• No results found

Hoofdstuk 4: ‘Ik ben de gelukkigste man op aarde’

4.1 Inleiding

In augustus 1999 publiceert weekblad Privé een fotoreportage van kroonprins Willem- Alexander op de Groene Drack, samen met een blonde vrouw. De mogelijke nieuwe liefde zou Máxima Herzog heten, en dochter zijn van een Duitse industrieel uit Argentinië.

De zaak verandert wanneer Zuid-Amerikacorrespondent van de Volkskrant Ineke Holtwijk eind augustus een artikel schrijft waarin staat dat de vrouw geen Herzog, maar Zorreguita heet. Ze blijkt de dochter van Jorge Zorreguita, die van 1979 tot 1981

staatssecretaris van Landbouw was tijdens het regime van dictator Jorge Videla (de Volkskrant, 31-8-1999). Het verleden van Máxima’s vader zorgt echter direct voor

problemen. Er ontstaan vragen over wat zijn rol is geweest gedurende het regime Videla. De weerstand mondt uit in diverse Kamerdebatten met als belangrijkste vraag: is Máxima verantwoordelijk voor de daden van haar vader? Sommige partijen vinden dat zij zich

openlijk tegen het regime dient uit te spreken. Ook wordt de aanwezigheid van Zorreguita bij een mogelijk huwelijk als een probleem gezien (Het Parool, 1-9-1999).

Toenmalig minister-president Wim Kok bevestigt begin september na een gesprek met de kroonprins aan de media dat de vriendschap tussen Willem-Alexander en Máxima

‘bijzonder genoeg is om te vermelden’ (Trouw, 2-9-1999).

In de periode die volgt, wordt het nieuws over Máxima en Willem-Alexander steeds meer, zeker naarmate de relatie serieuzer wordt. Zo verhuist Máxima naar Brussel en komen haar ouders logeren bij koningin Beatrix (de Volkskrant, 23-11-2000). Ook bestempelt de RVD Máxima niet als een vriendin (zoals bij eerdere relaties) maar als dé vriendin van Willem-Alexander. Journalisten blijven de RVD vragen naar een mogelijke verloving, die steeds dichterbij lijkt te komen. De RVD blijft ontkennen.

Ondanks de problematische reputatie van Máxima’s vader kondigt de RVD op 30 maart 2001 om 09.40 aan dat die avond een persconferentie zal plaatsvinden. De landelijke media berichten die dag al dat het paar verloofd is, en haar vader niet aanwezig is bij het huwelijk. Later zal blijken dat het diplomaat Max van der Stoel is geweest die Zorreguita heeft overgehaald niet te komen. ’s Avonds leest Willem-Alexander een verklaring voor, waarin hij zegt ‘de gelukkigste man op aarde’ te zijn. Ook Máxima leest een brief voor, waarin ze afstand neemt van het regime Videla en uitlegt hoe moeilijk ze het vindt dat haar vader niet welkom is bij het huwelijk (Algemeen Dagblad, 31-3-2001).

4.2 Multimedialisering

Uit de casus blijkt dat de RVD niet multimediaal werkt. Het internetgebruik is pril. Daarnaast gebruikt zij geen sociale media. De verloving vond immers plaats rond het jaar 2000, en op dat moment was het internet voor de overheid nog iets waar voornamelijk van werd gezegd dat het ‘ongekende mogelijkheden’ kende (Overheidscommunicatie in vogelvlucht 2000, 11). Maar die mogelijkheden waren nog niet ontwikkeld.

Net als de RVD werkt ook de journalistiek niet multimediaal. Ook hier is geen sprake van gebruik van sociale media, en worden verhalen dus niet via meerdere kanalen gedeeld. Wel gebruikt de journalistiek het internet als nieuwsbron, wat ook wel Computer Assisted Reporting wordt genoemd (Pleijter et al. 2002, 6). Zo schrijft een journalist van NRC Handelsblad:

Wie antwoord wil hebben op de vraag of kroonprins Willem-Alexander een nieuwe vriendin heeft, komt op de afgelopen nacht geopende Internetsite van het Koninklijk Huis bedrogen uit. Net als de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) geeft ook het virtuele koningshuis www.koninklijkhuis.nl geen duidelijkheid over Maxima Zorreguieta’ (NRC Handelsblad, 1- 9-1999).

