• No results found

Institutionele achtergrond van inzet tolken en vertalers

In document Tolken in het publiek domein (pagina 39-43)

In de inleiding gaven we aan dat tolk- en vertaaldiensten essentiële inputs zijn voor taken die uitgevoerd worden om bepaalde publieke belangen te waarborgen. Het gaat om publieke belangen zoals effectieve rechtsbescherming, veiligheid en gezondheidszorg. We gaan hieronder niet in op de publieke belangen op zich, maar wel geven we een uiteenzetting van het institutioneel kader voor het justitiële domein en de gezondheidszorg. De verdragen, wetten en regels geven aan waar de overheid in ieder geval moet zorgen voor de inzet van tolken.

3.1.1 Justitieel domein

18

Het is ontoelaatbaar dat de rechter of de overheid een beslissing neemt op basis van onjuiste informatie vanwege een verkeerde vertaling. De meest voorkomende situaties waarin tolken en vertalers ingeschakeld worden gaan bovendien – in de bewoordingen van de IBO - om “rechtsterreinen waarop de confrontatie tussen overheid en vreemdeling het indringendst is – straf- en vreemdelingenrecht […].” (IBO, p.17)

Iedereen die voor de Nederlandse rechter moet verschijnen, heeft recht op een zogeheten fair trial, wat betekent dat een ieder recht heeft op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, en wel binnen een redelijke termijn en door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht. Dit staat beschreven in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). In dit zelfde verdrag staat te lezen dat19:

”Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, heeft de volgende rechten:

a) onverwijld, in een taal die hij verstaat en in bijzonderheden, op de hoogte te worden gesteld van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging;

[...]

18 Deze paragraaf is grotendeels gebaseerd op Praktisch en effectief, rapport van de commissie kwaliteitseisen tolken en vertalers, februari 2005.

b) zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal die ter terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat of niet spreekt. ”

Dit om er voor te zorgen dat een verdachte kan participeren tijdens de rechtszitting, en er dus sprake kan zijn van een eerlijk proces. Zoals de IBO werkgroep dat ook concludeert (p.18-19), dient de bijstand van een tolk in een strafzaak niet te worden opgevat als een voorwaarde om de procedure te kunnen voeren, maar als een recht van de verdachte op een behoorlijke behandeling van zijn zaak. Behalve het inschakelen van een tolk mag een verdachte overigens ook kosteloos relevante documenten laten vertalen. Deze rechten gelden niet alleen voor mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn, maar ook voor mensen met een gehoor- of spraakstoornis. Zoals in sub e staat te lezen moeten verdachten zich kosteloos kunnen laten bijstaan door een tolk.

Voor mensen tegen wie nog geen vervolging is ingesteld, maar die wel zijn gearresteerd, geldt iets soortgelijks: diegene dient namelijk “onverwijld en in een taal die hij verstaat op de hoogte te worden gebracht van de redenen van zijn arrestatie en van alle beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht”.20 Dit recht is behalve in het EVRM ook in Nederlandse wetten verankerd.21 Afwezigheid van een tolk kan wegens strijd met de goede procesorde tot nietigheid leiden.22 De verantwoordelijkheid voor een goed werkend stelsel van tolken en vertalers ligt volgens het EVRM bij het ministerie van Justitie. Daarnaast is uit jurisprudentie gebleken dat de overheid erop moet toezien dat tolken en diens vertolkingen van voldoende kwaliteit zijn.23,24

De verantwoordelijkheid voor tolken en vertalers die op het justitiële domein actief zijn, ligt dus bij de overheid. Het ministerie van Justitie heeft de verantwoordelijk voor de stelsel rond de inzet van tolken. In de rechtzaal is echter de rechter verantwoordelijk voor het goed verlopen van de zitting en dus ook voor de inzet van de tolk. Zo zal de rechter in de concrete strafzaken telkens moeten beoordelen of er bijstand van een tolk nodig is en zo ja, of die bijstand van voldoende kwaliteit geacht kan worden.25

Voor zowel opsporing of onderzoeken van strafbare feiten als voor de beoordeling van de asielverzoeken geldt dat de kosten van tolkdiensten niet verhaald kunnen worden op de verdachte of asielzoeker.26,27. Bij civiele zaken geldt dat de rechter (tijdens het verhoor of bij het vonnis) bepaalt door wie de rekening van de tolk wordt betaalt (de zogenaamde rechtsvordering taxeregeling). Indien iemand recht heeft op gesubsidieerde rechtsbijstand dan wordt bij het toevoegingnummer rekening gehouden met budget voor tolkdiensten.

