• No results found

Aan de hand van de statuten van de DFD zijn haar doelen en opbouw goed te reconstrueren. Een van de hoofddoelen is het bijeenbrengen van vrouwen uit alle delen van de samenleving, een socialistisch gelijkheidsstreven. De DFD claimde dat verschillen in wereldbeeld en religie geen rol speelden binnen haar werk.471

Vanaf haar achttiende mocht een vrouw lid worden van de DFD. Lidmaatschap

betekende deelname aan projecten van de organisatie. Officieel mochten leden zelf problemen en kwesties aandragen waar de DFD zich hard voor moest maken, het stond leden vrij hun mening te geven en voorstellen te doen. Er mocht kritiek geleverd worden op het doen en laten van functionarissen en andere leden. Een DFD-vrouw kon zich altijd direct tot de Bundesvorstand wenden en deelname verlangen in de besluitvorming. Ook konden leden volgens deze statuten verkozen worden om zitting te nemen in de Vorstände van de bond. In hoeverre de DFD echt democratisch werkte is maar de vraag. Volgens haar eigen statuten was dit natuurlijk wel het geval, maar een lidmaatschap van de SED kon hoogstwaarschijnlijk geen kwaad als je in de hogere rangen van de bond wilde doordringen.

Een lid van de DFD had naast deze rechten ook verplichtingen. Zij diende altijd al haar krachten aan te wenden om mee te werken in de beweging en zich met vragen van het

maatschappelijk leven bezighouden. Ten behoeve van de oplossing van vraagstukken uit het sociale leven moesten de vrouwen hun algemene ontwikkeling en politieke kennis te vergroten. DFD-vrouwen stonden te allen tijde klaar voor de socialistische staat en hielpen deze op te bouwen. Het winnen van zieltjes was ook een belangrijke onderneming: de leden dienden een vriendelijke verhouding met niet-leden te beginnen en door persoonlijke gesprekken hun vertrouwen in de DDR te versterken.

Vrouwen met indrukwekkende verdiensten, lid of geen lid, konden op internationale vrouwendag een Ehrennadel uitgereikt krijgen. Als een lid zich echter niet gedraagt volgens de doelstellingen van de organisatie werd er ook actie ondernomen. De groep om het afvallige lid heen moest proberen haar weer in het gareel te krijgen. Uitsluiting vond alleen plaats bij een bewust schaden van de DDR en de DFD.

In mei 1949 besloot de Bundesvorstand van de democratische vrouwenbond tot een

119 reorganisatie. Er werd een Bundessekretariat en een Landessekretariat opgericht.472 De

organisatieprincipes werden vastgelegd en Elli Schmidt werd de nieuwe voorzitster.473 De DFD

was, zoals haar naam betaamd, democratisch opgebouwd, alle Vorstände werden democratisch verkozen en moesten regelmatig rekenschap afleggen aan de leden. De besluiten van de

congressen en de Bundesvorstand waren bepalend voor de werkzaamheden en besluiten op lagere niveaus. De Bundesvorstand kwam in de regel vier keer per jaar samen. De leden van de Vorstände moesten zowel tijdens het werk als in hun persoonlijke leven een voorbeeld zijn om het vertrouwen van de hun leden te rechtvaardigen. De DFD was opgedeeld in: Gruppen, Ortsorganisationen, Kreisorganisationen, en Bezirksorganisationen. De grootste vergadering binnen de beweging was het Bundeskongress. Dit werd elke vier jaar door de Bundesvorstand bijeengeroepen. Tussendoor moesten er ook congressen plaatsvinden, hiervoor kon de

Bundesvorstand of een derde van de leden altijd een buitengewoon Bundeskongress aanvragen. Het presidium leidde de DFD tussen de bijeenkomsten van de Bundesvorstand. Het secretariaat was het operatieve orgaan van de Bundesvorstand en werd door de voorzitster geleid.474

De gekozen organen waren: de Bundesvorstand, met haar 135 leden, het Präsidium van 35 leden, waaronder een voorzitter en zes vice-voorzitters van verschillende partijen. Een van de LDPD, een van het CDU, een van de NDFD, SED en DBD. Dit presidium was onderverdeeld in vijf commissies: Sozialistische Familienerziehung, Kultur, Frau und Staat, Internationale Arbeit en Arbeit auf dem Lande. Het secretariaat bestond uit een voorzitter, een vier secretarissen. Het presidium kwam maandelijks bijeen, en het secretariaat wekelijks.475

Er waren vijftien Bezirke, deelgebieden, in de DDR, deze hadden allen een eigen Bezirksvorstand van ongeveer 40 tot 50 leden. De dagelijkse leiding per deelgebied bestond uit tien tot vijftien leden. Een niveau lager waren de Kreisvorstände, er waren 215 Kreise.

Ledenaantallen van deze vergaderingen liepen uiteen van tien tot dertig personen. Er waren daarnaast 25 Stadtbezirkvorstände, 492 Ortsvorstände en het laagste niveau van de

472 DY31/999. 31-32.34 473 DY31/1002. 163.

474 DY31/1001 Statut der DFD. 99-105: 475 DY/1000. 332- 336.

120 Gruppenvorstand.476

De DFD was niet de enige organisatie voor vrouwen in de DDR. Er waren

vrouwencommissies bij het Politburo van de ZK. Dit waren echter geen besluitvormende

commissies, hun functie was raadgevend. Daarnaast waren er dergelijke commissies bij de FDGB- Bundesvorstand. Ook op de lagere niveaus

(Bezirk en Kreis) van de vakbond waren er vrouwenbijeenkomsten. Bij de Rat für landwirtschaftliche Produktion und Nahrungsgüterwirtschaft was een

vrouwencommissie. Er waren Frauenauschüsse in de VEB’s, de Volkseigene Betriebe en de LPG’s, Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaft. Al deze groepen hielden zich bezig met de problemen van de werkende vrouw, de medezeggenschap van vrouwen, kwalificeren en vrouwen op leidende functies krijgen.477

476 DY31/1000 Kurzinformation über den DFD. Material über den Organisationsaufbau zur Verwendung für internationale Arbeit. 31.7.72. 332.

121

Bijlage 2: Afkortingen

AFA: Antifaschistische Frauenausschüsse BFA: Betriebsfrauenausschüsse

BGL: Betriebsgewerkschaftsleitung BPO: Betriebsparteiorganisation BRD: Bundesrepublik Deutschland CAW: Congress of American Women CDU: Christlich Demokratische Union DDR: Deutsche Demokratische Republik DFD: Demokratische Frauenbund Deutschlands FDGB: Freie Deutsche Gewerkschaftsbund HAT: Hausarbeitstag

HUAC: House Unamerican Activities Committee

IDVF: Internationale Democratische Vrouwenfederatie. IDFF: Internationale Demokratische Frauenföderation. WIDF: Women’s International Democratic Federation

KPD: Kommunistische Partei Deutschlands

LDPD: Liberal Demokratische Partei Deutschlands NSDAP: Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei SBZ: Sowjetische Besatzungszone

SED: Sozialistische Einheitspartei Deutschlands

SMAD: Sowjetische Militäradministration in Deutschland SPD: Sozialdemokratische Partei Deutschlands

122 VEB: Volkseigener Betrieb

ZK: Zentralkammer (der SED)