Dit laat zien dat hier het proces van een minder als gatekeeper fungerende journalist al gaande is. Naast de journalistiek gingen burgers zelf ook zoeken op internet naar nieuws over

Willem-Alexanders nieuwe vriendin. Zo kreeg de website www.maxima.nl, wat eigenlijk de site was van een hypotheek- en verzekeringskantoor in Berkel en Rodenrijs, na het nieuws over de nieuwe vriendin van de kroonprins zevenhonderd bezoekers per dag in plaats van zeventig (Algemeen Dagblad, 3-9-1999).

Hieruit blijkt echter ook dat de kranten en televisieprogramma’s (oftewel de

traditionele media) het nieuws aangaande Willem-Alexander en Máxima op de voet volgden en versloegen. Zij waren het belangrijkst voor de RVD. Naast de kranten besteedden TV en radio ook veel onderzoek naar het onderwerp, maar dit valt buiten het bereik van deze scriptie. Toch waren de nieuwe media nog een onontdekt gebied, zowel voor de journalistiek als de communicatie.

4.3 Democratisering

De casus over de verloving tussen Willem-Alexander en Máxima toont twee momenten van opvallende openheid van de RVD.

Het eerste moment is 2 september 1999. Hier is enerzijds sprake van proactieve transparantie, die over het nieuwsonderwerp Willem-Alexander en Máxima gaat en niet over de manier van werken. Reflectie op deze transparante manier van werken is er wel, maar op initiatief van de journalistiek en niet van de RVD.

De proactieve transparantie wordt zichtbaar doordat zowel de RVD als minister- president Kok (ook onderdeel van de RVD) openheid tonen over Willem-Alexander en Máxima. Zo stelt premier Kok dat de vriendschap ‘bijzonder genoeg is om te melden’, en publiceert de RVD daarna een persbericht dat slechts uit twee zinnen bestaat: ‘In het gesprek met premier Kok heeft de Prins van Oranje de minister-president onder meer verteld over zijn vriendschap met mevrouw Maxima Zorreguieta, die de Argentijnse nationaliteit heeft. Nadere mededelingen zullen niet worden gegeven’ (NRC Handelsblad, 2-9-1999).

Verschillende kranten reflecteren op de plotselinge transparantie van de RVD. Zo schrijft Het Parool dat de openheid van de RVD richting journalisten opmerkelijk is: ‘het was ook voor het eerst dat de RVD zich zo betoonde. Tot dusver werden geruchten, foto’s en wat dies meer zij van vriendinnen van de kroonprins beschouwd als zaken “behorend tot de vriendenkring van de prins”’ (Het Parool, 2-9-1999).

Het tweede moment van proactieve transparantie is een aantal maanden later, in februari 2000. Máxima’s vader stelt in het nieuwsprogramma van de commerciële omroep Net5 dat zijn dochter de vriendin van Willem-Alexander is. De RVD brengt daarop zelf naar buiten dat dit zo is, en dat het ‘vrij logisch’ is dat Máxima nu zo genoemd wordt omdat er in 1999 al gesproken werd van een vriendschap (Trouw, 3-2-2000). Ook hier reageren de kranten dat de houding van de RVD opmerkelijk is. Zo beschrijft De Telegraaf dat het voor het eerst is dat RVD zelf zegt dat Máxima niet ‘een’, maar ‘de’ vriendin is van Willem- Alexander (De Telegraaf, 3-2-2000).

Tegelijkertijd zijn deze momenten een vorm van reactieve transparantie. Dat blijkt ten eerste uit de reactie van de journalistiek op de openheid van de RVD en premier Kok. De kranten merken op dat het voor het eerst is dat een premier op aanvraag iets loslaat over zijn gesprek met iemand van de Koninklijke Familie. Daar wordt de RVD op bevraagd, en die stelt dat ze niet ‘moeilijk wilden doen’. Daarnaast schrijft het AD dat de RVD de relatie heeft toegegeven vanwege de ‘informatiehonger’ van de media (Algemeen Dagblad, 22-3-2000). De RVD voldeed dus indirect wel aan de wens van de journalistiek om transparanter te zijn.

De opvatting aangaande transparantie van de RVD neigt het meest naar het

machiavellistische standpunt, beschreven door Jouke de Vries. Zojuist werd duidelijk dat er momenten waren van proactieve transparantie, die tegelijkertijd reactief waren. Maar, de

RVD toonde openheid op momenten dat het haar uitkwam. Dit laat dus zien dat de RVD de openheid instrumenteel inzet: er is wel sprake van openheid op vraag van de journalist, maar op een eigen gekozen moment.

