• No results found

Instrumenten uit literatuur en Interviewschema

In document “MIJN KIND KAN BETER LEZEN DAN IK” (pagina 51-97)

Weergave gebruikte stellingen en vragen uit instrumenten literatuur

Literatuur Indicatoren Vragen (V) en Stellingen (S) Debaryshe &

Binder

Invloed Ik heb goede herinneringen aan voorgelezen worden als kind. (S)

Ik houd van samen lezen met mijn kind. (S)

Ik vind het saai of moeilijk om voor te lezen aan mijn kind. (S)

Middelen Ik zou graag mijn kind helpen met leren, maar ik weet niet hoe. (S)

Werkzaamheid Scholen zijn verantwoordelijk voor het leerproces van kinderen, niet ouders. (S)

Ouders zouden kinderen moeten leren lezen voordat zij naar school gaan.

Milieu/Omgeving Ouders erven hun taalvaardigheid van hun ouders, het zit in hun genen. (S)

Poolman Denkt u dat uw ouders daar een bedoeling mee hadden? Zo ja, wat? (V)

Vonden uw ouders het belangrijk dat er aan tafel gepraat werd? (V)

Lynch e.a. Ik laat zien dat ik aan het schrijven en lezen ben. (S)

Interviewschema (koppeling onderwerpen uit literatuur aan deelvragen)

Thema Variabele Indicator

Algemene informatie Achtergrondgegevens I t/m X

Visie ouders van moeder op geletterdheidsontwikkeling

Taalaanbod thuis/Leesinstructie 1 t/m 4, a t/m c

Visie moeder op

geletterdheidsontwikkeling van haar kind

Milieu/Omgeving/Cultuur 9 Taalaanbod thuis/Leesinstructie/Geletterdheidsvaardi gheden aanleren 5 t/m 8 d,e Middelen 10

Visie moeder op eigen rol in geletterdheidsontwikkeling kind Geletterdheid aanmoedigen/demonstreren/waarderen Invloed 14 t/m 17 g,h Taalaanbod thuis/Leesinstructie/Geletterdheidsvaardi gheden aanleren/ Middelen

11 t/m 13 f,i

47

Bijlage 2 – Transcripten

Interview 001 – Smilde, 01-06-2016 - 11.00 uur.

HT: Hoe zag het gezin er vroeger uit? 001: Twee kinderen, man en vrouw HT: Wat is uw leeftijd?

001: Ik word negenenveertig.

HT: Wat heeft u voor opleiding gedaan?

001: IHNO: dat is huishoud- en nijverheidsonderwijs. Dat is te vergelijken met Lbo niveau: lager beroepsonderwijs.

HT: Wat voor opleiding heeft uw partner gedaan? 001: Lagere school. Maar die kon wel goed leren.

HT: Wat voor werk doet u?

001: Ik heb in een naaiatelier gewerkt, bejaardentehuis, en in de schoonmaak. Ik werk nu voor mensen die stervende zijn en ik geef hun de laatste zorg. En dan schenken we ook koffie tijdens de uitvaart.

HT: Waar bent u geboren en waar woont u nu?

001: Ik ben in Appelscha geboren en woon nu in Smilde. HT: Hoeveel kinderen heeft u en wat is hun leeftijd? 001: Ik heb twee kinderen van 19 en 20.

HT: Ik stel eerst een paar vragen over uw jeugd; ik wil weten hoe uw eigen lees- en

schrijfontwikkeling er bij u thuis uitzag. Werd er door uw ouders vroeger thuis toen u een kind was veel met u gepraat?

001: Nee.

HT: Waarom niet?

001: Ik heb zelf ook een periode gehad dat ik niet mocht praten, want ik ben geopereerd aan de stembanden. Dan is er een periode dat je sowieso niks mag zeggen. Toen was ik zes. Ik heb zeven jaar spraakles gehad. En daardoor is ook mijn achterstand gekomen. Want het was vroeger zo: dan wat het in de lessen van school. En op school was het op een gegeven moment zo van: lezen hoef jij niet. Dictees? Oh daar hoef jij niet aan mee te doen. Andere dingen van taal hoefde ik ook niet. Van rekenen kreeg ik op een gegeven moment andere boeken dan als de school zelf had. Dus ja, daardoor wordt jij steeds meer achteruit geduwd. Daardoor kwam de lees- en schrijfachterstand.