Behalve voor mensen die in contact komen met politie of justitie, omdat ze gearresteerd zijn of vervolgd worden, gelden de eerder genoemde rechten ook op andere vlakken van het justitiële domein. De Commissie Jurgens noemt in haar rapport de volgende gevallen:

1. tolk- en vertaalwerkzaamheden ten behoeve van een ieder bij de vaststelling van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen, conform artikel 6, lid 1, EVRM.

20 Zie artikel 5, lid 2 EVRM.

21 Zie artikel 191, 275 en 276 van het Wetboek van Strafvordering. 22 IBO, 2003.

23 Zie EHRM, Kamasinski – Oostenrijk, 19 december 1989, Serie A-168, § 74.

24 Ook zaak Arico is relevant waarin staat dat de staat niet voor elk gebrek van een toegevoegde advocaat aansprakelijk kan worden gesteld, maar de autoriteiten wel verplicht zijn er zorg voor te dragen dat het recht op gratis rechtsbijstand effectief is. Deze uitspraak over een toegevoegde advocaat kan doorgetrokken worden naar gerechtstolken en vertalers.

25 Zie EHRM 24 september 2002, application nr. 00032771/96 (Cuscani tegen Verenigd Koninkrijk). 26 EHRM, 28 november 1978, NJ 1980, 42.

Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan maatregelen van kinderbescherming;

2. tolk- en vertaalwerkzaamheden ten behoeve van een verblijfsrechtelijke procedure; 28

3. tolk- en vertaalwerkzaamheden ter rechtzitting indien deze niet rechten of verplichtingen betreffen die door het EVRM worden beschermd. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een geschil met betrekking tot de werking van het Europees Verdrag inzake de rechtspositie van migrerende werknemers; 4. situaties, niet behorende tot de vier genoemde categorieën, waarin een justitiabele

contact heeft met een hem toegevoegde rechtsbijstandverlener.

3.1.2 Gezondheidszorg

29

Behalve op rechtsgebied kan een moeizame beheersing van de Nederlandse taal ook tot (ernstige) problemen leiden in de zorg. Zo kunnen de gezondheidsklachten onvoldoende worden uitgedrukt en kost communicatie over preventie, diagnose en therapie meer tijd. Het inschakelen van een tolk kan de effectiviteit van de te verlenen zorg bevorderen en bijdragen aan een doelmatige aanwending van middelen. Gebrekkige communicatie heeft immers direct invloed op de kwaliteit van een diagnosestelling, therapie, het vertrouwen en het (on)juist gebruik van medicijnen.30

Net als in het justitiële domein is ook in de gezondheidszorg in diverse wetten de inschakeling van een tolk gewaarborgd. Deze waarborg is dan overigens wel vaak indirect geformuleerd. Zo staat in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) dat hulpverleners in de gezondheidszorg verplicht zijn voorlichting te geven over de (voorgenomen) behandeling op een voor de cliënt of patiënt begrijpelijke wijze (het zogeheten recht van ‘informed consent’).31 Ook in de Kwaliteitswet zorginstellingen is het recht op een tolk indirect geformuleerd. In deze wet worden eisen gesteld aan de door instellingen geboden zorg; deze moet doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht zijn. Hieruit kan het recht op een tolk worden afgeleid omdat goede communicatiemogelijkheden tussen patiënt en zorgverlener noodzakelijk zijn om aan de eisen te kunnen voldoen als iemand de Nederlandse taal niet machtig is. De Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ) is iets directer, alhoewel het woord tolk ook hier niet wordt genoemd. De

28 Indien een uitgeprocedeerde asielzoeker de beslissing aanvecht, moet deze de tolk zelf betalen.

29 Deze paragraaf is grotendeels gebaseerd op het IBO rapport en het rapport Tolken in de gezondheidszorg door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (2003).

30 Overigens komen communicatieproblemen niet alleen voort uit taalverschillen, maar ook uit cultuur-, etnische- en sekseverschillen, alsmede uit andere opvattingen over ziekte, gezondheid en verwachtingen over de behandeling.

31 Wie een medisch onderzoek of behandeling ondergaat, moet daartoe zijn toestemming geven. Toestemming geven veronderstelt dat men voldoende informatie heeft ontvangen en begrepen. Voor die ‘geïnformeerde

toestemming’ wordt het begrip ‘informed consent’ gebruikt. Dit begrip houdt in dat een patiënt pas onderzocht of

behandeld mag worden als hij daarvoor zijn toestemming heeft gegeven. Voordat toestemming gevraagd kan worden, dient de patiënt door de hulpverlener op duidelijke wijze te worden ingelicht over de aard, reden en het verloop van de voorgestelde ingreep, de behandelingsalternatieven, de gevolgen van de keuze ‘geen

behandeling’, het te verwachten resultaat en de nadelige onvermijdelijke gevolgen, de complicatierisico’s. Het

