• No results found

De afgelopen jaren zijn werkenden en werkgevers meer hybride gaan werken; het combineren van verschillende vormen van plaats- en tijdsonafhankelijk werk. Dit gebeurde deels als gevolg van de maatregelen die nodig waren in verband met de coronapandemie, maar ook in de jaren daarvoor werd er geleidelijk al steeds meer hybride gewerkt. Hybride werken is hierdoor niet meer weg te denken uit onze samenleving. De verwachting is dat hybride werken zich ook de komende jaren nog verder zal ontwikkelen. Dit is geen natuurverschijnsel, maar een gevolg van keuzes die werkenden, werkgevers en de overheid maken. Er ontstaat een nieuwe balans waarin hybride werken in zekere vorm en mate onderdeel uitmaakt van hoe we in Nederland werken en daarbij kansen biedt aan zowel werkenden, werkgevers en de maatschappij.

Maar hybride werken kan ook risico’s met zich meebrengen. Om deze risico’s te

beperken en de kansen van hybride werken zoveel mogelijk te kunnen benutten moeten de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd, waarbij bovendien rekening moet worden gehouden met werkenden die niet hybride kunnen werken. In dit advies worden de ontwikkelingen, gevolgen, kansen en risico’s van hybride werken geanalyseerd en worden aanbevelingen geformuleerd om de kansen van hybride werken nu en in de toekomst te benutten.

Aanleiding en belang

Op 30 maart 2021 heeft de SER de kabinetsbrede adviesaanvraag hybride werken van het ministerie van SZW ontvangen.1 Aanleiding was de coronapandemie, waarbij werkenden plotseling veel meer thuiswerkten, zodat werkenden en werkgevers in aanraking kwamen met de kansen en risico’s van plaats- en tijdsonafhankelijk werken.

Dat leidde tot de vraag of het combineren van verschillende vormen van plaats- en tijdsonafhankelijk werk, onder de noemer van hybride werk, ook na de pandemie een grotere rol zou kunnen gaan spelen. Welke nieuwe balans, welke vorm en mate van hybride werken, kan er daardoor in de maatschappij ontstaan? Wat is er nodig om tot een goede balans te komen, een vorm en mate van hybride werken die naar

tevredenheid is van werkenden, werkgevers en de maatschappij?

Het kabinet vraagt aan de SER:

- Welke ontwikkelingen, voor- en nadelen voor werkenden, werkgevers en de maatschappij ziet u op het gebied van hybride werken?

- Hoe verwacht u dat de balans en gevolgen van hybride werken er in de periode na corona uit zal zien bij ongewijzigd beleid?

- Hoe ziet een goede balans van hybride werken eruit, bezien vanuit het perspectief van werkenden, werkgevers en de maatschappij?

- Welke stappen en randvoorwaarden zijn er nodig om de goede balans tot een succes te maken? Welke concrete opgaven voorziet u daarbij voor het kabinet en andere partijen?

Het advies zal een belangrijke bouwsteen vormen voor het kabinet bij de ontwikkeling van de ‘Agenda voor de toekomst van hybride werken’. Het doel van deze agenda is om in kaart te brengen, te verkennen en te agenderen welke ontwikkelingen er zichtbaar zijn op het gebied van hybride werken, welke positieve en negatieve gevolgen die ontwikkelingen hebben voor werkenden, werkgevers en de maatschappij, en welke stappen gezet moeten worden om tot een goede balans van hybride werken te kunnen komen na de coronapandemie.

1 Min. SZW, 2021, Adviesaanvraag toekomst hybride werken, https://www.ser.nl/nl/ser/over-ser/werkprogramma/-/media/1627FA46FA994B638F4CE19EE7E01161.ashx

De ontwikkelingen rond hybride werken zijn ook voor de SER van belang. De SER streeft in zijn werkzaamheden naar een maatschappelijke welvaart voor iedereen, op basis van drie doelstellingen; een sterke en duurzame economie, waarin zoveel mogelijk mensen aan het werk zijn, met een redelijke verdeling van inkomens. Een goede balans van hybride werken heeft de potentie om bij te dragen aan deze doelstellingen. Hybride werken kan bovendien van invloed zijn op het realiseren van de Sustainable

Development Goals (SDG’s), de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN, waaronder eerlijk werk, economische groei, duurzaamheid en gendergelijkheid. Daarnaast heeft hybride werken raakvlakken met grotere transities in de samenleving, waaronder digitalisering, globalisering en verduurzaming. Een goede balans van hybride werken zou er aan bij kunnen dragen dat ook de kansen van deze transities benut kunnen worden.