HT: En thuis praatte u ook niet veel met uw ouders daarom?

001: Nee, want dat was vroeger voor jezelf het gevoel: oh dat zal wel zo horen. En nu weet je voor jezelf wel anders. Maar er werd niet over gesproken. Ja, je vroeg wel eens van waarom moet ik dat en dat doen? Maar dat werd door de leraar gezegd, dus dan moet je dat maar

accepteren.

HT: En werd u als kind door uw ouders vaak voorgelezen? 001: Nee.

48

HT: Waarom niet denkt u?

001: Ze hebben dat bij mijn broertje ook nooit gedaan. Dat zat er gewoon niet in. HT: Denkt u dat ze dat niet nodig vonden of niet wisten hoe dat moest?

001: Ze hebben dat vroeger zelf ook niet meegekregen, dus nee.

HT: Vonden uw ouders het belangrijk dat u thuis al leerde lezen en schrijven, of een beetje leerde lezen en schrijven?

001: Nee. Daar hebben ze het nooit over gehad.

HT: Zagen uw ouders lezen en schrijven als iets wat u van hen kon leren? 001: Weet ik eigenlijk niet. Nee, denk het niet.

HT: Waarom niet?

001: Voor hun was het zo: de school was daarvoor.

HT: Dan komen er nu wat stellingen. Ik heb goede herinneringen aan voorgelezen worden door mijn ouders.

001: Helemaal niet.

HT: Voor het leren lezen en schrijven heb ik weinig aan mijn ouders gehad. 001: Ja ik heb er helemaal niks aan gehad dus dat klopt wel.

HT: Wat ouders met hun kinderen doen maakt niet uit: ze geven hun lees- en schrijfvaardigheid door, net als de kleur van hun haar of hun ogen.

001: Ja, vind ik wel. Maar het niveau van een kind kan ook hoger zijn. Van mijn kinderen doet de één het wel goed, de ander niet.

HT: Ik ga nu naar uw mening vragen over de ontwikkeling van lezen en schrijven van kinderen in het algemeen. Ik wil graag weten hoe u daar tegen aankijkt. Dit gaat dus niet over de

ontwikkeling van uw eigen kind, maar de ontwikkeling van lezen en schrijven algemeen. Hoe belangrijk is het dat ouders praten met hun kinderen?

001: Heel belangrijk. HT: Waarom?

001: Zodat ze weten wat er op de wereld is, maar ook voor hun ontwikkeling. Daarom is het heel belangrijk.

HT: Dus voor de kennis? 001: Ja.

HT: Hoe belangrijk is het dat ouders hun kinderen voorlezen? Waarom wel/niet?

001: Dat vind ik ook heel belangrijk. Ik heb het wel steeds geprobeerd, vooral bij mijn dochter. Voor wat ik kon doen, vond ik toch dat ik het redelijk goed gedaan had. Ja, ze heeft daar toch wel heel veel van opgepikt.

HT: En u probeerde dan gewoon zo goed mogelijk voor te lezen? 001: Ja. Want ze heeft zelf later de boeken nog weer eens nagelezen. HT: En hoe merkte u dan dat ze het oppikte?

49

HT: Hoe belangrijk is het dat kinderen thuis al leren lezen en schrijven, of een beetje leren lezen en schrijven? Waarom vindt u dat?

001: Ik vind het op zich heel belangrijk. HT: Waarom?

001: Om toch te voorkomen dat ze die taalachterstand krijgen. De ouders kunnen daar toch een deel aan meegeven, naast de school.

HT: Dus bijvoorbeeld door…?

001: Door voor te lezen. Of als ze zeggen: mam of pap mogen wij de krant? Dat je ze dus toch de krant geeft en niet voor ze gaat verstoppen. Want het is wel een stuk ontwikkeling voor hun ook.

HT: Hebben ouders invloed op de ontwikkeling van lezen en schrijven van hun kinderen? 001: Ik denk niet altijd.

HT: Waarom niet?

001: Omdat er ook wel kinderen bij zijn die het niet interesseert. Die het echt zelf niet willen. HT: En als ouder zou je daar niet iets aan kunnen doen?