WAZ schrijft namelijk voor dat het ziekenhuis of kliniek er voor dient te zorgen dat de arts met het oog op een zorgvuldige besluitvorming één of meer gesprekken met de vrouw voert.32 De interdepartementale werkgroep die in 2003 onderzoek deed naar tolken en vertalers concludeert in haar rapport dat kwaliteit en effectiviteit van een medische behandeling of geboden zorg in voorkomende situaties rechtstreeks samenhangen met het al dan niet inschakelen van een tolk. Zij maakt wel de aantekening dat hiermee niet is gezegd dat bij ieder consult of behandeling een tolk moet worden ingeschakeld. De noodzaak zal steeds afgewogen moeten worden tegen de kosten die met het inschakelen van een tolk zijn gemoeid. (IBO, 2003). De bekostigingsproblematiek in de gezondheidszorg is ingewikkelder dan binnen het justitiële domein. Zoals de IBO werkgroep constateert , is het bij gezondheidszorg niet altijd duidelijk wie de opdrachtgever/belanghebbende is. Niet alleen de patiënt heeft belang bij bijstand door een tolk, maar ook de zorgverlener. Het is de professionele plicht van de arts of verzorger om op begrijpelijke wijze uitleg te geven over de behandeling. Op die plicht staat een tuchtrechtelijke sanctie en kunnen er ook civielrechtelijke claims worden ingediend. Daarnaast is de inzet van een tolk in het belang van de zorgverlener, omdat gebrekkige communicatie veel tijd vergt. Gebrekkige communicatie is dus ook een probleem voor de zorgverlener. Echter, zoals de werkgroep constateert, is het onredelijk dat de zorgverlener die geen invloed heeft op de achterliggende oorzaak, met de kosten wordt geconfronteerd. Een complicerende factor is echter dat de uitvoeringslasten van het in rekening brengen van tolkkosten aan patiënten, niet opwegen tegen de baten (dit met uitzondering voor de geestelijke gezondheidszorg). De werkgroep zoekt de oplossing dan ook bij het betrekken van de zorgverzekeraars bij deze problematiek (p.5). Het toenmalig kabinet gaf ook aan dat zij vond dat tolkdiensten binnen de gezondheidszorg niet altijd kosteloos aangeboden hoeven te worden aan de patiënt. Zo heeft dit kabinet verduidelijkt dat niet bij elke behandeling of elk consult een tolk hoeft te worden ingeschakeld. 33

Het toenmalig kabinet gaf verder aan dat het wetsvoorstel dat nu ter goedkeuring bij de Eerste Kamer ligt en de aanbevelingen en conclusies van de commissie kwaliteitseisen tolken en vertalers ook betrekking hebben op vertalers die op andere terreinen werkzaam zijn dan die van politie en justitie, voor zover deze vertalers beëdigd willen worden.34

Eind 2005 heeft de minister van VWS per brief veldnormen gepubliceerd voor de inzet van tolken in de gezondheidszorg. Box 3.1 geeft de kernpunten van de veldnormen weer.

32 Artikel drie algemene voorschriften met betrekking tot het afbreken van zwangerschappen.

33 Bron: verslag van een schriftelijk overleg, vastgesteld 11 augustus 2005. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004– 2005, 29 936 en 29 482, nr. 10.

34 Bron: verslag van een schriftelijk overleg, vastgesteld 11 augustus 2005. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004– 2005, 29 936 en 29 482, nr. 10.

Box 3.1 Veldnormen in het kort

• U gebruikt een tolk wanneer u niet in een voor de cliënt begrijpelijke taal kunt communiceren; • U gebruikt een professionele tolk en geen vrienden, kennissen, familieleden of kinderen om te tolken; • Een telefonische tolk is in principe de beste oplossing;

• Een telefonische tolk hoeft u niet te reserveren, tenzij • het om een ‘kleine’ taal gaat;

• Een persoonlijk aanwezige tolk kan handig zijn wanneer u • iets wilt laten zien of uitleggen met beeldmateriaal of apparaten; • met meerdere mensen tegelijk werkt;

• verschillende vreemde talen tegelijk wilt laten tolken; • een voor de cliënt zeer moeilijk gesprek moet voeren.

• De zorginstelling waar u werkt kunt u verzoeken deskundigheidsbevordering aan te bieden voor de medewerkers die met tolken moeten werken zodat zij voldoende vaardig zijn.

Bron: bijlage bij de brief van de minister van VWS d.d. 16 december 2005 over VWS-beleid over tolk- en vertaaldiensten

In document Tolken in het publiek domein (pagina 39-43)