Ook blijkt uit deze casus dat de instrumentele benadering van de RVD soms fout kan gaan. Dat wordt duidelijk aan het begin van de relatie tussen Willem-Alexander en Máxima. Journalisten controleren de geruchten van de nieuwe vriendin van de kroonprins direct bij de RVD. Een woordvoerder stelt dat het ‘bloody onzin’ is. Hier wordt duidelijk dat de RVD nog niet bereid is open te zijn. Een dag later geeft premier Kok, buiten de RVD om, wel toe dat er sprake is van een vriendschap en is daarmee transparant. Eerder werd duidelijk dat er een driehoeksverhouding bestaat tussen de RVD, koningshuis en de pers. De RVD is een

instrument van de minister-president, en wil dat het contact tussen de pers en het koningshuis via haar loopt. In deze casus geeft Kok echter zelf informatie aan de pers, zonder dit te overleggen met de RVD. Kok lijkt zo zijn instrument dat verantwoordelijk is voor de woordvoering over het koningshuis, niet serieus te nemen. De RVD slaagt er niet in de lijn tussen de pers en informatie over het koningshuis te blokkeren, en dus de

driehoeksverhouding in stand te houden. Zo ontstaat er dus een spanning in de driehoek waarin de RVD zich bevindt.

De hiervoor geschetste situatie lijkt op de situatie met prinses Irene, en laat zien dat de RVD wat openheid betreft niet alleen afhankelijk is van de premier, maar ook van het

koningshuis zelf (Wagenaar 1997, 444). Zij bevindt zich in een krachtenveld. Enerzijds vraagt de journalistiek om meer openheid over een mogelijke verloving. Want, zo is de redenering, openheid staat in het belang van het imagomanagement dat de RVD over het koningshuis moet voeren. Zo schrijft Trouw dat openheid nodig is om het koningshuis populair te houden, ook al is nog geen sprake van een verloving en heeft Maxima nog geen staatsrechtelijke functie: ‘Maar in een tijd waarin de koninklijke familie het van haar populariteit moet hebben, is het naïef te denken dat je de grenzen zo staatsrechtelijk eng zou kunnen trekken’ (Trouw, 15-1-2000).

Ook ziet de journalistiek zelf steeds meer aanwijzingen voor een verloving: de verhuizing van Máxima naar Brussel in maart 2000 (De Telegraaf, 22-3-2000), en haar aanwezigheid bij de verjaardag van koningin Beatrix (Het Parool, 1-2-2001).

Maar om een verloving te bevestigen, is informatie vanuit het koningshuis

noodzakelijk. Die wil niet altijd open zijn naar de pers, zo blijkt uit de kersttoespraak van koningin Beatrix in 1999. Daarin uit ze kritiek op de roddelpers: ‘De vraag naar openheid is

de persoonlijke levenssfeer - een van de grote verworvenheden van deze eeuw - te worden geschonden’ (Van Baalen et al. 2005, 481). Openheid is goed, zo stelt Beatrix hier, maar het moet niet de privacy in de weg staan. De boodschap is een iets genuanceerdere versie van de uitspraak ‘de leugen regeert’, die Beatrix deed tijdens een bijeenkomst met het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren. Tijdens deze bijeenkomst hekelde Beatrix de pers, die vol met fouten zou zitten en als gevolg van de commercialisering te populistisch was

geworden (NRC Handelsblad, 29-11-1999). Ook zei ze in het gesprek wel meer contact met de pers te willen, maar dit niet haar positie is. Daar is de RVD immers voor.

Deze casus laat tevens zien dat Willem-Alexander dat contact met de pers wel zoekt. Zo interviewt een groep journalisten hem tijdens zijn staatsbezoek aan de Verenigde Staten in 2001. Een paar dagen daarvoor is de biografie van Jorge Zorreguita verschenen. Willem- Alexander verwijst in het gesprek naar een brief in de Argentijnse krant La Nacion, om Zorreguita zo te verdedigen. Het leidt tot veel ophef, voornamelijk Videla de brief zelf had geschreven. Premier Kok is boos en vindt dat Willem-Alexander het niet had mogen zeggen. Dit laat zien dat de RVD dus afhankelijk is van meerdere factoren, en dat deze haar

instrumentele wijze van openheid beïnvloeden. 4.4 Professionalisering

Aan de hand van de kenmerken van Van Ginneken kunnen we zien hoe de RVD in deze casus functioneerde vanuit het oogpunt van professionalisering.

