• No results found

samenredzaam ondernemen in

6.6 Een taaie start

Het opstarten van watTwest bleek ‘a tough cookie’. Zowel organisatorisch, financieel, in de ambtelijke contacten alsook politiek-bestuur-lijk ondervonden de drie ondernemers regel-matig tegenwind. Zo kostte het opzetten van de organisatie meer tijd dan voorzien. In het PvE was bepaald dat het werkpunt gebruik zou moeten maken van het leegstaande wijkcen-trum ‘t Kievitslaer. Dat pand diende echter wel stevig onder handen genomen te worden om er een werkbare en aansprekende plek van te maken. “Dit bleek een hele klus, die een fors deel van de tijd en energie in de eerste periode naar zich toe trok”, zo blikt Jan van Wezel terug op die eerste periode. Ook Gerhard Hup beaamt dat dit een flinke operatie was: “We zijn gestart in mei/juni met goed weer in een achterstallig pand. Er is een jaar lang met onge-veer 25 vrijwilligers gewerkt om dat pand op te knappen.”

Daarnaast betekende de (verplichte) huur van het pand van de gemeente dat watTwest

jaar-79

Loshouden en meemaken

lijks zo’n € 60.000 aan huurkosten moest inboeken. Dit legde in praktijk toch wel een extra druk op de exploitatie, zo beamen veel van de gesprekspartners. Het punt van de hoge huur is destijds ook al door de werkgroep werkpunt gesignaleerd: de werkgroep advi-seerde al in 2011 aan Tilburg Akkoord om de gemeente Tilburg te verzoeken in gesprek te gaan met de initiatiefnemers om hiervoor een passende oplossing te vinden. WatTwest vond (en vindt) de gevraagde huurprijs te hoog, terwijl er binnen de gemeente twee visies waren: de afdeling sociaal/en de gebiedsteams voelden wel wat voor een lagere huur, terwijl de afdeling vastgoed op basis van hun uitgangspunten vasthield aan de eerder bepaalde huurprijs. Ten tijde van het schrijven van deze tekst (voorjaar 2014) loopt dit gesprek nog steeds.

Tilburg Akkoord keerde de negen ton aan watT-west uit in van te voren afgesproken jaarlijkse tranches: aflopend, verspreid over de vijf jaren heen.8 “Hoe het geld nou precies vanuit Tilburg Akkoord overgemaakt zou moeten worden bleek toch nog lastiger dan van te voren inge-schat”, zo herinnert Claudia van Dongen zich. Na intern beraad bij Tilburg Akkoord/ gemeente Tilburg werd uiteindelijk de volgende constructie gekozen. De gemeente Tilburg maakt elk jaar het bedrag voor de betreffende tranche over naar Tilburg Akkoord, waarvan WonenBreburg officieel als adminis-trateur-opdrachtgever fungeerde. Het voor de Kruidenbuurt geoormerkte geld in de Tilburg Akkoord-pot stond namelijk op de gemeente-lijke rekening. Deze middelen waren namelijk afkomstig van het ministerie van Binnenlandse Zaken (voorheen VROM) en zijn (alweer in 2009) aan de gemeente overgemaakt vanuit het budget 40+ wijken. De gemeenteraad heeft destijds de van het Rijk ontvangen 2 miljoen euro geoormerkt voor de Kruiden-buurt en als zodanig ingebracht in het Tilburg