001: Je kunt wel hun proberen te stimuleren en zeggen: het is wel voor jouw ontwikkeling. Maar als ze dan zo stijfkoppig zijn en zeggen van nou.. het is zo wel goed.. Ja dan bereik je daar niks mee.

HT: Hebbe.a. uit de omgeving van kinderen invloed op hun lees- en schrijfontwikkeling?

001: Ja die hebben daar natuurlijk ook wel invloed op. Dat ze zeggen van: het is beter dat je thuis ook wat dingen leest.

HT: Dat ze dat op school zeggen?

001: Ja, dat ze dat op school zeggen. Of dat ze dat van andere mensen horen. Dat ze denken van: oh ja, die zeggen dat ook.

HT: Wat voor hulpmiddelen of materialen thuis helpen kinderen om hun lezen en schrijven te ontwikkelen?

001: Spelletjes. Scrabble, of zoiets. Daar stimuleer je dus de kinderen ook mee te schrijven. Het is in een spelvorm, maar dan ben je er wel mee bezig.

HT: Weet u nog andere dingen? U noemde ook al voorlezen, dus boekjes?

001: Ja. En toch ook spelenderwijs wat woordjes opschrijven. Van, nou: wie kan de langste woorden maken? Dan ben je er ook weer mee bezig.

HT: Dan komt er nu weer een stelling. Ouders zouden hun kind moeten helpen met leren lezen en schrijven voordat het naar school gaat.

001: Ja, want jij bent gewoon… Eigenlijk ben je er als baby zijnde al met het kind ermee bezig, met de taalontwikkeling. Doordat je het zelf ook spreekt, heb je dus die taalontwikkeling al. Boekje erbij met plaatjes, zodat je daar dus ook al de kinderen zo vroeg mogelijk kan leren. HT: Waarom denkt u dat dat het beste is?

001: Hoe jonger, hoe beter, hoe meer dat ze opslaan.

50

001: Scholen vind ik heel belangrijk dat die dus echt oplettend zijn van: hoe ver is een kind? Wat kan een kind? Wat ‘ie niet kan: begeleid daarin. Dat wordt nog te weinig gedaan. Het kind wat dus niet mee kan komen, wordt in een hoekje gezet en je zoekt het maar uit.

HT: En dat was bij u ook het geval? 001: Ja. En het is nog zo.

HT: U was toen zes, maar de hele basisschoolperiode is er weinig aandacht aan besteed? 001: Klopt.

HT: Maar hoe kan dat dan? Want op een gegeven moment was het met de stembanden toch wel weer over?

001: Nou ja, ik heb dus de lagere school zeven jaar gedaan. Doordat ik dus met de operatie zat, moest ik de eerste klas dus weer overdoen. Ik had eigenlijk het tweede jaar ook nog twee jaar moeten doen, maar dat hebben ze niet gedaan, omdat ik dus nog ouder zou zijn als ik van school af zou komen. Daarom zeiden ze: laat haar gewoon alle klassen doorlopen en dat was dus echt fout geweest.

HT: Ja precies, want dan loop je constant achter. 001: Ja.

HT: Dus scholen zijn wel heel belangrijk, maar ouders ook. 001: Ja.

HT: Dan ga ik nu vragen naar uw kijk op uw rol als moeder in de lees- en schrijfontwikkeling van uw eigen kind. Hoe belangrijk vond u het om te praten met uw eigen kinderen?

001: Ik vond dat heel belangrijk, want ook vanwege de taalontwikkeling. Maar je moet ook kijken naar: hoe is het kind zelf? Mijn dochter heeft gelukkig een goeie ontwikkeling, mijn zoon is daar minder in. Die heeft beperkingen: ADHD, PPD-NOS. Later is ook nog gebleken dat ‘ie dyslexie heeft en dyscalculie. Maar praten, praten, praten is heel belangrijk want dan krijgen ze wel hun taal mee. Ik hoor wel heel vaak: je moet Nederlands tegen hen spreken. Ik vind dat dat helemaal niet zo is. Ik heb altijd in dialect gesproken en mijn dochter praat nu vloeiend Nederlands. Want ze vragen af en toe of ze uit het westen komt.

HT: Wat heeft uw dochter voor opleiding gedaan?

001: Die doet nu podium en evenement, maar heeft de havo doorlopen. HT: En uw zoon?