Aanpak en focus

In de adviesaanvraag wordt gevraagd om rekening te houden met de gevolgen van hybride werken voor zowel verschillende aspecten van werk als verschillende maatschappelijke aspecten. Hybride werken wordt daarom in dit advies breed

geanalyseerd. Om goed antwoord te kunnen geven op de vragen uit de adviesaanvraag wordt daarom in de volgende hoofdstukken ieder geval ingegaan op de volgende vraagstukken:

- Wat is een passende definitie van hybride werken?

- Welke ontwikkelingen en overwegingen kunnen worden geduid en welke verwachtingen zijn er voor de toekomst?

- Welke uitgangspunten zijn van belang bij hybride werken?

- Wat zijn de gevolgen, overwegingen en aandachtspunten voor werkenden, werkgevers en de maatschappij?

Bij de analyse van de gevolgen, overwegingen en aandachtspunten voor werkenden, werkgevers en de maatschappij worden de verschillende aspecten van hybride werken ingedeeld in zes aspecten van hybride werken. Deze indeling is gebaseerd op een groepering van de verschillende aspecten waar in de adviesaanvraag advies over wordt gevraagd:

- Zeggenschap over plaats en tijd - Bedrijfseconomische aspecten

- Gezondheid, welzijn en werktevredenheid - Arbeidsmarktposities en hybride werken - Digitalisering

- Mobiliteit, milieu en ruimtelijke ordening

Hoewel hybride werken breed zal worden geanalyseerd en kansen voor positieve gevolgen met zich mee kan brengen, zal de focus van de aanbevelingen in dit advies vooral liggen op verschillende aspecten van werk en wat er voor werkenden en

werkgevers nodig is om de kansen van hybride werken nu en in de toekomst te kunnen benutten.

Daarnaast beschouwt de SER hybride werken in dit advies niet als doel op zich. Hoewel hybride werken specifieke gevolgen kan hebben voor (individuele) werkenden en werkgevers, kunnen deze gevolgen voor ieder van hen leiden tot verschillende

overwegingen bij de vormgeving van hybride werken. Wat voor de een voordelen heeft, kan voor de ander juist een nadeel zijn, ook voor werkenden binnen hetzelfde team of organisatie. Om de kansen van hybride werken zo goed mogelijk te kunnen benutten is daarom een duidelijk beeld van de gevolgen van hybride werk nodig. Dit maakt het voor

werkenden en werkgevers mogelijk om de vormgeving van hybride werken op een helder beeld van deze gevolgen te baseren.

Voor de behandeling van de adviesvraag is een commissie hybride werken

samengesteld. Daarnaast is er in twee praktijksessies gesproken met werkenden en werkgevers over hun ervaringen met hybride werken. De werkenden en werkgevers waren afkomstig uit verschillende sectoren en werkzaam in diverse organisaties van verschillende grootte. Tijdens de sessies werd input opgehaald over het gevoerde beleid en de gevolgen van hybride werken voor werkgevers en werkenden in de betreffende organisaties. Ook is besproken welke concrete stappen en randvoorwaarden nodig zijn om tot een goede balans van hybride werken te kunnen komen.

Verder is bij de ontwikkeling van het advies veel gebruik gemaakt van kennis van externe deskundigen en beschikbare onderzoeken. De combinatie van onderzoek en ervaringen uit de praktijk heeft het mogelijk gemaakt om de analyse van de

verschillende aspecten breed en op verschillende niveaus plaats te laten vinden, om zo te komen tot goed onderbouwde aanbevelingen voor een goede balans van hybride werken.