Beroepscode

Allereerst reikt de casus een aantal dingen aan omtrent de beroepscode van de RVD. Uit de werkwijze van de RVD valt een aantal waarden te destilleren die iets zeggen over die

beroepscode. Dat is anders dan de beroepsopvatting, die zich meer richt op de strategie die de RVD uitvoert om haar doel te bereiken.

Een eerste belangrijke waarde is de bescherming van de privacy van de koninklijke familie. Dat is één van de functies van de RVD sinds 1968, toen de koningshuisvoorlichting bij het takenpakket van de RVD ging horen (www.rijksvoorlichtingsdienst.nl). Uit de

berichtgeving blijkt dat de bijbehorende norm als volgt is: de RVD bepaalt hoeveel informatie over het koningshuis de pers mag opschrijven. Als de RVD wil dat iets buiten de

schijnwerpers blijft, gebruikt zij privacybescherming als belangrijkste argument daarvoor. Dat wordt duidelijk doordat de RVD op vragen van journalisten die meermaals vragen of er een

verloving is, antwoordt dat dit ‘privé’ is. In deze antwoorden komen woorden met het prefix privé (zoals privé-zaak, privé-kwestie, privé-aangelegenheid) veelvuldig voor. In meerdere artikelen komt terug dat de RVD om reden van privacybescherming geen informatie geeft aan journalisten. Dan staat er bijvoorbeeld ‘Dat wilde de RVD niet zeggen’.

Dat deze zinnen zo vaak terug te vinden zijn, zegt niet alleen iets over de normen van de RVD, maar ook van onafhankelijke journalistiek: het feit dat de werkwijze in de

berichtgeving zo vaak genoemd werd, is ook een manier om te laten zien dat er kritisch is doorgevraagd, maar de RVD niks wil zeggen (Prenger et al. 2011, 131). Tegelijkertijd zorgt het feit, dat in de media zo vaak benoemd wordt, dat de RVD het privéleven van de

Koninklijke Familie verdedigt, ervoor dat de voorlichtingsdienst haar doel bereikt. Vanuit het perspectief van de RVD wordt immers constant getoond hoe zij informatie beschermt en dus het privéleven van de koninklijke familie verdedigt.

Beroepsregistratie

In het theoretisch kader werd duidelijk dat beroepsregistratie ook een manier is een

beroepsgroep te verzelfstandigen. Een beroepsregister toont immers aan wie wel en niet tot het beroep horen. Ook stond in de theorie dat het aantal woordvoerders bij de overheid (en dus ook bij de RVD) lange tijd niet duidelijk was. Hoe groot de woordvoering van het Koninklijk Huis was ten tijde van deze casus, is dan ook niet bekend. In het jaarverslag van het Huis der Koningin werd tot 2006 alleen het salaris van de leden van de Koninklijke Familie opgenomen, niet de kosten die de RVD met zich meebracht. Er was dus nog weinig transparantie op dit gebied.

Deze casus maakt echter wel iets anders duidelijk over het aantal woordvoerders bij de RVD. In de woordvoering aangaande het koningshuis komt steeds één persoon terug:

hoofddirecteur Eef Brouwers. Hij staat daarin naast premier Wim Kok. Dit sluit ook aan bij wat Marja Wagenaar hierover schrijft, namelijk dat de hoofddirecteur van de RVD steeds dichter naast de premier kwam te staan. Er wordt slechts één keer gesproken over ‘een woordvoerder’ van de RVD, voor de rest is het Brouwers die de woordvoering verzorgt. Dit zegt ook iets over de verantwoordelijkheid van de functie: het is iets wat slechts één persoon mag uitvoeren.

Beroepsorganisatie

Nederlandse Vereniging Journalisten (NVJ). Die levert meerdere keren kritiek op het beleid van de RVD. Zo is de vakbond kritisch nadat premier Kok bekend heeft gemaakt dat sprake is van een vriendschap tussen Willem-Alexander en Máxima, omdat de RVD zelf niet eerder in ging op de geruchten. Secretaris Hans Verploeg verklaarde in Het Parool dat hij vond dat de geloofwaardigheid van de RVD was ‘getart’, en dat hij een gesprek met de RVD wilde over de overheidsvoorlichting rondom de relatie van Willem-Alexander en Máxima (Het Parool, 2-9-1999).