001: Die is naar speciaal onderwijs gegaan. Hij is daar op een rare manier weggegaan. Gelukkig is hij nog wel naar een tuinbouwschool in Eelde geweest. Daar heeft hij veel begeleiding gehad. Maar wat hij graag wilde doen, kon hij niet doen. Omdat hij dus op speciaal onderwijs niet goed geholpen is. Dus daarom zeg ik ook: school is ontzettend belangrijk.

HT: Hoe belangrijk vond u het om uw eigen kind(eren) voor te lezen?

001: Dat vond ik sowieso belangrijk om blijven voor te lezen. Je blijft toch met die taal bezig. Eerder vond ik het heel erg dat ik dus niet alle woorden goed kon voorlezen. Maar wat de taalontwikkeling betreft maakt het helemaal niks uit, want ze pakken het wel weer op. HT: En heeft u ook zoiets van: ik weet zelf hoe vervelend het is om niet goed te kunnen lezen en

schrijven, dus daarom wil ik juist hier aandacht aan besteden? 001: Ja. Zeker.

51

HT: Hoe belangrijk vindt u het dat uw eigen kind thuis al leert lezen, of een beetje leert lezen? 001: Nou, op school moeten ze dus ook lezen, dus daarom vond ik het wel belangrijk dat ze dit thuis ook deden. Mijn dochter had sowieso een vlot leerproces, want die hielp mij op een gegeven moment ook nog mee met de formulieren invullen en dat soort dingen. Dus de rollen waren echt omgekeerd.

HT: Wat vond u daarvan?

001: Ik vond dat op een gegeven moment wel vervelend. Een kind hoort jouw papieren niet te zien. Er is op school ook wel over gesproken. Dat was wel makkelijk, want de lerares waar zij les van had was een zus van mijn schoolvriendin. Dus die wist ook van de hele situatie. Dus daar heb ik het er ook mee over gehad van: zorg wel dat zij goed geholpen wordt. Ik wil niet dat zij op dezelfde manier hier van school af gaat als ik van de lagere school af gegaan ben. En ik moet zeggen, dat heeft wel geholpen. Dat is helemaal goed gekomen.

[Gedeelte over de keuze van de dochter over de middelbare school. Niet relevant] HT: Hoe belangrijk was u voor de leesontwikkeling van uw eigen kinderen?

001: [Lange stilte]. Nou het lezen is ontzettend belangrijk, ook voor de opleiding die ze later willen doen.

HT: En hoe belangrijk was u daarvoor?

001: Nou ja, wat ik kon doen dat deed ik. En wat ik dus niet kon doen dat was naar de leraar de vraag of zij dat konden opnemen.

HT: En dat deden ze ook?

001: Bij mijn dochter toen wel, maar bij mijn zoon niet.

HT: Wat deed u allemaal om de leesontwikkeling van uw eigen kind(eren) te bevorderen? 001: Nou, toen ze zelf de leeftijd hadden dat ze zelf konden lezen heb ik tegen hen gezegd: ga

boeken lezen. Ik heb het zelf nooit gedaan, ik heb het nooit gekund. Ik vind het op het moment nog wel eens lastig om een boek te pakken en het op te slaan. Ik moet zeggen: mijn dochter is echt een leesfreak. Als die een boek heeft, dan leest ze die zo uit. Soms ook twee, drie boeken tegelijk. Die leest ontzettend veel. Mijn ex heeft nooit gelezen en ikzelf dus ook niet.

HT: Hoe belangrijk vindt u het dat uw eigen kind(eren) thuis al leert schrijven, of een beetje leert schrijven?

001: Nou in ieder geval dat ze een beetje kunnen schrijven. Ja daar ben ik dus nooit zo mee bezig geweest. Met lezen dus wel maar met schrijven niet, omdat ik daar zelf dus problemen mee had.

HT: U had meer moeite met schrijven dan met lezen?

001: Ja. Omdat je dus niet weet van: waar zet je de komma? Waar zet je een punt, een uitroepteken? Je weet wel dat het op het eind is, maar hoe lang maak je zo’n zin? En de woorden schrijven was ook een probleem. Want is het dan met één e of met twee e’s? één a of twee a’s? au, ou, ja daar had ik nog wel eens problemen mee.

