• No results found

Inleiding: van gedeelde verantwoordelijkheid naar

Steun van (overheids)instanties

3. Samen Doen! in Aalburg: de kracht

3.1 Inleiding: van gedeelde verantwoordelijkheid naar

Samen Doen!

Bij de start van dit project had de burge-meester een situatie voor ogen waarin burgers niet langer, in meer of mindere mate, partici-peren binnen een samenleving waarin de over-heid als regisseur optreedt. Integendeel, zijn ideaal was een gemeenschap waarin burgers vanuit betrokken burgerschap zelf de touwtjes

36

Loshouden en meemaken

in handen zouden nemen en zich actief zouden inzetten ten behoeve van de (gehele) gemeenschap. Een dergelijke rolverdeling sloot volgens hem goed aan bij ‘de nieuwe samenleving’ die ook in Aalburg duidelijk voet aan de grond zou moeten krijgen. Dit zou temeer noodzakelijk zijn vanwege de decen-tralisaties van taken van de Rijksoverheid naar de gemeente, het naar voren treden van mondigere burgers die minder overheidsaf-hankelijkheid zouden wensen en het toene-mende gebrek aan overheidsfinancieringen waardoor ook in deze gemeente bezuinigd moest worden. In termen van de Denktank VNG (2013) zou hier een transformatie ‘van eerste overheid naar eerst de burger’ plaats-vinden. In Aalburg zou steeds meer gewerkt worden vanuit het startpunt dat niet langer de overheid maar de burger zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de eigen leefomgeving. Burgemeester Naterop hierover:

“Onder de noemer ‘Samen Doen!’ p. 36 tekstbox zullen wij als gemeente steeds minder vaak regisseren, terwijl buurt-schappen, wijkverenigingen en dorps-raden juist als eerste aan zet zullen zijn om de wensen van de zeven Aalburgse kerndorpen vorm te geven. Wat vinden we, wat willen we en hoe gaan wij dat oplossen, zijn vragen die in de toekomst gezamenlijk beantwoord gaan worden, willen we voor iedereen een kansrijke toekomst creëren. De kracht van de inwoners benutten en samen met de overheid aan de slag” (Aalburg, 2013, p. 1).

Hierbij dient opgemerkt te worden dat derge-lijke uitdagingen de laatste jaren ook voor vergelijkbare – landelijke en meerkernige – gemeenten een steeds belangrijkere rol zijn gaan spelen (o.a. SCP, 2014).

In eerste instantie bleek de nieuwe aanpak door de inwoners niet altijd gewaardeerd te worden. In het beginstadium van het project, toen het overigens ook nog niet de naam ‘Samen Doen! in Aalburg1’ had, maar de naam ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ droeg, hadden veel burgers het gevoel dat ze door de lokale overheid instrumenteel werden bena-derd, als waren ze een onbezoldigde uitbrei-ding van het gemeentelijk

uitvoeringsapparaat.2

Deze perceptie wordt bevestigd door een onderzoek van vijf Masterstudenten van Tilburg University dat plaatsvond in het voor-jaar van 2013. Zij hadden destijds van de burge-meester de opdracht gekregen om mee te denken over een antwoord op de vraag waarom het (in zijn ogen veelbelovende) idee van gedeelde verantwoordelijkheid in de prak-tijk geen vaste voet aan de grond kreeg. De studenten concludeerden op basis van hun onderzoek (De Boer e.a., 2013) dat de gemeente te veel het bezuinigingsperspectief centraal stelde in haar communicatie met de burgers. De gemeente had in de beginfase een producten- en dienstencatalogus opgesteld waarin per (publieke) taak was aangegeven in hoeverre deze al dan niet (ook) door burgers uitgevoerd zou kunnen worden.