Akkoord. Hiervan is weer € 900.000 gereser-veerd voor het werkpunt. Door het geld over te maken naar Tilburg Akkoord kan Tilburg Akkoord vervolgens beslissen over project-voorstellen die een beroep doen op dit budget, zo is het idee. Maar (nu wordt het nog wat onoverzichtelijker), de administrateur van Tilburg Akkoord (WonenBreburg) keert de jaarlijkse tranche voor watTwest dan vervol-gens weer (terug!) uit aan de gemeente Tilburg. In het collegebesluit bij het toekennen van de eerste subsidie, wordt een uitleg gegeven: hiervoor is gekozen “(…) omdat enerzijds de gemeente Tilburg een functie heeft om te sturen op resultaten van de door VROM [nu BZK – TvdW] beschikbaar gestelde middelen. Anderzijds omdat de regels omtrent verlening en verantwoording goed geborgd zijn in de subsidieverordening en subsidievoorwaarden van de gemeente Tilburg. Dat zou niet zo zijn als de administrateur de middelen recht-streeks beschikbaar stelt, want dan ontstaat er een privaatrechtelijke verhouding.” Met andere woorden: de gemeente wil (1) kunnen sturen (op de resultaten die door het ministerie zijn benoemd) én de gemeente wil (2) dat de (verantwoordings)relatie een publiekrechtelijk (en publiek) karakter houdt. “Daarnaast”, zo vertelt Claudia van Dongen, destijds gebieds-manager van de gemeente en voorzitter van de werkgroep werkpunt, “speelde ook nog dat we het niet passend vonden om dit project Europees aan te besteden. Door te kiezen voor een subsidie hoefde dit niet – zo hadden wij ons destijds laten adviseren door onze interne experts op het gebied van aanbestedingen.“ In de eerste periode was er ook zeer intensief contact tussen de gemeente en watTwest. De initiatiefnemers van watTwest hadden in het eerste jaar gemiddeld eens per zes weken een gezamenlijk gesprek met de gebiedsmanager en een medewerker Sociale Zaken van de gemeente over de voortgang. Gerhard Hup

80

Loshouden en meemaken

vond dit met terugwerkende kracht wel wat erg veel, en ook de verantwoordingskwesties kwamen in zijn ogen veel te vroeg op tafel. Gerhard: “Zo werd bijvoorbeeld na een paar maanden al gevraagd naar de uitstroom naar reguliere arbeid. Dat is natuurlijk helemaal niet realistisch. We waren net bezig.” Chris Faro, secretaris van het Tilburg Akkoord blikt terug op de beginfase: “Het loslaten was in het begin moeilijk. De gemeente ging er stevig op zitten, en wilde regelmatig voortgangsgesprekken.” Claudia van Dongen ziet met terugwerkende kracht ook dat het veel was. Maar begrijpt de keuze van de gemeente als subsidiever-strekker (en overigens van de werkgroep werk-punt in het geheel) om stevig de vinger aan de pols te houden ook weer wel: “Het ging ook om een fors bedrag. Daarnaast zochten we ook met elkaar naar een goede manier van samen-werken. Naast verantwoording kwamen er ook allerlei andere vragen en kwesties op tafel die gedurende het proces naar voren kwamen.” In februari 2012 – bijna een jaar na de start – volgde het eerste schriftelijke verantwoor-dingsverslag richting Tilburg Akkoord. Hierin gaf watTwest aan dat ’t Kievitslaer inmiddels operationeel was en dat er drie diensten waren opgezet: ‘watTwest Klust’, ‘watTwest verhuurt’ en ‘begeleiden en opleiden’. Er liep ook een aanvraag om erkend leerbedrijf te worden en het ‘PION’ was opgericht: een nieuw netwerk van en voor ondernemers en ZZP’ers in de wijk. Verder was er veel tijd gestoken in het kennis-maken met de wijk en in het opbouwen van een netwerk met bewoners en ondernemers. En er waren nieuwe diensten in voorbereiding, zo berichtte watTwest.

Nog geen half jaar later, in de zomer van dat jaar, verscheen vervolgens het eerste jaarver-slag van watTwest, dat ze in eerste plaats schreef voor de gemeente Tilburg (als subsi-dieverstrekker). Met daarbij gevoegd een

docu-ment – een ‘ontwikkelcase’ – waarin vooruit werd gekeken naar de periode 2012-2016.9 Wat hier opvalt is dat er in nog geen halfjaar tijd tweemaal schriftelijk gerapporteerd dient te worden: er was enerzijds de rapportage rich-ting Tilburg Akkoord en anderzijds de rappor-tage richting de gemeente Tilburg. Chris Faro, secretaris van Tilburg Akkoord: “Vanuit de gemeente was er een strak rapportageregime, en vanuit Tilburg Akkoord ook. Maar die rapportage kwam dan weer op een ander moment. (…) Dat is later rechtgetrokken en de periodiek verantwoordingsmechanismen zijn gelijkgesteld. Nu is het zo dat als Tilburg Akkoord zegt dat het goed is, dan moet het goed zijn.”