HT: Hoe belangrijk was u voor de schrijfontwikkeling van uw eigen kinderen?

001: Ik heb me wel altijd ermee proberen bezig te houden, dat ze dat wel gingen doen. Veel schrijven. Mijn dochter heeft dat ook wel opgepakt. Die is op een gegeven moment zelf gaan

52

schrijven, thuis ook. Ze had ook altijd hele goeie cijfers, op school ook. Ze moest dan een opstel maken en dat was altijd goed.

HT: Wat deed u allemaal om de schrijfontwikkeling van uw eigen kind(eren) te bevorderen? 001: Ik heb wel tegen hen gezegd van: pak een dun boekje en schrijf dat eens over. Want op een

gegeven moment kreeg ik dat zelf dus ook van: schrijf dat over. Het bevordert wel en als ze dictee hadden, dan hielp ik ze daar ook wel mee. Dat probeerde ik in ieder geval. Maar dat mijn dochter op een gegeven moment zei: mam ik doe het zelf wel. En dan legde ze er een papiertje op en dan schreef ze het over.

HT: Wat voor hulpmiddelen of materialen had u thuis om uw eigen kinderen te helpen bij hun leesontwikkeling?

001: Nou, ik had wel wat leesboeken en daar las ik wel uit. Toen mijn dochter wat lezen kon, heeft ze het overgenomen bij mijn zoon. Maar doordat hij dus met een beperking zit en met zijn concentratie niet echt erbij was, werd dat steeds minder. Maar wat lezen betreft pakt hij nu toch wel wat dingen weer op.

HT: Wat voor hulpmiddelen of materialen hebt u thuis om uw eigen kind(eren) te helpen bij hun schrijfontwikkeling?

001: Ik had dus boekjes die ze konden overschrijven met van dat doorzichtige papier. Behalve bij mijn zoon, want die vond dat niet nodig. En op een gegeven moment was hij zo opstandig, dan bereik je hem niet meer. Hij werd op school ook naar huis gestuurd als hij te druk was. Terwijl hij op speciaal onderwijs zat. Daar zijn zij toch voor? Dat is dus allemaal niet goed gegaan.

HT: Welke soort speciaal onderwijs zat hij op? 001: RENN4.

HT: En wat doet hij nu? Woont hij nog thuis? 001: Nee, hij is begeleid wonend. En hij werkt.

HT: Dan komen nu weer wat stellingen. Ik houd of hield van samen lezen met mijn kind.

001: Daar hield ik wel van ja, maar wel op mijn manier. Dus dat alles niet helemaal goedging. Het ging niet snel en er waren woorden die niet goed uitgesproken werden. En in het begin wisten ze dat niet.

HT: Ik vond het moeilijk om voor te lezen aan mijn kind. 001: Dat vond ik ook.

HT: Waarom?

001: Omdat het veel moeite kost om woorden te lezen.

HT: Ik had mijn kind graag willen helpen met leren lezen en schrijven, maar ik wist niet hoe. 001: Dat klopt. Ik had wel wat maniertjes, maar om met de kinderen bezig te zijn en hierin te

helpen, dat kon ik dus niet.

HT: Ik liet zien dat ik aan het lezen en schrijven was, zodat mijn kind dit overnam.

001: Dit deed ik wel. Ik had voor mezelf ook makkelijke boeken. Maar als de kinderen naar school waren, dan liet ik het ook gewoon liggen.

53

001: Ja, nu kan ik alle post ook zelf lezen en sollicitatiebrieven schrijven.

54

Interview 002, Smilde, 01-06-2016 13.00 uur

HT: Wat was de gezinssamenstelling?

002: Man, vrouw en vier kinderen. Vier dochters. Ze zijn dertig, achtentwintig, zesentwintig en drieëntwintig.

HT: Wat is uw leeftijd? 002: Eenenvijftig.

HT: Wat voor opleiding heeft u gedaan? 002: De lagere nijverheidsschool.

HT: Wat voor opleiding heeft uw partner gedaan?

002: De mavo en heeft zich daarna ontwikkeld in de maatschappij.

HT: Wat voor werk doet hij dan?

002: Hij is nu allround operator bij de Domo (melkfabriek).

In document “MIJN KIND KAN BETER LEZEN DAN IK” (pagina 51-97)