadrukkelijk ingegaan op de herstructurering en verbinding van groengebieden en eventueel daarbij passende recreatie- en toerismemogelijkheden. Vanwege het integrale perspectief is het van belang om verschillende functies met elkaar te verweven, en waar mogelijk kansen te definiëren waarbij deze elkaar kunnen versterken. De ruimtelijke verweving van de verschillende aanwezige functies is daarbij essentieel ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit. Kortom: de Buitenring is wat betreft de verkeersstructuur van Parkstad op zichzelf al een structurerend project. De gebiedsclusters die gelegen zijn aan die ringweg zijn daarbij aangegrepen om te onderzoeken welke ontwikkelingskansen, problematiek en aandachtspunten de Buitenring met zich mee zou kunnen brengen.

Pijler 2: Economische structuurversterking

Als gezegd zorgt de Buitenring voor een verbeterde bereikbaarheid en ontsluiting van de drie gebiedsclusters. Voor bedrijfsterreinen is bereikbaarheid naast functionaliteit een zeer belangrijke vestigingsplaatsfactor (J. Blokker & E. Schreuders, persoonlijke communicatie, 17-05-2011 & 18-05- 2011). Idealiter kan voor elk bedrijfsterrein een beeldkwaliteitplan worden opgesteld, wat ertoe kan leiden dat investeringen worden gedaan wat betreft groen, wegen, hekwerken, opslagruimten, gevels et cetera. Tezamen met het behoud van de functionaliteit van de bedrijfsterreinen, alsook de verbeterde bereikbaarheid door de Buitenring, kunnen dergelijke terreinen aantrekkelijker worden voor bedrijven dan in de huidige situatie het geval is. Vanuit die gedachte bieden de ontwikkelingsperspectieven per gebiedscluster aanknopingspunten voor de economische structuurversterking van Parkstad. Daarbij kan integrale gebiedsontwikkeling voor de drie gebiedsclusters een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit aldaar, alsook het toekomstige

imago van de Buitenring positief beïnvloeden. Een goede kwaliteit van bedrijfsterreinen, recreatiemogelijkheden en toerisme / leisure, woongebieden en groen rondom de Buitenring zal alleen maar voordelen met zich meebrengen wat betreft het imago van de ringweg.

Pijler 3: Integrerend en verbindend proces IBA Parkstad

De Internationale BauAustellung Parkstad is ‘een instrument dat met nieuwe ideeën en projecten in de economische, sociale en culturele sector economische zwakke steden of regio’s tracht om te

vormen tot economisch sterke en vitale gebieden’32 (Parkstad Limburg, 2010: 63). Hierbij moet een

kwaliteitsverbetering het centrale uitgangspunt zijn, en niet zozeer kwantiteit. De IBA Parkstad is een soort ontwikkelingsprogramma, dat voortkomt uit problemen en kansen in de fysieke leefomgeving die volgen uit de bevolkingskrimp. Hierbij staat de transformatie van de regio (waar kwaliteitsimpulsen voorop staan) voor ogen. Vanwege de start- en opzet fase van de IBA Parkstad (waarbij kwaliteitscriteria nog moeten worden gedefinieerd), is het niet geschikt om op deze plaats concrete zaken op te sommen waarbij bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen in de drie gebiedsclusters kunnen worden verheven tot een IBA-project. De ontwikkelingsperspectieven als omschreven dragen bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de clusters. In meer concrete zin, en vanuit een duurzaamheidperspectief, is het bijvoorbeeld interessant om te onderzoeken of de sloopmaterialen als gevolg van herstructurering kunnen worden hergebruikt ten behoeve van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Ook kunnen wellicht projecten worden opgezet in het kader van energieverbruik in woonwijken en bedrijfsterreinen, met als doel de functies wonen en werken aldaar te verduurzamen. Ten slotte wordt burgerparticipatie genoemd als één van de mogelijke criteria voor een IBA-project. Dit zou ertoe kunnen leiden dat de IBA Parkstad bijdraagt aan een identiteitsversterking van de gehele regio, en als het ware bewustzijn en draagvlak creëert onder de bevolking.

5.7 Conclusie

In de voorgaande paragrafen zijn ontwikkelingsperspectieven en beleidsaandachtspunten gedefinieerd voor de drie gebiedsclusters rondom de Buitenring. Dergelijke toekomstperspectieven zijn als het ware het meest ideaal vanuit de ingenomen standpunten over ruimtelijke kwaliteit. Voorts is gebleken dat die perspectieven aansluiten bij de strategische beleidspijlers uit het regioprogramma van Parkstad. Een belangrijke succesfactor van integrale gebiedsontwikkeling rondom de Buitenring is de vormgeving van het proces, met als doel verschillende stakeholders te laten committeren aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in de drie gebiedsclusters.

Daarbij is beargumenteerd in hoeverre integrale gebiedsontwikkeling duurzaam rendabel kan zijn, gespecificeerd naar economisch, ecologisch en cultureel rendement. Wat betreft het ecologische en culturele rendement bieden de ontwikkelingskansen aanknopingspunten ten aanzien van de verhoging van de ruimtelijke kwaliteit. Dit geldt in mindere mate ook voor het economische rendement, hoewel geconstateerd is dat de stijging van vastgoed- en grondprijzen als gevolg van investeringen in ruimtelijke kwaliteit minimaal zal zijn. Er zal eerder een behoud van de huidige prijsniveaus mogelijk zijn, dat mede wordt verklaard door de specifieke demografische situatie van Parkstad. Het op korte termijn investeren in ruimtelijke kwaliteit wordt gezien als noodzakelijk om de verdere daling van vastgoed- en grondprijzen te doen stoppen. Men vreest bovendien dat het uitblijven van dergelijke investeringen zal leiden tot een verslechtering van de ruimtelijke kwaliteit in de drie gebiedsclusters. Er zal nader moeten worden onderzocht wat de precieze investeringskosten zijn van de aangedragen integrale ontwikkelingsperspectieven, zoals bij de verplaatsing van bedrijven en herstructurering van woonwijken en bedrijfsterreinen. Ook is het verevenen van investeringen in ruimtelijke kwaliteit zeer lastig gebleken.

Er zijn weinig mogelijkheden om uit integrale gebiedsontwikkeling rondom de Buitenring opbrengend vermogen te genereren. Slechts op postzegelniveau kunnen, mits bijvoorbeeld groenbestemmingen veranderen in woon- of werkbestemmingen, financiële winsten worden behaald. Deze vallen echter in het niets bij de kosten die ruimtelijke kwaliteitsinvesteringen ten behoeve van de ontwikkelingsperspectieven met zich mee zullen brengen.

Kortom, de toekomstperspectieven per gebiedscluster bieden inzichten om te investeren in ruimtelijke kwaliteit in die gebieden, voorts in lijn met het huidige beleid van Parkstad. Daarbij kan worden geconcludeerd dat de geschetste ontwikkelingsperspectieven kunnen bijdragen aan het duurzaam rendement van integrale gebiedsontwikkeling in de drie gebiedsclusters. Het bewerkstelligen van opbrengend vermogen vanuit die ontwikkelingen is echter niet aannemelijk. Gelet op de strategische ligging van de onderzochte gebiedsclusters kunnen dergelijke integrale ontwikkelingsperspectieven worden aangegrepen om het imago van die gebieden te verbeteren. Dit geldt ook voor het toekomstige imago van de Buitenring. Daar de Buitenring wordt gezien als een toekomstig icoon van Parkstad, kunnen kwalitatief hoge gebieden daaromheen die icoonwerking alleen maar versterken.