Ook binnen de gemeentelijke organisatie stond deze instrumentele gedachte centraal. “Bijvoorbeeld bij medewerkersbijeenkomsten werd de lijst met producten en diensten punts-gewijs doorgenomen om te bezien welke taken geschikt zijn om burgers uit te laten voeren” (De Boer e.a., 2013, p. 37). Samenvattend kwam het er volgens De Boer e.a. (2013) op neer dat de gemeente de neiging had om zelf zaken in te vullen in plaats van te onderzoeken wat de burgers ertoe motiveert om verant-woordelijkheid te nemen voor de leefbaarheid in hun directe woon- en leefomgeving. Van de

37

Loshouden en meemaken

burgers werd teveel verwacht dat zij zich actief zouden inzetten voor de taken die door de overheid aan hen overgedragen werden; daarbij kregen zij niet de mogelijkheid om aan te geven wat zij zelf belangrijke aspecten vonden voor de leefbaarheid in Aalburg. Via hun onderzoek brachten De Boer e.a. (2013) bij de gemeentelijke organisatie, en voornamelijk bij burgemeester Naterop, onder de aandacht dat de burger niet instrumenteel ingezet wilde worden. Het enkel overdragen van de verantwoordelijkheid voor gemeente-lijke producten aan burgers is niet de meest effectieve weg om de ‘ondernemende demo-cratie van zelfredzaamheid’ te creëren. Inte-gendeel, op deze manier joeg de gemeente haar burgers enkel tegen zich in het harnas. Het was daarom volgens De Boer e.a. (2013) belangrijk dat de gemeente in plaats van eenzijdig taken over te dragen op een open manier aan de burgers zou vragen wat zij zélf willen. Voor het welslagen van het project werd het cruciaal geacht dat de gemeente de burger en niet langer de bezuinigingen centraal stelde.

Concreet betekent dit dat de gemeente niet langer uit moet gaan van een top-down bena-dering door middel van een lijst met producten en diensten waar inwoners vanaf een bepaald moment verantwoordelijk voor worden gehouden. Er dient daarentegen veel meer samen met de inwoners gezocht te worden naar mogelijkheden; en in onderlinge samen-spraak moet verkend worden op welke punten burgers van mening zijn dat zij gezamenlijk, indien nodig in samenwerking met de over-heid, daadwerkelijk de handen uit de mouwen kunnen steken (De Boer e.a., 2013, p. 37). Vanuit deze gedachte is de nieuwe slogan ‘Samen Doen! in Aalburg’ ontstaan, om de aandacht minder te vestigen op het behalen van bezuinigingen, maar op het gezamenlijk

aanpakken van maatschappelijke vraag-stukken in de gemeente.

Om dit project op bovengenoemde wijze opnieuw leven in te blazen, is op 21 maart 2013 een symposiumavond georganiseerd waarop burgers werden uitgenodigd om hun visie op de leefbaarheid in Aalburg kenbaar te maken. De burger werd niet langer benaderd als een participant die overheidsbeleid zou mogen uitvoeren, maar als een deskundige op het vlak van de eigen woon- en leefomgeving. Harold van de Velde – een van de betrokken onder-zoekers en ook later nog betrokken volger van het veranderingsproces in Aalburg – merkt op dat vooral de veranderende kwalificatie van de inwoners als zijnde deskundigen en niet als ‘uitvoerders van overheidsbeleid’ een belang-rijke verandering met zich mee heeft gebracht. Burgers voelen zich hierdoor niet langer ingezet om de (bezuinigings-)problemen voor de overheid op te lossen, maar hebben het gevoel dat zij zelf ook daadwerkelijk, met betrekking tot de onderwerpen die zij zelf belangrijk vinden, een steentje kunnen bijdragen. Op de symposiumavond werd daarom bekeken wat de verschillende organi-saties en personen in de Aalburgse samenle-ving in samenwerking zelf zouden kunnen en willen bijdragen om de leefbaarheid binnen de gemeente te vergroten. Ideeën die verschil-lende burgers opperden, werden later op de avond in kleine groepjes, onder leiding van Tilburgse studenten nader uitgewerkt.