Beroepsopvatting

Wat de beroepsopvatting van de RVD betreft, is het overredingsmodel terug te zien (Van Ruler 2003, 10). Het overredingsmodel kenmerkt zich onder meer door elementen uit de PR, zoals nieuwsmanagement, framing en pseudo-events. Dat wordt zichtbaar in de casus doordat de RVD wil controleren wat in het nieuws verschijnt, door bepaalde mededelingen te framen. Dat zien we terug bij het bekendmaken van de relatie van de kroonprins, die gebracht wordt als een ‘vriendschap die bijzonder genoeg is om te melden’. Eigenlijk was hier al sprake van een liefdesrelatie. Ook wordt het duidelijk als Vrij Nederland Máxima ziet met hoogleraar Victor Halberstadt. De RVD stelt dat ze elkaar kennen, maar dat er geen sprake is van een officiële inburgeringscursus (De Telegraaf, 20-1-2000). De RVD wil dus voorkomen dat de kranten schrijven dat Máxima bezig is in te burgeren en een verloving dus misschien op komst is. Ook is sprake van pseudo-events, die zichtbaar worden door de persconferenties die gehouden worden. Opvallend hierbij is dat de journalistiek het nieuws vaak al had

gepubliceerd, zoals op de dag van de verloving. Toch werd er nog een persconferentie gehouden, zodat de boodschap van de RVD alsnog in de media zou komen.

Hier is dus geen sprake van het intermediaire model en het reflectieve model. Het is niet terug te zien dat de RVD met de journalistiek tot overeenstemming wil komen over de boodschap die naar buiten komt. Ook reflecteert de RVD nauwelijks op haar beleid. Dat is te verklaren doordat dit model pas na 2000 opkwam en de casus rond deze periode plaatsvond.

Deze casus laat tot slot ook elementen zien die te maken hebben met democratisering. Eerder werd duidelijk dat de RVD de waarde heeft de privacy van het koningshuis te

beschermen en daardoor niet al het nieuws naar buiten brengt door te stellen dat zaken ‘privé’ zijn. Dit is ook een vorm van framing: door te antwoorden dat iets privé is, eigent de RVD zich het recht toe er verder niks over te zeggen. Omdat het gebruik van nieuwe media nog nihil was, werd dit nog niet als professionele strategie ingezet.

4.5 Deelconclusie

Uit deze casus blijkt dat de RVD nog niet multimediaal te werk gaat. Het internetgebruik is pril, en de traditionele media verslaan het nieuws omtrent de verloving. Daarnaast toont de RVD een aantal keer proactief openheid. Tegelijkertijd is dit reactief, omdat de RVD hiermee indirect voldeed aan de roep van de media om meer transparantie. Maar, de manier waarop de RVD met openheid omgaat neigt het meest naar wat Jouke de Vries de machiavellistische benadering noemt, en is daarmee instrumenteel. Transparantie behoort zo ook tot de professionele communicatiestrategie van de RVD, die het meest overeenkomst het

overredingsmodel. Zaken worden geframed als privé, waardoor de RVD ook voldoet aan de vervulling van haar belangrijkste waarde: privacybescherming van het koningshuis. Tot slot is er geen transparantie over het aantal koningshuisvoorlichters bij de RVD en spelen alleen de journalistieke vakbonden een rol, doordat die kritiek leveren op de RVD.

Hoofdstuk 5: ‘Laat Amalia en haar zusjes ongestoord spelen’

5.1 Inleiding

In juli 2009 plaatsen Trouw, Geassocieerde Persdiensten (GPD) en het Algemeen Dagblad foto’s van Máxima en Willem-Alexander, op skivakantie in Argentinië. Ook verschillende Argentijnse media publiceren de foto’s. Het beeldmateriaal komt van het Amerikaanse persbureau Associated Press (AP). Na publicatie krijgen de media bericht van de

Rijksvoorlichtingsdienst, dat het plaatsen van de foto’s een schending van de mediacode betekende. In 2005 stelde de RVD samen met Willem-Alexander de code op, als gevolg van de toegenomen media-aandacht voor het koningshuis (Hoedeman & Meijer 2013, 309). Daarin staat dat media alleen foto’s van leden van het Koninklijk Huis in functie mochten