Er is echter nog wel een kanttekening te maken bij de gebruikte onderzoeken. Veel van deze literatuur is specifiek gericht op thuiswerken, aangespoord door de ontwikkelingen tijdens de coronapandemie. In dit advies wordt hybride werken echter gedefinieerd als een combinatie van verschillende vormen van plaats- en tijdsonafhankelijk werk en gaat daarmee verder dan alleen thuiswerken. Hoewel er voor veel werkenden in de praktijk een overlap zal bestaan tussen hybride werken en thuiswerken, en onderzoeken over thuiswerken daarmee ook bruikbaar zijn voor dit advies, zijn deze onderzoeken

tegelijkertijd niet altijd één-op-één toepasselijk op hybride werken. Waar dit het geval is zal daar in het advies specifiek op worden gewezen.

Het is bovendien van belang op te merken dat Nederland de afgelopen jaren te maken heeft gehad met een pandemie. Het advies om thuis te werken was één van de

maatregelen gedurende de pandemie. Onder andere verplicht thuiswerken en afstand houden waren van grote invloed op organisaties en hoe werk georganiseerd wordt, en daarmee ook de vormgeving van hybride werk. Hoewel Covid-19 nog langere tijd in onze samenleving aanwezig zal zijn worden de coronamaatregelen, inclusief het

thuiswerkadvies, nu afgebouwd. Er worden maatregelen voor de korte en lange termijn geformuleerd om voorbereid te zijn op verschillende toekomstscenario’s en eventuele nieuwe pandemische gebeurtenissen. Het is nu nog onduidelijk wanneer de

maatschappij weer volledig terug zal gaan naar een situatie waarbij Covid-19 geen rol van betekenis meer speelt. Door de WRR en KNAW zijn verschillende toekomstscenario’s geformuleerd. Op dit moment bereidt Nederland zich voor op het scenario dat we

structureel met Covid-19 om moeten kunnen gaan.2 Recent zijn deze scenario’s door een expertgroep verder uitgewerkt en geactualiseerd.3

In de adviesaanvraag wordt advies gevraagd over de periode na corona. Die periode is moeilijk te definiëren. Het advies richt zich daarom hoofdzakelijk op een situatie in de toekomst waarbij hybride werken zonder maatregelen vanuit het coronabeleid kan worden vormgegeven. Tegelijkertijd meent de SER dat er op de kortere termijn wel

2 WRR en KNAW, 2021, https://www.wrr.nl/actueel/nieuws/2021/09/02/wrr-en-knaw-overheid-moet-anticiperen-op-verschillende-coronascenarios

3 Pandemic Preparedness Center (PDPC), van bestrijden van een pandemie naar leven in een endemie, 26 januari 2022

aandacht nodig is voor enkele specifieke aspecten van hybride werken. Waar dit het geval is zal dit in het advies worden aangegeven.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt hybride werken gedefinieerd en wordt de context geschetst waarbinnen hybride werken de laatste jaren steeds meer tot stand is gekomen,

waaronder enkele trendmatige ontwikkelingen en de coronapandemie. Daarnaast wordt ingegaan op de manier waarop hybride werken nu vorm krijgt in de praktijk, welke overwegingen daaraan ten grondslag liggen, en welke verwachtingen er bestaan voor de toekomst van hybride werken op basis van verschillende scenario’s. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de verschillende uitgangspunten van hybride werk die van belang zijn bij het toewerken naar een goede balans van hybride werk. In hoofdstuk 4 volgt een analyse van de gevolgen en aandachtspunten bij de zes hierboven beschreven aspecten van hybride werken. Deze analyse wordt vervolgens geplaatst tegen de in hoofdstuk 3 geformuleerde uitgangspunten. Op basis hiervan wordt in hoofdstuk 5 aangegeven welke concrete stappen en randvoorwaarden nodig zijn om tot een goede balans van hybride werken te kunnen komen. In hoofdstuk 5 zullen naast concrete aanbevelingen aan het kabinet ook goede voorbeelden worden genoemd die door werkenden en werkgevers bij de vormgeving van hybride werken binnen hun organisaties gebruikt kunnen worden.