Maar voordat deze zaken allemaal op elkaar waren afgestemd is watTwest nog wel even ‘politiek’ geworden. Vlak na de zomer van 2012. Eerder dat jaar in maart verruilde Jan Hamming zijn positie als Tilburgse wethouder voor het burgemeesterschap in Heusden. Auke Blaauwbroek werd zijn opvolger. Blaauwbroek nam van Jan Hamming, naast andere porte-feuilles, ook die van arbeidsmarktbeleid en wijkimpuls over. En als vers aangetreden wethouder oordeelde Blaauwbroek onder meer op basis van de stukken die hem in die zomer onder ogen kwamen (het jaarverslag en de bijgevoegde ontwikkelcase), dat de afge-sproken resultaten voor werk en activering door watTwest weliswaar waren behaald, maar dat de doorontwikkeling van diensten voor en door de wijk leek te stagneren. Daarnaast waren het eigen vermogen en de liquiditeit op dat moment negatief.

Dit laatste punt was ontstaan door een langlo-pende onduidelijkheid over de vraag of de 9 ton voor watTwest nu inclusief BTW of exclusief BTW zou zijn. Gerhard Hup: “Een zeer relevante vraag – dat scheelt namelijk nogal in de exploi-tatie.” De gemeente dacht dat het bedrag

81

Loshouden en meemaken

inclusief BTW zou zijn. WatTwest dacht echter exclusief BTW en had haar begroting ook als zodanig opgesteld. Toen na het eerste jaar een BTW-naheffing van de belastingdienst op de deurmat bij watTwest belandde ontstond er ineens een financieel tekort van zo’n € 30.000 op de bedrijfsbalans. Gijs Bax, die in die periode juist als ambtelijk coördinator voor de impuls-wijken was aangetreden (en de twee ambte-naren vanuit de gemeente verving als contactpersoon richting watTwest) blikt terug op die zomer: “Auke Blaauwbroek besloot op dat moment om als wethouder arbeidsmarkt-beleid zijn verantwoordelijkheid te nemen, en het dossier watTwest meer naar zich toe te trekken.” Er werd door de gemeente Tilburg aan watTwest vervolgens gevraagd om de gepresenteerde ‘ontwikkelcase’ door te vertalen naar een ‘business case’.

Hiermee was watTwest nog niet klaar, of er werden ook al vragen gesteld vanuit de gemeenteraad. “Twijfels over watTwest binnen CDA”, kopte het Brabants Dagblad op 18 september. De CDA-fractie had een debat aangevraagd over watTwest; zij had naar aanleiding van het jaarverslag en de ontstane liquiditeitsproblemen twijfels of de doelen van het project wel haalbaar zijn. Wethouder Blaauwbroek corrigeerde in de raad het beeld voor wat betreft de liquiditeitsproblemen en vroeg wat coulance van het CDA in het beoor-delen van dit eerste jaarverslag: het experi-ment moest de gelegenheid krijgen zich te ontwikkelen en er werd hard gewerkt door watTwest aan een goede business case. Dat businessplan 2013-2017 werd snel daarop ook in concept opgeleverd door watTwest. Om steviger grond onder de voeten te voelen, verzocht de gemeente Berenschot in oktober nog wel om een externe beoordeling van het plan. In navolging van het advies zoals opge-steld door Berenschot vroeg het Tilburg

Akkoord in november aan watTwest om het voorgestelde businessplan op een aantal punten nog nader uit te werken. Deze hadden met name betrekking op:

− een verdere onderbouwing van de marktanalyse;

− een nadere uitwerking van producten en diensten;

− het effectiever omzetten van bestaande contacten en relaties in

opdrachtverstrekkingen (‘van contact naar contract’);

− het verder inzichtelijk maken van potentiële risico’s;

− het doen van voorstellen voor de versterking van de betrokkenheid van bewoners, samenwerkende partners en (potentiele) opdrachtgevers in een Raad van Advies of Raad van Toezicht;

− het doen van voorstellen, die het

maatschappelijk rendement van watTwest in beeld brengen.