3.2 Samen Doen! via concrete

projecten

Het luisteren naar burgers is stap één, maar vervolgens ook daadwerkelijk initiatieven van de grond krijgen, is een ander verhaal. Er bleken gedurende het symposium voldoende concrete projecten te zijn die volgens burgers uitgevoerd zouden kunnen (en veelal ook

38

Loshouden en meemaken

moeten) worden, maar het vinden van groepjes burgers die ervoor zorgen dat het initiatief ook daadwerkelijk van de grond komt, is volgens een aantal aanwezigen in de praktijk vaak het probleem. Een van de aanwezigen stelt in het Brabants Dagblad (25 maart 2013) over het symposium: “Ik heb prachtige verhalen gehoord, maar nu doen.”

In juli 2013 blijkt echter dat dit, mede door een faciliterende en stimulerende benadering van de gemeentelijke overheid, een minder groot probleem is dan sommigen vreesden. Samen Doen! krijgt in deze periode vorm door middel van aan aantal concrete projecten waarin over-heid, ondernemers, onderwijs en onderne-mende burgers samenwerken. Van alle ideeën op het symposium geopperd, zijn door de gemeente Aalburg, in samenspraak met haar partners, tien qua inhoud zeer uiteenlopende projecten geselecteerd die ook daadwerkelijk door de burgers zelf opgepakt worden. Van de Velde merkt hierbij op dat hij gemerkt heeft dat het voor de gemeentelijke overheid zeer belangrijk is om ‘klein’ te beginnen, zodat het overzichtelijk blijft. De overheid moet met andere woorden niet meteen teveel hooi op haar vork willen nemen.

De tien gekozen projecten vinden verspreid over de gehele gemeente, in de verschillende kernen, plaats. In Genderen is bijvoorbeeld het plaatselijke groen geadopteerd door burgers en in Drongelen wordt een picknickbank geplaatst langs de Maas. Alle tien de projecten zijn initiatieven van burgers die door de gemeente (en andere betrokken actoren zoals ondernemers) gefaciliteerd worden. De burgers nemen (vrijwel altijd) het voortouw in de uitvoering. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de gemeente probeert te stimu-leren dat verschillende partners bij de projecten betrokken worden en dat een zoge-noemde ‘win-win-situatie’ gecreëerd wordt.

Als voorbeeld van een dergelijke ‘win-win-situatie’ noemt Naterop de nieuwbouw van de voetbalvereniging Achilles Veen:

“Ik kan me voorstellen dat Achilles Veen voor zijn nieuwbouw verf nodig heeft […]. De club kan er vrijwilligers-werk voor de onderneming die ze daaraan helpt tegenover stellen. Dan creëer je een win-winsituatie. Dat is goed voor de gemeenschap zelf” (Brabants Dagblad, 9 juli 2013).

Wanneer een jaar later wordt gekeken naar de tien uitgekozen projecten, wordt duidelijk dat de burgers niet stil hebben gezeten en dat ook daadwerkelijk een aantal successen geboekt is. Zo zijn er bijvoorbeeld drie buurtpreventie-projecten van de grond gekomen, waarin inwo-ners zelf met succes overlast (van jongeren) tegengaan en de veiligheid waarborgen, wordt gewerkt aan een beursvloer waarin onderne-mers, verenigingen en vrijwilligers met elkaar in contact gebracht worden en is het Groen in de kern Genderen ‘geadopteerd’ door de bewoners, wat betekent dat zij hier nu zelf in gezamenlijkheid zorg voor dragen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de doelstelling was dat ook een jongeren/jeugdplatform opgezet zou worden, maar dit is een project dat tot op heden nog niet van de grond is gekomen. Anne-Marije Edelman, project-manager van ‘Samen Doen! in Aalburg’, merkt op dat de belangrijkste doelstelling niet enkel is om concrete resultaten te bereiken, maar ook om een cultuuromslag teweeg te brengen. Het streven is dat burgers steeds vaker daad-werkelijk ‘zelf’ initiatieven ontplooien die ten goede komen aan de leefbaarheid in de gemeente.

39

Loshouden en meemaken

3.3 Tasten en zoeken naar de